22 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Dan gaan we verder met de regeling van werkzaamheden. Ik geef het woord aan de heer Van Baarle van DENK. Hij krijgt nu alle aandacht.

De heer Van Baarle (DENK):

Luistert iedereen goed? Mooi.

Voorzitter. In de zaak van het Cornelius Haga Lyceum is de regering keer op keer nat gegaan. Partijen in deze Kamer buitelden over elkaar heen om deze school te veroordelen en om de zwaarste sancties te vragen. En wat zien we? In een uitspraak zijn de verwijten uiteindelijk van tafel geveegd. Mijn fractie wenst een debat met de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs om uit te sluiten dat hier sprake is geweest van institutionele vooringenomenheid en om te vragen hoe dit heeft kunnen gebeuren. Wij roepen op om onze schriftelijke vragen spoedig te beantwoorden, zodat we daarna een debat kunnen voeren.

De voorzitter:

We gaan kijken of daar steun voor is. Allereerst de heer Van Meenen van D66.

De heer Van Meenen (D66):

Voorzitter. Dit kan wat ons betreft uitstekend bij de begroting betrokken worden. Ik zou wel graag een brief van de minister willen zien waarin hij terugblikt op wat zich de afgelopen jaren heeft afgespeeld.

Mevrouw Paul (VVD):

Geen steun. Ik sluit mij aan bij de woorden van D66.

De heer Peters (CDA):

Dat doe ik ook.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Steun voor een brief, niet voor een debat. Dit kan betrokken worden bij de begroting.

De heer Beertema (PVV):

Geen steun, voorzitter.

De heer Van Meijeren (FVD):

Van harte steun.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, maar we zullen wel uw informatieverzoek doorgeleiden.

Dan gaan we naar de heer Stoffer van de SGP.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Twee weken geleden stond ik hier ook, want de bakkers, de slagers, de snackbars, de tuinders vallen om door de hoge energieprijzen. We hebben van het kabinet een Tegemoetkoming Energiekosten gezien om die mkb'ers tegemoet te komen, maar die is te laat en niet toereikend. Ik heb twee weken geleden een debat aangevraagd. Dat werd door de hele oppositie gesteund, maar niet door de coalitie. Ik heb in die week geprobeerd een extra regeling aan te vragen om alsnog een debat aan te vragen. Zelfs dat kreeg geen steun. Er ligt nu een voorstel om een uurtje toe te voegen aan een heel belangrijk commissiedebat op 10 november over het prijsplafond energie. Dat kan niet. Dat is te kort. Dat moeten we het mkb niet aandoen. Je ziet de afgelopen week de zaken weer op ons afkomen. Ik denk aan RTL Nieuws. De branchevereniging luidt de noodklok. In het Reformatorisch Dagblad las ik vorige week dat al twintig bakkers failliet zijn.

De voorzitter:

Dus u wilt een debat.

De heer Stoffer (SGP):

Dus opnieuw de vraag om een debat in deze zaal met de minister van Financiën en de minister van EZK, het liefst deze week, maar het mag ook begin volgende week.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Voorzitter, van harte steun. En als er vandaag weer geen steun voor komt, gewoon elke week indienen, dan zullen wij het elke week steunen.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, geen steun. Zo meteen hebben we een procedurevergadering van de commissie voor EZK. Dan gaan we voorstellen om dit onderwerp volgende week aan het commissiedebat toe te voegen. Als één uur te kort is, doen we er gewoon nog wat uren bij.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun.

De heer Graus (PVV):

Ik wil het ook graag steunen, maar ik heb een tweeminutendebat aangevraagd dat hier ook over gaat. Ik begrijp niet waarom dat niet wordt ingepland.

De voorzitter:

Maar u steunt dit debat wel?

De heer Graus (PVV):

Jazeker. Ik steun alles in dezen, zeker meneer Stoffer.

De heer Kwint (SP):

Ik steun niet alles, maar we hebben het voorstel vorige week gesteund. We steunen het ook deze week en ik hoop dat dat volgende week niet meer nodig is. Het is belangrijk genoeg.

De heer Erkens (VVD):

Geen steun. Ik sluit mij aan bij de heer Grinwis. Als we meer tijd nodig hebben, moeten we dat uiteraard inboeken.

De heer Thijssen (PvdA):

Steun. En dan ook een debat over de steunpakketten voor de zwembaden en de buurthuizen. Ook namens GroenLinks.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun.

De heer Bontenbal (CDA):

Ik sluit mij aan bij de woorden van collega Grinwis van de ChristenUnie.

De heer Romke de Jong (D66):

Voorzitter. Ik sluit mij ook aan bij de woorden van de heer Grinwis. Het is ongelofelijk belangrijk om dit onderwerp te bespreken, maar dan wel integraal bij het energieplafond.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Steun, voorzitter.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun.

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter. Wij willen dat debat ook. Ik maak er een opmerking bij. Misschien is het goed om bij dit soort voorstellen eerst de coalitiefracties het woord te geven. Dan kunnen we ons dit toneelstukje elke week besparen. De oppositie wil dit debat net als vorige week bijna altijd, omdat we het belangrijk vinden, en de coalitie wijst het af. Dat komt elke keer uit de hoge hoed. Misschien is het praktisch om het volk van Nederland te laten zien dat het debat er niet komt omdat de coalitiefracties er niet voor zijn. Dan weten we dat.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter, het mkb verdient meer steun. Om die reden steunen wij dit voorstel.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, meneer Stoffer.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter, in ieder geval zou ik dat dertigledendebat graag opgenomen willen zien. Ik ga deze week opnieuw proberen een extra regeling aan te vragen. Ik ga hier net zo lang mee door totdat we dat doen. Ik ben over het algemeen niet kritisch als het niet nodig is, maar hier gaat echt wat mis in het land, dus ik ga iedere dag opnieuw proberen om een regeling aan te vragen om dat debat voor die mkb'ers wel plaats te laten vinden.

De voorzitter:

Dat dertigledendebat nemen we op. Dank u wel, meneer Stoffer.

Dan geef ik het woord aan de heer Sneller, namens de commissie voor de Rijksuitgaven.

De heer Sneller (D66):

Volgens mij is het verzoek helder, namelijk om de stemmingen nog in te plannen in de week van de behandeling van de Najaarsnota, zodat het een en ander ook elders nog behandeld kan worden.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik neem aan dat daar geen bezwaar tegen is, omdat het namens de commissie is. Dan gaan we dat zo doen. Dank u wel, meneer Sneller.

Dan geef ik het woord aan de heer Kuzu voor zijn verzoeken.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Het eerste verzoek gaat over de dwangwet die de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid naar de Kamer zou sturen. Dat zou al op 1 oktober gebeuren. Dat was de eerste deadline. Inmiddels is de tweede deadline ook gemist. Ik heb ook zitten dubben hoe ik dit nou in een aanvraag ga zetten. Laten we dat dan maar doen in de vorm van een rappel. Ik zou namelijk graag willen dat dat wetsvoorstel zo snel mogelijk naar de Kamer komt, maar ik zou over het proces van de totstandkoming van deze wet wel een debat willen voeren met de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Dank u wel.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Steun vanuit GroenLinks.

Mevrouw Piri (PvdA):

Voorzitter, we zijn in de rare situatie beland dat het kabinet heeft aangekondigd per 1 oktober met een wet te komen. Een meerderheid in deze Kamer heeft zelfs een motie aangenomen dat die wet er uiterlijk twee weken geleden zou zijn en die is er nog niet. In plaats van dat er straks wordt verwezen naar allerlei commissievergaderingen, vraag ik u om dit echt met spoed in te plannen. Hartelijke steun.

De heer Brekelmans (VVD):

We hebben aankomende maandag een wetgevingsoverleg met hele lange spreektijd. Dan kan de heer Kuzu alle vragen over het proces stellen die hij nog graag wil stellen.

De heer Markuszower (PVV):

Geen steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun.

De heer Peters (CDA):

Geen steun.

Mevrouw Podt (D66):

Nee, geen steun. Ik denk inderdaad dat dit maandag gewoon het snelste kan.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Geen steun. Alle prangende vragen kunnen maandag al gesteld worden.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, maar u heeft nog een tweede verzoek.

De heer Kuzu (DENK):

Ja, voorzitter, maar toch moet mij nog iets van het hart, want dit betreft een aangenomen motie. Zo hollen wij onze instrumenten uit. Het is inmiddels bijna een normaal gebruik geworden dat moties die door de Kamer worden aangenomen, niet uitgevoerd worden. Dat betreur ik. Voor de zekerheid en gezien de situatie zou ik het willen opnemen als dertigledendebat.

De voorzitter:

Dat kan.

De heer Kuzu (DENK):

Dan hoop ik dat we voor die tijd ...

De voorzitter:

Er zijn geen 30 leden.

De heer Kuzu (DENK):

Jawel.

De voorzitter:

Nee. 29.

De heer Kuzu (DENK):

29! Even kijken. Meneer Omtzigt rent naar de microfoon en de woordvoerder SP ook.

De voorzitter:

Ik kijk het even na. Ik heb gezegd: er is geen steun voor een meerderheidsdebat. Maar de heer Omtzigt kunnen we daarin meetellen. Dat betekent dus dat er een dertigledendebat is.

De heer Kuzu (DENK):

Dan hoop ik in ieder geval dat we voor die tijd dat wetsvoorstel hebben, want dan hoeven we het debat niet te voeren. Maar ja, resultaten uit het verleden ... We weten het.

De voorzitter:

Ik heb gecheckt of dit kan. Het is op het randje, maar het kan. Uw tweede verzoek graag.

De heer Kuzu (DENK):

Het tweede verzoek gaat over discriminatie en de zorg. Dat is een belangrijk thema. Uit recent onderzoek komt naar voren dat discriminatie jegens patiënten met een migratieachtergrond voorkomt en zich op een specifieke manier karakteriseert. Mensen worden anders behandeld vanwege vooroordelen, onbegrip, communicatie- en taalbarrières. Sommige zorgverleners — ik zeg niet dat dit voor allemaal geldt — zijn zich niet eens bewust van dit gedrag. Ik zou graag een reactie van het kabinet willen op het onderzoek en daarover een debat willen voeren met de minister voor Langdurige Zorg.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk of daar steun voor is, maar we gaan in ieder geval uw informatieverzoek doorgeleiden.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Voorzitter, daar is absoluut steun voor.

Mevrouw Tielen (VVD):

Geen steun voor een apart debat.

Mevrouw Sahla (D66):

Steun.

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter. Ook in het licht van de aangenomen moties over cultuursensitieve zorg is dit alleen maar te steunen. Ik hoop op een meerderheid.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Steun.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Geen steun. Dit kan bij een commissiedebat.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun.

De heer Van Meijeren (FVD):

Geen steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun.

De heer Kwint (SP):

Steun.

De voorzitter:

Er is wederom geen meerderheid voor uw verzoek.

De heer Kuzu (DENK):

Dit wordt er ook een voor de lijst van dertigledendebatten, voorzitter.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. We zetten 'm erop.

Dan geef ik het woord aan de heer Markuszower van de PVV voor zijn verzoek.

De heer Markuszower (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb eigenlijk een tweeledig verzoek. Ik wil graag een debat over het onderwerp zoals dat op het formulier staat. Er zijn interne stukken, het ministerie verwacht meer asielzoekers, maar dat meldt het niet aan de Kamer. Ik wil daar een debat over. Maar, veel belangrijker nog: ik wil die interne stukken. Ik wil de Kamer ook graag over die twee verzoeken horen.

De voorzitter:

Dank u wel. Wij gaan die informatieverzoeken in ieder geval ook doorgeleiden; volgens mij kunnen wij dat al doen. Maar u wilt er ook een debat over?

De heer Markuszower (PVV):

Ja, en ik zou graag van alle woordvoerders willen horen of zij mij steunen in dat verzoek om die interne stukken nog voor dat WGO van maandag — want daar gaat het om — naar de Kamer toe te sturen. Ik wil daar iedereen over horen, want er zijn dus stukken en zonder die stukken kunnen wij geen goede begroting vaststellen, maar we moeten wel debatteren over die begroting.

De voorzitter:

Weet wel dat wij het informatieverzoek überhaupt zouden doorgeleiden, maar we gaan luisteren naar uw collega's. De heer Peters, CDA.

De heer Peters (CDA):

Voorzitter, u zegt het volgens mij goed: dat informatieverzoek kunnen we doen. Dat zou mooi zijn. Maandag gaan we erover praten.

De heer Brekelmans (VVD):

Ook hiervoor geldt dat we maandag een uitgebreid debat hebben, waarin we dit kunnen meenemen. Stukken kunnen naar de Kamer komen, maar wel als ze definitief zijn. Dus als het nog discussiestukken zijn die ergens bij een ambtenaar op tafel liggen, zou ik willen dat daartoe eerst besloten wordt en dat ze dan naar de Kamer kunnen komen.

De heer Kwint (SP):

Volgens mij is het het individueel recht van een Kamerlid om informatie op te vragen en maakt de status en op welk bureau het ligt staatsrechtelijk niet zo heel veel uit, maar ik ben daar niet op afgestudeerd. Steun voor het informatieverzoek. Een apart debat lijkt me niet nodig, want we spreken er dan maandag over.

De heer Eerdmans (JA21):

Die lijn volg ik ook: die stukken op tafel en daar maandag over praten. Maar daarvoor die stukken.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun voor beide verzoeken.

Mevrouw Piri (PvdA):

Steun, mede namens GroenLinks.

Mevrouw Podt (D66):

Geen steun voor het debat, want het lijkt me dat we dat gewoon maandag kunnen voeren. Het vragen om stukken is volgens mij het goed recht van meneer Markuszower.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun voor het vragen om de stukken.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Geen steun voor het debat. En een brief, ja, dat is ieders recht.

De heer Kuzu (DENK):

Steun voor het informatieverzoek, niet voor het debat.

De voorzitter:

We zullen uw informatieverzoek doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Markuszower (PVV):

Heel graag, voorzitter. Graag echt met het uitdrukkelijke verzoek dat we die stukken voor maandag, voor de aanvang van het WGO, ontvangen. Dank u wel.

De voorzitter:

We gaan dat erbij vermelden.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Vestering, Partij voor de Dieren.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Voorzitter. De vogelgrieppandemie escaleert. Ongeveer om de dag zien we nieuwe uitbraken in de Nederlandse pluimvee-industrie. Op dit moment gaat het virus rond in de meest pluimveedichte gebieden van Nederland: Noord-Limburg en de Gelderse Vallei. De NVWA kan het eigenlijk niet meer bijbenen. Er is een tekort aan menskracht en er is een tekort aan gas om deze dieren te vergassen, met alle risico's op verdere verspreidingen, voor mensen en voor dieren. Er zijn in één jaar tijd inmiddels meer dan 6 miljoen kippen, eenden en kalkoenen vergast en dat vergassen heeft het virus niet gestopt. Ondertussen worden die stallen steeds weer gevuld met dieren. Dit moet stoppen. We wachten nu op een brief van de minister over de voortgang van de intensivering van de vogelgriepaanpak. Ik wil die brief zo spoedig mogelijk ontvangen en ik wil daar graag zo snel mogelijk een debat over, maar uiterlijk voor het eind van het jaar.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Voorzitter. D66 deelt de zorg van de Partij voor de Dieren absoluut. Deze situatie is onhoudbaar. Maar er komt nog een tweeminutendebat; dat is het volgende verzoek. Laten we dat zo snel mogelijk inplannen en laten we daarin eerst verder met elkaar van gedachten wisselen.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. De week voor het reces hebben wij hier nog uitvoerig met de minister over gedebatteerd. Toen heeft hij laten weten de ernst van deze situatie in te zien en hiermee aan de slag te willen. Volgende week hebben wij een debat over dieren in de veehouderij. Er volgt nog een tweeminutendebat, dus er is nog voldoende gelegenheid om hierover van gedachten te wisselen. Dus geen steun nu voor dit verzoek.

De heer Graus (PVV):

In het kader van de volksgezondheid en het dierenwelzijn van harte steun.

De heer Kwint (SP):

Tja, te weinig gas om de dieren te vergassen; soms is de werkelijkheid zo cynisch dat zelfs ik het niet verzonnen krijg. Van harte steun.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Geen steun, voorzitter. Het kan betrokken worden bij het commissiedebat volgende week.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Geen steun. Ik sluit me geheel aan bij de woorden van de heer Van Campen.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, maar we zullen het informatieverzoek wel doorgeleiden, mevrouw Vestering.

U heeft nog een tweede verzoek.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ja, ik heb een tweede verzoek. Dat gaat inderdaad over dat tweeminutendebat. Ik wil graag vragen om dat zo spoedig mogelijk maar uiterlijk volgende week in te plannen.

De voorzitter:

Ik kijk even of daar bezwaar tegen is. Nee, hè. De heer Graus zegt: laten we het maar gewoon plannen. Volgens mij geldt dat voor iedereen, dus dan gaan we dat doen. Dank u wel, mevrouw Vestering.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Kröger van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beloofde voor 1 oktober een wet naar de Kamer te sturen. Een Kamermotie van mijzelf en mevrouw Piri is aangenomen en kreeg ook oordeel Kamer. Toch ligt er nog steeds geen wet. Dat is echt een onbegrijpelijke situatie, vooral als je in de media moet lezen dat er eerst wordt onderhandeld met de coalitiepartijen en dat ze er nog niet uit zijn. Dit was toch niet die nieuwe bestuurscultuur? We gingen het toch anders doen? Ik wil heel graag een interpellatiedebat met de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het niet uitvoeren van een aangenomen Kamermotie. Dit moeten we als Kamer niet accepteren.

De voorzitter:

Voor een interpellatiedebat zijn 30 leden nodig, zeg ik er even bij.

De heer Kwint (SP):

Ik vind het een beetje ingewikkeld, want we gaan het hier maandag uitgebreid over hebben. Maar het punt dat er een motie wordt aangenomen en wij vervolgens uit de krant moeten vernemen dat er niks deze kant op komt terwijl dat wel afgesproken is, vind ik inhoudelijk dusdanig ernstig dat ik geneigd zou zijn dit verzoek te honoreren.

De voorzitter:

Dus dat gaat u ook doen.

De heer Kwint (SP):

Dus steun.

Mevrouw Piri (PvdA):

Het zal u niet verbazen, voorzitter: ik ben het van harte eens met dit verzoek.

De heer Brekelmans (VVD):

Geen steun. We kunnen het er maandag uitgebreid over hebben.

De heer Markuszower (PVV):

Geen steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun.

Mevrouw Podt (D66):

Ik snap de vraag heel goed, maar aanstaande maandag hebben we een uitgebreid debat. Volgens mij kunnen we het er dan goed over hebben.

De heer Peters (CDA):

Ik ben het met D66 eens.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Geen steun.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Uiteraard steun.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Steun, ook namens DENK.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun.

De voorzitter:

Er zijn voldoende leden voor een interpellatiedebat.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dan hoop ik dat dat debat snel ingepland kan worden, zodat wij aan de staatssecretaris kunnen vragen wanneer een aangenomen Kamermotie uitgevoerd wordt.

De voorzitter:

Qua verwachtingen: het zal heel lastig worden, want de agenda zit echt prop- en propvol. Maar we doen, zoals u weet, altijd ons best. Meer kun je soms ook niet doen.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Kamminga, die namens de heer Minhas een verzoek doet.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Ja, dat klopt inderdaad, voorzitter. Ik wilde graag een vooraankondiging doen voor een tweeminutendebat Hoofdrailnetconcessie en voor nog een tweeminutendebat Hoofdrailnetconcessie. Beide gaan over verschillende thema's, vandaar dat het twee verschillende tweeminutendebatten zijn. Dit is, zo heb ik me laten informeren, mede namens het CDA, de ChristenUnie en D66.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel vast dat daar geen bezwaar tegen is. Dat gaan we doen en dan kunnen we daar volgende week over stemmen.

Ik geef het woord aan de heer Léon de Jong van de PVV.

De heer Léon de Jong (PVV):

Voorzitter, hartelijk dank. Morgen staat het debat over de Wet toekomst pensioenen op de agenda. Dat kan écht niet. We hebben de essentiële cijfers over bijvoorbeeld de verdeling van 1.500 miljard euro aan pensioengeld nog steeds niet binnen, we weten niet wat de waarborgen zijn, we weten niet wat de effecten van langdurige inflatie op het pensioen zijn. Dit kan echt niet. Dit is zeer onzorgvuldig. Vanochtend — daarom sta ik hier ook — stond er in De Telegraaf: "Pensioenwet moet wijken". 40 prominenten, pensioenexperts, zeggen: we moeten deze wet van tafel halen; trek 'm in. Ik vind dat we dat serieus moeten nemen en dat we nu dus het verzoek moeten doen om deze wet morgen niet te behandelen en het debat dus van de agenda af te halen.

De voorzitter:

Ik kijk of daar steun voor is.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Voorzitter, ik heb daar helemaal niets aan toe te voegen. Daar ben ik het vanuit de grond van mijn hart mee eens, ook namens de fractie van DENK. Dus steun voor het verzoek.

De heer Kwint (SP):

Ja, van harte steun. Bovendien geeft dat ook wel wat ruimte in de agenda om een interpellatie in te plannen.

De heer Smals (VVD):

Geen steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Geen steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Van harte steun.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter, ik verras u niet: geen steun.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Steun.

Mevrouw Palland (CDA):

Geen steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun.

De heer Eerdmans (JA21):

Steun.

De heer Van Meijeren (FVD):

Ja, van harte steun. Daar zou ik graag ook even bij op willen merken dat als de grootste oppositiepartij behoefte heeft aan een zorgvuldige behandeling van zo'n ingrijpend wetgevingsproces, ik het schaamteloos vind dat de coalitie dat blokkeert.

De voorzitter:

Zoals u begrepen heeft, is er geen meerderheid voor uw verzoek, meneer De Jong.

De heer Léon de Jong (PVV):

Ja, voorzitter, en dat is echt schandalig. De coalitie blokkeert dit dus weer. Een zorgvuldige behandeling houden ze hiermee tegen. Dat is een grof schandaal. Dus morgen is het debat, en ik zal morgenochtend opnieuw oproepen om het niet te gaan doen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dan geef ik het woord aan de heer Eerdmans van JA21 voor zijn verzoek.

De heer Eerdmans (JA21):

Dank u wel, voorzitter. Er worden twaalf Nederlandse IS-vrouwen, met 28 kinderen, opgehaald uit Irak. Die worden verdacht van terroristische misdrijven. Voor JA21 is het heel principieel: wie zich aansluit bij IS, komt niet meer terug. We hebben anderhalf jaar geleden voor het laatst gesproken over het fenomeen van het ophalen van IS-vrouwen. Dus het lijkt mij goed om daar plenair met elkaar over van gedachten te wisselen.

De voorzitter:

Even kijken of daar steun voor is.

De heer Markuszower (PVV):

Kijk, steun, maar dat leek mij ook. Twee weken geleden heb ik hierover namelijk een debat aangevraagd. Dat staat op de lijst van dertigledendebatten. Ik wilde de heer Eerdmans eigenlijk verzoeken om zijn verzoek daaraan toe te voegen en dan misschien te verzoeken om daar een meerderheidsdebat of zo van te maken. Dat zou kunnen, maar ...

De voorzitter:

In ieder geval samenvoegen.

De heer Markuszower (PVV):

Het staat er al. Punt.

De voorzitter:

Maar u steunt ook een ...

De heer Markuszower (PVV):

Het staat al op de lijst, dus ...

De voorzitter:

Maar steunt u het debat van de heer Eerdmans?

De heer Markuszower (PVV):

Het is eigenlijk het debat van meneer Markuszower dat Eerdmans nu blijkbaar lijkt te steunen.

De voorzitter:

Ik interpreteer dat als een nee.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik steun dit verzoek van harte, want volgens mij was het zelfs ook het standpunt van de VVD dat de heer Eerdmans net verwoordde. Maar vorig jaar heb ik — maar toen kon het om allerlei redenen niet — gevraagd om een overzicht van wat deze "repatriëring", om het zo maar eventjes te noemen, van IS-vrouwen uit dit gebied ons kost. Die informatie zou ik er ook graag bij willen hebben.

De voorzitter:

Dit informatieverzoek zullen we ook doorgeleiden.

Mevrouw Van der Werf (D66):

Voorzitter. Zo'n missie is er niet voor het eerst geweest, en misschien ook niet voor het laatst. Dat is ook de reden dat we geregeld over dit onderwerp spreken in de commissie, zo ook volgende maand. Dat lijkt mij een uitstekende gelegenheid.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Voorzitter. Ik begrijp heel goed waarom meneer Eerdmans dit verzoek doet. Het is vreselijk dat dit weer is gebeurd. We hebben over drie weken een commissiedebat Terrorisme en over twee weken de begrotingsbehandeling. Ik zal zeker ook daarin weer aandacht hiervoor vragen.

De voorzitter:

Dus geen steun voor een apart debat.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Geen steun.

De heer Kwint (SP):

Het is sneller via de commissie. Geen steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun, voorzitter. Bij de aanvraag van het debat door de heer Markuszower heb ik specifiek gevraagd hoe de Nederlandse regering de recente uitspraak van het Europees Hof interpreteert, waarin zij niet verplicht is om ook de mannen terug te halen die bij deze vrouwen horen. Dat vind ik wel een belangrijk onderdeel van dit debat. Zeker nu deze mensen teruggehaald worden, wil ik heel graag die brief ontvangen. Want voor je het weet, hebben we nóg een vliegtuig hier staan.

De voorzitter:

Ook dat zullen we doorgeleiden. Er is geen meerderheid voor uw verzoek, meneer Eerdmans, maar we geleiden wel een aantal informatieverzoeken door. Dank u wel.

De heer Markuszower (PVV):

Ter verduidelijking, voorzitter. Mijn eerste woorden waren: ja, steun. Dus op zich mag u het als steun noteren.

De voorzitter:

Toch is er geen meerderheid.

Dan geef ik het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Mijn eerste verzoek gaat over de Pensioenwet. Die gaat op woensdag behandeld worden. Vorig jaar hebben we expliciet in het Reglement van Orde laten opnemen dat we de artikelsgewijze behandeling handhaven. Een artikelsgewijze behandeling doen we eigenlijk nooit, maar de Pensioenwet is ongeveer de meest ingewikkelde wet. Daar wordt heel gevarieerd over gedacht, zoals u gezien heeft. Ik heb wel geleerd van de Toeslagenwet, waarin we alle algemene dingen behandeld hebben, maar artikel 26 van de Awir niet. Als dat hier veel duidelijker geweest was, had de Belastingdienst dat waarschijnlijk beter uitgevoerd en waren ouders niet in de problemen gekomen. Een Pensioenwet die 1.500 miljard verdeelt, moet je gewoon artikelsgewijs behandelen. Ik zou daarom het verzoek willen doen om dat te doen. Het Reglement van Orde, artikel 9.10, voorziet ook in een mogelijkheid om dat in een wetgevingsoverleg te doen, dus niet in deze plenaire zaal. Dus om de planning hier niet helemaal onmogelijk te maken, kan ik er ook mee instemmen dat dit in een apart wetgevingsoverleg gebeurt.

De voorzitter:

Dank u wel. Dat zou dan plaatsvinden na de beraadslaging, na de twee termijnen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ja.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun.

De heer Kwint (SP):

Van harte steun. Ik zou er ook wel aan willen toevoegen dat ik het een beetje pijnlijk vind dat er bij zo'n grote, ingrijpende en in ieder geval voor mij ontzettend ingewikkelde wet allemaal gesteggel is over procedures en over "kan het niet wat sneller, kan het niet wat langzamer". Dit moet zorgvuldig. Daarom van harte steun voor het voorstel van de heer Omtzigt.

De heer Nijboer (PvdA):

Daar ben ik het ook mee eens, voorzitter. Ik heb er al bijna 50 uur debat op zitten, maar ik vind de artikelsgewijze behandeling ook van grote waarde. Dus ik steun het verzoek, en GroenLinks ook.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Er zit al bijna 50 uur debat op. Er zijn 1.400 Kamervragen gesteld en beantwoord, dus er is een zorgvuldige beantwoording. Daarom geen steun voor dit verzoek.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Steun, voorzitter, ook namens DENK.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Voorzitter. De heer Omtzigt refereerde net aan het artikel waarin staat dat we in een wetgevingsoverleg artikelsgewijs de wet hadden kunnen behandelen. Zoals al door eerdere sprekers is aangegeven, hebben we bijna 50 uur wetgevingsoverleg gehad. Ik vind het heel spijtig, maar er is nu geen steun. Was met dit verzoek eerder gekomen.

De heer Smals (VVD):

Voorzitter. In het verlengde van wat mevrouw Van Beukering en mevrouw Bikker zeiden: een jaar geleden, bij de regeling van werkzaamheden in de commissie SZW, is er begonnen met een voorbereidingsgroep ter voorbereiding van deze wet. We hebben hier een jaar over kunnen praten. En dan een dag voordat we het debat gaan doen, wil meneer Omtzigt alles uit de kast trekken. Geen steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun. Ik kan me herinneren dat de heer Omtzigt bij een eerdere gelegenheid, toen we het debat begonnen ongeveer, ook al heeft gezegd dat hij een artikelsgewijze behandeling op prijs stelt. Zeggen dat hij dat nu te elfder ure doet, is volgens mij niet correct.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Steun.

Mevrouw Palland (CDA):

Ik denk dat we de zorgvuldige behandeling, waarmee we al maanden bezig zijn, morgen plenair kunnen voortzetten. Nu geen steun voor dit verzoek.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek om dit te doen, meneer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter, dat is heel interessant. Is daar een meerderheid voor nodig? Dat staat namelijk niet in het artikel.

De voorzitter:

Ja.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Daar wil ik toch een reactie op geven. Ik heb dit meerdere keren aangegeven, zoals Groep Van Haga ook aangeeft. Het artikel van het Reglement van Orde voorziet er expliciet in dat dit pas plaatsvindt na de plenaire behandeling. Dus én ik heb het meerdere keren aangegeven, én we hebben de plenaire behandeling niet gehad. Niet te vroeg of niet te laat is hier niet aan de orde. Ik neem er nota van dat het niet gesteund wordt. Ik merk ook dat er nog slechts vier partijen zijn die denken dat we het zonder kunnen, namelijk de vier coalitiepartijen. Ik denk dat ze hier een kapitale blunder maken, juist als ze deze wet willen aannemen, want daar is hij gewoon te ingewikkeld voor.

De voorzitter:

Dank u wel. Uw tweede verzoek.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Er zijn twee wetsvoorstellen die te maken hebben met tegemoetkomingen voor de energie. Dat is allereerst de incidentele suppletoire begroting inzake eenmalige energietoeslag lage inkomens (36065). Dat is die €1.300-regeling, waarmee we al driekwart jaar geleden begonnen zijn. Maar dat wetsvoorstel is hier nog niet behandeld, dus de uitkeringen van de gemeentes zijn nog steeds niet legaal, zal ik maar zeggen. Dat is slordig. Het is nog slordiger dat de Kamer zich er niet over kan uitspreken of dat wel klopt. Veel gemeentes zitten met het acute probleem of zij nou gehoor moeten geven aan de rechter om het te betalen aan studenten of niet. Dat dien je hier te bepalen voordat je stemt over dat wetsvoorstel.

Het tweede wetsvoorstel waarbij dit speelt, is dat over het tijdelijke prijsplafond. Dat is de maatregel van €190 voor huishoudens in november en december. Dat wetsvoorstel is hier ingediend. De Kamer heeft hier binnen drie dagen vragen over gesteld. Die vragen zijn niet beantwoord, maar per ministeriële regeling is er wel ongeveer 3 miljard subsidie ter beschikking gesteld aan de energiebedrijven, al voordat de behandeling hier begonnen is. Ook daarbij geldt dat veel huishoudens niet in aanmerking komen. Het duurt te lang om nu te vertellen welke dat zijn, maar dat hoor je in het wetgevingsproces te behandelen voordat je begint met de uitvoering ervan.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk ...

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dus ik zou beide wetsvoorstellen graag volgende week willen behandelen.

De voorzitter:

Ik kijk of daar steun voor is.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik zou ze natuurlijk gecombineerd willen behandelen, omdat ... Nou ja, u snapt het, voorzitter.

De voorzitter:

Dat snap ik.

De heer Kwint (SP):

Uiteraard steun.

De heer Boucke (D66):

Voorzitter. We hebben volgende week een hoorzitting over dit belangrijke onderwerp. We hebben daarna ook een debat. Wat ons betreft is dat de goede volgorde. Daarna kunnen we het inderdaad behandelen bij de begroting.

De heer Eerdmans (JA21):

Steun, voorzitter.

De heer Erkens (VVD):

Ik sluit me aan bij de heer Boucke. Volgende week is er een debat en daarna kunnen we besluiten of verdere behandeling voorafgaand aan de begroting nodig is.

De voorzitter:

Wacht, meneer Omtzigt, u krijgt zo het woord.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Geen steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Steun, ook namens DENK.

De heer Kops (PVV):

Steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Omdat we de kritiek van de Rekenkamer, ook bij Verantwoordingsdag, serieus moeten nemen, steun ik dit. Maar dat hoeft voor mij niet volgende week, omdat er ook al een inhoudelijk debat in commissieverband is gepland. De timing vind ik minder belangrijk, maar het principe dat die wetten ook plenair moeten worden behandeld, steun ik, ook namens de PvdA.

De heer Bontenbal (CDA):

Ik sluit me aan bij wat D66 hierover zei.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, meneer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Dat betreur ik. Dat is echt vanwege wat GroenLinks hier zegt. Er is begonnen met de uitvoering van deze wet. Dan ga je niet eerst een hoorzitting plannen en dan nog een algemeen debat. Dan behandel je de wet die hier voorligt. Dit zijn beide wetten die over miljarden gaan, dus het zijn ook niet kleine incidentele suppletoire begrotingen. Het zijn gevallen waarbij tienduizenden huishoudens de tegemoetkoming niet krijgen. Ik vraag u om dit in te plannen, omdat de regering begonnen is met de uitvoering van deze wetgeving. Wij houden ons hier niet aan het constitutionele proces. Dat is toestemming. Dat is begrotingsrecht. Dat is het grondwettelijke recht. Ik ben eigenlijk best wel teleurgesteld in de vier regeringspartijen hier, omdat ze niet zien dat je, als je iets wilt uitgeven, dat hier gewoon behandelt.

De voorzitter:

Dank u wel. Helaas is er geen meerderheid voor uw verzoek, meneer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter, mag ik daar één ding over zeggen?

De voorzitter:

Nee, want anders nemen we echt heel uitgebreid de tijd. Nee, nee, nee, nee, u kunt hier altijd op een andere manier nog even op terugkomen.

Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we over tot de aanbieding van de Klimaatnota.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven