20 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

We gaan over naar de regeling van werkzaamheden.

Ik benoem in de commissie voor de Werkwijze de leden Ephraim, Den Haan en Van der Plas tot lid en het lid Kathmann tot lid in plaats van het lid Piri.

Op verzoek van de fractie van DENK benoem ik in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Azarkan tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Kuzu.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022 (Zevende incidentele suppletoire begroting inzake Werk aan Uitvoering, Oekraïne en Herdenkingsjaar Slavernijverleden) (36165).

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het tweeminutendebat Landbouw, Klimaat en Voedsel (CD d.d. 20/10), met als eerste spreker het lid Tjeerd de Groot van D66;

  • -het tweeminutendebat Politie (CD d.d. 20/10), met als eerste spreker het lid Michon-Derkzen van de VVD;

  • -het tweeminutendebat Gewasbeschermingsmiddelen (CD d.d. 20/10), met als eerste spreker het lid Tjeerd de Groot van D66;

  • -het tweeminutendebat Vreemdelingen- en asielbeleid (CD d.d. 19/10), met als eerste spreker het lid Markuszower van de PVV.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Zoals net aangekondigd, geef ik eerst het woord aan de heer Wilders om zijn verzoek te doen. Daarna gaan we hoofdelijk stemmen.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Een aantal maanden geleden heb ik de Kamer verzocht om de minister-president te mogen interpelleren over het onderwerp "hoge inflatie en de compensatie daarvan", of beter gezegd: het gebrek aan voldoende compensatie daarvan. De Kamer heeft mij toen in de benodigde aantallen steun gegeven om de interpellatie met de minister-president te houden. Ik had het zo aangekondigd en het is ook zo door de benodigde aantallen in de Kamer goedgekeurd. Nou krijgen wij — en dat hoor ik via u — een briefje, of een signaal via de Griffie, dat de minister-president niet wenst te komen en dat hij de minister van Sociale Zaken stuurt. Ik vind dat niet terecht. Nogmaals, de Kamer kende mijn verzoek en heeft daarmee ingestemd. Dan hoort de minister-president er ook te zijn, ondanks dat het kabinet over zijn eigen afvaardiging gaat. Ik zou dus graag een hoofdelijke stemming willen over mijn voorstel om de minister-president vanavond toch aanwezig te laten zijn bij die interpellatie.

De voorzitter:

Dank u wel. Dat gaan wij ook doen.

Naar boven