4 Vragenuur: Vragen Sjoerdsma

Vragen van het lid Sjoerdsma aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, bij afwezigheid van de minister van Buitenlandse Zaken, over onbeantwoorde schriftelijke vragen inzake het bericht dat een Poolse mensenrechtenactiviste een celstraf boven het hoofd hangt.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Sjoerdsma. Ook hij heeft een vraag aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, bij afwezigheid van de minister van Buitenlandse Zaken, over onbeantwoorde schriftelijke vragen inzake het bericht dat een Poolse mensenrechtenactiviste een celstraf boven het hoofd hangt. Het woord is aan de heer Sjoerdsma.

De heer Sjoerdsma (D66):

Dank, voorzitter. Ik stelde in maart vragen, urgente vragen, omdat er in Polen een celstraf van maar liefst drie jaar boven het hoofd hangt van een mensenrechtenverdedigster, wier enige schuldbekentenis was dat zij een vrouw had geholpen met het veilig beëindigen van haar zwangerschap. Drie jaar cel, enkel en alleen vanwege dat feit. Ik stelde die vraag natuurlijk met urgentie, omdat vanwege die draconische abortuswet in Polen de eerste vrouwelijke slachtoffers al zijn gevallen. Ik heb inmiddels begrepen dat er enkele minuten geleden een schriftelijke beantwoording is gekomen en dat Buitenlandse Zaken de rechtszaak gaat volgen. Dat is mooi. Ik heb hier nog één vraag over: is er ook gesproken met de Poolse minister over deze zaak om ervoor te zorgen dat dit niet langer zo kan gebeuren?

Voorzitter. Nu, veertig dagen nadat ik de vragen heb gesteld, is de situatie natuurlijk nog schrijnender, omdat Polen ongelofelijk veel Oekraïense vrouwen opvangt. Het zijn vrouwen die vluchten voor geweld, maar die vaak in Oekraïne ook verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt, zoals verkrachting, en soms als gevolg van die verkrachting een ongewenste zwangerschap. Dan komen ze terecht in een land waar ze eigenlijk op geen enkele manier toegang hebben tot veilige abortus, tot de zorg die ze nodig hebben. Mijn vraag is, ook gelet op het imago en de reputatie van Nederland en de diensten die wij hier tot onze beschikking hebben, of Nederland niet de grote voortrekker zou moeten zijn om deze vrouwen niet alleen een tijdelijk, veilig dak, maar ook de fysieke en mentale diensten te bieden die zij zo verschrikkelijk hard nodig hebben, door hen toegang te geven tot abortus en de mentale zorg die daarbij hoort. Dat zou mijn vraag zijn aan deze minister. We waren met een Kamerdelegatie in New York de afgelopen weken, in het reces. Ook daar werd vanuit verschillende VN-organisaties een klemmend beroep op ons gedaan, omdat het heel onduidelijk was wie daar nu voor wilde zorgen. Ik denk dat Nederland dat zou kunnen. Ik vraag de minister of zij daartoe bereid is.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de minister.

Minister Schreinemacher:

Dank u wel, voorzitter. Dank ook aan de heer Sjoerdsma voor zijn vragen. Laat ik allereerst beginnen met het aanbieden van mijn excuses, mede namens minister Hoekstra, voor het feit dat de schriftelijke vragen zo lang zijn blijven liggen. Ze zijn echt net binnen hier, maar dat was natuurlijk veel te laat. Die zijn te lang blijven liggen. Dat is gewoon niet goed. Wij zullen nog beter ons best doen om ervoor te zorgen dat de vragen op tijd beantwoord worden. Dat komt natuurlijk niet door de inhoud, want wij zijn het eens met de vragensteller, de heer Sjoerdsma, zoals u ook in de antwoorden kunt lezen. Ook het kabinet maakt zich zorgen over de druk wereldwijd op vrouwenrechten, gendergelijkheid en SRGR, binnen Europa in het bijzonder ook in Polen.

In antwoord op de vraag van de heer Sjoerdsma zeg ik het volgende. Er is op dit moment nog niet gesproken met de Poolse minister hierover. Wat betreft de Oekraïense vrouwen en de diensten die wij hen kunnen aanbieden: vrouwen die naar Nederland komen, kunnen hier gebruikmaken van ons gezondheidssysteem, dus ook van abortusdiensten. Ik kan verkennen hoe we in Oekraïne ter plaatse via reguliere kanalen zorg kunnen verlenen, maar dat gaat dan via UNFPA, het UN Population Fund, of via de Wereldgezondheidsorganisatie. Dat zou niet iets zijn wat we bilateraal doen, maar dat willen we in multilateraal kader doen.

De heer Sjoerdsma (D66):

Wij spraken natuurlijk in New York onder andere met UNFPA. Zij zeiden: wij hebben eigenlijk mensen nodig die deze vrouwen, die in de buurlanden van Oekraïne geen toegang hebben tot veilige en betaalbare abortus, op een veilige manier naar die voorzieningen krijgen. Laten we ook reëel zijn: het risico op mensensmokkelaars en misbruik tijdens hun route is vrij groot. Ik zou de minister willen vragen om niet alleen maar te kijken naar wat UNFPA daarbinnen kan doen — daar zijn ze ook ongetwijfeld zeer blij mee — maar ook of Nederland niet het land zou moeten zijn dat zegt: in alle omliggende landen waar die Oekraïense vluchtelingen worden opgevangen, waar er sprake is van zwangerschap als gevolg van een verkrachting door een Russische soldaat, een van de meest verschrikkelijke dingen die je als vrouw kan meemaken, zorgen wij ervoor dat die vrouwen toegang krijgen tot de voorzieningen waar ze zonder meer recht op hebben. En of we het nou coördineren, het regeringsvliegtuig op en neer vliegt of we het via een abortusorganisatie doen, maakt mij natuurlijk helemaal niet uit.

Minister Schreinemacher:

Ik ben het met de heer Sjoerdsma eens dat dat natuurlijk een van de meest verschrikkelijke dingen is die een vrouw kunnen overkomen. We willen als kabinet echt wel kijken wat we voor die vrouwen kunnen betekenen. Ik weet niet of we kiezen voor vervoer met bussen uit Oekraïne naar Nederlandse abortusklinieken, maar zoals gezegd worden de vrouwen die naar Nederland komen geholpen. Ik wil echt kijken wat we binnen de organisaties kunnen doen om vrouwen ook bij te staan in omringende landen. Uiteindelijk steunen we met het Mensenrechtenfonds binnen Europa mensenrechtenorganisaties, ook in het kader van SRGR. Dat doen we ook wereldwijd. Dus uiteindelijk zijn we daar al mee bezig, maar we kunnen daar nog eens extra aandacht aan besteden en daarop duwen.

De heer Sjoerdsma (D66):

Dat lijkt mij goed, alleen al als je kijkt naar de afgelopen twee weken. Er waren 400 meldingen. Van de 25 verkrachte vrouwen uit Boetsja die onderzocht zijn, zijn er 9 zwanger. Dat is natuurlijk maar het topje van de ijsberg. Dus de urgentie is enorm groot. Deze Kamer heeft eerder een motie aangenomen met 111 stemmen voor, van de VVD tot Bij1, om meer geld uit te trekken uit het Mensenrechtenfonds voor de toegang tot veilige abortus in Europa. Dan denk ik dat de Kamer het niet alleen maar had over advocacy, want voor advocacy is het daar in die buurt te laat. Deze vrouwen willen toegang tot diensten. Nu snap ik heel goed dat het kabinet zegt die dienstverlening niet op individueel niveau te doen, maar het kabinet kan natuurlijk wel dienstverlening betalen via bepaalde organisaties. Mijn vraag is om concreet te onderzoeken of organisaties structureel de capaciteit hebben om die dienstverlening te leveren ofwel direct aan te bieden om die vanuit Nederland te financieren.

Minister Schreinemacher:

Ik wil zeker toezeggen om het te gaan onderzoeken. Nogmaals, ik ben het echt met de heer Sjoerdsma eens dat dit een heel belangrijke zaak is. Aan de motie die is aangenomen, wordt ook uitvoering gegeven. Uiteindelijk zijn wij met het kabinet bezig om ervoor te zorgen dat er wereldwijd goede, betaalbare en toegankelijke gezondheidszorg is. Daar valt abortus natuurlijk onder, overigens wel altijd binnen de nationale wettelijke kaders.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit mondelinge vragenuur. Ik dank de minister voor het beantwoorden van de twee mondelinge vragen en ik dank de woordvoerders. Ik schors de vergadering tot 15.00 uur. Dan gaan we over tot de beëdiging van een nieuwe collega.

De vergadering wordt van 14.48 uur tot 15.01 uur geschorst.

Naar boven