32 Ministeriële regeling inspectie belastingen, toeslagen en douane

Aan de orde is het tweeminutendebat Ministeriële regeling inspectie belastingen, toeslagen en douane (31066, nr. 922).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Ministeriële regeling inspectie belastingen, toeslagen en douane. Ik heet de minister van Financiën van harte welkom in ons midden, evenals de woordvoerders en de mensen die dit debat volgen. Ik geef als eerste het woord aan de heer Eerdmans van JA21, die wat eerder gaat vanwege een andere verplichting.

De heer Eerdmans (JA21):

Dank u wel, voorzitter. Dank voor de souplesse om dit toe te staan. Ik heb twee moties voor te dragen. De eerste gaat als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering een inspecteur-generaal vrij te stellen van de benodigde toestemming van een minister of staatssecretaris om een uitnodiging van een Kamercommissie te accepteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Eerdmans, Omtzigt, Van der Lee, Ephraim, Stoffer, Azarkan, Den Haan, Van der Plas, Sylvana Simons en Gündoğan.

Zij krijgt nr. 1009 (31066).

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter. De tweede motie gaat als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er enkel voor het domein belastingen door de minister ontheffing verleend kan worden op de voor dat domein geldende geheimhoudingsplicht wanneer de IBTD dergelijke informatie nodig heeft voor onderzoek;

van mening dat het voor de uitvoeringsdiensten eenduidig moet zijn dat informatie waarover zij beschikken gedeeld kan en (op verzoek) gedeeld moet worden met de IBTD;

verzoekt de regering ook voor de domeinen toeslagen en douane een formeel wettelijke basis te creëren die ontheffing van de geldende geheimhoudingsplicht door de minister mogelijk maakt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Eerdmans, Omtzigt, Van der Lee, Ephraim, Stoffer, Azarkan, Dassen, Den Haan, Van der Plas, Sylvana Simons en Gündoğan.

Zij krijgt nr. 1010 (31066).

Dank u wel, meneer Eerdmans.

De heer Eerdmans (JA21):

Dank u zeer.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dank u wel, voorzitter. Misschien een goed voorbeeld: vijf partijen hebben een gezamenlijke inbreng geleverd en hebben gezamenlijk een aantal moties. We willen gewoon dat er nu een effectieve inspectie komt. De regering is een eind op weg met de voorstellen, maar er zijn toch een paar puntjes. Collega Eerdmans heeft net al aangestipt dat de geheimhouding opgeheven moet kunnen worden op het moment dat de inspectie onderzoek wil doen. We moeten er ook voor zorgen dat ze onderzoek kunnen doen als er een individuele klacht ligt. Er moet ook iets van sanctionering of handhaving komen. Dat hoeft niet per se een boete te zijn, want dat is, denk ik, best wel moeilijk. Dan gaat het ene gedeelte van het ministerie namelijk een ander gedeelte beboeten. Ik snap dat dat lastig ligt, maar ze moeten wel kunnen ingrijpen.

Voorzitter. Er is nog één ding, namelijk dat een inspecteur-generaal door een minderheid in de Kamer uitgenodigd zou moeten kunnen worden, zodat die een toelichting kan geven.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de extra waarborgen voor het onafhankelijk functioneren van de IBTD enkel de inspecteurs-generaal (ig's) toestemming geven om, op hun verzoek, met de beide Kamers in contact te komen;

van mening dat de ig's een belangrijke terugkoppelingsfunctie hebben met betrekking tot signaleren van maatschappelijke trends en eventuele problemen in de uitvoering van wetgeving en beleid;

verzoekt het Presidium het Reglement van Orde van de Tweede Kamer zodanig te veranderen dat een gekwalificeerde minderheid van 50 leden, in lijn met het advies van de Venetië-Commissie, het besluit kan nemen om een ig uit te nodigen en te horen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt, Inge van Dijk, Van der Lee, Grinwis, Eerdmans, Ephraim, Stoffer, Azarkan, Dassen, Den Haan, Van der Plas, Sylvana Simons en Gündoğan.

Zij krijgt nr. 1011 (31066).

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Van der Lee, GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik sluit mij graag aan bij de vorige twee sprekers. Ik heb nog twee aanvullende moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de IBTD nu uitsluitend op systeemniveau onderzoekende bevoegdheden heeft;

constaterende dat op dit moment een wettelijke basis ontbreekt voor de IBTD om te kunnen handhaven en/of sanctioneren bij het niet naleven van wet- en regelgeving door de domeinen belastingen, toeslagen en douane;

van mening dat deze beperkte bevoegdheden de effectiviteit van het toezicht door de IBTD aanmerkelijk kan verlagen;

constaterende dat vrijwel alle rijksinspecties sanctionerende en/of handhavende bevoegdheden hebben;

verzoekt de regering de mogelijkheid te geven aan de IBTD om naar aanleiding van individuele meldingen onderzoek te starten en via een mandaatregeling sanctionerende en/of handhavende bevoegdheden toe te kennen aan de IBTD,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee, Omtzigt, Eerdmans, Ephraim, Stoffer, Azarkan, Dassen, Den Haan, Van der Plas, Sylvana Simons en Gündoğan.

Zij krijgt nr. 1012 (31066).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dan de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de bevoegdheden van de minister ten aanzien van de IBTD nu zijn vastgelegd in een concept-ministeriële regeling;

van mening dat deze ministeriële regeling, ondanks extra waarborgen als het gaat om onafhankelijkheid, nog steeds aanzienlijke mogelijkheden biedt aan de minister om invloed uit te oefenen op de oordelen, bevindingen en publicaties van de IBTD;

van mening dat een wettelijk kader voor de IBTD de noodzakelijke juridische basis biedt voor een formeel onafhankelijke positie van de IBTD;

verzoekt de regering, vooruitlopend op de invoering van de Wet op de rijksinspecties, zoals voorgesteld in het coalitieakkoord, aan de Kamer voor te leggen hoe het kabinet voornemens is de formeel onafhankelijke positie van de IBTD spoedig wettelijk te verankeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee, Omtzigt, Eerdmans, Ephraim, Stoffer, Azarkan, Dassen, Den Haan, Van der Plas, Sylvana Simons en Gündoğan.

Zij krijgt nr. 1013 (31066).

Dank u wel, meneer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

U ook bedankt.

De voorzitter:

Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Romke de Jong van D66.

De heer Romke de Jong (D66):

Voorzitter, dank u wel. Wij hebben nog één punt over. Dat gaat over de oplevering van de rapporten van de inspectie. We hebben daar in onze schriftelijke inbreng ook aandacht voor gevraagd. Daarom een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende het belang van de rol van de Inspectie belastingen, toeslagen en douane in het schrijven van onafhankelijke rapportages over het opereren van de Belastingdienst, Toeslagen en de Douane;

constaterende dat ook andere rijksinspecties een stevige controlerende rol vervullen richting hun eigen ministerie;

van mening dat het gezien deze controlerende rol gepast zou kunnen zijn om rapporten van de respectievelijke rijksinspecties niet via het bureau van de minister, maar rechtstreeks vanuit de inspecteur-generaal naar de Kamer te sturen;

verzoekt de regering om in de voorbereiding van de Wet op de rijksinspecties te bezien of het mogelijk gemaakt kan worden om specifieke rijksinspecties de autonome bevoegdheid te geven hun rapporten uit eigen naam naar de Kamer te sturen, binnen de ministeriële verantwoordelijkheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Romke de Jong.

Zij krijgt nr. 1014 (31066).

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de inbreng van de kant van de Kamer. De minister heeft aangegeven dat ze een paar minuten nodig heeft om zich voor te bereiden. Ik schors de vergadering tot ongeveer 17.40 uur.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister.

Minister Kaag:

Dank, mevrouw de voorzitter. Dank ook aan de Kamerleden voor hun opmerkingen, adviezen en betrokkenheid bij dit debat over een belangrijk onderwerp. Ik wil twee inleidende opmerkingen maken.

Wij hechten vanuit het kabinet — ik ook, natuurlijk — zeer aan het goed functioneren en het herstel van vertrouwen, juist door middel van de oprichting van deze inspectie. Wij hebben daar hoge verwachtingen van, ik ook. Ik hoop zeker dat deze waargemaakt zullen worden door de onafhankelijkheid van optreden en natuurlijk de kwaliteit van het handelen.

Met deze ministeriële regeling is de onafhankelijkheid zo goed mogelijk geborgd, maar de regeling bevat op verzoek van de Kamer extra waarborgen voor het onafhankelijk functioneren van de zogeheten IBTD. Ik deel ook de wens om de onafhankelijkheid van deze en andere inspecties wettelijk te borgen. Zoals afgesproken in het coalitieakkoord komt er ook een wet op de rijksinspecties, dit voor het bredere kader.

Dan ga ik door naar de beoordeling van de moties. Ik begin met de motie op stuk nr. 1009 over de mogelijkheid de inspecteur-generaal zonder toestemming uit te nodigen. Dit is in principe al geregeld, maar ik geef de motie graag oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 1010 geef ik ook oordeel Kamer. Zoals de Kamer weet, kan ik voor het domein Belastingen ten behoeve van de inspectie een ontheffing verlenen van de geheimhoudingsplicht voor individuele belastingplichtigen. Voor Toeslagen en Douane bestaat deze mogelijkheid nog niet. Ik deel de wens om deze optie wel te creëren. Er wordt gewerkt aan wetswijzigingen en er wordt gekeken welk wetstraject het best hiervoor gebruikt kan worden of hoe dat het best geregeld kan worden. Er zal natuurlijk overleg plaatsvinden met uw Kamer.

De motie op stuk nr. 1011 is aan het Presidium gericht, concludeer ik.

Dan de motie op stuk nr. 1012. Ik herken de wens natuurlijk. De heer Van der Lee heeft zojuist het belang toegelicht — de heer Omtzigt deed dat ook in zijn interventie — van de optie te kunnen interveniëren, dus niet alleen te rapporteren, aan te slaan en te signaleren, maar ook te handelen. Het woord "sanctioneren" maakt dat wij ons zorgen maken dat er een andere strekking aan kan worden gegeven, dus ik moet deze motie ontraden. Bij vergelijkbare inspecties — Justitie en Veiligheid, Veiligheid Defensie — zijn er ook geen sanctionerende bevoegdheden. Ik denk wel dat het belangrijk is om in de uitvoering door de IBTD te kijken welke andere elementen niet sanctionerend zijn in de traditionele, meer juridische zin van het woord — bestraffend — maar interveniërend, zodat er langs die lijnen naar kan worden gekeken. Zo hoor ik de heer Omtzigt. Dit is meer een toezegging om in het werk te kijken wat er verder kan gebeuren en natuurlijk ook hoe de rijkswet zo goed mogelijk kan worden ingeregeld om dat langs de lijnen voor alle inspecties te doen.

De motie op stuk nr. 1013 van de heer Van der Lee verzoekt de regering vooruitlopend op de invoering van de wet op de rijksinspecties et cetera de onafhankelijke positie van de IBTD zo spoedig mogelijk wettelijk te verankeren. Deze motie geef ik oordeel Kamer; u heeft mijn introductie gehoord.

De laatste motie, van de heer Romke de Jong, geef ik ook oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk even naar de heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik heb toch nog even een vraag over het oordeel over de motie op stuk nr. 1012 en over de term "sanctionerend". De vraag is wat je daar dan precies onder verstaat. Er zijn inspecteurs-generaal die een bepaalde bevoegdheid hebben om in te grijpen. Bijvoorbeeld SodM kan op basis van de bestaande wetgeving tot de conclusie komen dat een mijnbouwactiviteit gestaakt moet worden. Dat kun je ook zien als een sanctionerende manier van optreden. De vraag is even of deze inspecteur met deze nieuwe taak ook een bevoegdheid gaat krijgen om van bepaalde activiteiten te zeggen: die mogen nu niet doorgaan, stop daar op dat moment mee?

Minister Kaag:

Dat is niet zoals ik het op dit moment begrepen heb: het kunnen stopzetten. Eerlijk gezegd denk ik bij het begrip "sanctionering" aan een wat andere definitie of uitleg. Daarom zei ik ook als tegemoetkoming richting de heer Van der Lee: laten we in de uitvoering kijken welke knelpunten de IBTD tegenkomt, waar wellicht een groter handelingsmandaat nodig is en wat dat is, en laten we dat vroeg gaan onderzoeken in een eerste discussie met de Kamer, een evaluatie of een gesprek met de inspecteur-generaal, maar het niet nu al direct opnemen. Ik begrijp de strekking en ik begrijp ook dat als je signalen hebt dat iets niet goed gaat, er opgetreden moet worden. Dan moet wel nog even besproken worden op welke manier dat het beste kan. Er is dus een open houding van mijn kant.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan volgende week dinsdag stemmen over de ingediende moties. Ik dank de minister voor zover en ook de woordvoerders. Ik schors de vergadering tot 18.30 uur. Dan heeft iedereen ook gegeten. Daarna gaan we van start met het debat over het Nederlandse conceptplan voor het coronaherstelfonds.

De vergadering wordt van 17.46 uur tot 18.31 uur geschorst.

Naar boven