31 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor het jaar 2022 (Vijfde incidentele suppletoire begroting inzake aanvullende coronasteunmaatregelen) (36061).

Ik deel aan de Kamer mee dat de Fractie Den Haan bij de stemmingen op dinsdag 19 april jongstleden over de motie-Den Haan (32793, nr. 596) geacht wenst te worden vóór deze motie te hebben gestemd.

Ik deel aan de Kamer mee dat de termijn voor toekenning is verlengd voor:

  • -het debat over het rapport over de Fraude Signalering Voorziening van de Belastingdienst;

  • -het debat over de uitkomsten van de klimaattop in Glasgow;

  • -het debat over het eerste deelrapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid inzake de coronacrisis;

  • -het debat over het in samenhang oplossen van de klimaat- en biodiversiteitscrisis;

  • -het dertigledendebat over bemoeienis van het ministerie met de OMT-adviezen.

Aangezien alle ingeschreven sprekers zich hebben teruggetrokken, wordt het tweeminutendebat Inburgering en integratie van de agenda afgevoerd.

Ingekomen zijn beschikkingen van de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake aanwijzing van het Tweede Kamerlid Boulakjar tot lid in de bestaande vacature en van het Tweede Kamerlid Eppink tot lid in plaats van het Eerste Kamerlid Van Pareren en van het Eerste Kamerlid Van Pareren tot plaatsvervangend lid in plaats van het Tweede Kamerlid Eppink van de Benelux Interparlementaire Assemblee.

Ik deel aan de Kamer mee dat de contactgroep België tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Aartsen en tot haar ondervoorzitter het lid Eppink.

Op verzoek van de D66-fractie heb ik benoemd in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Raemakers tot lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de SP-fractie heb ik benoemd in de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid Van Nispen tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de fractie van de PvdA-fractie heb ik benoemd in de Bouwbegeleidingscommissie het lid Thijssen tot lid in plaats van het lid Kuiken.

Op verzoek van de CDA-fractie heb ik benoemd:

  • -in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid het lid Slootweg tot lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het lid Slootweg tot lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Slootweg tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Defensie het lid Slootweg tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Slootweg tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Slootweg tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Slootweg tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Slootweg tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 21501-08-551; 21501-08-552; 21501-20-1518; 21501-20-734; 21501-32-1019; 21501-32-1104; 21501-32-1105; 21501-32-1188; 21501-32-1373; 21501-32-1374; 21501-32-687; 21501-32-752; 22112-3386; 25295-290; 25295-291; 25295-403; 25295-404; 25295-521; 25295-887; 25295-888; 26407-119; 26485-391; 26991-449; 27428-302; 27428-311; 27625-295; 27858-156; 27858-157; 27858-158; 27858-194; 27858-195; 27858-256; 27858-257; 28165-357; 28165-358; 28625-266; 28694-106; 28694-107; 28973-203; 29383-238; 29684-227; 29684-228; 30175-207; 30175-208; 30175-209; 30196-270; 31293-530; 31369-18; 31409-325; 31936-207; 31936-772; 31985-69; 32336-37; 32670-156; 32813-310; 32813-312; 32813-366; 32813-419; 32813-420; 32813-519; 32813-637; 32813-752; 32813-778; 32813-838; 32813-840; 32820-367; 32852-102; 32852-160; 33118-212; 33118-213; 33400-VI-110; 33400-XIII-115; 33400-XIII-117; 33400-XIII-118; 33529-78; 33529-929; 33529-940; 33576-234; 33576-235; 33576-24; 33605-XIII-15; 33750-XIII-80; 33835-100; 33835-69; 34000-XIII-90; 34041-34; 34058-22; 34648-10; 34775-XIII-109; 35000-26; 35006-11; 35006-8; 35092-19; 35092-21; 35154-12; 35205-17; 35207-19; 35207-20; 35300-41; 35300-60; 35300-XIV-41; 35327-10; 35347-57; 35430-19; 35438-17; 35446-6; 35470-XVII-12; 35470-XVII-13; 35570-28; 35570-46; 35570-XII-55; 35570-XIII-52; 35570-XIV-46; 35668-28; 35693-11; 35869-19; 35925-29; 35925-32; 35925-96; 35925-IV-48; 35925-IV-49; 35925-IV-50; 35925-IV-51; 35925-XII-47; 35925-XII-48; 35925-XIII-49; 35925-XIII-50; 35925-XIV-54; 35925-XV-136; 35925-XVII-44.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het tweeminutendebat Kinderopvang van 21 april, met als eerste spreker het lid Kwint van de SP;

  • -het tweeminutendebat Gehandicaptenbeleid/verpleeghuiszorg/Wlz van 21 april, met als eerste spreker het lid Westerveld van GroenLinks;

  • -het tweeminutendebat Dierproeven van 21 april, met als eerste spreker het lid Wassenberg van de Partij voor de Dieren.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan mevrouw Agema van de PVV voor haar verzoek.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Voor het meireces kwam de kabinetsreactie binnen op het eerste deelrapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid inzake de coronacrisis. Ik zou daarom willen verzoeken het debat zo spoedig mogelijk …

De voorzitter:

In te plannen.

Mevrouw Agema (PVV):

… te houden. Want het zou anders deze week alweer van de lijst af vallen. Daarnaast wil ik graag verzoeken de spreektijd uit te breiden naar tien minuten.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk even naar de collega's. Dan gaan we iedereen even af.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter. Alle steun om het in ieder geval voor de zomer behandelen. Ik heb ook sympathie voor het verzoek om de spreektijd uit te breiden. Alleen, mevrouw Agema heeft tien minuten voorgesteld. Dat vind ik wel een beetje aan de hoge kant. Maar ik heb zeker sympathie …

Mevrouw Agema (PVV):

Doet u een voorstel, mevrouw Van den Berg.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Ik dacht aan zeven minuten, mevrouw Agema.

De voorzitter:

Zeven. Het wordt een soort handel, ben ik bang.

Mevrouw Tielen (VVD):

Zevenenhalf? Nee, steun voor het verzoek van mevrouw Agema om het snel op de agenda te zetten. Ik laat het even aan u, voorzitter, wat een handige uitbreiding van de spreektijd is. Ik vind tien te veel en vier te weinig. Er komt vast iets moois uit.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Steun voor het verzoek. Ik denk dat acht minuten en een paar tellen uitstekend kan.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Steun voor het verzoek. Ik krijg de indruk dat er een soort "wie biedt er meer?" wordt gespeeld. Maar enige uitbreiding kunnen we inderdaad alleszins billijken.

De heer Boulakjar (D66):

Voorzitter, steun. Ik sluit mij aan bij de voorgaande sprekers over de spreektijd.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun voor beide verzoeken. Wat mij betreft is tien minuten heel aardig.

De heer Wassenberg (PvdD):

Steun voor beide verzoeken. Ik zal niet marchanderen over het aantal minuten, maar er mag inderdaad wel wat bij.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Steun voor het verzoek om het snel in te plannen en om de spreektijd uit te breiden. Ik vind tien wat veel. Ik laat het aan uw wijsheid om daar wat moois van te maken.

Mevrouw Piri (PvdA):

Mede namens GroenLinks steun, voorzitter.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun, mede namens JA21 en BBB. Uiteraard in onze positie is het maximumaantal minuten wat ons betreft niet laag genoeg.

De heer Kwint (SP):

Steun. Volgens mij ook steun voor uitbreiding naar het maximaal aantal minuten dat in een vergaderdag past.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Agema, u heeft een meerderheid om het zo spoedig mogelijk in te plannen. Ik stel zeven minuten voor. Dan proberen we in één dag het debat af te ronden, want anders moeten we het splitsen.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Ik dank u zeer.

Dan gaan we naar de heer Klaver van GroenLinks.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Het kabinet is op zoek naar steun voor de plannen uit de voorjaarsbesluitvorming. Daarvoor komen ze bij alle fracties langs. Bij sommige zijn ze al langs geweest. Bij de Partij van de Arbeid en GroenLinks komen ze morgen op bezoek. Dat is natuurlijk allemaal prima; het is belangrijk om met elkaar in gesprek te zijn. Maar de echte plek om dat gesprek te voeren, is ook deze zaal. Daarom zouden wij graag een debat willen over de onderhandelingen over de Voorjaarsnota, wat mij betreft volgende week in te plannen, nadat met alle fracties is gesproken, zodat we niet alleen achter de schermen onze wensen kenbaar kunnen maken, maar ook hier, in de plenaire zaal, op de plaats waar dat hoort.

De voorzitter:

We gaan kijken of daar steun voor is.

De heer Klaver (GroenLinks):

En dit verzoek doe ik mede namens collega Kuiken.

De voorzitter:

Gaat uw gang, meneer Kwint.

De heer Kwint (SP):

Ik las dat minister Kaag op bedevaart gaat. Dan lijkt mij dit een heel logisch eindpunt: de plenaire zaal.

De voorzitter:

Steun dus. De heer Bisschop, SGP.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Als we over de procedure, over de Voorjaarsnota én misschien over de procedure óver de procedure afzonderlijk moeten debatteren, dan krijgen we wel heel veel debatten. Wat ons betreft maakt dit gewoon onderdeel uit van het debat over de Voorjaarsnota zelf.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Steun, voorzitter, ook namens de fractie van DENK.

De heer Heinen (VVD):

Voorzitter. We debatteren al over de Voorjaarsnota. Ik heb geen behoefte aan een extra debat.

De heer Wassenberg (PvdD):

Zoals de heer Klaver zegt, vindt op dit moment in vele achterkamertjes het gesprek plaats. Laten we het gewoon ook in dit huis, in alle openbaarheid doen. Dus steun voor het verzoek.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Geen steun voor het verzoek. Er komt inderdaad een debat over de Voorjaarsnota.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Ik sluit me aan bij de SGP, dus geen steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Voorzitter. Een extra debat lijkt me niet nodig, maar het staat natuurlijk wel verwarrend op de regeling van werkzaamheden. Het verzoek is namelijk een debat over ... Nee, neemt u me niet kwalijk. Ik trek het terug, ik heb het verkeerd gelezen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Het staat er echt briljant.

De voorzitter:

Maar u steunt het niet, meneer Ephraim? Geen steun. Oké.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Geen steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun voor het verzoek.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Natuurlijk steun. Als nu blijkt dat een meerderheid het alleen maar in de achterkamertjes wil doen, moet ik nog wel even goed achter mijn oren krabben of ik dat gesprek met Rutte en Kaag nog wel wil hebben. Want het idee is dat zij op de koffie komen, maar dat we hier in de openbaarheid met elkaar gaan praten, zoals de collega terecht zegt. Ik vind het wel echt heel teleurstellend dat het nu alleen maar tot de achterkamertjes wordt gebombardeerd.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, meneer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Nee, voorzitter. Ik vind dat echt droevig, zou ik willen zeggen. Dit kabinet, deze coalitie, zou het anders doen: een nieuwe bestuursstijl, meer in de openbaarheid. Het zou me te populistisch zijn om te zeggen: we gaan niet meer met elkaar praten. Dat doe je ook. Dat doe je gewoon op kantoor, achter de schermen, maar ook hier in het parlement. Maar ik wil het wel graag als dertigledendebat op de lijst laten zetten, om te kijken wat daarmee dan nog mogelijk is.

De voorzitter:

Dat gaan we doen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Maar ik vind dit buitengewoon teleurstellend.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dan gaan we naar de heer Azarkan van DENK.

De heer Azarkan (DENK):

Dank, voorzitter. Ik heb al een keer eerder aangekondigd: ik zou graag een debat willen met de minister van Financiën over koopkracht. Niet over hoe we die repareren, maar over hoe het toch kan dat miljoenen Nederlanders in de problemen komen op het moment dat onze energieprijzen en voedselprijzen stijgen. Ik wil echt een fundamenteel debat over wat we verstaan onder koopkracht. Waarom loont werken zo weinig dat te veel mensen in de problemen komen, zoals ik net zei? Ik wil graag een debat hierover met de minister van Financiën.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Bisschop van de SGP en dan de heer Kwint van de SP.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Dit is voor brede lagen van de bevolking een zeer aangelegen punt. Ik denk dat het goed is om hier een fundamenteel debat over te voeren. Namens de SGP dus steun.

De heer Kwint (SP):

Van harte steun. Dit is hard nodig.

De heer Heinen (VVD):

Terecht onderwerp, maar ook dit onderwerp kan betrokken worden bij de Voorjaarsnota, dus geen steun.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun.

De heer Wassenberg (PvdD):

Steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Dit is hét grote probleem van Nederland, dus ik wil graag een apart debat daarover. Ik wil binnen een week ook graag een brief over de uitvoering van de motie op stuk nr. 17 (35845). Deze Kamer heeft in oktober gezegd: wij willen weten wat het minimum is waar mensen van rond moeten komen. Dat zou herijkt worden. We hebben daar zes maanden later nog steeds geen antwoord op, dus dat kan volgende week in een brief hier gegeven worden.

De voorzitter:

We zullen dit in ieder geval doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Geen steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

We hadden het graag benoemd in het debat dat Klaver net probeerde aan te vragen, maar dat is niet gelukt. Ik steun uiteraard het verzoek van de heer Azarkan.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Geen steun.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Steun.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Geen steun. Het kan bij de Voorjaarsnota.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Dit is zo fundamenteel dat het niet mag ondersneeuwen in de debatten over de Voorjaarsnota, dus van harte steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Het debat over de Voorjaarsnota is altijd de laatste week voor het zomerreces. Dat zijn nog acht weken, nog twee maanden. Als we nog wat willen, dan moeten we echt er eerder over spreken. Het vorige debat was daar uitstekend voor geschikt, maar dat heeft geen meerderheid gekregen. Ik steun nu dit debat.

De voorzitter:

Mevrouw Simons, BIJ1. Ik dacht dat u naar voren liep.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Ik spreek graag mijn steun uit voor dit verzoek.

De voorzitter:

Ik dank u zeer. Meneer Azarkan, er is geen meerderheid voor uw verzoek.

De heer Azarkan (DENK):

Maar wel ruim 30 leden, denk ik.

De voorzitter:

Zeker.

De heer Azarkan (DENK):

Dan zou ik het graag op de lijst willen hebben voor een dertigledendebat.

De voorzitter:

Dat gaan we doen. Dan uw tweede verzoek.

De heer Azarkan (DENK):

Dat gaat over de NCTV. De NCTV waarschuwde jaren in weekberichten voor polariserende politieke partijen. Vorig jaar, op 15 juni 2021, hebben we daar een debat over gevoerd. De minister van Justitie en Veiligheid zei toen: "Er wordt geen informatie verzameld. Als dat al gebeurt, dan delen we dat met niemand. En als dat anders is, dan zal ik daar verantwoording over afleggen." Die tijd is gekomen. Uit de stukken blijkt toch op zijn minst de schijn tegen. Ik zou daar graag met de minister van Justitie en Veiligheid een debat over willen voeren zoals deze beloofd heeft.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Het is ongekend wat er is gebeurd. De NCTV heeft tegen de wet in over politieke partijen een oordeel geveld en dat nota bene ook gedeeld met buitenlandse inlichtingendiensten. Veel gekker moet het toch niet worden. En nogmaals: tegen de wet in. Dit kan niet zonder gevolgen blijven. Ik steun het verzoek voor het debat. Wat mij betreft mag of moet de minister-president daar ook bij aanwezig zijn.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. De NCTV is geen veiligheidsdienst en dient op zich helemaal geen informatie over politici te verzamelen, punt. Ik wil graag eerst een brief met alle informatie die over politici verzameld is. Is dat beperkt gebleven tot DENK en de PVV? Of zijn er ook nog andere politici — ministers, Kamerleden — over wie informatie is opgeslagen en, zo ja, welke? Die wil ik hier binnen een week hebben. Ik heb er genoeg aanleiding voor om me daar serieus zorgen over te maken. Alle steun voor dit voorstel.

De voorzitter:

Dank u wel. We zullen dit verzoek ook doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Van der Werf (D66):

Voorzitter. Steun voor het verzoek van de heer Azarkan. Ik zou een suggestie willen doen. Er staat een ander dertigledendebat over de NCTV op de plenairedebattenlijst. We zouden ze eventueel samen kunnen voegen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun voor het verzoek en ook steun voor het verzoek van de heer Wilders en de goede suggestie van mevrouw Van der Werf.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Ik denk dat het relevant is om de informatie waar collega Omtzigt om vraagt vooraf te hebben. Ik zou me kunnen voorstellen dat we de suggestie volgen om het debat te combineren met een al bestaand of aangevraagd debat.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Voorzitter. Het is duidelijk dat hier meer informatie over nodig is. Ik steun dan ook het verzoek om snel een brief naar de Kamer te sturen en daarna zo snel mogelijk een debat te voeren. Als dat volgens het voorstel van mevrouw Van der Werf de snelste optie is, dan steun ik dat, als we er maar snel over kunnen spreken.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun, met grote spoed.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Steun, ook voor het verzoek van de heer Omtzigt en het voorstel van mevrouw Van der Werf, mede namens mevrouw Den Haan.

Mevrouw Piri (PvdA):

Steun voor het verzoek van de heer Azarkan, mede namens GroenLinks.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Eerst een brief, dan een debat.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun voor het verzoek. Ik sluit me aan bij de oproep van de heer Wilders om ook de minister-president hiervoor uit te nodigen.

De heer Wassenberg (PvdD):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun voor het verzoek en het voorstel voor een brief.

De heer Bontenbal (CDA):

We sluiten ons aan bij de lijn van de VVD.

De heer Kwint (SP):

Steun voor het verzoek. Er zou verantwoording afgelegd worden. Nou, dat kan dan hier.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft een meerderheid voor uw verzoek, met een voorkeur om het eventueel te combineren met een bestaand debat. Er is ook gevraagd om informatie van tevoren.

De heer Azarkan (DENK):

Prima.

De voorzitter:

Dan gaan we dat zo doen. U heeft nog een verzoek.

De heer Azarkan (DENK):

Ja, tot slot, voorzitter. Het is reces geweest, dus ik heb me een beetje kunnen voorbereiden. Mijn laatste verzoek gaat over de IND. We hebben gezien dat de Belastingdienst tegen alle regels in zwarte lijsten had, dat mensen daar zijn gediscrimineerd, dat er informatie is verzameld die niet verzameld had mogen worden. Daar zijn ook stevige boetes voor uitgedeeld. En nu blijkt uit een bericht dat ook de IND dat deed. Ik zou graag een debat willen voeren over de IND, die zich schuldig maakt aan etnisch profileren. Ik zou daar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij willen uitnodigen.

Mevrouw Piri (PvdA):

Voorzitter, mijn fractiegenoot Songül Mutluer had dit onderwerp ook al aangemeld voor het vragenuur van vandaag. Het is daar helaas niet aan de orde gekomen. Wij steunen dit verzoek.

De heer Brekelmans (VVD):

Geen steun. Dit kan prima worden betrokken bij een commissiedebat dat gepland staat voor juni.

De heer Markuszower (PVV):

Geen steun.

Mevrouw Podt (D66):

Steun. Misschien is het ook een goed idee om voor die tijd nog een reactie te krijgen van de staatssecretaris of de staatssecretarissen. Er staat kort iets in het nieuwsartikel, maar misschien is een uitgebreide reactie op zijn plek.

De voorzitter:

We zullen ook dit doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Kwint (SP):

Steun. Het lijkt mij wel verstandig om het iets breder te trekken en voor het debat dus echt de oneigenlijke risicoprofilering te agenderen. Mijn collega Leijten heeft daarover nog een set vragen openstaan. Ik vrees dat die vragen sowieso wel beantwoord zullen zijn voordat het debat gaat plaatsvinden, maar het lijkt me wel goed als die antwoorden binnen zijn voor het debat.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun, voorzitter, maar ik wil geen debat op heel korte termijn. Ik zou namelijk graag eerst van het kabinet willen vernemen welke andere zwarte lijsten er nog bestaan bij alle andere uitvoeringsdiensten. En waar wordt er verder nog geprofileerd? Ik heb namelijk het gevoel dat we nu dienst, voor dienst, voor dienst, voor dienst gaan doen. Ik denk dat het kabinet maar eens met een brief moet komen met een overzicht van waar zich dit allemaal voordoet.

De voorzitter:

Meneer Azarkan wil wat zeggen. Gaat het over dit punt?

De heer Azarkan (DENK):

Ja. Op dit punt is er natuurlijk ook een motie van mijn hand aangenomen waarin wordt gevraagd om een brede doorlichting op risicoselectiemodellen. Ik wacht nog steeds op de uitvoering van die motie.

De voorzitter:

Oké. We zullen ook dit weer doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Steun voor een brief met een reactie op dit verschrikkelijke nieuws, en steun voor een debat.

De heer Slootweg (CDA):

Steun voor een brief, nog niet voor een debat.

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor een brief, en laten we het combineren met een commissiedebat. Ik zeg dit ook namens de ChristenUnie.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Steun voor het verzoek, ook namens BIJ1.

De heer Wassenberg (PvdD):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Ook steun.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, meneer Azarkan.

De heer Azarkan (DENK):

Maar wel voor een dertigledendebat?

De voorzitter:

Ja.

De heer Azarkan (DENK):

Dan zou ik dit onderwerp op die lijst willen zetten. Dank.

De voorzitter:

Dan gaan we dat doen. Dank u wel, meneer Azarkan.

Ik ga naar de heer Van Haga, van de Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Volgende week zal het kabinet deelnemen aan het International Migration Review Forum, het IMRF, bij de Verenigde Naties in New York. De Kamer kreeg natuurlijk al een brief, en het Nederlands maatschappelijk middenveld is voorafgaand aan de vergadering geconsulteerd. Dat is goed, want migratie is een belangrijk onderwerp. Maar het parlement moet hier ook over mee kunnen praten. Wat moet de inzet van Nederland zijn? Als we het kabinet hierover nog iets inhoudelijks willen meegeven, dan zou een debat hierover nog voor deze week moeten worden ingepland.

De voorzitter:

Dank u wel. We gaan kijken of er steun voor is.

De heer Markuszower (PVV):

Zeker steun, voorzitter.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, dit is een relevant punt. Het is zeker van belang dat ook het parlement zich hierover kan uitspreken. Ik steun dus het verzoek.

De heer Brekelmans (VVD):

Geen steun. Volgens mij is het niet nodig om hier een plenair debat over te voeren. Als de heer Van Haga meer info wil over de kabinetsinzet, kan hij bijvoorbeeld ook een SO aanvragen.

Mevrouw Podt (D66):

Ik sluit mij aan bij de collega van de VVD.

De heer Eerdmans (JA21):

Steun, voorzitter.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun.

De heer Slootweg (CDA):

Geen steun.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Ik sluit mij aan bij de heer Brekelmans.

De voorzitter:

Ik zie verder niemand bij de interruptiemicrofoon staan. Er is geen meerderheid voor uw verzoek, meneer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Is er ook niet voldoende steun voor een dertigledendebat?

De voorzitter:

Die is er net.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Net. Nou ja. Het is misschien toch goed om hier eens een keer over te gaan praten. Dit is toch raar. Er staan verschillende debatten over arbeidsmigratie ingepland, ook op commissieniveau. Maar nu gaan we hier dus geen inbreng over leveren. Dat vind ik gewoon verkeerd. Maar goed, zet u dit maar op de lijst van dertigledendebatten.

De voorzitter:

Dat gaan wij doen.

Ik geef het woord aan de heer Edgar Mulder van de PVV.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Voorzitter. Mijn onderwerp is alweer van 26 april. Er was toen een artikel in de kranten over de problemen met het bouwen. Ondertussen zijn er nog een aantal artikelen verschenen, niet alleen vandaag in De Telegraaf over het bouwinfarct, maar ook over het feit dat de gegevens waarmee stikstof wordt gemeten niet kloppen en over oproepen vanuit de wetenschap voor minder stikstof en meer stikstof. Het loopt allemaal door elkaar. Het begint te lijken op het debat over biomassa. Toen ging ook een groot deel van de Kamer één kant op. Toen kwam er meer informatie. De Kamer is veranderd. Ook de politieke meerderheid is veranderd. Dit gaat over 25 miljard, dus het lijkt me dat we niet langer moeten wachten om één groot debat over stikstof te doen.

De voorzitter:

We gaan luisteren, allereerst naar mevrouw Van der Plas van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Voorzitter. Inderdaad, modellen kloppen niet, boeren moeten onteigend worden op basis van onhaalbare normen, de Kamer wordt niet geïnformeerd en essentiële informatie over stikstofadviezen wordt achtergehouden. Genoeg is genoeg. Ik heb hier ook al vaker een debat over aangevraagd. Dat wordt keer op keer afgewezen. Er staat een verzoek van mij en een verzoek van de heer Bisschop op dezelfde regeling en ik ...

De voorzitter:

Dus u steunt het.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik steun het, maar mijn verzoek is om de minister van IenW er ook bij te hebben, want stikstof gaat verder dan landbouw. Ik wil de minister van IenW er ook bij hebben om een groot stikstofdebat te voeren. Dat gaat dan over alles: over landbouw, over natuur, over luchtvaart, over alles wat er verzwegen is, over alle lijstjes die niet kloppen. Het is gewoon één grote puinhoop.

De voorzitter:

U heeft zin in een debat volgens mij.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja. Nu.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. Het politieke debat over stikstof is ongelofelijk relevant. Dat hebben we heel kort voor het reces ook al een aantal keren met elkaar gevoerd. Dus voor nu geen steun voor dit debat, maar ik doe wel graag een verzoek aan de minister voor Natuur en Stikstof en aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat om een brief als reactie op de aanleiding van het verzoek van de heer Mulder.

De voorzitter:

We zullen dit doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Dat verzoek om een brief ondersteun ik graag, maar wij moeten ook in alle nuchterheid constateren dat de informatie over de totstandkoming van het beleid rondom stikstof voortdurend nieuwe vragen oproept; is het niet via een Wob-verzoek, dan is het wel via informatie van wetenschappers. Er is alle reden om daar eens een fundamenteel debat over te voeren. In die zin steun voor het verzoek van collega Mulder.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun, mede namens JA21.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

PvdA en GroenLinks steunen dit verzoek. Ik begrijp ook dat mevrouw Van der Plas haar verzoek dan intrekt en er één debat komt. En brieven zijn prachtig, maar het kabinet heeft al zo veel kansen gehad om op dit punt duidelijkheid te geven. Als dat niet per brief kan, dan moet het in een debat, vandaar steun.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Steun voor die brief, niet voor dit debat. Er komen nog heel veel debatten aan. Daar kan dat dan bij betrokken worden.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Daar sluit ik me bij aan, voorzitter.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Deze maand is het drie jaar geleden dat de Raad van State die befaamde stikstofuitspraak deed. Van tevoren hebben zich al lange tijd donkere wolken samengepakt, maar na al die tijd heeft het kabinet nog altijd niet echt iets gedaan. De problemen blijven zich opstapelen. De intensieve veehouderij blijft het land gijzelen. Ik wil hier graag over debatteren, dus steun voor het verzoek.

De heer Van Meijeren (FVD):

Van harte steun.

De heer Kwint (SP):

Juist omdat het onverstandig is om het in allemaal van die kleine debatjes op te blijven knippen van harte steun voor zo'n breed debat over de stikstofproblematiek. Die steun is mede namens mevrouw Simons.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

En namens mij.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Dat is heel jammer. Ik wil dan nogmaals tegen de coalitie zeggen dat we heel veel miljarden hebben weggegooid of verbrand met biomassa. Dat gaat opnieuw gebeuren. Het is 25 miljard. En over een jaar staan we hier en constateren we dat het een verkeerd beleid was. Zo jammer.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Markuszower.

De heer Markuszower (PVV):

Op dat laatste punt vragen we graag een dertigledendebat aan. Dan heb ik het volgende verzoek. Die krankzinnige Europese Commissie heeft aangekondigd dat zij heel veel Noord-Afrikanen naar Nederland wil brengen, zogenaamd om te komen werken, maar ons land zit al propvol met Arabieren en Afrikanen die niet wíllen werken. 52% van de bijstand gaat immers naar hen. Waar moeten ze wonen? Voor Nederlanders zijn er al geen huizen, dus wat ons betreft al helemaal niet voor die Noord-Afrikanen. Zelfs de Arbeidsinspectie zegt nu: doe dit nou niet. De PVV wil hier graag met spoed een debat over, zodat we een nieuwe invasie van Afrikanen en Arabieren kunnen voorkomen.

De heer Brekelmans (VVD):

De heer Markuszower wordt op zijn wenken bediend, want volgende week is er een commissiedebat Arbeidsmigratie, waar dit over gaat. Het kan dan dus besproken worden en een paar weken later is er nog een JBZ waarin het ook weer besproken kan worden. Volgens mij is daar dus voldoende ruimte voor de heer Markuszower.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Precies, en geen steun namens de ChristenUniefractie.

De heer Wassenberg (PvdD):

De Partij voor de Dieren steunt het verzoek ook niet. En ik maak ook bezwaar tegen de woorden van de heer Markuszower. Ik vind die eigenlijk niet kunnen.

Mevrouw Podt (D66):

Daar wil ik me eigenlijk wel bij aansluiten.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Ik denk dat de snelste weg is dat inderdaad gebruikgemaakt wordt van de debatten die gepland staan. Tegelijkertijd signaleer ik ook dat er voor die tijd geen onomkeerbare stappen of standpuntbepalingen vanuit het kabinet zullen plaatsvinden. Ik neem aan dat dat een toezegging is die de Voorzitter …

De voorzitter:

Dat kan ik niet doen.

De heer Bisschop (SGP):

Ik neem aan dat de Voorzitter erop toeziet dat dat niet gebeurt.

De voorzitter:

Wij zullen dit doorgeleiden naar het kabinet. Alleen het kabinet kan dat bepalen.

Mevrouw Piri (PvdA):

Voorzitter. Volgende week donderdag is er een speciaal debat over arbeidsmigratie. Daar kan dit prima aan bod komen.

De heer Eerdmans (JA21):

Ik zou het willen steunen. Dat voorstel zal het waarschijnlijk niet halen. Dan is er volgende week dat commissiedebat. Daar zou ik dit zeker in willen bespreken, maar zou u dan ook aan het kabinet willen vragen of het voor donderdag, als dat debat is, een brief kan sturen over wat het vindt van dit crazy EC-plan? Dat willen we namelijk graag weten van het kabinet. Wilt u dat doorgeleiden?

De voorzitter:

Ja. We gaan dit zeker doorgeleiden. Dat gaan we doen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Hoewel de woorden niet de mijne zijn, wel steun voor de debataanvraag. Ook steun voor de brief van de heer Eerdmans. Ik wil precies weten onder wat voor besluitvorming dit valt, waar het gebeurt, welke meerderheden er nodig zijn en wat de inzet van het kabinet is. Want voor je het weet gaan wij hier een heel lang debat voeren en wordt er ergens een besluit genomen waar we ons niet helemaal in kunnen vinden.

De voorzitter:

Dat is de brief ook van de heer Eerdmans.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ja, dat moet er heel precies in staan.

De heer Slootweg (CDA):

We vinden het wel een heel belangrijk onderwerp en we denken dat de kortste weg echt is om het onderwerp gewoon volgende week bij het debat over arbeidsmigratie te betrekken.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun en een brief lijkt me ook handig.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, maar er is wel een commissiedebat en er is gevraagd om meer informatie via een brief.

De heer Markuszower (PVV):

Ik sluit me graag bij dat verzoek aan en dan neem ik de suggesties van de heren Omtzigt, Bisschop en Eerdmans … Ook die punten, specifiek die Omtzigt noemde, neem ik graag mee naar die brief.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dan ga ik naar mevrouw Maeijer, ook van de PVV.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Voorzitter, dank. De Conferentie over de Toekomst van Europa is voorbij. U weet wel, die conferentie waar burgers zogenaamd inspraak konden leveren over de toekomst van de Europese Unie, maar die door Brussel vooral misbruikt wordt ter legitimatie van hun eigen vergaande ideeën. We zien nu al iedereen over elkaar heen buitelen en ermee aan de haal gaan. Het gaat over het afschaffen van veto's, transnationale lijsten, meer bevoegdheden en noem het maar op. Ik zou daar heel graag een debat over willen voeren met de minister-president, voorafgegaan door een brief.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we naar mevrouw Kamminga van de VVD en dan naar de heer Sjoerdsma van D66.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Voorzitter. Ik was een van de rapporteurs over deze conferentie, dus ik deel het belang dat we daar snel met elkaar over spreken. Tegelijkertijd staat er volgende week al een commissiedebat en hebben we de week daarna al een plenair debat ter voorbereiding op de EU-top, waar ook dit onderwerp op de agenda staat. Dus geen steun voor een separaat debat. Volgens mij is er voldoende gelegenheid om over dit onderwerp te spreken.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Ik denk dat het een verstandig voorstel is van mevrouw Kamminga om dit te betrekken bij het aankomende plenaire debat. Dat is al over twee weken.

De voorzitter:

U wilde nog wat zeggen, mevrouw Kamminga?

Mevrouw Kamminga (VVD):

Mijn excuses. Ik had nog moeten zeggen dat ik dit mede namens mijn collega van het CDA inbreng.

Mevrouw Piri (PvdA):

Ik sluit me aan bij de woorden van mevrouw Kamminga.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Ik kan me daar prima in vinden. Misschien voegt het nog iets toe als het kabinet de reflecties daarop geeft, zodat we die ook bij het plenaire dan wel commissiedebat kunnen betrekken.

De voorzitter:

We zullen dit doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Ik sluit me aan bij de woorden van mevrouw Piri, die zich aansloot bij mevrouw Kamminga.

De heer Eerdmans (JA21):

Wij steunen graag het verzoek van mevrouw Maeijer, met de onderstreping bij het verzoek van de heer Bisschop om nou eens te reflecteren op de paar duizend mensen waarmee hiervoor gesproken is, van de 800 miljoen Europeanen die we hebben, en daar het draagvlak aan te ontlenen. Want dat is natuurlijk de vraag hier: wat is dit voor conferentie? Is dit een conferentie van de bureaucraten of van Europa? Het is belangrijk dat het kabinet daar even op inzoomt, want ik denk dat dit een totaal losgeslagen project van Brussel zelf is.

De voorzitter:

Ook dit informatieverzoek zullen we doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik sluit me aan bij mevrouw Bikker, mevrouw Piri en mevrouw Kamminga.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Ik sluit me aan bij de heer Eerdmans. Wat jammer dat we geen referendum meer hebben. In ieder geval steun voor het debat, mede namens BBB.

De heer Van Meijeren (FVD):

Ook steun namens FVD.

De heer Kwint (SP):

We hebben ondertussen bijna een pijlenschema nodig om in de gaten te houden wie zich nou bij wie aansluit. Volgens mij is wat de heer Bisschop zegt verstandig, namelijk dat wij een brief krijgen voorafgaand aan het debat van over twee weken, en dat het kabinet daarin even specifiek reageert op alle individuele punten en laat weten wat daarop de insteek zal zijn. Dat wordt de komende jaren namelijk allemaal uitonderhandeld en ik wil graag weten waar het Nederlandse kabinet staat.

De voorzitter:

Helder. U heeft geen meerderheid, mevrouw Maeijer.

Dan geef ik het woord aan de heer Tjeerd de Groot, D66.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Voorzitter, dank u wel. In delen van Nederland stinkt het behoorlijk en dat komt doordat de wetgeving die de mensen moet beschermen niet functioneert en ook doordat de wetgeving eigenlijk niet wordt gehandhaafd. Daardoor kan het voorkomen dat mensen boven de gezondheidsnormen van de GGD zitten en boven de normen die staan voor stank. Daar zit echt een omissie in de wetgeving en die moeten we als Kamer met elkaar bespreken. Daarvoor wil ik een plenair debat voorstellen, voorzitter.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Ik kom van het platteland, uit Haaksbergen, en ik vind niets irritanter dan mensen uit het westen die op het platteland gaan wonen en dan gaan zeiken over stank. Geen steun.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Voorzitter, mag ik hier misschien nog …

De voorzitter:

Nou, we gaan het debat niet nu al voeren. Dat vraag ik ook aan de leden die reageren op het verzoek. De heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik kom uit de Achterhoek, hetzelfde inderdaad, maar ik steun het wel, ook namens de PvdA.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Het zou goed zijn om het kabinet te vragen om hierop te reflecteren. Als er al een debat over moet komen, dan is het wat mij betreft absoluut niet nodig om een plenair debat te houden. Dit kan prima in de commissie afgedaan worden.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer Bisschop (SGP):

Geen steun.

De voorzitter:

Maar wel een brief. Dat verzoek zullen we doorgeleiden.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ook geen steun. Dit kan gewoon in een commissiedebat.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Steun voor een brief in reactie op deze Zembla-uitzending. Geen steun voor een debat. Dit kan worden betrokken bij het eerstvolgende commissiedebat.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Voorzitter. Ik kom uit West-Friesland. Nou, als het érgens … Nee, hoor. Steun. Dank u.

De heer Haverkort (VVD):

Voorzitter, geen steun. Als de brief er is, gaan we dit bespreken in het eerstvolgende commissiedebat.

De heer Bontenbal (CDA):

Steun, en ik heb net te horen gekregen dat het niet de stankwet is maar de geurwet. Dat zei collega Geurts net.

De heer Wassenberg (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De heer Kwint (SP):

Is de stankwet nou vernoemd naar meneer Geurts? Ik ben nu een beetje in de war. Steun namens de SP.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Geen steun.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid voor uw verzoek, meneer De Groot.

Dan gaan we naar mevrouw Van der Plas, want zij wil haar verzoek toch staande houden, begreep ik.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel. Ja, mijn verzoek blijft staan. Ik wil heel graag met spoed een debat over het totale stikstofbeleid. Het stikstofbeleid wankelt. Er zijn modellen die niet kloppen en lijsten met uitstoters die niet kloppen. Ook zijn de stikstofnormen waar iedereen aan moet voldoen, onhaalbaar. De minister van IenW negeerde een belangrijk stikstofadvies en verzweeg dat voor de Kamer. Er zijn 70 praatgroepen over stikstof en er zijn miljoenen euro's uitgegeven, en we zijn niks verder gekomen. Boeren dreigen te worden onteigend en het land zit op slot. Er kan geen woning meer worden gebouwd en het is één grote ministeriële puinhoop. Nogmaals, wat mij betreft is het genoeg geweest. Ik denk dat het heel hoog tijd is voor een algemeen stikstofdebat in de plenaire zaal, waarin we dit goed gaan bespreken met de minister van Stikstof en Natuur en de minister van IenW.

De voorzitter:

We gaan kijken of daar steun voor is. Allereerst de heer Edgar Mulder. O nee, de heer Tjeerd de Groot van D66. Dat mag ook.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Voorzitter, geen steun. We hebben vanmiddag net gestemd over, ik geloof, drie pagina's aan moties, waaronder nogal wat moties van mevrouw Van der Plas, die allemaal geen steun hebben gekregen.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Wijze woorden net. Ik zou het zelf ongeveer ook zo gezegd kunnen hebben, dus: steun.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. Je kunt er nog zo veel stikstof op gooien, maar gras gaat niet harder groeien als je eraan trekt. Ik zou mevrouw Van der Plas willen suggereren dat er nog een technische briefing van het RIVM over AERIUS komt. Het is goed dat we daar met elkaar als commissie in duiken, maar we zouden daarna bijvoorbeeld met een schriftelijk overleg kunnen bekijken hoe we daar met elkaar in kunnen duiken. Een debat gaat daar op dit moment echt geen bijdrage aan leveren.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter, daar sluit ik me bij aan. Geen steun.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, wel steun voor dit debat. Alles wijst erop dat het noodzakelijk is om de hele basis van het stikstofbeleid eens fundamenteel tegen het licht te houden. Daar sluit een technische briefing van het RIVM bij aan — prima — maar dat is niet toereikend. Willen we echt beleid maken om tot 2035 verantwoord 25 miljard te besteden aan dit probleem, dan moet daar op korte termijn echt grondig over gesproken worden. Steun.

De voorzitter:

Helder. De heer Van der Lee, GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Wij, GroenLinks en de PvdA samen, steunden het verzoek van de heer Mulder, dus dat doen we ook bij mevrouw Van der Plas. Ik neem aan dat zij er dan wel een dertigledendebat van wil maken en dit daarom nog een keer doet, dus: steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun, mede namens JA21.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun.

De heer Kwint (SP):

Ik vond het vijf minuten geleden een goed idee en ik vind het nu nog steeds een goed idee.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dat geldt ook voor mij. Ik steunde het vorige verzoek, dus dit verzoek ook.

De voorzitter:

We zullen het dertigledendebat op de lijst zetten.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Inderdaad. Dan vraag ik een dertigledendebat aan. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van der Plas.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Werner van het CDA.

Mevrouw Werner (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Voor een goed functionerende democratie zijn persvrijheid en persveiligheid natuurlijk essentieel. Uit de onlangs verschenen persveiligheidsindex blijkt dat de persveiligheid in Nederland onder druk staat. Dit kwam net al aan de orde in het vragenuur, maar het CDA zou graag uitgebreider met het kabinet over dit belangrijke onderwerp willen debatteren. Daarom willen we mede namens D66 graag voor het zomerreces een plenair debat laten inplannen met de staatssecretaris Cultuur en Media en ook met de minister van Justitie en Veiligheid.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Van der Lee, GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun van de PvdA en GroenLinks.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun, voorzitter. Ik zou het fijn vinden als ook het onderwerp persvrijheid erbij betrokken wordt — op dat gebied heeft Nederland een enorme duikeling gemaakt — naast natuurlijk de persveiligheid, waar ze het terecht over heeft.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun. S-T-E-U-N.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Steun van de ChristenUnie, maar bij het mondelinge vragenuur heeft de minister aangegeven dat er ook een plan komt en nog een brief voor de zomer. Die zouden we wel graag eerst hebben ontvangen voordat we dan het debat gaan inplannen.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Mede namens de fractie van Volt: steun.

De heer Van Strien (VVD):

Dank, voorzitter. Ik deel de zorgen van mevrouw Werner volledig, vandaar ook dat we over dit onderwerp een prachtig debat hebben gehad in het mondelinge vragenuurtje met de minister. Dat ging over zowel persveiligheid als persvrijheid. Ik denk alleen dat het wel echt lastig wordt om dit voor het reces plenair te behandelen. Juist vanwege het belang van het onderwerp zou ik het me goed kunnen voorstellen dat we dit in een commissiedebat doen. Dan kunnen we inderdaad het rapport van Free Press Unlimited, de ranking en het actieplan van de minister zoals dat is toegezegd goed, grondig en uitgebreid behandelen, zoals u dat zelf ook voorstelde.

De voorzitter:

Maar geen steun voor een plenair debat?

De heer Van Strien (VVD):

Niet plenair. Juist vanwege het belang liever een commissiedebat.

De heer Eerdmans (JA21):

Steun.

De heer Wassenberg (PvdD):

Steun.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. De lijn die de collega van de VVD schetst, is denk ik een hele verstandige. Steun voor die lijn, dus geen plenair debat.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun voor dezelfde lijn, mede namens BBB.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter, steun, mede namens Liane den Haan.

De voorzitter:

Dank u wel. Ook steun van de SP? Ja. U heeft een meerderheid voor uw verzoek. Wij zullen even aan het ministerie vragen wanneer het plan en de brief komen, zoals is uitgewisseld in het mondelinge vragenuur. Dan gaan we het debat vervolgens plannen. Ik dank u.

Ik geef het woord aan mevrouw Simons van BIJ1.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Dank u, voorzitter. Na het KPMG-rapport van vorig jaar bevestigt nu ook een artikel in het NRC van 6 mei jongstleden nogmaals wat BIJ1 al tijden zegt in deze Kamer: er zijn onnodig veel mensen overleden tijdens de coronapandemie. Tienduizenden mensen hadden nog in leven kunnen zijn als we andere keuzes hadden gemaakt. Daarom vraag ik een debat aan met de ministers van VWS en voor Langdurige Zorg en de minister-president, om uitgebreid te reflecteren op de gekozen strategie, de pijnlijke gevolgen en de genoemde getallen van ruim 30.000 mensen die onnodig het leven hebben gelaten.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Agema, PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik denk dat we dit vooral moeten betrekken bij de verschillende evaluaties over de coronacrisis die gaan komen, alsmede bij de parlementaire enquête. Als mevrouw Simons hier in een debat nog iets over zou willen zeggen, dan is er ook een mogelijkheid op 1 juni. De minister wil dat debat van 1 juni niet door laten gaan, maar het lijkt mij toch zinvol dat we nog voor de zomer een algemeen coronadebat hebben waarin dit ook aan de orde kan komen. Dus geen steun voor een apart debat.

De heer Azarkan (DENK):

Het is een belangrijk punt. Ik worstel ook een klein beetje met de vraag wanneer het hier het moment voor is en wanneer we beschikken over de informatie, de onderbouwing, het onderzoek en de evaluatie. Dus wel steun, maar ik wil ook graag weten op basis waarvan we dat dat kunnen doen.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Het lijkt me inderdaad een onderwerp dat bij uitstek goed past bij een parlementaire enquête, dus geen steun voor een separaat debat.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Uiteraard steun, maar ik worstel met dezelfde zaak als de heer Azarkan: timing en zo.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Mag ik daar straks op reageren, voorzitter?

De voorzitter:

Zeker. De heer Bisschop.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Het lijkt mij prima om dit te betrekken bij de evaluatie. Die momenten zijn er. Geen steun voor een apart debat.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Voorzitter, ook geen steun voor een apart debat.

De heer Bontenbal (CDA):

Geen steun voor een apart debat.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter, wel steun voor een apart debat. Dit is de grootste oversterfte in Nederland sinds 1945. Het is niet voor niks dat hier onderzoek naar gedaan wordt. Als zoiets gebeurd is … We voeren hier vaak debatten wanneer er 1, 2, 10, of — ik woon zelf in Roombeek — 30 mensen omkomen bij een ramp. Mevrouw Simons weet dat we zelfs een parlementaire enquête hebben gehouden voor minder dan 30 mensen in de Bijlmermeer.

De voorzitter:

Dus u steunt het debat?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

En dan zouden we het niet doen voor 30.000 doden? Ik steun dat debat, voorzitter. Daarbij merk ik op dat ik ook wil weten of de commissie die nu onderzoek doet naar de oversterfte ook inzage krijgt in alle onderliggende data, dus wanneer die mensen gestorven zijn, of ze een vaccinatie hadden en of er onderliggende data zijn, zodat er goed onderzoek gedaan kan worden naar de oorzaken. Daar mogen alle oorzaken bij betrokken zijn. Die brief zou ik graag binnen een week hier hebben.

De voorzitter:

Het stenogram zullen wij ook weer doorgeleiden naar het kabinet. Mevrouw Van der Graaf, ChristenUnie.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Voorzitter. Het is een heel ernstig bericht. Wij denken ook dat het heel goed is dat dit goed wordt uitgezocht en dat dit bij de evaluatie wordt betrokken. We vinden het belangrijk om daarover te spreken, maar we steunen dit verzoek nu niet. Dit kan op een later moment grondig aan de orde komen.

De voorzitter:

De heer Kwint, geen steun? Wel steun. U heeft geen steun van een meerderheid, mevrouw Simons.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Nee. Ik heb uw toestemming gevraagd om er even kort op te reflecteren. De heer Omtzigt zegt terecht dat het niet gaat over een krantenbericht, zoals we dat hier heel vaak doen. Er staat iets in de krant. Er is iets vervelends gebeurd en vervolgens wordt er met veel bombarie een debat over gevoerd. Dit gaat over 30.000 mensen die zijn gestorven, naar zeer grote waarschijnlijkheid vanwege de maatregelen die door onze overheid zijn genomen. 30.000 gezinnen. Ik vind het onvoorstelbaar dat mensen zeggen dat we dat wel even tijdens een evaluatie doen. Maar ik begrijp dat er begin juni … Ik zeg niet dat dat niks is, maar als ik een van de nabestaanden van die 30.000 mensen ben, heb ik geen tijd om vijf jaar te wachten tot de overheid eens wil reflecteren op haar eigen handelen. Ik begrijp dat er begin juni een debat gepland staat. Ik zou het zeer ongepast vinden om het daar onderdeel van te laten zijn, maar als het niet anders kan, dan bij dezen dat verzoek.

De voorzitter:

Oké, dank u zeer. De heer …

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter, excuus dat ik hier niet eerder stond. Mevrouw Simons zal hier geen meerderheid mee halen, maar ik wil het verzoek toch nog even steunen.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft inderdaad geen meerderheid, maar de collega's hebben wel uitgesproken dat ze het willen betrekken bij de evaluatie en ook bij de parlementaire enquête.

Dan geef ik het woord aan de heer Brekelmans van de VVD voor zijn verzoek.

De heer Brekelmans (VVD):

Na de behandeling in eerste termijn van de Wet vaststellingsprocedure staatloosheid hebben enkele partijen gevraagd om meer informatie voordat we de tweede termijn zouden doen. Het debat staat voor morgen gepland, maar we hebben die aanvullende informatie pas vandaag ontvangen. Om het goed te kunnen bestuderen, in de fracties te kunnen bespreken en vervolgens deze belangrijke wet ook te kunnen behandelen stel ik voor om niet morgen dit debat te hebben, maar dit met minimaal een week te verzetten.

De voorzitter:

Dit debat stond morgen om 13.50 uur gepland. Uw verzoek is om het uit te stellen. De heer Edgar Mulder, PVV, en dan de heer Omtzigt.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun, maar toch een klein reflectieverzoek aan de VVD. Als de hele oppositie hier zegt dat ze een korte heropening wil van het wetsvoorstel over de zwijgbedingen, wordt er gezegd: dat hoeft niet. De VVD wil wel een heropening en uitstel voor dit wetsvoorstel en voor het wetsvoorstel om wel of niet Papiamentu te kunnen spreken op de Antillen. Dan verzoek ik om, na in de fractie gesproken te hebben, terug te komen bij de volgende regeling en te melden of het redelijk is dat, wanneer een normale, redelijke partij om heropening van een debat vraagt …

De voorzitter:

Dank u wel, u heeft uw punt gemaakt, volgens mij. Mevrouw Podt, D66.

Mevrouw Podt (D66):

Wat mij betreft steun. Ik viel nog even over dat "minstens een week". Wat mij betreft moet dat "minstens" niet heel erg lang worden, maar wel steun voor het verzoek.

De heer Eerdmans (JA21):

Steun.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Steun namens de ChristenUnie en ook namens de SGP.

Mevrouw Piri (PvdA):

Steun, mede namens GroenLinks.

De heer Slootweg (CDA):

Voorzitter, steun.

De heer Kwint (SP):

Wetgeving is een belangrijke taak, dus als de VVD daar iets meer tijd voor nodig heeft, dan gun ik ze dat van harte.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter, daar sluit ik mij bij aan. Ik heb het verzoek van mevrouw Westerveld gesteund en ik steun ook het verzoek van de heer Brekelmans om dezelfde redenen.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft een meerderheid voor uw verzoek, meneer Brekelmans. We zullen het van de agenda halen.

Tot slot geef ik het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Aanstaande donderdag spreken we eindelijk over de 1.115 kinderen die uit huis geplaatst zijn, en waarschijnlijk zijn het er meer. Het schiet niet op met de hersteloperatie van de kinderopvangtoeslag. Dan druk ik mij nog mild uit. Ik vermoed dat er nauwelijks kinderen terug zijn bij hun ouders en dat we dit al jaren weten. Dat is een schande. Daarom wil ik graag voor morgenavond een brief van de minister-president — niet van de regering maar van de minister-president — met daarbij het verzoek te reageren op de brandbrief van het ouderpanel, de brandbrief van de Ombudsman, de CBS-cijfers die morgen uitkomen en de enquête onder de ouders, die alle een schrikbarend beeld geven van de uithuisplaatsingen. Ik zou graag de minister-president, wiens kabinet hierover gevallen is — er is sindsdien heel weinig gebeurd — willen uitnodigen om aanwezig te zijn bij dit debat. Indien dat een uur geschorst moet worden omdat hij iets moet zeggen voor het parlement van Oekraïne, dan schorsen we het debat voor een uur. Dat wil ik niet doorkruisen met dit verzoek.

Voorzitter. Tot slot wil ik aan u een verzoek doen om niet op de klok te letten, want met twee minuten spreektijd kan ik echt niet uit de voeten.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk even naar uw collega's.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Voorzitter. Steun voor de verzoeken van de heer Omtzigt. Bijzondere steun voor het verzoek om de minister-president te vragen aanwezig te zijn bij het debat van aanstaande donderdag. Zoals de heer Omtzigt terecht zegt, is het kabinet-Rutte III gevallen over dit schandaal. Er zijn heel veel gevolgen voor veel mensen, maar het feit dat je kind uit huis wordt geplaatst en er nog geen enkel zicht is op hoe dat verder gaat, laat staan dat er een oplossing in beeld is, is echt een van de allergrootste schandalen van deze tijd. Dus ik zou bijna denken: als dat geen reden voor de minister-president is om aanwezig te zijn bij dit debat, dan weet ik het ook niet meer. Ik weet niet hoe laat dat gesprek met het parlement in Oekraïne is, maar wij hebben de hele dag, dus we kunnen ook nog wat later beginnen; dat maakt allemaal niet uit. Maar wij onderschrijven het verzoek om de minister-president te vragen aanwezig te zijn bij het debat.

De voorzitter:

Dank u wel. We zullen het stenogram van deze uitwisseling ook doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Steun voor de verzoeken van de heer Omtzigt. Het is een ongekend brevet van onvermogen dat onze regering kennelijk niet in staat is om de casussen, de zaken, van de 420 kinderen die nog altijd uit huis geplaatst zijn, herbeoordeeld te hebben. Ze bungelen nog altijd in het ongewisse. Je maag keert ervan om. Alle steun voor het verzoek.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Je ziet dat veel gedupeerden echt wanhopig en gefrustreerd zijn, en geen uitzicht hebben op hereniging met uithuisgeplaatsten. Ik heb zelf een ronde gemaakt in het reces. Het is echt traumatisch. Ik steun het verzoek van harte, en ook het verzoek om de minister-president hier een stuk verantwoordelijkheid te laten nemen. Dat is hij verplicht aan alle mensen die erbij betrokken zijn.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Uiteraard steun. De heer Omtzigt heeft in het verleden heel veel werk hiervoor verricht. Ik hoop ook dat hij genoeg spreektijd krijgt, maar bij dezen — dat zal wel tegen elke regel ingaan — bied ik hem aan om de twee minuten van de Groep Van Haga erbij te nemen.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Voorzitter, vanzelfsprekend van harte steun voor dit verzoek. Ik begrijp dat het onconventioneel is, maar ook ik steun het verzoek van de heer Omtzigt om enkele extra minuten spreektijd. Ik denk dat in dezen niemand daartoe meer gerechtigd is dan de heer Omtzigt.

De heer Verkuijlen (VVD):

Voorzitter … O, volgens mij doet de microfoon het niet. Doet hij het nu?

De voorzitter:

We horen u wel als u dichter bij de microfoon staat.

De heer Verkuijlen (VVD):

Nu doet de microfoon het wel.

Meneer Omtzigt, in uw eerdere formulering van de regeling gaf u aan dat u een brief van het kabinet wilde. Dat verzoek om een reflectie op de stukken in de brief had ik ook van harte gesteund. U maakt daar nu "de minister-president" van. Dat steun ik niet. Als u er "het kabinet" van maakt, dan steun ik het verzoek zeker, want ik vind het een heel belangrijk dossier. En ik vind die reflectie van de verantwoordelijke bewindslieden ook belangrijk. Dat verzoek steun ik dan van harte.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter, ik hoor niet of er steun is voor het uitnodigen van de minister-president bij dit debat. Tot nu toe komen de minister voor Rechtsbescherming, de staatssecretaris van VWS en de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst.

De voorzitter:

We gaan het horen van de heer Verkuijlen.

De heer Verkuijlen (VVD):

Dat was mijn punt. Als u vraagt om een brief van het kabinet, prima. Maar wij zullen als fractie het uitnodigen van de minister-president niet steunen.

De voorzitter:

Dat hoorde ik ook in uw woorden. Maar bij dezen dus nogmaals.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik steun uiteraard alle verzoeken. Ik zou inderdaad ook het dringende verzoek willen doen om de heer Omtzigt in dit debat meer spreektijd toe te kennen. Misschien kan er überhaupt meer spreektijd aan de fracties worden toegekend. Dan krijgt hij ook wat meer spreektijd. Als dat niet kan, dan wil ik de Kamer ertoe oproepen om de heer Omtzigt via interrupties wat meer spreektijd te geven. Dat zal ik in ieder geval doen. Maar het mooiste zou zijn als hij gewoon als volwaardig Kamerlid behandeld kan worden en meer spreektijd kan krijgen. Dat geldt trouwens ook voor de heer Van Haga.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Vanwege de ongelofelijke schade die is aangericht bij ouders in het toeslagenschandaal is het kabinet zestien maanden geleden afgetreden. En die wonden etteren nog steeds door. Er is dus alle reden om daar spoedig over te spreken. En er is ook alle reden om daar de minister-president voor uit te nodigen. Het is zijn kabinet en het was ook zijn kabinet. Dus hij hoort daar gewoon bij te zijn.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Alle steun voor het verzoek om een brief. Dat mag wat ons betreft een brief vanuit het kabinet zijn. Ik wil het volgende zeggen over het verzoek om de aanwezigheid van de minister-president. Wij zijn als fractie altijd heel terughoudend in het uitnodigen van extra bewindspersonen. In dit geval zijn er bijzondere omstandigheden. Er is gerefereerd aan de aanleiding tot de val van het kabinet. Daarom kan ik het verzoek steunen. Dus wat ons betreft ook de minister-president nadrukkelijk uitnodigen.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Voorzitter. Ook steun voor het verzoek van de heer Omtzigt. Het kabinet gaat over zijn eigen afvaardiging, dus als doorgeleid wordt dat het verzoek van de Kamer is om ook de minister-president uit te nodigen, dan kunnen we dat volgen.

De voorzitter:

Ja, maar u wil niet zelf aangeven of u daar een voorkeur voor heeft?

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Nou ja, het kabinet gaat over zijn eigen afvaardiging. De uitnodiging is er en die kunnen wij steunen.

De heer Van Meijeren (FVD):

Steun voor het verzoek, en zeker ook voor het voorstel om de minister-president uit te nodigen. Als de minister-president moet kiezen tussen het verantwoording afleggen aan het Nederlands parlement of het toespreken van het Oekraïens parlement, dan hoop ik dat hij de juiste prioriteiten stelt.

De heer Eerdmans (JA21):

Steun voor de uitbreiding van de tijd, in dit specifieke geval, voor dit debat. Rutte hoeft er niet bij te zijn, wat ons betreft.

Mevrouw Piri (PvdA):

Mede namens GroenLinks steun voor alle onderdelen van het verzoek van de heer Omtzigt.

De heer Bontenbal (CDA):

Steun voor de brief. Wij denken dat het kabinet zelf moet bepalen wie daar staat, dus geen steun voor het tweede deel van het verzoek.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt van harte de reactie van het kabinet op alle brandbrieven. Wat ons betreft bepaalt het kabinet zelf wie er aanwezig is. De mp hoeft er, wat ons betreft, op dit moment niet per se bij te zijn.

De voorzitter:

Er is duidelijk steun voor uw informatieverzoek. Een aantal collega's heeft ook steun uitgesproken voor de aanwezigheid van de minister-president. Een aantal collega's, de meerderheid, zegt: we laten dat afhangen van wat het kabinet zelf daarin wil. Ik zou in ieder geval even iets met de collega's willen afspreken over de spreektijd. Die discussie is er natuurlijk eerder geweest naar aanleiding van de werkgroep van de heer Bisschop. We hebben de spreektijd met elkaar bepaald zoals die nu is, maar in deze situatie wil ik u voorleggen om de spreektijd voor iedereen generiek uit te breiden van vier naar zes minuten. Dan heeft iedereen wat meer spreektijd. Daarbij wil ik zeggen dat u daar geen gebruik van hoeft te maken, maar dat betekent wel dat een aantal fracties iets meer spreektijd hebben in dit debat. Ik hoop dus dat we daarmee iets van genoegdoening kunnen doen. Voor de rest wil ik adviseren om daarover een keer, eventueel via een motie of iets anders, ook een uitspraak van de Kamer te vragen, want anders blijft die discussie iedere keer terugkomen.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Dank, voorzitter. Specifiek op het punt van de aanwezigheid van de minister-president maakte ik in ieder geval een andere rekensom, want ik hoorde volgens mij de fractie van D66 wel degelijk zeggen dat het kabinet vanzelfsprekend gaat over zijn eigen afvaardiging — dat weten wij hier allemaal in de zaal — maar dat zij dat verzoek steunen. Volgens mij was daar dus wel degelijk een meerderheid voor.

De voorzitter:

Dan ga ik nog even specifiek aan mevrouw Van Beukering-Huijbregts vragen — daartoe nodigde ik haar ook uit — om duidelijk daarin te zijn.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Ik steun de uitnodiging. Ik kon het volgen dat we dat zouden doen. Dan ligt het vervolgens wel bij het kabinet om daarop in te gaan.

De voorzitter:

Maar u steunt het verzoek?

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Jazeker.

De voorzitter:

Dan zullen we dit doorgeleiden naar het kabinet. We hebben natuurlijk wel de afspraak dat het kabinet er uiteindelijk zelf over gaat, maar het feit dat nu een meerderheid in de Kamer daarnaar vraagt …

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik wil de collega's hartelijk bedanken voor de steun voor deze drie voorstellen. Ik weet ook dat hier best wel wat ouders aanwezig zullen zijn. Het spijt me, maar bij bepaalde sms'jes die ik krijg, houd ik het, ook vandaag, gewoon niet droog. Echt waar, het is om te huilen wat mensen nu nog meemaken. Ik durf het niet eens hier publiekelijk uit te spreken. Ik hoop ook dat we in die brief duidelijkheid krijgen over hoe de Kamerbrede motie van oktober over een onafhankelijk onderzoek en het herstel van die relaties, wordt uitgevoerd. Maar we gaan het debat zo doen. Ik reken op de minister-president. Komt hij niet? Dan kondig ik aan dat ik hier een punt van orde zal maken. Ik denk dat hij hier gewoon aanwezig moet zijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Omtzigt. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze regeling van werkzaamheden. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we over naar het tweeminutendebat Ministeriële regeling inspectie belastingen, toeslagen en douane.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven