38 Vaststelling Regeling groenprojecten 2022

Aan de orde is het tweeminutendebat Vaststelling Regeling groenprojecten 2022 (30196, nr. 774).

De voorzitter:

Dan gaan we naar het laatste tweeminutendebat van deze middag en begin van de avond, het zevende op rij. Dat is het tweeminutendebat Vaststelling Regeling groenprojecten 2022. Daarvoor geef ik graag het woord aan mevrouw Van Esch van de Partij voor de Dieren, die als eerste spreker van de zijde van de Kamer zal spreken.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. De Regeling groenprojecten 2022 heeft tot doel om de financiering van innovatieve projecten te bevorderen die bovenwettelijke positieve milieueffecten hebben. Dat is op zich een hele goede en noodzakelijke zaak. Ik vraag mij dan wel of wat die monomestvergisters in deze regeling doen. Mestvergisters produceren namelijk nauwelijks energie en zijn vooral bedoeld als lapmiddel om het mestoverschot uit de bio-industrie weg te werken. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat monomestvergisters vrijwel geen energie produceren of andere positieve milieueffecten hebben;

overwegende dat de Kamer de regering reeds heeft verzocht om mestvergisters uit te sluiten van de SDE++-subsidies (35925, nr. 31);

verzoekt de regering monomestvergisters te schrappen uit de Regeling groenprojecten 2022,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 783 (30196).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Daarnaast heb ik nog twee moties om de knelpunten weg te nemen met betrekking tot duurzame bouw en energie, zijnde twee mogelijkheden in die Regeling groenprojecten 2022.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de bouwkosten in Nederland de afgelopen jaren zeer sterk zijn gestegen;

verzoekt de regering om de brutovloeroppervlaktebedragen die in aanmerking komen voor een groenverklaring voor alle duurzamebouwcategorieën in lijn met deze kostenstijging te verhogen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 784 (30196).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

De laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de Regeling groenprojecten 2022 voor zonnepanelen een vermogensgarantie is opgenomen van minimaal 84% na 25 jaar en een productgarantie is opgenomen van ten minste 12 jaar;

constaterende dat de technische eisen waaraan zonnestroominstallaties moeten gaan voldoen in de nieuwe regeling het level playing field in gevaar brengen, ten nadele van kleinere aanbieders van PV-cellen en kleinere ontwikkelaars van kleinere/complexere zonnestroomprojecten;

constaterende dat het in het belang van de energietransitie belangrijk is dat duurzame-energieopwekking juist wordt gestimuleerd;

verzoekt de regering om in de Regeling groenprojecten 2022 de vermogensgarantie na 25 jaar op 80% vast te stellen en de productgarantie op ten minste 10 jaar vast te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch en Van Raan.

Zij krijgt nr. 785 (30196).

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Haverkort en hij zal spreken namens de fractie van de VVD.

De heer Haverkort (VVD):

Voorzitter. Volgens mij is dit het laatste debat voordat we morgen met z'n allen naar de verkiezingen gaan, dus we gaan er eens even goed voor zitten.

Voorzitter. De Regeling groenprojecten is een van de manieren om duurzame innovaties te stimuleren. Slimme ondernemers krijgen geld om te investeren, omdat welwillende inwoners het belang van een schone buurt inzien en de overheid dat fiscaal ondersteunt. Het is goed dat deze regeling voortgang vindt en dat er aanscherpingen zijn. Bij het schriftelijk overleg over deze regeling in januari zijn de vragen die de VVD heeft gesteld ruim voldoende beantwoord. Dank daarvoor, aan de staatssecretaris uiteraard. Met dat inzicht hebben we een regeling die het vernuft van onze ondernemers, veelal mkb-ondernemers, stimuleert en daardoor bijdraagt aan nieuwe manieren van verduurzamen en verschonen.

Voorzitter. De VVD-fractie heeft met betrekking tot de aanscherping nog een aanvullende vraag aan de staatssecretaris. De aanscherpingen leggen de lat hoog. Ze zijn uitdagend en prikkelend voor menig ondernemer, maar dat kan ook leiden tot onderbenutting van de middelen. Kan de staatssecretaris aangeven hoe zij daarvoor waakt? Is zij bereid om, zodra onderbenutting dreigt, eventueel bij te sturen? Wil zij de Kamer van de voortgang van de benutting van de middelen op de hoogte houden?

Tot zover. Dank u wel.

De voorzitter:

Hartelijk dank.

Tot slot is het woord aan mevrouw Kröger. Zij zal spreken namens de fractie van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb slechts één motie, om deze lange trits aan tweeminutendebatten af te sluiten.

De voorzitter:

Complimenten!

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik dien mijn motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het voorstel rondom de Regeling groenprojecten 2022 veel administratieve en praktische eisen staan rondom zonnepanelen, die het lastig, zo niet onmogelijk, maken om via de Regeling groenprojecten te investeren in zonnepanelen;

overwegende dat hierdoor de Regeling groenprojecten weinig tot niet bijdraagt aan het stimuleren van zonnepanelen;

verzoekt de regering in samenspraak met de sector deze eisen te beperken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.

Zij krijgt nr. 786 (30196).

Dank u wel. Ik schors voor enkele minuten en dan vervolgen wij dit tweeminutendebat.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Heijnen:

Dank u wel, voorzitter. Hetzelfde recept: ik begin met de moties en daarna ligt er nog één vraag. De eerste motie was die van mevrouw Van Esch, over monomestvergisting. Ik adviseer u de motie aan te houden. In de herziening van de regeling komt monomestvergisting in aanmerking voor stimulering. De minister voor Klimaat en Energie zal naar verwachting de komende dagen een brief naar de Kamer sturen waarin op de motie van de leden Ouwehand en Simons en de motie van het lid Vestering zal worden gereageerd. Dan kan ook worden bezien wat dit betekent voor de Regeling groenprojecten en de daarin opgenomen categorie "monomestvergister". Indien de motie niet wordt aangehouden, zal ik haar ontraden.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Begrijp ik het goed dat er dan ook een reactie komt op deze specifieke motie, naast de andere moties over mestvergisting? Want ik wil dan nog wel inhoudelijk een reactie in diezelfde brief, als die komt. Dan kan ik de motie aanhouden en wacht ik gewoon tot de reactie in die brief komt. Dat vind ik geen punt.

Staatssecretaris Heijnen:

Ja, dat is prima. Dan zorg ik dat ook hierop een reactie komt in de brief die door de collega wordt gestuurd.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dan houd ik mijn motie even aan.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Van Esch stel ik voor haar motie (30196, nr. 783) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 784 wil ik ontraden. Het is bewust zo uitgewerkt. Dat de bouwkosten in z'n algemeenheid zijn gestegen, betekent niet dat de extra kosten voor verduurzaming evenredig zijn toegenomen. De regeling dekt de extra kosten die voor verduurzamingsregelingen moeten worden gemaakt naar onze mening voldoende. Om die reden ontraad ik de motie.

Dan de motie van mevrouw Van Esch en de heer Van Raan over het na een tijd verlagen van de vermogensgarantie van 84% naar 80%. Deze motie wil ik graag ontraden. De regeling is bedoeld voor innovatieve milieuvriendelijke technieken en niet zozeer om zonne-energie in de breedte te stimuleren. Daarvoor zijn zonnepanelen al te gangbaar. Volgens RVO zijn de opgenomen eisen realistisch en haalbaar. Daarom ontraad ik de motie.

De voorzitter:

Daar heeft mevrouw Van Esch nog een korte vraag over.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Een korte vraag, want ik ben nog wel benieuwd naar het volgende. We horen de ongerustheid dat wel degelijk kleine aanbieders, die juist vaak innovatieve projecten hebben, door deze nieuwe Regeling groenprojecten in de knoop gaan komen. Volgens mij is dat juist niet de bedoeling, dus daar wil ik nog wel een reactie op horen. Dat zit ook specifiek in mijn motie. Ik dien haar juist in voor die kleinschalige en complexere zonnestroomprojecten, die zo perfect passen bij de Regeling groenprojecten. Die grote jongens redden het wel, maar deze groep kan hier juist goed gebruik van maken. Daarom denken wij dat het belangrijk is. Dat hoor ik toch nog niet.

Staatssecretaris Heijnen:

Zoals ik het heb begrepen, zijn de opgenomen eisen realistisch en haalbaar. Ik denk ook dat het belangrijk is — we hadden het er net al over — dat zonnepanelen al een vrij gangbaar product zijn. Deze regeling is echt bedoeld voor innovatie. Ik zal dadelijk nog even ingaan op de vraag van de heer Haverkort over zorgen die hij had over onderbenutting die eventueel optreedt. Dat geeft misschien een verdere verduidelijking aan mevrouw Van Esch.

Tussendoor zou ik graag nog de motie van mevrouw Kröger …

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 786.

Staatssecretaris Heijnen:

Ja, de motie op stuk nr. 786 over eisen aan zon- en windprojecten. Uiteraard zie ik ook het maatschappelijk belang van investeringen in zonnepanelen. De regeling beoogt alleen de meest innovatieve 5% tot 10% van de markt te stimuleren en dus niet gangbare technieken zoals reguliere zonnepanelen. Uit marktanalyse door de RVO is gebleken dat de eisen die in de nieuwe regeling worden gesteld aan zonprojecten wel degelijk haalbaar zijn. Ook aanvullende eisen die de komende twee jaar ingaan, zijn volgens geraadpleegde experts technisch haalbaar. Om die reden ontraad ik de motie. Dat ligt ook een beetje in lijn met wat ik net zei tegen mevrouw Van Esch.

Dan de vraag van de heer Haverkort over zijn zorgen over onderbenutting. Juist om onderbenutting te voorkomen hebben we ervoor gekozen om niet meteen de meest innovatieve eisen te stellen, maar de eisen geleidelijk in te faseren. Zo moet je bij windenergie bijvoorbeeld bij inwerkingtreding aan één van de zes voorschriften voldoen, per 1 september aan twee voorschriften en per 2024 aan minimaal drie van de zes. Samen met de banken zal ik de omvang van de investeringsportefeuille en de technologische ontwikkeling jaarlijks monitoren. Als zaken anders lopen dan verwacht, kan ik besluiten de regeling alsnog aan te passen. In dat geval zal ik de Kamer daarover uiteraard informeren.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik dank de staatssecretaris hartelijk voor haar snelle en bondige beantwoording.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de collega's voor de debatten. Ik dank de kijkers en de Griffie voor de ondersteuning. Ik hoop dat iedereen morgen gaat stemmen. We sluiten de vergadering zodat we vanavond terug naar onze woonplaatsen kunnen om te gaan stemmen. Morgen is er ook geen vergadering. De vergadering wordt donderdag weer geopend. Ik hoop dus dat iedereen gaat stemmen.

Naar boven