36 Hoofdlijnendebat Infrastructuur en Waterstaat

Aan de orde is het tweeminutendebat Hoofdlijnendebat Infrastructuur en Waterstaat (CD d.d. 16/02).

De voorzitter:

Wij vervolgen met het tweeminutendebat Hoofdlijnendebat Infrastructuur en Waterstaat. Ik geef als eerste het woord aan de heer Koerhuis. Hij zal spreken namens de VVD.

De heer Koerhuis (VVD):

Dank u wel. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat verkeersveiligheid bij scholen belangrijk is;

verzoekt de regering om samen met gemeenten en de transportsector een handleiding te maken voor een uniforme en herkenbare inrichting van schoolzones;

verzoekt de regering om zich in te zetten voor de volgende vijf punten voor het volgende schooljaar:

  • -de ambitie moet zijn: elke basisschool in een schoolzone;

  • -het inzetten op gerichte snelheids- en parkeercontroles bij schoolzones tijdens schooltijden;

  • -het ondersteunen van gemeenten bij het creëren van meer kiss-and-rideplekken bij schoolzones zodat ouders en grootouders veilig hun kinderen kunnen afzetten en kinderen veilig kunnen fietsen tijdens schooltijden;

  • -het maken van afspraken met gemeenten en de transportsector zodat zo min mogelijk vrachtwagens moeten rijden bij schoolzones tijdens schooltijden;

  • -het voeren van een permanente campagne voor verkeersveiligheid bij scholen zoals de jaarlijkse campagne voor verkeersveiligheid "Onze scholen zijn weer begonnen",

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koerhuis.

Zij krijgt nr. 82 (35925-XII).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat voor het programmeren van beheer, onderhoud en renovatie van bestaande infrastructuur 1,25 miljard euro extra per jaar is gereserveerd;

constaterende dat het risico van beheer-, onderhoud- en renovatieproblemen van bestaande infrastructuur niet is opgenomen in een meerjarenprogramma, zoals de Haringvlietbrug en het knooppunt Hoevelaken;

verzoekt de regering om het programmeren van beheer, onderhoud en renovatie van bestaande infrastructuur te koppelen aan de verlenging van de "doorkijk" van Rijkswaterstaat naar tien tot vijftien jaar en op te nemen in een meerjarenprogramma,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koerhuis.

Zij krijgt nr. 83 (35925-XII).

Hartelijk dank. Dan is het woord aan de heer Van Raan. Hij zal spreken namens de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter. Van de staatssecretaris hebben wij begrepen dat zij nader onderzoek naar een belasting op polymeren nodig vindt en dat zij hierover gaat overleggen met haar collega's. Dat vinden we fijn, maar wat ons betreft is het nu tijd voor actie. Daarom verwachten we wel dat een belasting op polymeren wordt meegenomen in de besluitvorming voorafgaand aan het Belastingplan. Ik zeg even tegen de staatssecretaris: die gesprekken beginnen eigenlijk nu al. Daar zou ik graag een reactie op willen.

Dan de volgende moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de planetaire grens op het gebied van chemicaliën en plastic inmiddels al is overschreden;

constaterende dat er met de richtlijn Single-Use Plastics stappen worden gezet om plastic afval in het milieu te verminderen, maar dat dit niet genoeg is gezien de verwachting dat de productie van plastic rond 2040 meer dan zal verdubbelen;

constaterende dat 71% van de Nederlanders voorstander is van zo snel mogelijk een verbod op wegwerpplastic;

verzoekt de regering zo snel mogelijk te komen met een algeheel verbod op wegwerpplastic, met een uitzondering voor de gezondheidszorg als essentiële sector;

verzoekt de regering om bij het maken van uitzonderingen actief in te zetten op onderzoek naar herbruikbare alternatieven, zodat uitzonderingen uiteindelijk kunnen worden opgeheven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan en Van Esch.

Zij krijgt nr. 84 (35925-XII).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat langs N-wegen veel bomen worden gekapt;

constaterende dat snelheidsbeperkingen op N-wegen bijdragen aan veiligere wegen;

verzoekt het kabinet snelheidsbeperkingen of andere maatregelen in te stellen boven het kappen van bomen wanneer veiligheidsverhoging op de betreffende weg het doel is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan en Van Esch.

Zij krijgt nr. 85 (35925-XII).

De heer Van Raan (PvdD):

Dan de laatste, voorzitter. Dan komen we toch weer bij de luchtvaart uit.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen tijdens het landen, taxiën en opstijgen van vliegtuigen in de Luchtvaartwet om onbegrijpelijke redenen geen minimalisatie- en informatieplicht kent;

constaterende dat deze omissie de stoffen niet minder schadelijk maakt, maar deze zich zo aan regelgeving onttrekken;

constaterende dat deze plichten terecht wel gelden voor de omgang met deze zeer zorgwekkende stoffen onder het Activiteitenbesluit;

verzoekt de regering een einde te maken aan deze ongelijkheid en zeer zorgwekkende stoffen die vrijkomen bij het landen, taxiën en opstijgen van vliegtuigen onder de Wet luchtvaart ook te onderwerpen aan een minimalisatie- en informatieplicht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan en Van Esch.

Zij krijgt nr. 86 (35925-XII).

Dank u wel. Er is een vraag van de heer Van der Molen.

De heer Van der Molen (CDA):

Ik heb een vraag over de motie die de heer Van Raan heeft ingediend over de verkeersveiligheid bij wegen. Ik hoorde de heer Van Raan zeggen dat hij eigenlijk uitsluit dat er bomen gekapt zouden worden als dat bij zou dragen aan het vergroten van de verkeersveiligheid. Ik zou dat het liefst ook niet willen, maar ik denk toch echt dat de verkeersveiligheid dan voorrang heeft. Moet ik de motie van de heer Van Raan zo interpreteren of zit er meer rek in?

De heer Van Raan (PvdD):

Nee, ik zal de heer Van der Molen proberen te verleiden om deze motie ook te steunen, want het gaat juist om het verhogen van de veiligheid, met name op die provinciale wegen. We zien nu dat er een trend is om die bomen dan maar om te kappen. We weten allemaal hoe belangrijk bomen zijn. Wij zeggen dat er veel meer maatregelen zijn die je kunt nemen op die wegen voordat je bomen gaat kappen. Ga eerst maar eens de snelheid verminderen. Dat is eigenlijk bij uitstek de manier om de verkeersveiligheid te verbeteren.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Kröger. Zij zal spreken namens GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb één motie en twee vragen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het coalitieakkoord is afgesproken dat er een ambitieus klimaatdoel komt voor de circulaire economie met een bijbehorend uitvoeringsprogramma;

constaterende dat het PBL geconcludeerd heeft dat er sinds 2016 nog weinig voortgang is geweest om de circulaire economiedoelen te behalen en de nieuwe regering daarom vaart moet maken;

overwegende dat het beleid tot dusver erg gefocust is geweest op de omgang met en de verwerking van afval, en minder op de reductie van grondstoffen;

verzoekt de regering om bindende grondstoffenreductieplannen uit te werken voor domeinen als de bouw, mobiliteit, elektrische apparaten, textiel en verpakkingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.

Zij krijgt nr. 87 (35925-XII).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

En dan een vraag, aansluitend bij de motie die de heer Van Raan net heeft ingediend over de zeer zorgwekkende stoffen. Bij Tata bleek dat er veel meer uitstoot was dan er werd gerapporteerd in de vergunningen. Ik denk dat we moeten vrezen dat we bij Schiphol een soortgelijke situatie dreigen te hebben, aangezien er op verschillende niveaus, bij verschillende overheden wet- en regelgeving over is. Ik zou eigenlijk beide bewindspersonen willen vragen om een goede brief, waarin uiteengezet wordt hoe de registratie en de minimalisatieverplichting van zeer zorgwekkende stoffen bij de luchtvaart worden vormgegeven in Nederland. Dan kunnen we daar met deze beide bewindspersonen verder over praten.

Tot slot heb ik nog één vraag over een motie die ik in de vorige periode heb ingediend en die ook is aangenomen, over 30 kilometerzones, of eigenlijk over de regel van 30 kilometer en het beredeneerd daarvan afwijken. Terwijl ik hier zat, kreeg ik een appje van mijn dochter dat een klasgenootje aangereden is door een auto. Gelukkig gaat het allemaal goed, maar het is voor mij weer een bevestiging dat we binnen de bebouwde kom die 30 kilometer de norm moeten maken. Gelukkig zijn een heleboel gemeenten hier voortvarend mee bezig. Ik hoor graag van de minister wat hij concreet gaat doen om die motie uit te voeren.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Beterschap gewenst aan die vriendin van uw dochter. Het woord is aan de heer Van der Molen namens het CDA.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de vraag van mevrouw Kröger over de 30 kilometerzones binnen de bebouwde kom. Het is goed om de staatssecretaris hier weer te zien. We moesten vorige week een debat afgelasten omdat er een coronabesmetting was. Dus dan is het fijn dat we weer compleet zijn.

Voorzitter. We hebben als commissie een goed hoofdlijnendebat gevoerd met de bewindspersonen. Ik heb één vraag en één motie. Allereerst de vraag. De coronaonzekerheid heeft er mede toe geleid dat een aantal lokale en provinciale overheden slechte of geen biedingen krijgen bij aanbestedingen van ov-trajecten. Is de staatssecretaris bekend met deze problematiek? Is zij hierover in overleg met provincies en gemeenten? Ik had die vraag gesteld in het hoofdlijnendebat, maar heb daar nog geen antwoord op gekregen. Daarom herhaal ik die. Wanneer denkt de staatssecretaris de Kamer te kunnen informeren over het mogelijke vervolg van steunpakketten die vanwege corona aan het ov ter beschikking zijn gesteld? Want dat hangt hiermee samen.

Voorzitter. Dan nog een motie over de prioritering van beheer en onderhoud van infraprojecten.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel bruggen, sluizen, vaarwegen en andere infrastructuur hard aan vervanging en onderhoud toe zijn;

overwegende dat tijdig onderhoud en vervanging van infrastructuur van groot belang zijn voor de leefbaarheid, verkeersveiligheid en de economie;

overwegende dat er 1,25 miljard euro per jaar beschikbaar komt om de achterstanden in het beheer en onderhoud van infrastructuur in te lopen;

verzoekt het kabinet inzichtelijk te maken welke specifieke infrastructuurprojecten prioriteit krijgen voor vervanging en onderhoud ter voorkoming van instortingsgevaar en grote economische schade,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Molen en Koerhuis.

Zij krijgt nr. 88 (35925-XII).

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Alkaya. Hij zal spreken namens de SP.

De heer Alkaya (SP):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het coalitieakkoord wordt voorgesteld om de vliegbelasting met jaarlijks 400 miljoen euro te verhogen, waarbij deze belasting voor iedereen evenveel zal stijgen, ongeacht hoe vaak men reist met het vliegtuig;

overwegende dat zakelijke veelvliegers oververtegenwoordigd zijn in de luchtvaart;

van mening dat specifiek deze groep gestimuleerd dient te worden om te kiezen voor milieuvriendelijkere alternatieven, zoals digitaal vergaderen of alternatief vervoer bij kortere afstanden;

verzoekt de regering voorafgaand aan de verhoging van de vliegbelasting eerst maatregelen uit te werken om zakelijke veelvliegers te ontmoedigen, en deze voorstellen te presenteren aan de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Alkaya.

Zij krijgt nr. 89 (35925-XII).

De heer Alkaya (SP):

Dan de tweede motie, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt het kabinet om mensen die geen goed alternatief hebben voor autogebruik, bijvoorbeeld omdat er geen goed openbaar vervoer (meer) is in hun buurt, niet te confronteren met lastenverhogingen door rekeningrijden of ander beleid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Alkaya.

Zij krijgt nr. 90 (35925-XII).

De heer Alkaya (SP):

De miljoenen die door deze coalitie zijn gereserveerd om de invoering van rekeningrijden voor te bereiden, kunnen wat ons betreft veel beter gestoken worden in het beter bereikbaar maken van de regio.

Ik heb nog een laatste opmerking, specifiek daarover. Ik ben met een aantal partijen bezig om een amendement voor te bereiden om de Westerscheldetunnel zo snel mogelijk tolvrij te maken. Het is eigenlijk een schande dat dat nog steeds niet is gebeurd, ondanks alle uitspraken van de Kamer en de verwachtingen die zijn gewekt in de provincie. De SP gaat dus door totdat de Westerscheldetunnel tolvrij is. Wij zullen in het voorjaar met een amendement komen daarop.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Hagen. Zij zal spreken namens D66.

Mevrouw Hagen (D66):

Voorzitter. Ik heb een motie en een vraag.

De motie is mede namens onze mobiliteitswoordvoerder Lisa van Ginneken en luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat veel ervaring is opgedaan met de voor- en nadelen van thuiswerken in de afgelopen twee jaar, waaronder het verminderen en beter spreiden over de dag van woon-werkverkeer;

overwegende dat ook de oorlog in Oekraïne de noodzaak onderstreept om het gebruik van fossiele brandstoffen, bijvoorbeeld door thuis te werken, te verminderen;

constaterende dat in het coalitieakkoord is vastgesteld dat er afspraken worden gemaakt met het bedrijfsleven en overheden over het stimuleren van thuiswerken;

verzoekt de regering om in samenspraak met werkgevers- en werknemersorganisaties met een concrete aanpak te komen om het thuiswerken te stimuleren, hierbij de verkeerskundige aspecten, zoals het verminderen en spreiden van verkeer, te betrekken, en de Kamer hierover voor de zomer van 2022 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hagen en Van Ginneken.

Zij krijgt nr. 91 (35925-XII).

Mevrouw Hagen (D66):

En dan de vraag, voorzitter. Dan nog naar de circulaire economie. We hebben in het coalitieakkoord prachtige ambities staan, maar uiteindelijk gaat het om een fundamentele verschuiving in denken. Afval is geen afval meer, maar een grondstof. Hiervoor hebben we een nieuwe definitie van afval nodig. De staatssecretaris zei toe dit te gaan onderzoeken. Mijn vraag luidt dan ook: wanneer verwacht zij deze onderzoeken aan de Kamer te kunnen presenteren?

De voorzitter:

Hartelijk dank. Dan is het woord aan de heer Madlener. Hij zal spreken namens de PVV.

De heer Madlener (PVV):

Dank u wel, voorzitter. We hebben een goed hoofdlijnendebat gehad. Helaas is ons wel gebleken dat dit kabinet eigenlijk de mensen de auto uit wil pesten en ze het liefst allemaal het openbaar vervoer in wil duwen tegen hun zin. Dat is namelijk toch wel de algemene lijn. Wij zijn daar niet blij mee. Dus dat gaat de komende kabinetsperiode nog een leuk onderwerp van gesprek blijven wat de PVV betreft.

Ik heb drie moties, een voor de automobilist, een voor de treinreiziger en een voor alle Nederlanders die in een fijn huis willen wonen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de automobilist overdag nog steeds geen 130 kilometer per uur mag rijden;

constaterende dat het wegverkeer voor slechts 6% verantwoordelijk is voor de totale stikstofuitstoot;

constaterende dat belangrijke MIRT-projecten ondanks deze maatregel alsnog vertraging oplopen;

overwegende dat de stikstofuitstoot van het personenverkeer vrij laag is en een sterk dalende trend vertoont;

verzoekt de regering de maximumsnelheid op de autosnelwegen per direct te verhogen naar 130 kilometer per uur,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Madlener.

Zij krijgt nr. 92 (35925-XII).

De heer Madlener (PVV):

Dan een motie voor de treinreiziger.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet 3 miljard euro vrijgemaakt heeft voor de aanleg van de Lelylijn;

van mening dat burgers meer gebaat zijn bij lagere tarieven voor het gebruik van de trein;

verzoekt de regering om af te zien van dure projecten zoals de Lelylijn en de vrijkomende middelen te besteden aan het fors verlagen van de tarieven in de trein met circa 10%,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Madlener.

Zij krijgt nr. 93 (35925-XII).

De heer Madlener (PVV):

Die verlaging met 10% van de treintarieven kun je tien jaar volhouden als je die dure Lelylijn zou schrappen.

Voorzitter. We maken ons grote zorgen over de ambitie om een miljoen huizen te gaan bouwen, want dat kan heel goed ten koste gaan van de kwaliteit van die woningen. Dat lijk ik nu ook te zien. De motie gaat over de parkeernorm.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel gemeenten de parkeernorm voor nieuwbouwwoningen fors dreigen te verlagen;

constaterende dat de Integrale Mobiliteitsanalyse stelt dat het gebruik van de auto zal toenemen;

overwegende dat een hogere parkeernorm positief bijdraagt aan de kwaliteit van nieuwbouwwoningen;

van mening dat de meeste huishoudens graag één of meer auto's bij hun woning willen parkeren;

spreekt uit dat er bij nieuwbouwprojecten, in relatie tot de verwachtingen uit de Integrale Mobiliteitsanalyse, voldoende parkeerplekken moeten worden gerealiseerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Madlener.

Zij krijgt nr. 94 (35925-XII).

Dank u wel. We schorsen nu voor vijf minuten tot 19.00 uur en dan gaan we verder met de beantwoording door het kabinet.

De vergadering wordt van 18.55 uur tot 19.00 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister voor de beantwoording van de gestelde vragen en het oordeel over de ingediende moties.

Minister Harbers:

Voorzitter, dank u wel. Er is nog een enkele vraag gesteld, die ik aan het eind zal beantwoorden. Ik begin even met het behandelen van een aantal moties op mijn terrein.

Allereerst de motie op stuk nr. 82 van de heer Koerhuis. Laat ik vooropstellen dat er in deze motie een aantal dingen staan die onder de bevoegdheid vallen van lokale wegbeheerders. Bij het uitwerken van deze motie ga ik niet in de bevoegdheid van de lokale wegbeheerder treden. Zowel de inrichting van de weg als de lokale handhaving is een lokale afweging. Dat is aan de gemeente zelf.

Er zitten wel een aantal dingen in die ik gewoon steun. Ik steun de aandacht voor de veilige schoolomgeving. Ik wil daar ook heel graag vanuit mijn rol en verantwoordelijkheid vorm aan geven door gemeenten te ondersteunen met kennis et cetera over de inrichting van een veilige schoolomgeving.

We doen overigens ook al veel op dit onderwerp. Zo heb ik vanochtend nog samen met collega-minister Wiersma de aftrap mogen doen van een nieuwe Minecraftgame van Veilig Verkeer Nederland. Dat is een hele mooie eigentijdse manier om schoolkinderen zich bewust te laten zijn van veilig verkeersgedrag.

Verder ondersteunen we gemeenten al met kennis en financiering bij het inrichten van een veilige schoolomgeving, bijvoorbeeld via het Kennisnetwerk SPV of het Platform Veilig Fietsen. We doen dat ook financieel via de investeringsimpuls verkeersveiligheid. Specifiek voor lokale verkeershandhaving en overleg daarover met de politie, heeft het Kennisnetwerk SPV afgelopen jaar voor gemeenten nog een handreiking opgesteld en een webinar gegeven.

CROW, het kennisplatform voor infrastructuur en verkeer, werkt op dit moment in opdracht van ons ministerie aan de opname van de schoolstraat in de ASVV. Dat is dé richtlijn voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom. Daar zijn we dus ook mee bezig.

Dat zijn een aantal dingen die we doen. Ik heb toegezegd dat ik ook in gesprek ga met de VNG en de gemeenten over deze vijf punten. Ik heb een beetje duiding proberen te geven van wat wij wel en niet kunnen doen. Als de heer Koerhuis dat accepteert, kan ik met inbegrip van die duiding de motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De heer Koerhuis knikt. De motie op stuk nr. 82 krijgt oordeel Kamer.

Minister Harbers:

Dan de motie op stuk nr. 83. Ik deel de ambitie die hierin staat. Ik wil gewoon een langjarig stabiele programmering. Daarover zijn we in gesprek met Rijkswaterstaat, in mijn geval, en ook met ProRail, in het geval van de staatssecretaris. Dankzij extra middelen in het coalitieakkoord hopen we ook tot een langjarige en stabiele programmering te kunnen komen. Vanuit die optiek is er dus steun voor de lange periode. In het beleidsprogramma, dat we in mei aan uw Kamer zullen sturen, zullen we inzicht geven in de aanpak van die meerjarige aanpak van instandhouding. Dan wordt ook duidelijk voor welke tijdshorizon ik daar concreet invulling aan kan geven. Ik zou eigenlijk een beroep willen doen op de heer Koerhuis om de motie in ieder geval nog tot dat beleidsprogramma in mei aan te houden, zodat we dan wat verder daarnaar kunnen kijken.

De voorzitter:

De heer Koerhuis? Er is een beroep om de motie aan te houden. Er vindt even een deliberatie plaats.

De heer Koerhuis (VVD):

Ik hou haar dan vooralsnog even aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Koerhuis stel ik voor zijn motie (35925-XII, nr. 83) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Harbers:

Dan de motie op stuk nr. 85, over de bomen langs de N-wegen. Ik stel voorop dat het altijd een zorgvuldige afweging per locatie is. Het is echt niet zo dat wij altijd langskomen met Rijkswaterstaat en zeggen: we kappen bomen. Absoluut niet. Er zijn soms ook alternatieven, zoals houten geleiderails. Herplant is ook al noodzakelijk. Maar er is wel een reden waarom ik deze motie ontraad. Dat is dat snelheidsbeperkingen door mij niet generiek als maatregel worden voorgesteld. Het is gewoon echt maatwerk per locatie. Dat is dus de reden dat ik de motie op stuk nr. 85 ontraad.

Dan de motie op stuk nr. 86.

De voorzitter:

We gaan niet over elke motie in debat, hoor; maar meneer Van Raan heeft een vraag.

De heer Van Raan (PvdD):

Die gaat over de motie op stuk nr. 85. Als de minister zegt dat maatwerk per locatie het doel is, dan geldt juist hiervoor weer dat je dan gaat kiezen wat van toepassing is. Dat de kap van bomen niet per definitie de bedoeling is, herken ik ook wel. Alleen, het resultaat door de jaren heen, door de decennia heen, is toch dat de bomen verdwijnen langs de N-wegen. Het enige dat wij vragen bij maatwerk per locaties is: zet bomenkap achteraan en kijk eerst naar snelheidsvermindering. Dat vraagt de motie.

Minister Harbers:

Ja, maar ook bomenkap zal op sommige locaties nodig zijn; laat ik daar ook gewoon eerlijk in zijn. Wij zoeken naar manieren en mogelijkheden per locatie om dat te voorkomen, maar er zijn gewoon locaties waar de boom wél het probleem is, en de verkeersveiligheid gaat mij ook na aan het hart; die wil ik echt kunnen waarborgen.

Dan de motie op stuk nr. 86. Gisteren en vorige week hebben wij hierover vragen beantwoord. Vanzelfsprekend sta ik ervoor open om daar nog verder over te spreken of nog verdere vragen over te beantwoorden als de commissie dat wil, maar ik heb in de beantwoording van de vragen aangekondigd dat er nog een aantal onderzoeken lopen, dat we het verder inzichtelijk maken en dat we nog niet uitgepraat zijn over zeer zorgwekkende stoffen, maar dat we wel meer inzicht moeten hebben in de materie. Ik wil het bij die eerder gegeven schriftelijke antwoorden laten. Om die reden ontraad ik de motie.

Mevrouw Kröger had daar ook nog een vraag over, maar als ik nu weer een brief ga sturen, zal het in essentie toch neerkomen op de antwoorden die we al hebben gegeven in reactie op de schriftelijke vragen en de aankondigingen en toezeggingen die we daarin gedaan hebben.

De voorzitter:

Meneer Van Raan heeft een vraag over de motie op stuk nr. 86.

De heer Van Raan (PvdD):

Ik moet de minister feliciteren, want hij slaagt er toch in mij een beetje kribbig te maken. De motie vraagt helemaal niet om nieuwe antwoorden. De motie stelt vast, juist op basis van de antwoorden die de minister gegeven heeft, dat het vreemde geval zich voordoet dat bij taxiën, landen en opstijgen in een keer zeer zorgwekkende stoffen — ik zeg het nog een keer: zeer zorgwekkende stoffen — vrijkomen. Die vallen niet onder de minimalisatieplicht, terwijl alle andere activiteiten daar wel onder vallen. De luchtvaart is erin geslaagd dat aspect niet mee te laten tellen. Het enige wat deze motie vraagt, uit naam van de gezondheid van de burgers, waar de minister zich toch ook iets aan gelegen zou moeten laten liggen, is om dat gelijk te trekken of om in ieder geval te bekijken hoe dat gelijkgetrokken kan worden.

Minister Harbers:

Precies, ook omdat het een serieus …

De heer Van Raan (PvdD):

...

De voorzitter:

Meneer Van Raan, u kunt wel doorpraten, maar ik heb uw microfoon al uitgezet. Uw interruptie was ook al van een behoorlijke lengte. Het woord is aan de minister.

Minister Harbers:

Het is een serieus vraagstuk, maar om die reden heb ik ook in de beantwoording van de schriftelijke vragen aangegeven dat daar op dit moment nog volop onderzoek naar loopt. Ik wil toch eerst de resultaten van dat onderzoek afwachten voordat ik conclusies trek over verdere gevolgen en bijvoorbeeld het vastleggen in wet- en regelgeving.

Voorzitter. Over de motie op stuk nr. 88 wil ik ook even een uitleg geven. Ik ben bereid om deze motie oordeel Kamer te geven, maar ik wil dan wel even het proces schetsen waarmee ik de motie denk te kunnen uitvoeren. Dat begint bij de extra middelen die in het coalitieakkoord ter beschikking zijn gesteld voor de instandhouding. Zoals eerder aangegeven, zal ik in mei in het beleidsprogramma nader ingaan op de aanpak van de instandhouding. De insteek is om, conform de wens van de Kamer, te komen tot een langdurige en stabiele programmering. In het voorjaar wordt de Kamer ook geïnformeerd over de inzet van de aanvullende middelen uit het coalitieakkoord in de periode tot en met 2025. Rijkswaterstaat en ProRail hebben een programmering voor deze periode in voorbereiding. Voor het vervangings- en renovatieprogramma worden in het MIRT-overzicht, elk jaar met Prinsjesdag, de vervangings- en renovatieobjecten inzichtelijk gemaakt, waarbij rekening wordt gehouden met projecten die met prioriteit moeten worden uitgevoerd voor het veilig gebruik van de infrastructuur. Tot slot merk ik op dat daar waar de veiligheid voor het verkeer of gebruikers in het geding kan zijn, beheersmaatregelen worden genomen zoals een verhoogd inspectieregime, tijdelijke afscherming, gebruiksbeperking of snelheidsverlaging. Bij de Staat van de infrastructuur wordt uw Kamer geïnformeerd over de diverse locaties. Er is ook een opbouw in hoe we omgaan met de extra middelen. Dat leidt uiteindelijk ook tot dat inzicht. Met inbegrip van dat proces zou ik de motie oordeel Kamer kunnen geven.

De voorzitter:

Met die uitleg is het oordeel Kamer voor de motie op stuk nr. 88.

Minister Harbers:

De motie op stuk nr. 89 is van de heer Alkaya. Hier hebben we het debat over gevoerd. In het coalitieakkoord is een andere keuze gemaakt, namelijk om ook uit te gaan van de huidige vliegbelasting. Zo zal het ook worden uitgewerkt door de staatssecretaris van Financiën, als eerstverantwoordelijke. Een bijkomend argument is dat de verhoging van de vliegbelasting reeds volgend jaar in moet gaan. Het ontbreekt ons dus ook aan de tijd voor een ander type uitwerking en een ander type maatregelen. Dan halen we de invoering per 2024 niet. Dat zijn twee redenen waarom ik de motie ontraad.

De motie op stuk nr. 90 is eigenlijk een afwijzing van rekeningrijden, terwijl daar in het coalitieakkoord wel een aanzet toe is gegeven. Daarnaast is dit een omzetting van de motorrijtuigenbelasting in een rekeningrijdensysteem zonder differentiatie naar tijd en plaats. Dat zijn twee redenen waarom ik ook de motie op stuk nr. 90 ontraad.

De motie op stuk nr. 91 van mevrouw Hagen en mevrouw Van Ginneken kan ik kortheidshalve oordeel Kamer geven.

Dan de motie op stuk nr. 92. Je kunt er van alles van vinden, maar het is de heer Madlener ongetwijfeld bekend dat we niet terug kunnen naar 130 km/uur, omdat dit specifiek is ingezet als onderdeel van het stikstofpakket. Dat is ook uitvoerig bedebatteerd in de vorige kabinetsperiode. Om die reden ontraad ik de motie.

Ik ontraad de motie op stuk nr. 94 over de parkeernorm bij nieuwbouwhuizen, omdat dat een verantwoordelijkheid is van de gemeenten.

Dank u wel.

De voorzitter:

Volgens mijn administratie hebben we nog de moties op stukken nrs. 84, 87 en 93. De staatssecretaris.

Staatssecretaris Heijnen:

Dank u wel, voorzitter. Ik begin met de moties. Daarna heb ik nog een tweetal vragen te beantwoorden.

De motie op stuk nr. 84 van de heer Van Raan van de Partij voor de Dieren gaat over wegwerpplastics. Ik vind ook dat hergebruik de norm moet worden. We gaan daarin ook grote stappen zetten met de aankomende ministeriële regeling en met de herziening van de Verpakkingsrichtlijn. Een totaalverbod op dit moment gaat te ver. Daarom moet ik deze motie ontraden.

De voorzitter:

De heer Van Raan mag nog een heel korte vraag stellen. U maakt er wel een gewoonte van! Als iedereen dat doet, zitten we er morgen nog.

De heer Van Raan (PvdD):

Ik maak er geen gewoonte van. Nee. De bewindspersonen maken er een gewoonte van om een motie te ontraden met heel rare argumenten of — in dit geval was het geen raar argument — door het onjuist lezen van de motie. De motie vraagt helemaal niet om op dit moment een verbod in te stellen. De motie vraagt eigenlijk niks anders dan wat de staatssecretaris zelf ook al zegt: we willen daar vanaf. "Zo snel mogelijk" is dan beter dan "ergens in de toekomst". Dát is wat de motie vraagt. Daarom loop ik naar voren, voorzitter. Ik zal weer naar voren lopen als moties niet goed worden gelezen.

De voorzitter:

Het mag ook. Ik gaf u het woord.

Staatssecretaris Heijnen:

Natuurlijk blijven we kijken naar wat verder kan, maar daarin hebben we wel de voorkeur voor een Europese aanpak. Zo maximaliseren we de impact. De alternatieven voor plastic moeten er zijn en moeten ook werkbaar zijn. Dat is wel heel erg van belang. Het is goed om te beseffen dat plastic niet altijd de slechtste oplossing is. Een algeheel verbod op plastic ontraden we op dit moment. Het is in sommige gevallen nog steeds een goed alternatief.

De voorzitter:

We gaan naar de motie op stuk nr. 87.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik wil mevrouw Kröger vragen om die motie aan te houden. Net als mevrouw Kröger vind ik het belangrijk dat we toewerken naar een grondstoffenreductie in het kader van de transitie naar een circulaire economie. Vóór de zomer, eind juni, zal ik de Kamer inzicht geven in de resultaten van het doelentraject. Ik zal het halveringsdoel daarin verder concretiseren. In het uitvoeringsprogramma worden concrete afspraken gemaakt over de doelen en de inzet van maatregelen op geselecteerde productgroepen. Ik verzoek mevrouw Kröger de motie aan te houden in afwachting van de uitkomst van het doelentraject.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Over het algemeen is een motie bedoeld om als Kamer bewindspersonen iets mee te geven om mee te nemen in die uitwerking. Als de staatssecretaris in deze motie dingen ziet waarvan ze denkt "nou, daar wil ik eigenlijk wel mee aan de slag", dan kan zij de motie toch oordeel Kamer geven?

Staatssecretaris Heijnen:

Nou, de motie verzoekt de regering om bindende grondstoffenreductieplannen uit te werken voor domeinen als de bouw, mobiliteit, elektrische apparaten, textiel en verpakkingen. Wij zijn bezig om te kijken naar dat halveringsdoel, maar de motie roept op om die bindende grondstoffenreductieplannen al definitief uit te werken. Ik kan toezeggen dat we in het te presenteren onderzoek goed zullen kijken naar de punten waaraan gerefereerd wordt, zonder dat ik kan beloven wat de uitkomst is. Het is uiteindelijk nog een onderzoek.

De voorzitter:

Mevrouw Kröger, houdt u de motie aan?

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik geloof het wel, ja.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Kröger stel ik voor haar motie (35925-XII, nr. 87) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

We gaan naar de motie op stuk nr. 93.

Staatssecretaris Heijnen:

Het is altijd fijn om het voordeel van de twijfel te geven.

Dan inderdaad de motie op stuk nr. 93 van de heer Madlener van de PVV. In het coalitieakkoord hebben wij afspraken gemaakt over de Lelylijn. De motie is in strijd met die afspraken.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 93 is daarmee ontraden.

Staatssecretaris Heijnen:

Ja, die is daarmee ontraden.

De heer Van Raan vroeg om actie rond de belasting op polymeren. Dat wil hij meegenomen zien in het Belastingplan. Belasting op polymeren is echt niet zo heel simpel. Er is meer tijd nodig om goed te kijken naar de voor- en nadelen en naar de mogelijkheden en onmogelijkheden. Het Belastingplan komt hiervoor echt te vroeg. Na de zomer zullen wij er een brief over sturen, samen met de staatssecretaris van Financiën en de minister van EZK.

Mevrouw Hagen vroeg naar de nieuwe definitie van afval. Of er een nieuwe afvaldefinitie nodig is voor de transitie naar een circulaire economie weet ik niet. Ik vind wel dat wij de definitie kunnen verduidelijken. De huidige definitie is vastgelegd in Europese wetgeving. De herziening van de betreffende wetgeving staat gepland voor 2023. Dat moment zou ik willen benutten om stevig in te zetten op de gewenste verduidelijking, want ik begrijp wel dat daar behoefte aan is.

De voorzitter:

Heel kort, mevrouw Hagen.

Mevrouw Hagen (D66):

Ik heb nog geen interruptie gehad, voorzitter, maar vooruit.

De voorzitter:

We doen bij tweeminutendebatten eigenlijk alleen vragen over moties. We doen niet al te veel vragen over vragen, want dan wordt het een heel debat, en dat is al afgerond. Mevrouw Hagen, een korte vraag.

Mevrouw Hagen (D66):

Mijn vraag is eigenlijk: als het in 2023 is, wanneer gaan wij het dan hebben over de afvaldefinitie? Wellicht kunnen we dat dan wel vooraf in een debat over circulaire economie doen.

Staatssecretaris Heijnen:

Dat lijkt me sowieso altijd goed. Ik heb in een Kamerbrief die ik nog niet zo lang geleden heb gestuurd ook al het een en ander daarover gezegd. Maar het lijkt me goed dat we even kijken op welk moment we met de Kamer van gedachten wisselen over de afvaldefinitie die wij passend vinden in Europees verband.

Voorzitter. De heer Van der Molen had nog een vraag over biedingen op regionale concessies. Ik ken de problematiek. Die maakt onderdeel uit van de bredere problematiek rond de ov-sector, die is veroorzaakt door corona. De afgelopen twee jaar zijn aanbestedingen door provincies en vervoersregio's vanwege de marktomstandigheden veelal uitgesteld. Om het aanbestedingsproces te normaliseren heeft het Rijk samen met de decentrale overheden gewerkt aan de herstructurering van de aanbestedingskalender. Dat is ook met de Europese Commissie besproken. Dat hebben we gedaan om de kans op adequate biedingen te vergroten en daarmee goed regionaal ov te borgen, ook na coronatijd.

Daarnaast vroeg de heer Van der Molen nog wanneer ik de Kamer kan informeren over het steunpakket. Het kabinet zal voor 1 april een beslissing nemen daarover, met name over het verlengen van de beschikbaarheidsvergoeding voor het ov. Ik hoop daar rond die tijd bij de Kamer op terug te kunnen komen.

De voorzitter:

Hartelijk dank.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de moties wordt volgende week dinsdag gestemd. Ik dank de minister van Infrastructuur en Waterstaat voor zijn beantwoording in de tweeminutendebatten.

Naar boven