37 Externe veiligheid

Aan de orde is het tweeminutendebat Externe veiligheid (CD d.d. 26/01).

De voorzitter:

We gaan direct door met dezelfde staatssecretaris met het tweeminutendebat Externe veiligheid. Daarvoor geef ik gelijk het woord aan mevrouw Kröger, die zal spreken namens GroenLinks. O, de heer Thijssen namens de Partij van de Arbeid heeft als eerste het woord, omdat hij een overlappend debat heeft. De collega's hebben hem dat vergund.

De heer Thijssen (PvdA):

Dank, voorzitter, en dank aan collega Kröger. Ik heb geen moties, maar ik heb wel een vraag aan de minister. In september liet een studie van het RIVM zien dat er heel veel vervuiling is rond de fabriek van Tata. Kinderen moesten daar eigenlijk niet buiten spelen; zo vies was het daar. Gelukkig heeft deze Kamer toen een motie aangenomen die zei: er moet een plan van aanpak komen om onacceptabele gezondheidsrisico's te voorkomen. De minister zei: voor de zomer komt er een uitleg van het RIVM over wat de onacceptabele gezondheidsrisico's zijn en hoe schoon de lucht daar moet zijn. Dat is fijn.

Ten tweede hebben we daarna een RIVM-rapport gehad dat zei: eigenlijk zit er een heel groot verschil tussen wat Tata opgeeft aan uitstoot en berekeningen aan de ene kant en wat we meten aan de andere kant. Daar kan soms wel een factor 50 tot zelfs 1.000 tussen zitten. Ook daarvan heeft de staatssecretaris gezegd: dat ga ik onderzoeken en dan kom ik rond de zomer met een uitleg. Ik wil de minister het volgende vragen. Ik denk dat deze twee onderzoeken ertoe gaan leiden dat het plan van aanpak, waartoe de Kamer heeft opgeroepen in de motie, moet worden aangepast. Is de minister bereid om voor het zomerreces dat aangepaste plan van aanpak naar de Kamer te sturen, zodat we duidelijkheid kunnen geven aan de omgeving van Tata dat ze daar op termijn zonder onacceptabele gezondheidsrisico's kunnen wonen?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu wel het woord aan mevrouw Kröger. Zij zal spreken namens GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Van mijn kant twee moties met betrekking tot Tata.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit het laatste rapport van het RIVM blijkt dat er te veel kankerverwekkende paks en metalen vrijkomen bij de productie van cokes;

constaterende dat er in het plan van aanpak Tata Steel staat dat het sluiten van de Kooksfabrieken zou leiden tot een forse reductie van zeer zorgwekkende stoffen, stikstof en geur;

overwegende dat het onacceptabel is om nog tot 2030 te wachten om de gezondheidssituatie in de IJmond daadwerkelijk te verbeteren;

verzoekt de regering om in kaart te brengen wat er nodig is om sluiting van de Kooks 2-fabriek op korte termijn af te dwingen en een sluitingsdatum vast te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger, Thijssen en Van Esch.

Zij krijgt nr. 217 (28089).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er door Roland Berger onderzoek is uitgevoerd naar de technische en economische gevolgen en de uitvoerbaarheid van het verduurzamingsscenario, maar dat de gevolgen van andere scenario's, zoals sluiting of verschillende vormen van krimp, nooit zijn onderzocht;

overwegende dat het van belang is om naast de technische en economische gevolgen ook de maatschappelijke gevolgen van alle scenario's in kaart te hebben om een weloverwogen afweging te kunnen maken over eventuele financiële steun aan het verduurzamingstraject van Tata Steel;

verzoekt de regering om de verschillende scenario's betreffende de toekomst van Tata Steel en diens gevolgen voor economie, werkgelegenheid, gezondheid, klimaat en milieu in kaart te brengen en deze te beoordelen op haalbaarheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.

Zij krijgt nr. 218 (28089).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter, tot slot. We hebben volgens mij een stevig debat over Tata gevoerd. De zorgen in de omgeving zijn groot. Die zijn met name groot doordat te lang, eigenlijk ook vanuit de rijksoverheid, aan dit probleem niet de aandacht gegeven is die nodig is. Ik hoop dus echt dat deze staatssecretaris deze problemen bij Tata voortvarend aanpakt.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Van Esch. Zij zal spreken namens de fractie van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dank u, voorzitter. Ik had vanavond vier moties bij me, maar ik heb één motie ondertekend die GroenLinks al ingediend heeft. Wij hadden namelijk eigenlijk dezelfde motie. Het leek me dus onzinnig om die in te dienen. De eerste motie sluit wel aan bij de laatste motie die GroenLinks indient. Die gaat ook over de scenario's.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een plan ligt om miljarden aan belastinggeld aan Tata te besteden voor de route naar waterstof;

overwegende dat bij het zoeken naar oplossingen voor de vervuiling van Tata Steel alle opties op tafel moeten liggen;

verzoekt de regering naast de scenario's in het CE Delft-rapport een extra scenario te onderzoeken waarin Tata Steel in IJmuiden zich beperkt tot het recyclen van staal,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch en Teunissen.

Zij krijgt nr. 219 (28089).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit het RIVM-rapport blijkt dat er een groot verschil is tussen de informatie van Tata Steel over de uitstoot van schadelijke stoffen en de werkelijke uitstoot op basis van metingen, waarbij de werkelijke uitstoot van kankerverwekkende paks tot wel factor 1.000 hoger is dan de uitstoot gerapporteerd door Tata Steel;

constaterende dat de bevoegde omgevingsdienst jarenlang de informatie van Tata Steel heeft gecontroleerd en geaccordeerd;

constaterende dat Tata Steel betrokken is bij nationale problematiek op het gebied van klimaat en stikstof en dit toezicht op rijksniveau vereist;

verzoekt de regering het toezicht op en de handhaving van Tata Steel onder te brengen bij de ILT,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch en Teunissen.

Zij krijgt nr. 220 (28089).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dan mijn laatste motie, opnieuw over Tata Steel.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de productie van cokes aangemerkt kan worden als een van de meest vervuilende processen bij Tata Steel IJmuiden;

constaterende dat de volksgezondheid hier al decennia aantoonbaar onder lijdt;

constaterende dat deze druk op de volksgezondheid zo spoedig mogelijk verminderd moet worden;

overwegende dat de productie van cokes, meer dan voor de eigen staalproductie noodzakelijk is, een onevenredige belasting is voor de omgeving;

verzoekt de regering om de export van cokes zo spoedig mogelijk te (doen) verbieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch en Teunissen.

Zij krijgt nr. 221 (28089).

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Haverkort. Hij zal spreken namens de fractie van de VVD.

De heer Haverkort (VVD):

Voorzitter, dank. Externe veiligheid: bedrijven die zorg dragen voor een schone buurt. Bij de diverse bezoeken die ik de afgelopen periode heb gebracht aan ondernemers in dit land, merk ik dat er heel veel besef is op dit punt. Niet alleen bij grote spelers, maar ook bij vele kleine bedrijven is de zorg voor de buurt zichtbaar in het gedrag van ondernemerschap. In dat gedrag is noaberschap langzaam steeds vanzelfsprekender. Zijn we er dan? Nee, nog lang niet. We zullen als samenleving de komende jaren veel aandacht moeten besteden aan het verschonen van onze productie. Daarnaast zullen we ook veel aandacht moeten geven aan het gezamenlijk opruimen van de restanten uit het verleden.

Voorzitter. De VVD-fractie is in dat kader dan ook blij met de stap die deze staatssecretaris heeft gezet om nog voor de zomer met een plan te komen om bedrijven, vaak agrarische, in regio's zoals Brabant, Twente of de Achterhoek, te helpen met het saneren van asbestdaken. Om de beschikbare middelen zo snel en doelmatig mogelijk in te zetten, de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering heeft toegezegd nog voor de zomer een alternatief voor het zogenaamde "zakelijk fonds" naar de Kamer te sturen;

overwegende dat capaciteit in deze sector schaars is en saneringsbedrijven veilig moeten kunnen werken;

overwegende dat vooral agrarische gebouwen voorzien van asbestdaken en/of -wanden nu niet of nauwelijks gesaneerd worden, waardoor mogelijk negatieve effecten voor de volksgezondheid kunnen ontstaan;

overwegende dat er momenteel geen harde einddatum is waarvoor deze asbestdaken gesaneerd moeten worden;

overwegende dat diverse innovatieve saneringstechnieken momenteel niet ingezet worden, ondanks dat TNO al in 2019 op specifiek verzoek van de Kamer de toepassing van een werkmethode met een specifiek foam positief heeft beoordeeld;

verzoekt de regering innovatieve saneringstechnieken te betrekken bij de alternatieve besteding van de middelen uit het "zakelijk fonds";

verzoekt de regering indien nodig verder onafhankelijk onderzoek uit te laten voeren naar de veilige inzetbaarheid van innovatieve saneringsmethoden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Haverkort, Van der Molen en Hagen.

Zij krijgt nr. 222 (28089).

De heer Haverkort (VVD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is tot slot het woord aan mevrouw Hagen. Zij zal spreken namens de fractie van D66.

Mevrouw Hagen (D66):

Dank, voorzitter. We vallen in Nederland van het ene in het andere incident op het gebied van milieucriminaliteit, van de uitstoot van Tata Steel tot een met pfas en plastic vervuilde Westerschelde. Mogelijk geldt dat straks ook voor de Hedwigepolder. Terwijl bedrijven in de afwezigheid van strikte wetgeving en efficiënte handhaving zonder grote consequenties onze leefomgeving vervuilen met onder meer fijnstof en microplastics, blijft de politieke realiteit voortkabbelen. D66 wil een structurele oplossing voor deze bedreiging van onze leefomgeving en onze gezondheid. Helaas werd het commissiedebat Toezicht en handhaving uitgesteld naar 12 april, maar allereerst is het natuurlijk fijn om de staatssecretaris weer in goede gezondheid te zien.

In de planning voor de opvolging van de aanbevelingen van de commissie-Van Aartsen, die de staatssecretaris ons toestuurde, staan een tweetal acties genoemd in maart, dus vóór de nieuw geplande datum van het commissiedebat Toezicht en handhaving. Om vaart te houden vraagt D66 de staatssecretaris om de volgende toezeggingen. Kan de staatssecretaris toezeggen dat we nog voor het commissiedebat Toezicht en handhaving van 12 april een terugkoppeling van haar ontvangen over haar bespreking van de aanbevelingen van de commissie-Van Aartsen in het Bestuurlijk Omgevingsberaad? Kan zij daarnaast toezeggen dat we vóór dit commissiedebat een terugkoppeling van haar ontvangen over de werksessie met alle bij de milieucriminaliteit betrokken stakeholders over de specifieke aanbevelingen van de commissie-Van Aartsen op het gebied van prioriteit, capaciteit en inzet voor strafrechtelijke handhaving en vervolging?

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Kröger heeft daar nog een korte vraag over.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

In het debat over externe veiligheid hebben we het eigenlijk vooral, en bijna alleen maar, over Tata Steel gehad. Ik hoopte dus heel erg dat mevrouw Hagen daar ook iets over zou zeggen. Nu hebben wij een motie ingediend om het kabinet te vragen om met een concrete sluitingsdatum te komen voor de Kooksfabriek 2. Heel graag hoor ik van D66 of zij deze motie steunen.

Mevrouw Hagen (D66):

Het onderzoek lijkt me een uitstekend idee, omdat we dan weten wat ervoor nodig is om die delen te sluiten. Over het tweede, die sluitingstermijn, hoor ik heel graag een appreciatie. Sowieso wil D66 heel graag naar een structurele handhaving. Ik ben nu kort een jaar Kamerlid. Ik heb al kwik, ijzererts en steenkool in de Noordzee, en een hogere uitstoot dan berekend vanuit Tata Steel gezien. We willen dus heel graag naar een structurele oplossing, zodat zowel de handhaving als het toezicht beter is geregeld. Daarom stelde ik ook mijn vragen aan de staatssecretaris.

De voorzitter:

Dank u wel. De staatssecretaris heeft gevraagd om vijf minuten om zich voor te bereiden op de beantwoording van de vragen en de beoordeling van de moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de staatssecretaris voor het oordeel over de moties en het beantwoorden van de gestelde vragen.

Staatssecretaris Heijnen:

Voorzitter. Ik begin met een aantal moties en daarna zal ik de vragen nog behandelen.

De eerste motie, die op stuk nr. 217, is van mevrouw Kröger, met het verzoek om in kaart te brengen wat nodig is voor sluiting van de cokesfabrieken. Het stilleggen van het bedrijf of een onderdeel daarvan is een maatregel die moet worden genomen door het bevoegd gezag. Dat is in dit geval de provincie Noord-Holland. Dat kan alleen wanneer het bedrijf zich stelselmatig niet houdt aan wet- en regelgeving en de vergunningvoorschriften. Dat is bij de cokesfabrieken niet aan de orde. Het kabinet zet in op een schone en groene staalindustrie in Nederland. De keuze van Tata voor de waterstofroute in plaats van voor grootschalige ondergrondse CO2-opslag betekent dat de sluiting van de cokesfabrieken al eerder gaat plaatsvinden. Daarbij gaat de Kooks 2-fabriek als eerste sluiten. Bij het ondersteunen van die transitie zet ik in op harde afspraken over tijdpaden en sluiting van onderdelen. Dat wordt verder uitgewerkt door mijn collega, de minister van Economische Zaken en Klimaat. Ik ontraad de motie, maar wil wel toezeggen om mij samen met die medeoverheden in te spannen om concrete afspraken te maken met Tata Steel over een zo snel mogelijke overstap op waterstofproductie en sluiting van het oude productieproces, inclusief de sluiting van de cokesfabrieken.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Wederom, dank voor de toezegging, maar waarom kan deze motie dan niet gewoon oordeel Kamer krijgen? Want dat vraagt deze motie. Er is een vraag vanuit de regio. Vanuit alle kanten is er heel veel behoefte aan duidelijkheid over de sluitingsdatum. Het klopt: als er in 2030 groene waterstof is, is dat in 2030. Maar er is behoefte aan een snellere sluitingsdatum. Vandaar de vraag om een onderzoek te doen naar wanneer het dicht zou kunnen en om dan met een sluitingsdatum te komen voor dat specifieke bedrijfsonderdeel dat zo veel uitstoot veroorzaakt.

Staatssecretaris Heijnen:

Wij zijn niet het bevoegd gezag om te beslissen over sluiting of niet. Wij kunnen wel aandringen op een snellere sluiting, om de transitie sneller te laten verlopen dan tot 2030. Daar wil ik me heel erg voor inzetten.

De voorzitter:

We gaan naar de tweede motie.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan had mevrouw Kröger nog een motie over verschillende scenario's. Het uitwerken van verschillende scenario's voor de toekomst van Tata Steel is aan het bedrijf en niet aan de overheid. Het bedrijf heeft daartoe eerder bijvoorbeeld de verduurzamingsroute voor ondergrondse CO2-opslag en de waterstofroute vergeleken. De kabinetsinzet is een zo snel mogelijke transitie naar groen staal in IJmuiden. Tata Steel is nu aan zet om de plannen daarvoor zo snel en zo goed mogelijk verder uit te werken. Op basis van die uitwerking zal ik een onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren naar de milieu- en gezondheidseffecten daarvan. Dat is ook onderdeel van het plan van aanpak. De uitkomsten daarvan worden betrokken bij de afweging over ondersteuning van het verduurzamingstraject van Tata Steel.

De voorzitter:

En het oordeel over de motie op stuk nr. 218?

Staatssecretaris Heijnen:

Ik zal de motie dus helaas moeten ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 219, over het doorrekenen van het recyclen van staal. Die moet ik ontraden. Ik verwijs daarbij graag naar het antwoord op de motie van mevrouw Kröger over de verschillende scenario's.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Ik snap dat antwoord niet. Ik zou niet weten waarom het kabinet niet een scenario zou kunnen onderzoeken, of in ieder geval de mogelijkheid zou kunnen neerleggen. Ik snap niet waarom dat niet zou kunnen.

Staatssecretaris Heijnen:

Omdat het aan het bedrijf is om bedrijfsscenario's te maken, en niet aan de overheid.

De voorzitter:

Mevrouw Van Esch, nog kort.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Nee hoor, dat kunnen wij ook gewoon doen. Dat kun je ook als overheid doen. Volgens mij zegt u nu eigenlijk, als ik het goed begrijp, dat u het niet wilt doen, dat deze staatssecretaris dat niet wil doen. Dat kan ook, maar dan is dat het antwoord. Maar de mogelijkheid ligt er wel degelijk. Dus ik hoor dan wel graag het eerlijke antwoord: wij zijn niet bereid om te onderzoeken of het recyclen van staal een van de scenario's is die zou kunnen. Volgens mij kan het prima.

Staatssecretaris Heijnen:

Uiteindelijk is het aan het bedrijf zelf om te gaan over verschillende toekomstscenario's. Wij kunnen wel meedenken en zorgen dat we hulp en input geven waar dat mogelijk is.

Even kijken, dan …

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 220.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan nog de motie op stuk nr. 220, over het overbrengen van toezicht en de handhaving van Tata naar de ILT. Dit is aan de provincie Noord-Holland, als bevoegd gezag. De provincie ziet geen aanleiding om de VTH-taken bij een andere organisatie onder te brengen. Overigens ondersteunt de ILT al intensief op dit dossier, dus ik zal de motie ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 221 van de Partij voor de Dieren, over het verbieden van export van cokes. Dit onderwerp ligt op het terrein van mijn collega's van EZK en van Buitenlandse Zaken. Ik kan er daarom geen oordeel over geven en zal de motie doorgeleiden naar mijn collega's voor een appreciatie. Tot die tijd zal ik de motie ontraden.

De voorzitter:

Wanneer komt die appreciatie dan? Komt die voor de stemmingen van dinsdag?

Staatssecretaris Heijnen:

Ja. Ik zal zorgen dat die zo snel mogelijk richting de Kamer wordt gezonden, en sowieso voor dinsdag.

De voorzitter:

Voor de stemmingen van dinsdag komt er dus een appreciatie van de motie op stuk nr. 221. Dan de motie op stuk nr. 222.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan nog de motie op stuk nr. 222 van de VVD, over asbestsanering. Ik verzoek u de motie in afwachting van de resultaten van twee eerdere toezeggingen aan te houden. Het betreft een toezegging aan uw Kamer om u voor de zomer te informeren over de inzet van middelen voor de asbestdakenaanpak en de toezegging om eerst een kostenanalyse te laten maken van alternatieve methoden.

Dan had ik nog …

De voorzitter:

U verzoekt de heer Haverkort de motie aan te houden, maar daar hebben we nog geen reactie op gehoord. Bent u daartoe genegen, meneer Haverkort?

De heer Haverkort (VVD):

Die twee toezeggingen waren er natuurlijk al. De essentie zit hem in het feit dat we in dat plan dat voor de zomer naar de Tweede Kamer komt heel graag ook daadwerkelijk die input van die nieuwe innovatieve saneringsmethode tot uiting zien komen. We hebben er alle vertrouwen in dat dat, op basis van dat onderzoek naar die kostenanalyse, alleen maar extra versterking voor die innovatieve methodes met zich mee zal brengen; dus in afwachting van dat onderzoek kunnen we dat rustig doen. Ik gun de staatssecretaris alle ruimte om dat zichtbaar te maken in dat plan richting de zomer. Tot die tijd houden wij — ik kijk heel even naar mijn mede-indiener; die knikt — de motie heel graag aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Haverkort stel ik voor zijn motie (28089, nr. 222) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De staatssecretaris heeft nog enkele vragen liggen, drie vragen.

Staatssecretaris Heijnen:

Meneer Thijssen van de Partij van de Arbeid vroeg of ik kan toezeggen dat er een nieuw actieplan komt zodra de onderzoeken naar het gat zijn afgerond en of ik dat voor de zomer kan toesturen. Op dit moment valt niet met zekerheid te zeggen dat de voor het plan van aanpak gehanteerde emissiegegevens niet juist zijn. Daarom is het van belang om inzicht te krijgen in het verschil tussen de metingen van het RIVM en de emissies die Tata Steel rapporteert. Naar verwachting is dat inderdaad voor de zomer bekend en daarna kan bepaald worden of aanvullende maatregelen nodig zijn. Mocht blijken dat herijking van het plan van aanpak nodig is, dan zal ik dat zeker doen. Dat doe ik dan ook voor de zomervakantie.

Dan vroeg mevrouw Hagen nog of ik kan toezeggen dat ze nog voor het commissiedebat Toezicht en handhaving van 12 april een terugkoppeling ontvangt over de aanbevelingen van de commissie-Van Aartsen uit het Bestuurlijk Omgevingsberaad. Dat kan ik toezeggen, net als de terugkoppeling, mede namens de minister van JenV, over de werksessie met betrekking tot milieucriminaliteit, die 30 maart zal plaatsvinden.

Volgens mij heb ik daarmee alles beantwoord.

De voorzitter:

Dank u wel, staatssecretaris.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Er komt nog één brief met een appreciatie van het kabinet van de motie op stuk nr. 221 voor de stemmingen van volgende week dinsdag. Die stemmingen zijn dus volgende week dinsdag voorzien. Dan is dat het einde van dit tweeminutendebat.

Naar boven