4 Landbouw- en Visserijraad 15 en 16 november 2021

Aan de orde is het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad 15 en 16 november 2021 (21501-32, nr. 1359).

De voorzitter:

Dan is thans aan de orde het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad 15 en 16 november 2021 (21501-32, nr. 1359). Een hartelijk woord van welkom aan de kersverse minister, die vandaag zijn vuurdoop hier ondergaat. Welkom in ons nederige stulpje en welkom in vak-K. Wij wensen u veel succes bij uw eerste optreden hier.

We hebben vier sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is de heer Wassenberg van de fractie van de Partij voor de Dieren. Hij heeft zoals iedereen twee minuten spreektijd. Het woord is aan hem.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank, voorzitter. Allereerst welkom aan de minister in deze zaal. Ik ga heel snel van start, want vorige week is een zeearend overleden na aanvaring met een windmolen. Die zeearend valt onder de bescherming van de Europese Vogelrichtlijn en de dood van dit prachtige dier had voorkomen kunnen en moeten worden. Daarom de volgende twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat onderzoek aantoont dat vogelaanvaringen met 70% afnemen bij aanwezigheid van een zwart rotorblad;

constaterende dat in de Eerste Kamer met algemene stemmen een motie is aangenomen die de regering verzoekt om bij nieuwe windmolens op zee te eisen om ten minste één rotorblad per windturbine zwart te kleuren;

verzoekt de regering om ook voor windturbines op land te eisen om één rotorblad per windturbine te kleuren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wassenberg en Van Raan.

Zij krijgt nr. 1373 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een detectiesysteem bij windturbines veel dodelijke aanvaringen door trekvogels en roofvogels kan voorkomen;

verzoekt de regering om voor windmolens op land en in zee de eis op te nemen dat zij voorzien worden van een detectiesysteem,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wassenberg en Van Raan.

Zij krijgt nr. 1374 (21501-32).

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Met de kap van het Sterrebos in Limburg riskeert de regering een inbreukprocedure door de Europese Commissie omdat kwetsbare natuur niet voldoende beschermd wordt, wat wel moet. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de kap van het 200 jaar oude Sterrebos deze week is begonnen;

constaterende dat in het bos uilen, reeën, spechten, dassen en verschillende soorten beschermde vleermuizen leven;

constaterende dat de minister wettelijk verplicht is toe te zien op de correcte toepassing van de EU-Vogel- en Habitatrichtlijn en dat bij niet-correcte toepassing een inbreukprocedure van de Europese Commissie dreigt;

verzoekt de regering om de kap per direct stil te leggen tot de Europese Commissie hierover uitspraak heeft gedaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg.

Zij krijgt nr. 1375 (21502-32).

De heer Wassenberg (PvdD):

En als allerlaatste, voorzitter, de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de EU omstreden producten van haar markt weert, zoals bont van honden, katten en zeehonden, vanwege de wrede behandeling en/of doding van de dieren;

constaterende dat de EU nog wel de import van kangoeroevlees en -producten uit Australië toestaat, terwijl uit diverse onderzoeken blijkt dat de commerciële jacht op kangoeroes gepaard gaat met veel dierenmishandeling;

constaterende dat in New South Wales een parlementair onderzoek naar de commerciële jacht op kangoeroes liet zien dat bij deze jacht de gedragscode stelselmatig wordt overtreden;

verzoekt de regering bij de Europese Commissie de problematiek rond de toegang van omstreden producten als kangoeroevlees en kangoeroeproducten tot de Europese markt aan te kaarten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg.

Zij krijgt nr. 1376 (21501-32).

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik heb een klein probleem, want u dient vier moties in. Die laatste motie herken ik. Die slaat terug op het debat over de Landbouwraad dat u gehad heeft. Maar de eerste drie moties, dus de moties inzake de zeearend en de windturbines en zeker de motie inzake het Sterrebos, hebben niets te maken met het debat.

De heer Wassenberg (PvdD):

Nee, maar die hebben wel alles te maken met de LNV-Raad. Dit is inderdaad waar Europa over gaat. Dit is hartstikke actueel. Dit heeft te maken met de manier waarop dit soort zaken dadelijk ook weer door Europa worden beoordeeld. Dus op het moment dat dadelijk het Sterrebos gekapt is en een inbreukprocedure dreigt, heeft Nederland een groot probleem. Dus dit is inderdaad het moment om dit aan de orde te stellen. Vanmiddag bij het commissiedebat Natuur zal ik er ook nog met de minister voor Natuur over spreken. Het is nu echt razend actueel …

De voorzitter:

Actueel is het zeker. Dat wil ik niet betwisten. Maar het heeft niets te maken met die Landbouwraad die al op 15 en 16 november is gehouden en waarover u toen al vergaderd hebt. Daar is het niet aan de orde gekomen. Dus het staat buiten de orde. En als ik gewoon naar het reglement van orde kijk, kun je alleen een motie indienen over hetgeen waarover is gedelibereerd. Dit is daarbij niet ter sprake gekomen. Dat geldt voor de eerste drie moties: de zeearend, de windturbines en zeker het Sterrebos. Die hebben niets te maken met de Landbouwraad. U heeft volgende week nog een commissie. Het lijkt me meer terecht om het daar te bespreken.

De heer Wassenberg (PvdD):

Sterker nog, we hebben vanmiddag een commissie, maar daar kan ik geen moties indienen. Wat ik zei: er dreigt nu al een inbreukprocedure tegen Nederland over de bijvangsten van de visserij. Dit is iets waar Nederland dadelijk mee geconfronteerd wordt. Het is dus nu of nooit, ook om te voorkomen dat Nederland dadelijk opnieuw met een inbreukprocedure wordt geconfronteerd door de Europese Commissie. Het heeft alles te maken met Europa. Het heeft alles te maken met de Landbouw- en Visserijraad. De Landbouw- en Visserijraad waar we nu over spreken, is al van vorig jaar. We hebben toen niet meteen een debat aangevraagd, maar dat betekent dat actuele zaken daar ook behandeld kunnen worden, moeten worden.

De voorzitter:

Als ik kijk naar het Reglement van Orde, zijn deze moties gewoon niet conform zoals het hoort. Ik begrijp de actualiteit en ik begrijp dat het u hoog zit, maar ik neig er erg naar om de eerste drie moties niet te accepteren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dat bestrijd ik. Wat ik zei: het is niet alleen razend actueel, maar dit is inderdaad ook waar de Landbouw- en Visserijraad over gaat. Dit is niet de meest recente Landbouw- en Visserijraad, want het is er nog eentje uit 2020. Maar dit is waar Nederland dadelijk mee geconfronteerd wordt. Het is een onderwerp dat op de agenda van de Landbouw- en Visserijraad zou staan en waarschijnlijk dadelijk ook zal staan. Ik ben nu vroeg om te voorkomen dat we dadelijk te laat zijn.

De voorzitter:

U heeft me niet overtuigd. Ik vind zeker dat de motie over het Sterrebos, wat nu in de actualiteit speelt, niets te maken heeft met de Landbouwraad. Dus ja, ik kan nu de hamer laten vallen en zeggen: ik accepteer die eerste drie moties niet. Dan komen we in een soort confrontatie die ik eigenlijk niet zoek. Maar ik kan er niets anders van maken dan dat de moties die u indient niets te maken hebben met de Landbouwraad.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik stel het volgende voor. Laten we dadelijk even kijken wat de minister hiervan vindt. Laten we even het oordeel van de minister afwachten. Ik kan ook altijd zeggen: ik houd ze nog aan. Ik kan het ook vanmiddag nog even aan de orde brengen. Laten we dat dan even als tussenoplossing beschouwen.

De voorzitter:

Dat is een uitgestoken hand die ik met plezier aanvaard. Laten we het zo doen. Maar ik behoud mij de mogelijkheid voor om te zeggen dat die eerste drie moties buiten de orde zijn, en dan neem ik die beslissing. Dan kunt u mijn beslissing weer met een meerderheid van stemmen van tafel vegen, maar ik wil wel hebben opgemerkt dat ik mij de mogelijkheid voorbehoud om die eerste drie moties niet te accepteren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Goed, dan stel ik voor dat we eerst even het oordeel van de minister afwachten en daarna nog even verder delibereren.

De voorzitter:

Dan praten we verder. Nou, het is een mooi begin van de werkdag, lekker rustig. De heer Bisschop is de volgende spreker van de zijde van de Kamer, maar die zie ik niet. Dan de heer Tjeerd de Groot van de fractie van D66.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Voorzitter. De schriftelijke inbreng ging over bestrijdingsmiddelen, dus ik hoop dat ik daar iets over mag zeggen. Ik heb geen moties. Het gaat over glyfosaat, toch maar weer. Gisteren hebben we er ook met de minister over van gedachten gewisseld. Dit voorjaar kleuren de velden in Nederland weer geel door het onnodig gebruik van glyfosaat. Deze Kamer heeft op 26 mei 2018 al gezegd dat dat moet stoppen. Eigenlijk zijn die gele velden gewoon een middelvinger, doordat het ministerie dit toestaat, naar de Tweede Kamer maar ook naar de mensen die hier wonen. Ik wil dus alle mensen oproepen om dit voorjaar foto's van die gele velden naar de minister te sturen, zodat duidelijk wordt wat er gebeurt in het land. Want ik vind het onacceptabel dat met twee duidelijke uitspraken van deze Kamer niets wordt gedaan.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Begrijp ik nou goed dat de heer De Groot wil dat mensen naar het erf van boeren gaan om daar foto's te maken en die dan ergens online zetten? Wat denkt de heer De Groot dat dat met boeren doet? Zij houden zich gewoon aan een wettelijke regel. Dat kan meneer De Groot niet leuk vinden. Dat is prima; dat mag iedereen in Nederland niet leuk vinden. Maar ik vind dit wel een beetje een heksenjacht, eerlijk gezegd.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Mevrouw Van der Plas is misschien ook geworden dat deze motie door de Kamer is ingediend namens de burgers van Nederland. Inderdaad doen boeren niks verkeerd, want het ministerie staat toe dat onnodig glyfosaat wordt gebruikt om de velden geel te spuiten. Het is een grote gifwolk over Nederland in het voorjaar. Zonde van de gezondheid, zonde van de velden. Het zijn juist de burgers die daar last van hebben. Overigens ondervinden ook de boeren daar gezondheidsschade van. In Frankrijk is parkinson een beroepsziekte. Dat zou u zich toch moeten aantrekken? Het is juist mijn verzoek om het naar de minister te sturen, omdat de minister dit onnodige gebruik van glyfosaat toestaat.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Sorry, maar de heer De Groot overtuigt mij in dit geval niet. Dit is gewoon een heksenjacht. Ik vind echt niet dat een parlementariër mensen in Nederland moet gaan oproepen om foto's te maken van privégrond van boeren. De heer De Groot gaat er helemaal niet over of ze het onnodig gebruiken. De heer De Groot weet helemaal niet of het onnodig is. Hij vindt het onnodig. Ze mogen het wettelijk nog steeds gebruiken. Ik vind echt dat de heer De Groot zich er heel erg diep voor moet schamen dat hij deze oproep hier doet. Dit is gewoon opruiing.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Mevrouw Van der Plas heeft het er altijd over dat de boeren in Nederland ook onze landschapsbeheerders zijn. Zij zorgen ervoor dat het landschap er mooi uitziet voor de gemeenschap. Boeren doen inderdaad niks verkeerd. Ze mogen dit doen. Ik herhaal dat: ze mogen dit doen. Maar de minister staat onnodig gebruik van glyfosaat toe, ten koste van de gezondheid van boeren en burgers. Nota bene de BoerBurgerBeweging heeft een hoorzitting georganiseerd — waarvoor dank — waarin hoogleraar Bas Bloem sprak. Dit is echt een belangrijk punt. Hij heeft heel goed duidelijk gemaakt dat de beoordeling van glyfosaat te wensen overlaat. De relatie tussen bestrijdingsmiddelen en parkinson wordt niet goed onderzocht bij de toelating. Die muizen leven nog, maar pas als de hersencellen in een bepaald gebied voor meer dan 70% zijn aangetast, krijgen ze parkinson. Dat heeft het Ctgb toegestaan. We lopen hier met elkaar echt een heel groot risico. Juist de boeren hebben hier last van. Ik begrijp dat u niks voor de burgers doet ...

De voorzitter:

Dat mevrouw Van der Plas niks voor de burgers doet.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

... maar ik begrijp niet dat u niks voor de boeren doet. De boeren hebben ook belang bij minder bestrijdingsmiddelen. Het scheelt ook heel veel geld. Dat spul is hartstikke duur.

Ik zou in dit verband graag het volgende van de minister willen weten. Ondertussen loopt de toelating van parkinson door aan de hand van oude criteria. Het Ctgb zegt: je moet veel beter gaan kijken naar de relatie tussen parkinson en andere neurotoxicologische aandoeningen en de toelating van bestrijdingsmiddelen, in dit verband glyfosaat. Hoe gaat de minister daarmee om? Het valt nu eigenlijk een beetje tussen wal en schip.

Voorzitter. Het is de minister waarschijnlijk geworden dat er in Duitsland een coalitieakkoord tot stand is gekomen, waarin staat dat de coalitie glyfosaat niet meer gaat toestaan. Dat is natuurlijk aan Duitsland, maar dat heeft nog een effect. Als ik een Duitse boerenorganisatie was, zou ik zeggen: ja, maar de Nederlanders mogen het wel gebruiken. Het zit echt overal op en in. Je kunt er dus vergif op innemen dat de Duitse retail en de Duitse verwerkers aan Nederlandse boeren en boerenverwerkers zullen vragen om dat spul ook in Nederland te verbieden. Dus alstublieft, bereid de Nederlandse agrosector daarop voor. 70% tot 80% van onze export gaat naar Duitsland, dus wees daar behoedzaam voor. Graag een reactie van de minister.

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed. U bedankt. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Van der Plas van de fractie van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel. Ik heet de minister welkom in deze prachtige zaal, waar niet altijd hele goede dingen worden gezegd, zoals we net hebben gehoord. Maar vaak worden er ook hele mooie dingen gezegd en daar ben ik voor.

Ik heb een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat boeren er via het verbouwen van planten en grassen voor zorgen dat CO2 in de bodem wordt vastgelegd;

constaterende dat de minister op de informele EU-Raad Landbouwministers op bezoek bij een Franse boer heeft gezien hoe carbon farming een positieve bijdrage kan leveren aan het inkomen van boeren;

overwegende dat boeren stimuleren om meer CO2 in de bodem vast te leggen zowel goed is voor het klimaat als voor het inkomen van de boeren;

overwegende dat een retailer in België al gestart is met extra begeleiding om vijftien koolstofboeren op te leiden;

verzoekt de minister om ook met retailers om tafel te gaan en ze te stimuleren en faciliteren om ook voor Nederlandse boeren een dergelijk project te starten om zo de kennisontwikkeling op dit gebied te bevorderen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 1377 (21501-32).

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik zie dat ik nog een minuutje over heb.

De voorzitter:

Maar dat is geen verplichting hoor.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nee, maar dat minuutje gebruik ik wel. Tijd is kostbaar. Ik had namelijk ook nog een vraag aan de minister. Ik weet niet of dit er helemaal de plek voor is, maar ik stel hem toch. Het betreft een recente uitspraak van de minister. Hij heeft aangegeven dat hij eigenlijk helemaal af wil van veetransporten in Europa. Nederland is ook onderdeel van Europa en dus heb ik dat opgevat als: dus ook geen veetransporten meer in Nederland. Nou vraag ik me eigenlijk af hoe de minister dat voor zich ziet. Betekent dat dan dat alle boeren een eigen slachterij op het erf moeten bouwen? Hoe gaan biggen van het ene bedrijf naar het andere bedrijf? Hoe worden schapen naar de dijk vervoerd? Ik zie het niet voor me. Ik zou graag uitleg willen van de minister waarom hij dit heeft gezegd en hoe hij dit voor zich ziet.

Ik heb ook nog een vraag aan de heer De Groot. Ik weet niet of dat zo kan …

De voorzitter:

Nee, dat kan niet zo.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

O, dat kan niet? Dan zal ik hem bilateraal nog even een vraag stellen.

De voorzitter:

Het Ledenrestaurant staat tot uw beschikking. De heer De Groot heeft wel een interruptie aan uw adres en dat kan weer wel.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Ging het wel over carbon farming tijdens deze Landbouwraad? Dan moeten we wel even consequent zijn, denk ik.

De voorzitter:

Ik ging net in op een motie en dat ligt toch even iets anders, vind ik.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Mag ik dat toelichten?

De voorzitter:

Ja.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Het gaat in de Landbouwraad over Farm to Fork, over Fit for 55. Daar zit het hele thema over koolstofboeren en CO2-opslag gewoon in. Het is dus een motie die gewoon kan.

De voorzitter:

Kwam het ter sprake in het debat van de Landbouwraad van 15 en 16 november?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Farm to Fork wel en daar zit dit hele pakket in.

De voorzitter:

De minister heeft vijf minuten bedenktijd en die heb ik ook. Over vijf minuten gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Staghouwer:

Voorzitter, dank voor het woord. Het is inderdaad een bijzonder moment voor mij om de eerste keer de beantwoording te doen van moties en vragen die aan mij gesteld zijn. Het is voor mij natuurlijk lastig om tussen u en de Kamer te komen waar het gaat om het wel of niet bespreken van onderwerpen, dus daar wil ik graag buiten blijven. Wel is het zo dat ik een aantal korte antwoorden heb op de moties die zijn ingediend. Dus u bepaalt zelf maar of het bij dit debat thuishoort of niet. Dat hoor ik dan graag van u.

Voorzitter. Ik begin met de moties, te beginnen met het verzoek over de windturbines en het zwart maken van de wieken. Ik ben inderdaad op de hoogte van het experiment in Groningen. Ik ben daar zelf bij betrokken geweest. Ik weet ook van initiatieven die in Noorwegen zijn gestart en de effecten die daar hopelijk bereikt worden. Maar voor een proef heb je toch echt tijd nodig om het tot een succes te laten worden. Ook heb je voldoende informatie nodig om wetenschappelijk onderbouwd iets te kunnen zeggen. Wij kunnen daar dus niet op de korte termijn iets aan kennis over vergaren; daar is echt wat meer tijd voor nodig. Ik zou de heer Wassenberg dus in overweging willen geven om deze motie aan te houden, anders ben ik genoodzaakt om deze te ontraden.

De heer Wassenberg (PvdD):

In de Eerste Kamer is een vergelijkbare motie aangenomen, maar daar gebeurt het op zee. Er loopt een pilot, maar die loopt tot en met 2024. Dat is nog drie jaar. Als dan nog de hele wetgeving moet worden opgestart, hebben we het zo over vijf, zes jaar. We hebben in het afgelopen jaar een zeearend gezien en we hebben een lammergier gezien die slachtoffer zijn geworden van een windmolen, dus die tijd hebben we gewoon niet. We hebben maar twintig broedparen van zeearenden, dus die tijd ontbreekt gewoon; die hebben we helaas niet. Vandaar dat ik tot spoed maan.

Minister Staghouwer:

Ik snap wat de heer Wassenberg bedoelt en beoogt, maar ik heb ook betoogd dat het niet anders kan, dat het wetenschappelijk goed onderbouwd moet zijn. Het gaat ook over financiële consequenties. Die financiële consequenties moeten goed in kaart gebracht worden. Ik kan niet anders constateren dan ik net heb gedaan. We hebben die tijd gewoon nodig.

De voorzitter:

Daarmee is de motie ontraden.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dan hou ik deze in elk geval even aan, en dan kijk ik later wel hoe snel die hele voortgang gaat. Maar ik hou deze vooralsnog aan.

De voorzitter:

De motie-Wassenberg/Van Raan op stuk nr. 1373 wordt aangehouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Wassenberg stel ik voor zijn motie (21501-32, nr. 1373) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Staghouwer:

Dezelfde argumentatie geldt ook voor de motie op stuk nr. 1374 over het detectiesysteem.

De voorzitter:

Wordt die ook aangehouden? Ja, de heer Wassenberg houdt de motie op stuk nr. 1374 eveneens aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Wassenberg stel ik voor zijn motie (21501-32, nr. 1374) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Staghouwer:

Voorzitter. Dan een reactie op de motie op stuk nr. 1375 over het stilleggen van de kap van het Sterrebos. Ook deze motie ontraadt het kabinet. Ik begrijp natuurlijk wat daar aan de hand is, maar het is een provinciale aangelegenheid. Bij dezen is ook die motie ontraden.

De heer Wassenberg (PvdD):

Het is geen provinciale aangelegenheid. De vergunningverlening was een provinciale aangelegenheid, maar die inbreukprocedure is dadelijk niet gericht tegen de provincie, maar tegen de Staat. Het is dus ook iets voor de minister zelf. Daarom bestrijd ik dat dit een provinciale aangelegenheid is.

Minister Staghouwer:

Dan ter aanvulling: we hebben van de Commissie geen signaal gekregen dat er een inbreukprocedure komt.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dan houd ik deze ook nog even aan. Vanmiddag praten we hier ook nog over met de minister voor Natuur en Stikstof, maar voorlopig hou ik deze even aan.

De voorzitter:

Ik wist het wel, meneer Wassenberg. Ik wist het wel.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Wassenberg stel ik voor zijn motie (21502-32, nr. 1375) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Staghouwer:

Voorzitter. Dan naar de motie op stuk nr. 1376 over het kangoeroevlees. Het antwoord daarop namens het kabinet is dat ik de zorgen deel die de heer Wassenberg heeft uitgesproken. Het is een belangrijk onderwerp. Ik wil waarschuwen voor te veel optimisme dat we hier snel voortgang op gaan boeken, want het gaat over WTO-regels. Wij hebben dus ook te maken met die kaders. Maar ik deel de zorgen zeker. Ik laat deze motie over aan het oordeel van de Kamer.

Meneer de voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 1377 van mevrouw Van der Plas. Die gaat over het project carbon farming. Ik heb mij van de week inderdaad laten bijpraten over de mogelijkheden die dat mogelijk kan hebben. Ik heb interessante inzichten opgedaan, maar het is op dit moment nog te vroeg om hier een dergelijk project te starten. Het is wel zo dat ik deze motie oordeel Kamer laat. Ik ga op termijn ook zeker met een uitwerking komen, want dit biedt gewoon interessante mogelijkheden om daarmee aan de slag te gaan. Maar ik kan daar op dit moment nog niet op vooruitlopen.

De voorzitter:

Dank aan de minister voor zijn aanwezigheid vandaag. O nee, er waren nog twee vragen.

Minister Staghouwer:

Dan heb ik nog twee vragen vanuit de D66-fractie. De eerste ging over glyfosaat en de opmerkingen van de heer De Groot daarover. Ik heb daar gisteren ook over gesproken in het commissiedebat. Ik heb een toezegging gedaan dat ik uw Kamer daarover ga informeren. Daar wou ik het op dit moment maar even bij laten.

Dan de vraag over neurotoxeffecten. Het antwoord daarop is dat ik de zorgen van de heer De Groot zeker begrijp, en er daarom juist een zorgvuldige beoordeling van de werkzame stoffen en de diverse middelen plaatsvindt. Dat is cruciaal. De Kamer is erover geïnformeerd wat de daar beoogde stappen zijn.

Dan nog de laatste vraag ten aanzien van …

De voorzitter:

De heer De Groot op dit punt, wellicht? Ik zie hem daar staan. Nee? Dan gaan we door. Gaat u door, minister, voordat hij bij de interruptiemicrofoon is.

Minister Staghouwer:

Dan de laatste vraag van mevrouw Van der Plas van de BoerBurgerBeweging, namelijk: hoe moet de opmerking van de minister over veetransporten worden geduid? De opmerking die ik heb gemaakt in Europees verband is dat mijn probleem met name zit in de langeafstandstransporten en het gezeul met dieren over lange afstanden. Ik begrijp natuurlijk heel goed dat er voor de Nederlandse markt en de Europese markt vervoersbewegingen nodig zijn. Die moeten verantwoord plaats kunnen vinden. Het is niet mijn portee om dat op korte termijn tegen te houden wat de korte afstanden betreft. Het gaat mij met name om de langeafstandstransporten en het stimuleren van een afzet die zo dicht mogelijk bij de productie is. Dat is de portee die ik zou willen verduidelijken.

De voorzitter:

Een korte vraag nog van de heer De Groot en dan stoppen we ermee.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Mijn vraag ging erover dat de herbeoordeling van glyfosaat geen rekening houdt met parkinson en met cocktails. Dat heeft de minister of het ministerie erkend, maar hoe ga je daar dan mee om als die herbeoordeling nog loopt? Moet je dan niet vanuit voorzorg zeggen: we doen het maar even niet?

Minister Staghouwer:

Ik ga mijn antwoord herhalen. Ik heb de Kamer daarover toegezegd om met een brief te komen. Dat ga ik ook doen.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Plas, de laatste vraag.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik kom nog even terug op het glyfosaat. De minister zegt dat hij het daar met de heer De Groot over heeft gehad en dat hij het daarbij wil laten, maar er doet hier een parlementariër gewoon een oproep aan mensen in Nederland om naar privébezit van boeren te gaan om daar foto's te maken van gele velden en om die zonder enige context en zonder enige uitleg naar de minister te versturen. We hebben vorig jaar gezien dat die foto's ook gewoon op internet, Twitter en alles worden verspreid. Ik zou wel graag een uitspraak van de minister willen over wat hij vindt van zo'n oproep die hier uit de Tweede Kamer komt. Ik ben namelijk van mening dat dit gewoon een vorm van opruiing is. Als een activist dat doet, kan je je daar ergens nog iets bij voorstellen — hoewel ik dat eigenlijk ook niet kan — maar ik wil wel graag een uitspraak van de minister om te horen wat hij ervan vindt dat een parlementariër dat doet, hier in de Tweede Kamer.

Minister Staghouwer:

Ik heb gisteren in het commissiedebat gezegd wat mijn inzet is ten aanzien van glyfosaat. De woorden die de heer De Groot in dit debat gebruikt, zijn voor rekening van de heer De Groot. Daar doe ik geen uitspraak over.

De voorzitter:

Dat lijkt me staatsrechtelijk heel zuiver. Dank aan de minister voor zijn aanwezigheid vandaag en zijn vuurdoop.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag stemmen wij over de moties. Dank aan de heer Wassenberg voor zijn coulance, zodat we 's ochtends om 10.30 uur op het laatste moment een staatsrechtelijke crisis hebben weten te vermijden. Ik schors een enkel ogenblik en dan gaan we praten over volkshuisvesting.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven