14 Voorhang Besluit bekostiging WEC 20xx

Aan de orde is het tweeminutendebat Voorhang Besluit bekostiging WEC 20xx (31497, nr. 416).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Voorhang Besluit bekostiging WEC 20xx. WEC staat voor Wet op de expertisecentra. Ik heet dezelfde minister als net welkom: de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media. De eerste spreker is de heer Van Meenen van de fractie van D66.

De heer Van Meenen (D66):

Voorzitter, dank. Vorige week was natuurlijk een heugelijk moment, met 500 miljoen structureel extra voor de salarissen in het primair onderwijs. Dat helpt ook het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, omdat het vso nog steeds valt onder het basisonderwijs. Dat laatste willen we eigenlijk niet, maar in dit geval komt het mooi uit.

Voorzitter. Het lerarentekort slaat extra hard toe op de meest uitdagende scholen. Dat zijn niet alleen scholen met achterstanden. Dat zijn ook de scholen in het speciaal onderwijs. Er bereiken ons echter signalen dat leraren in het speciaal onderwijs en in het voortgezet speciaal onderwijs buiten de boot zouden vallen wanneer het aankomt op extra geld voor leraren op scholen met achterstanden, de zogenaamde "arbeidsmarkttoelage". De minister zegt dat ook hier, net als bij het reguliere onderwijs, 15% van de scholen met de meeste achterstanden gelden krijgen. Er is echter enige twijfel of nu wel de juiste scholen worden bereikt, want in het vso en het so wordt de zogeheten cumi-regeling gebruikt — dat is een heel oude regeling — terwijl in het regulier onderwijs de achterstandsscores worden gebruikt die voortvloeien uit de CBS-indicatoren. De minister geeft aan dat de CBS-indicator niet gebruikt kan worden in het speciaal basisonderwijs en het vso. Mijn vraag is: waarom zijn het speciaal basisonderwijs en het vso destijds niet gelijk meegenomen in de herziening van de indicator voor het regulier onderwijs?

De minister ziet wel voldoende aanleiding om na te denken over alternatieven voor die cumi-regeling. Hij erkent dat het niet de juiste gang van zaken is om die regeling nu toe te passen. Kan hij toelichten hoe zo'n oplossing er dan uit zou kunnen zien? En kan de minister zo'n alternatieve methode om achterstanden te bepalen in het speciaal onderwijs, vergelijkbaar met die in het regulier onderwijs, voorafgaand aan de begroting naar de Kamer sturen?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Meenen. Er zijn geen moties ingediend. Dit was ook de laatste spreker. Ik kijk even naar de minister. Kan hij de vragen meteen beantwoorden of heeft hij daar tijd voor nodig? De minister kan de vragen meteen beantwoorden.

Minister Slob:

Voorzitter, ik dank de heer Van Meenen via u voor zijn inbreng. Hij combineert de actualiteit van dit moment met de regeling. Dat is overigens zijn goed recht, want het sluit er inderdaad bij aan. Zoals bekend hebben we vanuit het NPO op verzoek van de Kamer — daar was zelfs een Kamermotie over — 375 miljoen beschikbaar gesteld om leraren op scholen waarop de problematiek misschien wel extra zwaar drukt, ook vanwege de leerlingenpopulatie, extra salaris te geven voor de twee jaar dat het NPO loopt. Ik heb allereerst geprobeerd dat geld naar leerkrachten en scholen toe te laten komen via wat ik dan maar de koninklijke weg noem, namelijk via de cao-tafel. We hebben dat namelijk doorgedecentraliseerd. Zij hebben die verantwoordelijkheid, dus we hebben hun gevraagd om dat te doen. Het is de Kamer bekend dat, vanwege het feit dat dit incidenteel geld was, de opdracht in feite weer teruggelegd is. Men wilde dat alleen doen als er structureel geld was. Dat heb ik moeten accepteren. Ik vond dat, zeg ik u in alle eerlijkheid, best wel even een moeilijk moment. Je doet een beroep op verantwoordelijkheden die door hen destijds gevraagd zijn, maar het lukte niet om via deze weg dat geld naar de scholen te krijgen.

Toen had ik de keuze om dat geld dan maar weer terug te geven aan de minister van Financiën, die dat op zich wel een plezierige geste zou hebben gevonden, vermoed ik zomaar, of toch te zoeken naar een andere weg. Ere wie ere toekomt: degenen die het niet via de cao wilden regelen, hebben toen zelf — alle handtekeningen stonden eronder — in een brief gevraagd of ik dat via een speciale regeling wilde doen. Oké, ik ben over mijn schaduw heen gestapt en heb het opgepakt, omdat ik uiteindelijk vind dat de docenten het slachtoffer zouden gaan worden van wat misschien wel een heel Haags gedoe is, om het maar even in die termen te zeggen. Toen hebben we uiteindelijk de oplossing gevonden — een andere zie ik ook echt niet — om aan te sluiten bij de verdeling van de achterstandsmiddelen, die we overigens aan het begin van deze kabinetsperiode volledig hebben herzien met elkaar. We hebben ieder jaar 750 miljoen euro. Dat is structureel geld. Daar hebben we een verdeelsystematiek voor. Het overgrote deel van dit geld wordt uitgedeeld aan zowel scholen als gemeenten via de CBS-indicator, die herijkt is. Een klein deel van die 750 miljoen euro, zo'n 40 à 50 miljoen, wordt via de cumi-regeling verdeeld, omdat voor deze scholen — we hebben het over sbo en vso — onvoldoende gegevens over leerlingen en de voortgang van leerlingen bekend is om ze een-op-een te verbinden aan de CBS-indicator. Die systematiek, die de afgelopen jaren helemaal niet omstreden is geweest en nooit onderwerp van gesprek is geweest, hebben we doorgetrokken bij deze middelen. Dat is de meest objectieve manier om het te doen. De objectiviteit wordt volgens mij nog verder versterkt door het feit dat we er heel nauwkeurig naar hebben gekeken dat het geld, 15% over alle sectoren verdeeld, uiteindelijk daar terecht gaat komen.

Tot zover. De cumi-regeling was op zich wel een onderwerp waarvan we al langer hebben gezegd: het zou wel goed zijn om daar met elkaar nog eens goed naar te kijken, ook voor de langere termijn. Waarom? Omdat het verbonden is aan landen. Sowieso is het goed om te kijken of de landen die eronder vallen nog steeds een goed beeld geven van wat we in de werkelijkheid ook meemaken. Maar er wordt ook gekeken naar andere scenario's. U heeft daar in de afgelopen periode overigens ook wel rapporten over gehad. Als ik de vraag van de heer Van Meenen goed versta, vindt hij dit ook een onderwerp om nog eens uitgebreider bij de begroting te bespreken. Ik kan via u, meneer de voorzitter, aan de heer Van Meenen en de Kamer toezeggen dat ik de informatie die we hebben aan de Kamer zal doen toekomen. Daar zal ik ook een overzicht bij doen van de scenario's waaraan gedacht wordt. Dan kunnen we misschien op basis van het debat dat te zijner tijd gevoerd gaat worden, keuzes maken voor de uitwerking voor de langere termijn enzovoort, enzovoort.

Even los van wat we nu doen met het geld voor de arbeidsmarkttoelage: dit is echt zoals we het moeten doen. Dan is het soms ook wel vervelend als je net niet aan de goede kant van de streep zit, zeg maar. Dat is onvermijdelijk met toelages die je niet generiek aan iedereen geeft. Voor de langere termijn kunnen we wel naar die cumi-regeling kijken. Bij dezen is dat wat mij betreft toegezegd.

De voorzitter:

Dank u wel, minister. Ik zag de heer Van Meenen instemmend knikken. Daaruit maak ik op dat deze vraag naar tevredenheid is beantwoord.

Ik dank de minister. Ik dank ook de mensen die dit debat hebben gevolgd.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering tot 18.30 uur, dus een uur lang. Daarna gaan we verder met het tweeminutendebat Regeling nieuwe versie AERIUS Calculator en wijziging stikstofregistratiesysteem.

De vergadering wordt van 17.31 uur tot 18.30 uur geschorst.

Voorzitter: Van Meenen

Naar boven