3 Vragenuur: Vragen Palland

Vragen van het lid Palland aan de minister van Justitie en Veiligheid over het bericht "GGD doet aangifte van bedreiging medewerkers door complotdenkers".

De voorzitter:

Ik heet de minister van Justitie en Veiligheid van harte welkom. De vragen gaan over het bericht "GGD doet aangifte van bedreiging medewerkers door complotdenkers". Het woord is aan mevrouw Palland.

Mevrouw Palland (CDA):

Voorzitter. Vorige week werd duidelijk dat de GGD aangifte heeft moeten doen omdat zijn medewerkers worden bedreigd door complotdenkers. Voor de goede orde: dit zijn medewerkers die zich dag in, dag uit inzetten voor de bestrijding van de coronapandemie. Zij verdienen onze volledige steun. Leden van de Telegramgroep De Bataafse Republiek delen namen van vaccinerende GGD-medewerkers met elkaar, met daarin oproepen als: "Ruim deze moordenaars van de straat", "Jagen maar" en "Alles kan kapot". Dit soort bedreigingen zijn schandalig en compleet onacceptabel. Het is daarom van groot belang dat we hier vandaag als Tweede Kamer ook duidelijk stelling in nemen. We hebben het hier namelijk niet over een paar onschuldige berichtjes. Zo'n chatgroep bestaat uit duizenden leden. We vragen als Kamer veel van de GGD-medewerkers. Zij horen dan ook in alle rust, vertrouwen én veiligheid hun essentiële werk te kunnen doen. Vaccineren is dé weg uit de coronacrisis, en het liefst ook zo snel mogelijk. Je mag daarover van mening verschillen, en vaccinatie is vrijwillig, maar bedreigen gaat alle perken te buiten en is onacceptabel. Daarom stel ik de volgende vragen aan de minister.

Wat gaat de minister doen om deze GGD-medewerkers te kunnen beschermen? Is er extra inzet nodig? Op welke manier besteedt de politie hier momenteel aandacht aan? Wat wordt er gedaan om dit soort berichten van social media te verwijderen? Zijn daar gesprekken met platforms over? Facilitators en aanjagers van de Telegramgroep hebben deels ook al een veroordeling voor opruiende en bedreigende filmpjes gehad. Biedt dat een extra grond voor het kunnen aanpakken van het opnieuw mede doen verspreiden van dit soort berichten?

Voorzitter. Helaas is doxing een breder fenomeen, waarbij privégegevens van politie, hulpverleners, journalisten et cetera worden gedeeld. Dat moeten we kunnen aanpakken. De minister heeft eerder doxing al schofterig genoemd en een wetsvoorstel aangekondigd voor de zomer. We zitten nu in de laatste week voor het reces. Lukt het om dat wetsvoorstel nog in te dienen?

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de minister van Justitie en Veiligheid.

Minister Grapperhaus:

Voorzitter. Het is terecht dat mevrouw Palland dit aanroert, want er is echt sprake geweest van ontoelaatbare oproepen tot bedreiging en zelfs geweldpleging tegen GGD-medewerkers. Dat zijn gewoon mensen die voor onze gezondheid en veiligheid instaan. Die oproepen zijn laf maar ook strafbaar. Ik noem het maar gewoon even, voor degenen die dachten dat ze zich dat nog eens in hun hoofd moesten halen: artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht gaat over opruiing. Helaas zien we dit soort coronagerelateerde agressie voorkomen, maar daar is geen enkele rechtvaardiging voor. Een nieuwe variant ervan is het delen van namen van medewerkers in chatgroepen op het internet, met de oproep om ze op te jagen. Dat soort acties worden ook gepleegd op sociale media. Het is heel goed dat de GGD daarvan aangifte heeft gedaan. We nemen dat echt hoog op als kabinet, maar ook politie en OM zien het als een belangrijke prioriteit om hiermee aan de slag te gaan. U heeft dat ook gezien aan een aantal zaken die recent nog in het nieuws zijn geweest.

Voorzitter. Dan de vragen van mevrouw Palland. De politie is op de hoogte van de chatgroep De Bataafse Republiek. Daar wordt ook een onderzoek naar ingesteld. Inderdaad weten burgers, sociale media en providers door de aanvullende strafbaarstelling rond het fenomeen doxing straks heel duidelijk dat doxing niet mag. Ik vertrouw er dan ook op dat sociale media en providers daartegen zullen optreden. We zijn inderdaad ook zeker regelmatig in overleg met die platforms in het kader van dit soort illegale content. Als mensen zich bedreigd voelen, roep ik ze vooral op om dat te melden bij hun werkgever. Dan kan die ze helpen om daar bij de politie aangifte van te doen, zodat maatwerk kan worden geleverd.

Ten slotte vroeg mevrouw Palland nog naar recidive. Dat kan uiteraard een rol spelen in dit soort zaken. Maar goed, ik kan verder natuurlijk niet ingaan op de casuïstiek; dat is algemeen bekend. Het wetsvoorstel doxing wordt zeer binnenkort aan de ministerraad aangeboden, waarna het ook in consultatie kan worden gebracht.

Mevrouw Palland (CDA):

Het is goed nieuws dat dit wetsvoorstel naar ons toe komt. Dat is natuurlijk ook een manier om dit op de lange termijn te kunnen aanpakken. En begrijp ik goed uit de beantwoording van de minister van mijn vraag wat hij kan doen om deze GGD-medewerkers te beschermen, dat hij mensen die zich bedreigd voelen, oproept om daar melding van te doen, zodat er kan worden gekeken of er aanvullend iets nodig is? Ik wil de minister ook vragen of hij ons later, na de zomer, kan informeren door middel van een update van de acties rondom dit fenomeen.

Minister Grapperhaus:

Inderdaad, melding en aangifte zijn natuurlijk nodig. Anders blijft het onder de radar. Daar moeten mensen zich ook niet terughoudend in opstellen. Het is al verschrikkelijk genoeg dat je daar als GGD-medewerker mee geconfronteerd wordt. Meld het en bespreek het met je werkgever. Dan kunnen politie en Openbaar Ministerie daar adequaat actie op ondernemen. Ik ga er zonder meer van uit dat we hier, in het kader van de voortgang van het wetsvoorstel over doxing en andere brieven die nog zullen komen, nog het een en ander over zullen zeggen.

Mevrouw Palland (CDA):

Ik dank de minister voor zijn beantwoording. De minister sprak er ook nog over dat we coronagerelateerd geweld in enige mate zien toenemen. Ik kreeg ook berichten dat er vandaag ook nog rechtszaken spelen ten aanzien van bedreigingen richting de heer Kuipers en de heer Gommers. Ik vind het van belang dat we dat ook hier aan de orde blijven stellen en daar ferm afstand van nemen.

De voorzitter:

Er zijn volgens mij geen vervolgvragen. Ik wil de minister van Justitie en Veiligheid van harte bedanken. We gaan weer even kort schoonmaken. Ik schors de vergadering voor een enkel moment, omdat de minister onderweg is.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven