4 Maritiem

Aan de orde is het tweeminutendebat Maritiem (CD d.d. 02/06).

De voorzitter:

Na deze opening gaan wij beginnen aan een hele trits tweeminutendebatten met de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Hartelijk welkom. Hartelijk welkom aan mijn collega's. We beginnen met het tweeminutendebat Maritiem, met als eerste spreker de heer Van Raan.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Terwijl elders in dit gebouw het rapport van Urgenda wordt aangeboden met praktische tips voor de energietransitie, heb ik vier moties ter aanmoediging om die energietransitie te versnellen. We beginnen met de eerste motie, over de interventiebevoegdheid van de Kustwacht.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat, ondanks waarschuwingen van de Kustwacht, schepen bij stormachtig weer nog steeds gebruikmaken van de zuidelijke route;

constaterende dat de Kustwacht als autoriteit het beste per geval kan bepalen of er opgetreden dient te worden of niet;

constaterende dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid adviseert de Kustwacht de taken, bevoegdheden en middelen te geven die nodig zijn om containerschepen te begeleiden, zodat schepen onder alle golf- en weersomstandigheden veilig langs de Waddeneilanden kunnen varen;

verzoekt de regering om na afronding van het MARIN-onderzoek zo snel mogelijk de Kustwacht de mogelijkheid te geven om bindende adviezen te geven en de mogelijkheid om schepen te begeleiden tijdens een storm,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raan.

Zij krijgt nr. 325 (31409).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat met de green deal zeevaart, binnenvaart en havens een eerste stap is gezet in de verduurzaming van de scheepvaartsector;

constaterende dat dit nog niet genoeg is om onder de 1,5 graad Celsius opwarming van de aarde te blijven;

verzoekt de regering om in de IMO ervoor te pleiten de scheepvaart binnen de grenzen van de aarde te brengen en in te zetten op de daarbij benodigde uitstootreductie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raan.

Zij krijgt nr. 326 (31409).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat door ONE-Dyas een vergunning is aangevraagd om in gasveld N05-A aardgas te winnen;

overwegende dat dit bedrijf van plan is om onder andere benzeen, kwik, zink en methanol in de vorm van productiewater in de Noordzee te lozen;

constaterende dat het Staatstoezicht op de Mijnen dit onwenselijk acht;

constaterende dat de Mijnraad zorgen over de omvang van de lozingen heeft uitgesproken;

overwegende dat op dit moment dit op nog geen twintig kilometer gebeurt boven Schiermonnikoog en dit project een net hersteld schelpdierrif bedreigt;

verzoekt de regering geen vergunning te verlenen en geen nieuwe infrastructuur voor de ontginning van N05-A toe te staan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raan.

Zij krijgt nr. 327 (31409).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat door ONE-Dyas een vergunning is aangevraagd om in gasveld N05-A aardgas te winnen;

overwegende dat dit bedrijf van plan is om onder andere benzeen, kwik, zink en methanol in de vorm van productiewater in de Noordzee te lozen;

constaterende dat het Staatstoezicht op de Mijnen dit onwenselijk noemt;

constaterende dat de Mijnraad zorgen over de omvang van de lozingen heeft uitgesproken;

overwegende dat dit op nog geen 20 kilometer boven Schiermonnikoog gebeurt;

verzoekt de regering om lozingen van productiewater, en daarmee milieuvervuiling, niet toe te staan bij het herstelde schelpdierrif,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raan.

Zij krijgt nr. 328 (31409).

De heer Van Raan (PvdD):

Mijn collega Frank Wassenberg zal het oordeel van de minister in ontvangst nemen.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank. Ik kijk even rond. De heer Tjeerd de Groot, D66. Gaat uw gang.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Voorzitter. Vanaf deze plek een dik compliment aan Mona Keijzer, die een heel goede regeling heeft gemaakt voor de bruine vloot. Toch is er een tweetal categorieën die eigenlijk toch tussen wal en schip vallen. Het is een beperkt aantal schepen, dat bijna bij naam is te noemen. Het is ook binnen het budget van de 15 miljoen, dus het gaat niet over extra geld, en het gaat ook niet over charterschepen, die natuurlijk ook een graantje willen meepikken. Nee, het gaat echt om schepen die ook wettelijk gezien een definitie hebben en bijdragen aan die historische vloot zoals we die in Nederland hebben, maar soms inderdaad jonger zijn dan 50 jaar.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het niet behalen van de KRW-doelen grote ...

Pardon, ik heb de verkeerde motie, voorzitter.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Die komt straks.

De voorzitter:

Die komt straks. Dat krijg je als je zo veel tweeminutendebatten achter elkaar plant. De heer De Groot trekt een sprint en zoekt de juiste motie.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dan ben ik vast voorbereid!

De voorzitter:

De tijd is stopgezet. Maakt u zich geen zorgen. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. De heer De Groot.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Neem me niet kwalijk, voorzitter. Ik zet mijn bril op; dat helpt misschien.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er een goede regeling is voor de bruine vloot, maar dat er twee groepen buiten de regeling vallen, namelijk replica's en starters;

overwegende dat het over circa negen replica's en tien starters gaat;

overwegende dat er ruimte is binnen het budget van de regeling continuïteit bruine vloot;

overwegende dat op grond van de Europese binnenvaartregels de door de overheid erkende stichting Adviesorgaan Traditionele Vaartuigen als taak heeft te beoordelen wat traditionele schepen dan wel replica's zijn en dat hier ook een welomschreven wettelijke definitie van bestaat;

van mening dat de overheid moet borgen dat startende ondernemers desgewenst gebruik kunnen maken van de omzetcijfers van de vorige eigenaar;

overwegende dat het de voorkeur heeft dat een starter omzetverlies kan aantonen aan de hand van de omzetgegevens van de vorige eigenaar;

overwegende voorts dat met een eventueel faillissement van starters het behoud van hun schepen voor de Nederlandse vloot in gevaar komt en daarmee de cultuur rondom deze schepen;

verzoekt de regering om de starters gebruik te laten maken van de omzetcijfers van de vorige eigenaar en als dit niet mogelijk is een forfaitair bedrag uit te keren van €5.000;

verzoekt voorts de regering om replica's voor de regeling continuïteit bruine vloot in aanmerking te laten komen voor zover zij door de stichting Adviesorgaan Traditionele Vaartuigen als zodanig worden aangemerkt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Tjeerd de Groot en Rudmer Heerema.

Zij krijgt nr. 329 (31409).

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de termijn van de kant van de Kamer. Ik kijk naar de minister. Wij schorsen enkele ogenblikken, zodat we de moties kunnen verzamelen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Kapje op, kapje af.

Voorzitter. Ik heb geen vragen genoteerd, dus ik kan meteen de moties langslopen. De eerste motie, op stuk nr. 325, is van de hand van de heer Van Raan en heeft betrekking op de Kustwacht. Die verzoekt de regering om na afronding van het MARIN-onderzoek de Kustwacht zo snel mogelijk de mogelijkheid te geven voor bindende adviezen. Aangezien we daar nog onderzoek naar laten doen, zou ik aan de heer Wassenberg — die inmiddels is aangeschoven — willen vragen om deze motie aan te houden totdat dat onderzoek is afgerond. We hebben dezelfde intentie, dus ik hoop ook dat we hieruit komen. Maar ik moet natuurlijk eerst even kijken wat er mogelijk is volgens het onderzoek. Het verzoek is dus om de motie aan te houden.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik heb het er even over gehad met de heer Van Raan. Hij vermoedde al zoiets, dus ik houd deze motie namens de heer Van Raan aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Raan stel ik voor zijn motie (31409, nr. 325) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dank u wel.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 326. Die is ook van de hand van de heer Van Raan en die verzoekt ons om er in de IMO, de Internationale Maritieme Organisatie, voor te pleiten om de scheepvaart binnen de grenzen van de aarde te brengen en om in te zetten op de daarbij benodigde uitstootreductie. Als ik dat mag vertalen naar "binnen onze eigen green deal" ... Het is een beetje vaag omschreven: "binnen de grenzen van de aarde". Als ik dat vertaal naar "binnen onze eigen green deal", dan kan ik de motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 326 krijgt oordeel Kamer.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 327. Die is ook van de hand van de heer Van Raan. Dat is het beleidsterrein van collega Blok. Er heeft kort afstemming plaatsgevonden en die motie wordt ontraden.

Datzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 328. Dat is ook het terrein van collega Blok en dat hebben we ook even afgestemd. Die verzoekt de regering om lozingen van productiewater niet toe te staan et cetera. Die wordt ook ontraden.

De voorzitter:

De moties op de stukken nrs. 327 en 328 worden ontraden.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dan ben ik bij de motie op stuk nr. 329. Die ligt op het beleidsterrein van collega Mona Keijzer. Ik kan u melden dat ik de complimenten van de heer De Groot persoonlijk aan haar zal overbrengen. Er heeft snel wat afstemming plaatsgevonden en ik heb het volgende bericht van de collega van EZK. De inhoud van deze motie heeft betrekking op het steunpakket in het kader van corona; dat is in dit kader dus van de staatssecretaris van EZK. Erkenning van de Stichting Adviesorgaan Traditionele Vaartuigen valt onder haar bevoegdheid. Ondernemers kunnen gebruikmaken van de TVL en, indien aan de orde, van de startersregeling. Dit geldt voor de bruinevlootondernemers, starters en dus ook de replica's. Gezien het doel van de bruinevlootregeling, historische zeilschepen behouden — dat ondersteun ik overigens ook vanuit mijn portefeuille — is ervoor gekozen om deze open te stellen voor zeilschepen van meer dan 50 jaar oud. Daar is ook meerdere keren met de Kamer over gecommuniceerd. De regeling heeft even op zich laten wachten, omdat het ingewikkeld was om een goede bruinevlootregeling te maken die uitvoerbaar zou zijn maar ook past binnen de Europese staatssteunkaders. Voor de startende ondernemer is in deze regeling reeds een extra voorziening getroffen. Zo krijgen ondernemers die gestart zijn tussen 31 januari en 15 maart van het vorige jaar het minimumsubsidiebedrag uit de regeling van €1.000. Ondernemers die zijn gestart voor 31 januari 2020, kunnen gewoon gebruikmaken van de bruinevlootregeling.

Een wijziging van deze bruinevlootregeling met het ophogen van het subsidiebedrag in deze fase betekent dat de juridische kaders opnieuw getoetst moeten worden in verband met precedentwerking en zorgvuldigheid. De verruiming zou dan mogelijk ook opnieuw aan Brussel moeten worden voorgelegd. Dat leidt tot vertraging, even los van de uitkomst.

Voor ondernemers die schepen exploiteren die niet tot deze groep behoren, staat natuurlijk gewoon de TVL open. De TVL is de afgelopen periode ook flink verruimd, waarbij het vergoedingspercentage in het tweede kwartaal van 2021 zelfs naar 100% is gegaan.

De staatssecretaris van EZK heeft het voornemen om aanstaande dinsdag de definitieve regeling voor de bruine vloot te publiceren. Wijzigingen kunnen daarin niet meer worden aangebracht.

Het tweede dictum ziet op de Stichting Adviesorgaan Traditionele Vaartuigen. De commissie die het in dezen bedoelde werk moet gaan doen, is weliswaar opgericht, maar is nog niet officieel erkend. Ik kan daarom ook nog niet het oordeel vellen, zegt de staatssecretaris, of de uitkomsten die de commissie t.z.t. zal doen, binnen de regeling zouden kunnen vallen. Het wachten op de officiële erkenning van deze commissie zal sowieso ook zorgen voor vertraging van de regeling.

Voor zover deze motie ziet op iets anders dan coronasteun, namelijk nieuw beleid voor de recreatieve zeilvloot, ontstijgt deze de bevoegdheid van een demissionair kabinet. Daarom zal ik namens de collega, de staatssecretaris van EZK, de motie moeten ontraden.

Dat was het, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Aldus staatssecretaris Keijzer.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ja.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

De staatssecretaris heeft haar best gedaan. Van deze onderbouwing van het ontraden denk ik toch dat het over ontzettend weinig geld gaat. Dit is echt iets wat binnen de bestaande budgetten kan, maar ik zal de motie aanhouden en ik zal me samen met de heer Heerema beraden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Tjeerd de Groot stel ik voor zijn motie (31409, nr. 329) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dan kan er eventueel ook nog met de staatssecretaris zelf overlegd worden.

De voorzitter:

Ja.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dat was het, voorzitter.

De voorzitter:

Ik dank de minister.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven