14 Inwerkingtreding wijziging Tijdelijke wet Groningen

Aan de orde is het tweeminutendebat Inwerkingtreding wijziging van de tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen (CD 16/06).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Inwerkingtreding wijziging van de tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen. Ik wil de minister van Economische Zaken en Klimaat van harte welkom heten, en ook de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Zij had eerder aangegeven er niet bij te kunnen zijn, maar het is heel fijn dat ze er toch bij kan zijn. Dus dank daarvoor. Dan geef ik allereerst het woord aan mevrouw Beckerman van de SP voor haar twee minuten.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. De toezichthouder zei het gisteren opnieuw: de situatie in Groningen is ontwrichtend. En waar de NAM eerder liet zien het niet te kunnen oplossen, lukt het nu ook de overheid niet.

Het kabinet heeft gemeend dat het de twee aangenomen amendementen niet wil uitvoeren. Ik vind dat een schoffering van de Tweede Kamer. Daarom de volgende twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet voornemens is twee aangenomen amendementen niet in werking te laten treden en deze later in een nieuw wetsvoorstel wil wijzigen;

verzoekt de regering deze route niet te kiezen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Nijboer en Kops.

Zij krijgt nr. 83 (35603).

Mevrouw Beckerman (SP):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het recht van amendement cruciaal is voor de Tweede Kamer;

constaterende dat het kabinet voornemens is twee aangenomen amendementen niet in werking te laten treden en deze later in een nieuw wetsvoorstel wil wijzigen;

constaterende dat de Tweede Kamer nu als medewetgever buitenspel wordt gezet;

verzoekt de regering niet te tornen aan de rechten van de Tweede Kamer en geen precedent te scheppen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Nijboer en Kops.

Zij krijgt nr. 84 (35603).

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter, daar laat ik het bij.

De voorzitter:

U was aan het einde gekomen?

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik was bijna aan het einde gekomen. Ik wil constateren dat dit een verschrikkelijk debat was, echt een tragische episode. Ik vind dat we dit nooit meer opnieuw zo moeten doen, dat we eindelijk aan de slag moeten om te zorgen dat die ramp die is aangericht in Groningen wordt opgelost.

De voorzitter:

Dank u wel. Een interruptie van mevrouw De Vries van de VVD.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Nou, vooral een verhelderende vraag over de eerste motie. Want wat wil mevrouw Beckerman nu? Is dat helemaal geen wijzigingsvoorstel of is dat een novelle? Dat is mij niet helder.

Mevrouw Beckerman (SP):

Kijk, ik wil gewoon dat die aangenomen amendementen worden uitgevoerd. Dat zou mijn favoriete optie zijn. Wat we nu doen, is het terugleggen bij het kabinet, en zeggen: u heeft deze route gekozen; we accepteren die route niet. En dan zijn er drie keuzes, zoals ons is uitgelegd: of de wet is zoals die is, of ze kiezen voor een novelle, dus dan trekken ze hem terug. Tja, dat zijn eigenlijk de opties die openstaan. Ik leg dit terug bij het kabinet. Wat mij betreft: ik vind die amendementen van het grootste belang. En nogmaals, het gaat erover dat bewoners juridisch, technisch en financieel advies moeten krijgen en de versterking van begin tot eind in eigen handen moeten kunnen uitvoeren. Ik snap niet wat daartegen is. Ik blijf erbij dat dat cruciaal is, en met deze motie leggen we dat terug.

De voorzitter:

Dank. Mevrouw De Vries, tot slot.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Maar begrijp ik nou goed dat dat terugleggen drie variaties kan zijn: de wet laten zoals die is, een novelle en de route van het kabinet? Dat zijn de drie opties die dan kunnen, als u zegt: het kabinet mag vrij kiezen?

Mevrouw Beckerman (SP):

Nee, die optie dat het kabinet de Kamer schoffeert, dus zegt "we halen de twee amendementen eruit", die is dan dicht. En de opties die dan blijven — en dat zou mijn voorkeur hebben — zijn: we voeren die amendementen gewoon uit, of de optie dat het kabinet alsnog zegt te kiezen voor een novelle.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Beckerman. Dan geef ik het woord aan de heer Nijboer van de PvdA. Ga uw gang.

De heer Nijboer (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Dit is een dubbel debat eigenlijk. Een inhoudelijk debat over de amendementen, die de PvdA-fractie heeft gesteund en die ik ook een inhoudelijke verbetering van de wet vind, waar de regering, het kabinet, anders over denkt. Maar het tweede element is eigenlijk een staatsrechtelijk debat: heeft de regering, heeft het kabinet, de vrijheid om aangenomen amendementen niet uit te voeren, niet in te voeren, later in te voeren, er eigenlijk gewoon de hand mee te lichten? Dat laatste weegt voor de PvdA-fractie zwaar, want als je eenmaal die brug over gaat, dan kun je nooit meer terug. We hebben het met moties meegemaakt. De standaardregel is dat de regering moties uitvoert, maar ja, je kunt ze moeilijk dwingen. De medewetgevende taak van de Kamer is echt wel fundamenteel. Dus ik ben er echt principieel op tegen dat het kabinet amendementen naast zich neer kan leggen, op welke manier dan ook. Het kan wel een nieuwe wet indienen, een wet intrekken of novelles indienen, maar dan hoort het zo te gebeuren. Daarom heb ik ook de moties van mevrouw Becker meeondertekend want ik vind echt dat we die brug niet over moeten. Dat mag geen precedent worden. Van welke opvatting je ook bent — ik heb uiteindelijk tegen die wet gestemd, maar goed, ik ben wel een democraat — de Kamer zou dit zeker in deze discussies over macht en tegenmacht en over de verhouding tussen Kamer en kabinet, niet moeten laten passeren waar het gaat om de inhoud van die amendementen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Mulder van het CDA.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter, dank. De regering vraagt aan de Eerste Kamer om te aanvaarden dat de stemming over de Tijdelijke wet Groningen zoals die in de Tweede Kamer heeft plaatsgevonden, ongedaan wordt gemaakt. Onze fractie heeft daarbij per abuis gestemd voor een amendement van mevrouw Beckerman waarvan de regering zegt dat dat niet uitgevoerd kan worden. Ook D66 heeft dat gedaan bij een amendement. De regering zegt achteraf: deze amendementen zijn onmogelijk. Naar ons oordeel had de regering dat als onaanvaardbaar moeten aangeven, want het kan wel, maar de regering wil het niet, zo bleek uit het debat. Dus nu komt het kabinet met een voorstel voor een nieuw wetsvoorstel omdat volgens de minister bij een novelleroute de Raad van State te veel tijd nodig heeft om de novelle te beoordelen. Maar is dat ook zo? In het verleden zijn er onder andere bij het bevriezen van het eigen risico, recent bij coronawetgeving en ook bij het door ons benoemde media-amendement spoedadviezen uitgebracht. Is er al contact geweest met de Raad van State hierover? Op welke termijn geeft de Raad van State aan de novelle te kunnen beoordelen? Dit is een uitzonderlijke situatie waarvan de adviseur van de Tweede Kamer aangeeft dat de Kamer buitenspel wordt gezet. Wat het CDA betreft kan dat gewoon niet de bedoeling zijn. Binnen de gebruikelijke staatsrechtelijke verhoudingen zou het gezien de omstandigheden meer voor de hand liggen om met een novelle te komen en dat zowel de Eerste Kamer als de Tweede Kamer zich er op deze manier over uit kunnen spreken. Het CDA pleit dan ook voor de novelleroute en die kan volgens ons ook gewoon snel. Waar een wil is, is een weg.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank. Er is nog een vraag van de heer Nijboer van de PvdA.

De heer Nijboer (PvdA):

Ik kan dat pleidooi van harte ondersteunen. Op welke wijze gaat het CDA het kabinet daar nu toe bewegen? Dat is natuurlijk wel belangrijk, want we hebben allemaal opvattingen, maar we moeten uiteindelijk ook kijken of er een meerderheid voor is.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Klopt, dus ik steun de motie van mevrouw Beckerman, waarin zij de route zoals het kabinet die nu aangeeft, afsnijdt. Dan ga ik voor de novelleroute. Zij pleit logischerwijs voor het helemaal intact houden van de amendementen, wat ik ook begrijp, maar ik pleit voor de novelleroute.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Aukje de Vries van de VVD.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Een heel vervelende situatie. Er is abusievelijk fout gestemd door twee partijen over twee amendementen. Dat betreur ik zeer, want dat geeft onzekerheid. Ik vind het dan ook belangrijk dat we als Tweede Kamer ons opnieuw over die voorstellen uitspreken. Wat ons betreft zou dat zo snel mogelijk moeten. Wij vinden het dan ook belangrijk dat er snel duidelijkheid komt voor de Groningers. Dit duurt eigenlijk al veel te lang. Wij kiezen wel voor de route die het kabinet voorstelt. Wij vinden het belangrijk dat de rechtsgrondslag onder andere voor een aantal amendementen die ook bij de wet zijn ingediend, wel in werking treedt, zoals het verplicht samenwerken van IMG en NCG en het funderingsherstel. Dus wij steunen de route van het kabinet.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw De Vries. Dan kijk ik naar de bewindspersonen of zij al zo ver zijn om de vragen te beantwoorden en de moties te appreciëren. Dat is het geval. Dan geef ik als eerste het woord aan de minister van Economische Zaken en Klimaat.

Minister Blok:

Dank u wel, voorzitter. Tijdens het debat vorige week constateerden we al dat de Tweede Kamer en de regering het grote belang inzagen van een spoedige behandeling van deze wet om duidelijkheid te geven aan de Groningers in het aardbevingsgebied. Dat dat de reden was dat de Kamer tijdens het verkiezingsreces terugkwam om dit debat te kunnen voeren met de regering. Dat vervolgens helaas bij de stemming in twee gevallen fracties anders stemden dan ze bedoeld hadden, dat ook verklaard hebben en dat daarna de opgave voorligt hoe om te gaan met deze situatie. Dat er geen harde staatsrechtelijke gronden voor de ene keuze of de andere keuze zijn; hoogleraren die tot verschillende conclusies komen. En ook een wetgevingspraktijk die laat zien dat de keuze die de regering maakt een keuze is die vaak gemaakt is. In de schriftelijke beantwoording aan de Eerste Kamer, die de Tweede Kamer inmiddels ook kent, geeft de regering een tiental voorbeelden aan, een tiental voorbeelden, waar eerder besloten is om een wet geheel of gedeeltelijk — dat kan dus ook een amendement zijn — niet in werking te laten treden. Dus er kan niet gesteld worden dat dit totaal nieuw is. Maar zoals ook de nota van de Tweede Kamer aangeeft, is het uiteindelijk een politieke weging die hier in deze Kamer gemaakt wordt.

Daarbij heeft het kabinet gekozen voor de route die het ook aan de Kamer heeft voorgelegd: de wet voor dát deel waar geen discussie over is in werking te laten treden, zodat er ook helderheid is naar de Groningers, geen tijd verloren wordt en met betrekking tot het amendement zo snel mogelijk terug te komen bij de Kamer om die keuze nog een keer expliciet aan de Kamer voor te leggen.

We hebben bij dat debat ook aangegeven dat de andere route de novelleroute is, dat als de Kamer dat bij meerderheid besluit, wij daar geen principiële bezwaren tegen hebben, maar dat dat twee gevolgen met zich meebrengt. De ene is dat door het indienen van een novelle de wet, ook die delen waarvan een meerderheid wil dat ze wél in werking treedt, nog niet in werking treedt. Dat is een onvermijdelijk gevolg. En een tweede is dat we inderdaad aan alle betrokkenen kunnen vrágen om die novelle met spoed te behandelen. Dat is overigens niet alleen de Raad van State, maar ook Tweede Kamer en Eerste Kamer, en het is goed gebruik om ook een consultatie te houden bij een wet. We kunnen het wel vrágen, maar het is niet in onze macht. Dus naast de zekerheid dat de wet nog niet in werking treedt, heb je de ónzekerheid over het verdere verloop van de procedure. Dat is de reden waardoor de regering tot de keuze is gekomen van de route die nu voorligt. Nogmaals, de uiteindelijke afweging is een politieke.

De voorzitter:

Dank u wel. Een vraag van mevrouw Mulder, CDA.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Heeft de minister inmiddels al gebeld met de Raad van State en weet hij of ze dit met spoed willen behandelen?

Minister Blok:

Nee, voorzitter. Daarop is het antwoord hetzelfde als toen deze vraag vorige week gesteld werd omdat de regering ervan overtuigd is dat de route die nu voorligt staatsrechtelijk correct is en dat een andere route de twee gegevenheden met zich meebrengt die ik aangaf. Het onderdeel snelheid is, nogmaals, iets wat we kunnen vragen — dat zullen we ook doen, mocht dat de keuze worden — maar waarbij de Raad van State een van de spelers is. Je hebt dus pas volledige duidelijkheid wanneer daar de procedure doorlopen is.

De voorzitter:

Mevrouw Mulder, tot slot.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Het moet me wel even van het hart dat het er een beetje op lijkt dat het, omdat de regering de ene route wil de andere route ook niet echt met spoed onderzoekt. Dat stoort mij wel een beetje. Eigenlijk wordt hier in de Kamer neergelegd: "jullie vertragen het". Dat stoort mij, dus ik hoop dat op het moment dat er wel heel snel aan de slag wordt gegaan met die novelleroute, mocht er een meerderheid zijn voor de motie van mevrouw Beckerman.

Minister Blok:

Net zoals in het debat vorige week klinkt hier een zekere strijd tussen regering en Kamer die de regering niet ziet. Nogmaals, er is iets misgegaan bij de stemming. Dat betwist niemand, daardoor is een situatie ontstaan die opgelost moet worden. Dat kan langs twee routes. Dat is geen kwestie van gelijk hebben of met elkaar strijden. Dat is een kwestie van hoe je nou praktisch een gerezen probleem oplost, zó dat de mensen om wie het gaat in Groningen daar geen last van hebben.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik wil mevrouw Mulder nu toch wel bijvallen. We kunnen hier heel laconiek gaan staan doen, maar er is wel degelijk wat aan de hand. Er is een crisis in Groningen, een ontwrichtende situatie, en we staan hier alweer wekenlang te debatteren over een fout die het kabinet mijns inziens maakt. Er is wel degelijk iets aan de hand als het kabinet vervolgens zegt dat het de schuld is van de Kamer dat het nu vertraagd wordt, terwijl het kabinet na de stemming over de wet maanden heeft gewacht met het sturen van de brief. Ik vind dat toch wel een heel pijnlijk gegeven en zou toch nog één keer een reactie willen.

Minister Blok:

Mevrouw Beckerman gebruikt woorden die het kabinet niet gebruikt. Mevrouw Beckerman zegt dat het kabinet zegt dat het de schuld van de Kamer is. Noch mevrouw Ollongren, noch ik hebben die termen ooit gebruikt. Integendeel, zowel vandaag als vorige week als in onze brief hebben we aangegeven dat zich nu eenmaal het vraagstuk voordoet zoals het zich voordoet, dat wij op zoek zijn naar een praktische oplossing, dat het staatsrecht ook die ruimte biedt, dat het uiteindelijk een politieke afweging is welke route je kiest, maar dat er van onze kant geen sprake is van verwijten, boze gezichten of wat dan ook.

Mevrouw Beckerman (SP):

Laat ik het er dan op houden dat ik hoop dat mijn moties een meerderheid halen en dat ik alvast dank uitspreek aan de collega's die er steun voor hebben uitgesproken. We zijn daar nog niet, maar ik zou dan graag direct een brief willen van het kabinet waarin staat hoe ze die spoedig gaan uitvoeren. Ik wijs het kabinet er wel op dat deze wet al heel veel vertraging had. U hebt er bijvoorbeeld voor gekozen om de inspraak voor de Groningers bij de oorspronkelijke wet te verkorten met het argument "tijd". Vervolgens vertraagde u die wet zelf en dreigt er nu weer vertraging.

De voorzitter:

Als de motie wordt aangehouden, kunt u inderdaad vervolgens om een brief vragen, maar we weten dat nog niet. Het woord is aan de minister.

Minister Blok:

Voorzitter. Ik zal de eerste motie van een toelichting voorzien en collega Ollongren de tweede motie.

De motie op stuk nr. 83 van mevrouw Beckerman, de heer Nijboer en de heer Kops constateert dat de regering voornemens is om twee aangenomen amendementen niet in werking te laten te treden en later een nieuw wetsvoorstel wil wijzigen. Zij verzoekt de regering deze route niet te kiezen. Omdat de implicatie van deze motie is dat de novelleroute moet worden gekozen, waarvan de regering heeft aangegeven dat dat kan als je dat bij meerderheid wilt maar dat dat wel de twee nadelen heeft die ik heb geschetst, ontraad ik per saldo de motie.

De voorzitter:

Dank u wel. We gaan heel even schoonmaken, waarna ik het woord geef aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het woord is aan de minister.

Minister Ollongren:

Dank, voorzitter. Ik sluit me aan bij de woorden van collega Blok, die ik niet zal herhalen. Ik wil alleen nog iets zeggen over de andere motie die voorligt, de motie op stuk nr. 84, waarin de constatering wordt gedaan dat de Tweede Kamer als medewetgever buitenspel wordt gezet. Collega Blok heeft het net al gezegd en ik herhaal dat graag: dat is dus geenszins het geval. Het kabinet heeft de Kamer geïnformeerd over het voornemen om deze oplossing te kiezen, daarmee recht doend aan de rol die de Tweede Kamer nou eenmaal heeft en die we heel belangrijk vinden, namelijk de rol van medewetgever. Hiermee zetten wij de Tweede Kamer dus niet buitenspel, integendeel. Onzes inziens scheppen wij ook geen precedent. Het is gewoon een manier om een voorziening die al in de wet staat, namelijk de gedifferentieerde inwerkingtreding, aan te kondigen en gelijktijdig een wetswijziging aan te kondigen, waarbij ook de Tweede Kamer weer volledig aan zet was geweest als de Kamer was meegegaan in ons voorstel. We zullen dat zien. Vanwege deze constatering en het feit dat volgens ons geen precedent wordt geschapen dat daartoe zou leiden, moet ik de motie op stuk nr. 84 ontraden.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Het stemmen over de ingediende moties vindt volgende week dinsdag plaats. Ik dank beide bewindspersonen, evenals de Kamerleden en de kijkers thuis. Ik schors de vergadering tot 15.25 uur. Dan starten we met het debat over de ontwikkelingen van het coronavirus.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven