13 Onderbrengen vermistkindalertering bij Burgernet

Aan de orde is het tweeminutendebat Onderbrengen vermistkindalertering bij Burgernet (29668, nr. 60).

De voorzitter:

We gaan snel door naar het tweeminutendebat over het Onderbrengen vermistkindalertering bij Burgernet. Ik heet de minister van Justitie en Veiligheid, de Kamerleden en de kijkers thuis van harte welkom. Ik geef als eerste het woord aan de heer Eerdmans van JA21 voor zijn twee minuten. Als u nog één moment kan wachten, doen we ook heel even een klein changement aan deze kant. We kunnen pas verder als de griffier zit. Ze zit.

De heer Eerdmans (JA21):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Geachte minister, collega's. Ik denk dat dit een heel belangrijk onderwerp is. Er is eigenlijk alleen een schriftelijk debat over gevoerd naar aanleiding van de controversieelverklaring van het onderwerp van de kindvermistalerteringen. Het gaat hier om hoe wij kinderen die worden ontvoerd of vermist, zo snel mogelijk terugkrijgen door inschakeling van het grote publiek. Dat heet op dit moment AMBER Alert; het systeem is bekend. Daar is nogal wat mee aan de hand. We hoeven we nu niet over alles heen en weer te gaan pingpongen, maar het komt erop neer dat ik blij ben met de heel constructieve houding van de collega's naar elkaar toe om dit op de kaart te zetten en daarop te houden, en om te zorgen voor een oplossing, zodat wij de meest effectief mogelijke manier houden om kinderen die vermist raken zo snel mogelijk terug te vinden, en zodat die alertering ook bij het grote publiek onder de aandacht blijft komen.

Daarom hebben wij een motie opgesteld. Die dien ik in namens de collega's, die ik nogmaals dank voor de samenwerking en de welwillende houding. Die is er overigens ook bij de minister, die ik hierover heb mogen raadplegen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de alertering van vermiste kinderen van bijzonder groot belang is om vermiste, ontvoerde of in levensgevaar verkerende kinderen terug te vinden;

constaterende dat het huidige AMBER Alert grote bekendheid geniet, zich snel verspreidt en een groot bereik heeft, en internationale samenwerking geregeld is;

van mening dat opsporing een publieke taak is, maar dat het stoppen met een succesvol initiatief dat goed werkt risico's met zich meebrengt en de kernvraag zou moeten zijn hoe vermiste kinderen zo goed en zo snel mogelijk opgespoord en gevonden kunnen worden;

verzoekt de regering te bewerkstelligen dat de overeenkomst met AMBER Alert wordt verlengd met een bepaalde termijn, teneinde in de tussenperiode de politie en AMBER Alert de gelegenheid te bieden om in samenspraak te komen tot een constructie waarbij de voordelen van AMBER Alert zo veel als mogelijk behouden blijven, waaronder het bereik, de naamsbekendheid, de samenwerking met partnerorganisaties en de internationale inzet;

en verzoekt de regering de Kamer voor 1 oktober, of indien daartoe aanleiding bestaat op een eerder moment, schriftelijk te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Eerdmans, Van Nispen, Michon-Derkzen, Kathmann, Van der Werf, Azarkan en Van der Plas.

Zij krijgt nr. 61 (29668).

Dank u wel, meneer Eerdmans.

De heer Eerdmans (JA21):

Dank u wel.

De voorzitter:

Ik kijk even of er nog behoefte is aan een tweede termijn of dat we het even houden bij de ... Ja? Ik kijk even naar mevrouw Michon-Derkzen. Heeft u nog behoefte aan een tweede termijn? Heel kort? Gaat uw gang. Ik dacht, kijkend naar de eensgezindheid en emotie ... Dat zou op zich ook weleens mooi zijn, hè? Maar gaat uw gang.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Die eensgezindheid is er, maar ik hecht er ook aan om vanuit mijn fractie te benadrukken dat het systeem natuurlijk ondergeschikt is. We moeten alles uit de kast halen om een kind dat vermist is te vinden. AMBER Alert heeft daar heel goed werk in gedaan. Ik begrijp ook goed — zo lees ik ook het schriftelijk overleg — dat de politie die verantwoordelijkheid nu op zich neemt. Het is ook een publieke taak; laten we daar geen verstoppertje over spelen. Het is goed dat de politie dit op wil pakken, maar mijn fractie hecht er zeer aan dat dit met een warme overdacht gebeurt en dat we dus ook de goede dingen van AMBER Alert overeind houden, ook als dat met de politie is. Vandaar dat we die motie ook gesteund hebben. Ik ga ervan uit dat AMBER Alert en de politie in de periode tot oktober met elkaar samenwerken om ervoor te zorgen dat overeind blijft staan waar we het voor doen, namelijk dat kinderen zo snel mogelijk worden opgespoord.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan kijk ik even naar mevrouw Kathmann. Niet? Mevrouw Van der Werf ook niet. Dan de heer Van Nispen. Mevrouw Helder, u wilde ook niet, denk ik, hè? Toch wel? Oké. Eerst de heer Van Nispen.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter, dank u wel. De vermissing van een kind is natuurlijk de nachtmerrie van iedere ouder. Soms houdt het de gemoederen in de samenleving ook echt enorm bezig. De kernvraag moet dus zijn: hoe kan een kind het beste worden gevonden en opgespoord? In principe is opsporing een publieke taak — nee, niet eens "in principe"; het ís gewoon een publieke taak. Dat geldt dus ook voor de opsporing van vermiste kinderen. Maar zoals al door eerdere woordvoerders is gezegd: als het nu goed werkt — en dat doet het; AMBER Alert heeft een grote naamsbekendheid en heeft goede resultaten — dan moet je er inderdaad wel van overtuigd zijn dat een wijziging in dat systeem de opsporing alleen maar ten goede komt. Die overtuiging hebben wij nu nog niet. Daarom sturen wij de minister volgens mij met een duidelijke boodschap op pad. Ik benadruk hierbij dat ik er echt aan hecht dat de minister deze komende maanden gebruikt om zijn uiterste best te doen om tot een vergelijk te komen. Het is te belangrijk om er een prestigestrijd van te maken, waarbij de politie zegt dat zij het beter kunnen of AMBER Alert zegt dat zij het beter kunnen. Daar gaat het niet om. Het moet er uiteindelijk om gaan dat de minister terugkomt bij de Kamer met deze duidelijke opdracht en ons uitlegt hoe het als publieke taak ondergebracht kan worden met behoud van de voordelen die er nu zijn. Als de minister daarin slaagt, hebben we een nieuwe situatie. Daarom staat er volgens mij een hele duidelijke termijn in de motie.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Nispen. Dan wil ik even iets vragen. Mevrouw Helder, u heeft niet meegedaan aan het debat. Volgens het nieuwe Reglement van Orde moet ik dus even toestemming vragen. Is het mogelijk dat mevrouw Helder toch wat woorden spreekt? Dat is het geval. Dan geef ik het woord aan mevrouw Helder van de PVV. Gaat uw gang.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter, dank u wel. Ook dank aan de collega's. Ik heb al iets meegenomen wat ik in het verleden van de heer Hoen van AMBER Alert heb gekregen. De sympathie van mijn fractie zal nu dus ook wel heel duidelijk zijn. Ik hecht er toch aan om even wat in te spreken, hoewel wij geen inbreng hebben geleverd. Voor ons is immers wel duidelijk dat AMBER Alert een zaak is van leven of dood als zo'n bericht uitgaat. Het heeft een hele grote naamsbekendheid. Ik kan me niet voorstellen dat een burger meteen in alle scenario's springt als hij een melding van Burgernet ziet, want dat klinkt gewoon minder urgent dan een AMBER Alert. Die tijd willen wij wel goed benutten, zodat er — zoals in de motie van collega Eerdmans staat — een warme overdracht is. Daar zijn wij ook niet van overtuigd, ook gezien en gelezen de antwoorden van de minister, want het lijkt erop dat de minister de indruk wil wekken dat AMBER Alert in het vonnis ongelijk heeft gekregen van de Raad van State, maar dat is niet zo. Er is gewoon niet op de inhoud ingegaan. De brief van de korpschef is geen besluit. Iedere bestuursrechtsjurist weet dan dat er niet op de inhoud is gesproken. Dat doen wij hier vandaag wel. Ik vind het prima dat de politie het over wil nemen, maar ik vind het dus heel belangrijk om er echt voor te zorgen dat AMBER Alert en de heer Hoen hier het voortouw hebben. Als hij het vertrouwen heeft dat er een goede en warme overdracht zal zijn, heeft mijn fractie dat ook. Ik zal mijn fractie dus adviseren de motie van collega Eerdmans te ondersteunen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Helder. Ik kijk of de minister bereid is om al meteen zijn appreciatie te geven over de motie en eventueel nog een enkele reactie te geven. Ja, het woord is aan de minister van Justitie en Veiligheid.

Minister Grapperhaus:

Voorzitter. Ik denk dat de heer Van Nispen heel terecht iets heeft gezegd over hoe ongelofelijk diep het gaat en hoe afschuwelijk het is als je je kind mist. Daarmee is meteen al het belang gegeven van een heel zorgvuldige opzet en uitvoering van een alerteringssysteem, zoals dat de afgelopen jaren overigens ook echt goed heeft gewerkt. Daarom vind ik het met betrekking tot de motie van de heer Eerdmans ook van belang dat de politie en de huidige eigenaar, Netpresenter B.V., de gelegenheid krijgen om nog eens heel goed met elkaar te spreken: hoe zouden we echt in een win-winsituatie met elkaar verder kunnen komen? Ik begrijp ook dat we er dan goed aan doen om te zeggen dat ik uw Kamer uiterlijk 1 oktober nader zal berichten. Ik zou de uitnodiging die ik aan uw Kamer gedaan heb om hierover een technische briefing te houden — natuurlijk begrijp ik dat uw Kamer daar vanwege de drukke werkzaamheden geen gelegenheid voor heeft gehad — graag willen herhalen, want juist vanwege het grote belang van deze zaak staat het echt heel erg op nummer 1 dat we met elkaar zorgen dat we op 1 oktober of daaromtrent precies weten wat de uitkomst van die gesprekken is respectievelijk hoe we op de beste manier verdergaan. Ik geef dus oordeel Kamer aan de motie.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat. Ik wil de minister van harte welkom … Nou, niet welkom heten, maar van harte danken voor zijn reactie en zijn appreciatie. Ik dank de Kamerleden en de kijkers thuis.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering tot 15.00 uur en dan gaan we van start met een ander tweeminutendebat, namelijk over de Tijdelijke wet Groningen.

De vergadering wordt van 14.53 uur tot 15.00 uur geschorst.

Naar boven