Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | nr. 55, item 18 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | nr. 55, item 18 |
Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over Strategische agenda hoger onderwijs en onderzoek,
te weten:
-de motie-Van der Molen/Wiersma over een gelijk speelveld tussen bekostigde en onbekostigde onderwijsaanbieders aan volwassenen (31288, nr. 810);
-de motie-Van der Molen/Bruins over overleg met het beroepenveld over het onderwijsprogramma (31288, nr. 811);
-de motie-Van der Molen/Paternotte over persoonlijke ontplooiing en maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef (31288, nr. 812);
-de motie-Westerveld/Van den Hul over studenten die aanspraak maken op het profileringsfonds in de rendementscijfers uitzonderen (31288, nr. 813);
-de motie-Westerveld over verruiming van het aantal opleidingsplaatsen bij medische opleidingen (31288, nr. 814);
-de motie-Beertema over sluiten van NHL Stenden in Qatar (31288, nr. 815);
-de motie-Wiersma over een leerbanenoffensief in het hbo (31288, nr. 816);
-de motie-Wiersma over openstellen van onlinecursussen voor iedere Nederlander (31288, nr. 817);
-de motie-Wiersma over hogescholen en universiteiten aansporen samenwerking met bedrijfsscholen te zoeken (31288, nr. 818);
-de motie-Wiersma over een verscherping van de verplichting het maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef te bevorderen (31288, nr. 819);
-de motie-Van den Hul c.s. over het effect van de verschuivingen in de bekostiging op de werkdruk op faculteitsniveau (31288, nr. 820);
-de motie-Van den Hul c.s. over de diversiteit van de bestuurlijke top in het hoger onderwijs (31288, nr. 821);
-de motie-Paternotte/Van der Molen over toevoegen van loting aan het selectie-instrumentarium (31288, nr. 822);
-de motie-Paternotte/Van den Hul over meebeslissen door studenten en docenten bij de invulling van de studiekeuzecheck (31288, nr. 823);
-de motie-Futselaar c.s. over bindende afspraken over afname van tijdelijke dienstverbanden (31288, nr. 824);
-de motie-Bruins/Van der Molen over een landelijke overlegstructuur tussen hoger beroepsonderwijs en georganiseerd bedrijfsleven (31288, nr. 825).
(Zie notaoverleg van 10 februari 2020.)
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Westerveld stel ik voor haar motie (31288, nr. 814) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in de uitvoering van de motie-Tielen c.s. de subsidieregeling praktijkleren is vastgelegd tot 2023 en dat deze regeling is uitgebreid naar duale en deeltijdse hbo-opleidingen gericht op de sector zorg en welzijn;
constaterende dat het hbo achterblijft ten opzichte van het mbo als het gaat om een praktijkgerichte leerweg;
van mening dat duale hbo-opleidingen zich focussen op een échte beroepsopleiding en daarmee een grote meerwaarde hebben voor de Nederlandse samenleving;
verzoekt de regering om voor de zomer te komen tot een plan van aanpak voor een leerbanenoffensief in het hbo, met daarin concrete ambities aan te bieden duale opleidingen, alsmede ook langetermijndoelen;
verzoekt de regering tevens om zo ook te komen tot een overlegtafel tussen het hoger onderwijs en het georganiseerde landelijke bedrijfsleven,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
De voorzitter:
De motie-Wiersma (31288, nr. 818) is in die zin gewijzigd en nader gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Wiersma en Bruins, en luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat kwalitatief goed onderwijs vooropstaat en er meerdere wegen zijn om dat te bieden;
constaterende dat er veel goede initiatieven zijn, zoals de bedrijfsschool van Tata Steel, maar dat we deze voorbeelden vooral zien op het mbo en niet in het hoger onderwijs;
overwegende dat Techniek Nederland aangeeft dat het een goed idee is dat de schotten tussen arbeidsmarkt en onderwijs meer zouden verdwijnen;
verzoekt de regering bekostigde hogescholen en universiteiten aan te sporen om, binnen de voorwaarden die daarvoor gelden, samenwerking met bedrijfsscholen op te zoeken, zowel binnen als buiten het experiment leeruitkomsten, en om bedrijfsscholen aan te sporen samenwerking op te zoeken met private instellingen die opleidingen in het hoger onderwijs verzorgen, waarbij gebruikgemaakt kan worden van het STAP-budget, en de Kamer hierover voor de zomer van 2020 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
De voorzitter:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er niet alleen regionaal maar juist ook landelijk goede afstemming nodig is tussen het beroepsonderwijs en het afnemend veld, bijvoorbeeld over kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkelingen in de sectoren en de daaruit voortkomende behoeften van bedrijfstakken ten aanzien van de opleidingen;
overwegende dat er op dit vlak in het mbo goede ervaringen zijn middels de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven;
verzoekt de regering om te verkennen of en hoe, naast het stimuleren van de regionale overlegstructuur, een landelijke overlegstructuur kan worden ingericht tussen het hoger beroepsonderwijs en het georganiseerde bedrijfsleven, waar niet-vrijblijvende afspraken gemaakt worden over de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt, naar voorbeeld van of middels aansluiting bij de overlegtafels van SBB,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, 50PLUS, de VVD, de SGP, het CDA, de ChristenUnie, de PVV, FvD en Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de VVD, het CDA, de ChristenUnie, FvD en Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen, 50PLUS, D66, de VVD, het CDA, de ChristenUnie en Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de PVV, FvD en Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, 50PLUS, de VVD, de SGP, het CDA, de ChristenUnie, de PVV, FvD en Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, Van Kooten-Arissen, 50PLUS, D66, de VVD, de SGP, de ChristenUnie, de PVV, FvD en Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, 50PLUS, de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de PVV, FvD en Van Haga voor deze nader gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, de VVD, het CDA, de PVV, FvD en Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen en 50PLUS voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen, 50PLUS en D66 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen, 50PLUS, D66, de SGP, het CDA en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen, 50PLUS, D66, de ChristenUnie, FvD en Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
Meneer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Ik kom nog even terug op de vorige motie, op stuk nr. 822, inzake het weer mogelijk maken van loting. Ik krijg graag van het kabinet een brief waarin staat hoe deze motie uitgevoerd gaat worden.
De voorzitter:
Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen, 50PLUS, de SGP en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, DENK, 50PLUS, D66, de VVD, de SGP, het CDA, de ChristenUnie, de PVV, FvD en Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20192020-55-18.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.