7 Stemmingen moties Functioneren rijksdienst

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het VAO Functioneren rijksdienst,

te weten:

  • -de motie-Van der Molen over de Kamer jaarlijks informeren over de spreiding van de rijkswerkgelegenheid (31490, nr. 261);

  • -de motie-Van der Molen over een brede definitie van rijkswerkgelegenheid (31490, nr. 262);

  • -de motie-Van der Molen over een uniforme methodiek voor het in kaart brengen van de rijkswerkgelegenheid (31490, nr. 263);

  • -de motie-Middendorp over het versterken van de positie van de minister van BZK op het gebied van ICT (31490, nr. 264).

(Zie vergadering van 3 december 2019.)

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Middendorp stel ik voor zijn motie (31490, nr. 264) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De motie-Van der Molen (31490, nr. 261) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een coördinerende rol heeft in de spreiding van rijkswerkgelegenheid;

overwegende dat het onduidelijk is op welke wijze de spreiding van rijkswerkgelegenheid wordt betrokken in besluitvorming rondom het verplaatsen van rijkstaken;

verzoekt de regering de Kamer jaarlijks bij de begroting te informeren over de spreiding van de rijkswerkgelegenheid en alle provinciegrensoverschrijdende verplaatsingen van rijksdiensten en zelfstandige bestuursorganen wanneer hiermee ten minste 50 fte gemoeid is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 267, was nr. 261 (31490).

De voorzitter:

De motie-Van der Molen (31490, nr. 262) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de werkgelegenheid bij zelfstandige bestuursorganen (zbo's) niet wordt meegenomen in de berekening van de rijkswerkgelegenheid;

overwegende dat het voor het monitoren van de spreiding van rijkswerkgelegenheid van belang is om alle vormen van werkgelegenheid die gerelateerd zijn aan rijkstaken inzichtelijk te maken;

verzoekt de regering een brede definitie van rijkswerkgelegenheid te hanteren, te weten directe rijkswerkgelegenheid en werkgelegenheid bij zbo's, en de Kamer hierover vóór 1 maart 2020 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 268, was nr. 262 (31490).

Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Molen (31490, nr. 267, was nr. 261).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen, D66, de VVD, de SGP, het CDA, de ChristenUnie, de PVV, FvD en Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fractie van 50PLUS ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Molen (31490, nr. 268, was nr. 262).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Molen (31490, nr. 263).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven