8 Modernisering financiering ambtsopleidingen

Aan de orde is het VSO Modernisering financiering ambtsopleidingen (31288, nr. 581).

De voorzitter:

Aan de orde is het VSO Modernisering financiering ambtsopleidingen, met één spreker. Dat is de heer Van der Molen van het CDA.

De heer Van der Molen (CDA):

Dank u wel, voorzitter. In 2017 hebben wij in deze Kamer een schriftelijk overleg gevoerd over de modernisering van de ambtsopleidingen. Wij zijn inmiddels voor de zomer van 2019, dus ik dacht: het wordt tijd om een motie in te dienen. Bij dezen. Bij de behandeling toentertijd van de voorstellen voor modernisering leefden er bij de Kamer een aantal aarzelingen over het onderbrengen van ambtsopleidingen bij de Vrije Universiteit en ook over de onmogelijkheid voor een ambtsopleiding om op een nader moment een andere keuze te maken, ook omdat de financiering nu linea recta richting de VU gaat en niet meer op het niveau van de ambtsopleiding plaatsvindt. Als we kijken naar de huidige situatie en naar de discussies over de vraag of ambtsopleidingen zich wellicht bij een andere universiteit zouden kunnen voegen, wat niet voor alle ambtsopleidingen geldt die nu bij de VU zijn ondergebracht, lijkt het ons goed om een motie daarover in te dienen. Die is als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat met de modernisering van de financiering van de ambtsopleidingen ervoor gekozen is om de financiering die rechtstreeks naar de ambtsopleidingen ging, vanaf dat moment via de lumpsum uit te keren aan de Vrije Universiteit;

constaterende dat de minister met de Vrije Universiteit heeft afgesproken de financiering bij de VU te laten indien een ambtsopleiding overstapt naar een andere universiteit;

overwegende dat ambtsopleidingen in staat moeten zijn om een onafhankelijke positie ten opzichte van de VU te behouden;

verzoekt de regering om ambtsopleidingen die overstappen, de oorspronkelijke structurele financiering mee te geven en de uitkering van de lumpsum aan de VU daarop aan te passen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Molen en Tielen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 748 (31288).

De heer Van der Molen (CDA):

Ik zie de heer Bisschop aan de microfoon verschijnen.

De voorzitter:

O, excuses. Ik keek heel erg naar u en niet naar de interruptiemicrofoon. De heer Bisschop.

De heer Bisschop (SGP):

Ik had even de indruk dat de voorzitter mij niet wilde zien.

De voorzitter:

Nee, dat is flauw. Ik wil u altijd zien. Bij dezen.

De heer Bisschop (SGP):

Geweldig. Mijn dag is weer goed.

De formulering van het dictum vraagt wel enige toelichting. Betekent de motie dat als een ambtsopleiding bij de VU weggaat, die ambtsopleiding terugvalt op de financiering van voor de lumpsumregeling ten behoeve van die ambtsopleiding? Ik doel op de oorspronkelijke structurele financiering. Of is de intentie van dit dictum dat de ambtsopleiding die de VU verlaat, het bedrag dat krachtens de regeling rondom die ambtsopleiding in 2017 is toegekend, mag meenemen?

De heer Van der Molen (CDA):

Het punt dat de motie beoogt te maken, ook namens de VVD, is het volgende. Instellingen die ervoor gekozen hebben om zich onder te laten brengen bij de VU, kregen daar in het verleden financiering voor. Maar nu geldt daarvoor een nieuwe verdeling binnen de VU. Op het moment dat een ambtsopleiding ervoor kiest om zich bij een andere universiteit onder te laten brengen, bijvoorbeeld vanwege levensbeschouwelijke overwegingen, vinden wij het wezenlijk om die mogelijkheid te bieden. Daar hoort wat ons betreft ook bij dat de financiering mee kan. De heer Bisschop zegt: "Ja, maar we zijn nu een aantal jaren later. Er is een iets andere verdeling ontstaan. Daar zijn afspraken over gemaakt en wellicht kun je niet meer naar dat oorspronkelijke bedrag terugkeren." Daar zou ik naar willen kijken, omdat ik me kan voorstellen dat er ondertussen wat gebeurd is. Maar wat ik wil verhinderen, is dat een ambtsopleiding wel kan verhuizen maar het budget moet achterlaten. Dat zou ik onrechtvaardig vinden.

De voorzitter:

De heer Bisschop. Kort.

De heer Bisschop (SGP):

Die intentie deel ik. Laat daar geen misverstand over bestaan. Maar misschien is het goed als we nog even kijken naar de uitvoering en eventueel met een iets aangepaste formulering komen, zodat daar geen misverstand over kan ontstaan. Is de heer Van der Molen daartoe bereid?

De heer Van der Molen (CDA):

Daar ben ik toe bereid. Het wordt in dit korte VSO misschien wat lastig om dat nog te doen, maar die bereidwilligheid is er. Daar kom ik nog even op terug, ook in overleg met collega Tielen, die deze motie met mij heeft ingediend maar nu niet aanwezig is.

De voorzitter:

Goed. Ik geef het woord aan de minister. Misschien kan zij daar ook al wat over zeggen.

Minister Van Engelshoven:

Voorzitter. Het is misschien goed als we even terugkijken naar wat voor afspraken destijds zijn gemaakt. Met de wijziging van de financiering die eind 2016 tot stand is gekomen, is de afspraak gemaakt dat het het seminarie vrijstaat om zich in de toekomst te verbinden aan een andere onderwijsinstelling dan de VU, maar niet met medeneming van de individuele financiering. Dat is de afspraak die toen gemaakt is en daar zijn alle opleidingen mee akkoord gegaan. Dat is de afspraak die met allen is gemaakt. Daar is breed mee ingestemd. Toen is ook met z'n allen de afspraak gemaakt dat deze wijze van organiseren in 2021 zou worden geëvalueerd.

Die afspraken zijn toen niet voor niks gemaakt. Een belangrijke reden was om de financiering van de ambtsopleidingen te maximeren, waarbinnen het mogelijk zou blijven om nieuwe ambtsopleidingen te ontwikkelen indien daar behoefte aan is. Er is ook gekozen voor deze opzet omdat die de onderlinge samenhang bevordert, er efficiencywinsten geboekt kunnen worden en omdat die leidt tot synergiën en verbindingen. Die doelen zijn belangrijk. Al die opleidingen zijn destijds akkoord gegaan met het geheel van afspraken. Het wordt wat ingewikkeld om nu te zeggen: er wil er een vertrekken. Dan gaan we een stuk uit dat bouwwerk trekken en dan zou het zomaar kunnen dat het niet meer klopt. Ik ontraad deze motie dus, omdat die expliciet ingaat tegen de afspraken die zowel in de Kamer als met alle opleidingen zijn gemaakt. Als het specifiek om de orthodoxie gaat, ben ik bereid om coulance te verlenen. Er is nog een resterend bedrag uit de voorgaande vijfjaarregeling van ongeveer €140.000. Dat kunnen ze meekrijgen, maar ik ben op dit moment niet bereid om de lumpsum bij de VU te veranderen. Ik ontraad de motie dus.

De heer Van der Molen (CDA):

De minister heeft een duidelijke stellingname. Gezien de principiële keuze in de motie wordt het ook lastig om daar nu wat tegen in te brengen. Wat ik nog wel zou willen meegeven, is dat de minister aangeeft dat er afspraken zijn gemaakt met de betrokkenen en met de Kamer. Over dat laatste denk ik iets anders, want anders had ik hier nu niet gestaan. We hebben die discussie in de Kamer toen niet afgerond. Dat is een omissie aan de kant van de Kamer geweest, maar dat betekent dat ik terugkom op een afspraak die met ons in ieder geval niet zo is vastgelegd. Nu we dit wel afronden, staat het mij en het CDA volgens mij vrij om dit voorstel in te dienen. Maar ik heb de minister helder gehoord. Ik zal even in overleg met de heer Bisschop kijken of de motie nog aanpassing nodig heeft.

Minister Van Engelshoven:

Excuus aan de heer Van der Molen. U heeft helemaal gelijk dat de discussie met de Kamer destijds niet was afgerond, maar de afspraken met alle betrokkenen, ook met al deze instellingen, zijn toen wel zo gemaakt. Daar heeft men ook allemaal mee ingestemd.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit VSO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over alle moties die vanochtend zijn ingediend, wordt aanstaande dinsdag gestemd. Ik dank de minister voor haar komst naar de Kamer; wij zien elkaar later vandaag in een andere zaal weer terug.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Arib

Naar boven