14 Stemmingen moties Integrale aanpak van hulp aan kwetsbare kinderen en jongeren

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de brief van de Kinderombudsman inzake de integrale aanpak van hulp aan kwetsbare kinderen en jongeren,

te weten:

  • -de motie-Agema over recentraliseren van de complexere jeugdhulp (31839, nr. 664);

  • -de motie-Agema over structureel een half miljard euro extra beschikbaar stellen voor de uitvoering van de Jeugdwet (31839, nr. 665);

  • -de motie-Hijink over samenwerking tussen jeugdzorgaanbieders stimuleren (31839, nr. 666);

  • -de motie-Westerveld over onderzoek naar hoeveel jongeren die acuut hulp nodig hebben op een wachtlijst staan (31839, nr. 667);

  • -de motie-Westerveld over voldoende plekken voor jongeren met complexe psychische aandoeningen (31839, nr. 668);

  • -de motie-Westerveld over het realiseren van landelijke expertisecentra voor complexe en acute jeugdhulp (31839, nr. 669);

  • -de motie-Peters c.s. over onderzoek naar de reikwijdte van de jeugdhulpplicht (31839, nr. 670).

(Zie vergadering van 5 juni 2019.)

De voorzitter:

De motie-Agema (31839, nr. 664) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de transformatiedoelen van de Jeugdwet onder andere minder intensieve zorg, meer samenhang in hulpaanbod en meer ruimte voor de professional waren;

overwegende dat nu ook uit de brief van de Kinderombudsvrouw blijkt dat er nog erg veel moet gebeuren om deze transformatiedoelen te behalen en dat in de tussentijd erg veel kinderen met met name complexere problematiek in de knel blijven zitten;

verzoekt de regering te evalueren of de decentralisatie van de meer complexere jeugdhulp niet (deels) bovenregionaal georganiseerd moet worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 671, was nr. 664 (31839).

De voorzitter:

De motie-Hijink (31839, nr. 666) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kinderombudsvrouw heeft aangegeven dat de meest kwetsbare kinderen in ons land te maken hebben met een stapeling van problemen en daardoor ook automatisch te maken krijgen met verschillende wetten, instanties en regels;

constaterende dat de concurrentie in de jeugdzorg is doorgeschoten, waardoor kwetsbare kinderen niet tijdig de juiste zorg krijgen die zij nodig hebben;

constaterende dat er goede voorbeelden zijn van gemeenten die via een coöperatie jeugdzorghulpverleners de ruimte geven om te bepalen welke zorg nodig is, zonder concurrentie en verantwoordingsgekte toe te passen;

verzoekt de regering gemeenten aan te sporen om samenwerking met jeugdzorgaanbieders te stimuleren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 672, was nr. 666 (31839).

De voorzitter:

De motie-Westerveld (31839, nr. 668) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de inkoop van zeer specialistische jeugdzorg, maar er niet altijd voldoende passende behandelplekken zijn ingekocht;

overwegende dat het onacceptabel is dat jongeren te vaak met een complexe en acute hulpvraag op een verkeerde plek terechtkomen of op een wachtlijst belanden;

verzoekt de regering samen met gemeenten regie te voeren om voldoende plekken te realiseren voor jongeren met complexe psychische aandoeningen, zodat zij op korte termijn de specialistische zorg krijgen die ze nodig hebben,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 673, was nr. 668 (31839).

Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Agema (31839, nr. 671, was nr. 664).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Agema (31839, nr. 665).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, de PVV en FvD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Hijink (31839, nr. 672, was nr. 666).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, 50PLUS, D66, de VVD, de SGP en FvD voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Westerveld (31839, nr. 667).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, 50PLUS, de PVV en FvD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

De heer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Wij wilden voor de motie op stuk nr. 666 stemmen.

De voorzitter:

666, ja.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Maar dat klinkt niet zo ... In onze geledingen is dat niet echt ... Maar dan doe ik het toch maar op deze manier.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan komt deze opmerking over 666 in de Handelingen te staan. Dan zijn we nu bij 668.

In stemming komt de gewijzigde motie-Westerveld (31839, nr. 673, was nr. 668).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Westerveld (31839, nr. 669).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, de PVV en FvD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Peters c.s. (31839, nr. 670).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven