5 Beëdiging van de heer M.G.J. Harbers (VVD) en de heer G.J.P. van Otterloo (50PLUS)

Aan de orde is de beëdiging van de heer M.G.J. Harbers (VVD) en de heer G.J.P. van Otterloo (50PLUS).

De voorzitter:

Aan de orde is de beëdiging van de heer M.G.J. Harbers van de VVD en de heer G.J.P. van Otterloo van 50PLUS. Ik geef het woord aan mevrouw Leijten tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven.

Mevrouw Leijten, voorzitter der commissie:

Voorzitter. Het installeren van nieuwe collega's is altijd bijzonder, maar vandaag is het extra bijzonder, want wij krijgen met deze twee nieuwe leden een enorme hoeveelheid ervaring binnen. Zij waren allebei al eerder een keer Kamerlid, allebei ook acht jaar. Dat was in een heel ander tijdvak, maar toch. Qua anciënniteit kunnen deze heren denk ik veel leden voorgaan.

En dan nu het officiële gedeelte; u kent het.

Voorzitter. De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op de heer M.G.J. Harbers te Rotterdam en de heer G.J.P. van Otterloo te Den Haag. De commissie is tot de conclusie gekomen dat de heer M.G.J. Harbers te Rotterdam en de heer G.J.P. van Otterloo te Den Haag terecht benoemd zijn verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor om hen toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dienen zij wel eerst de eden of de verklaringen en beloften af te leggen zoals die zijn voorgeschreven bij de Wet beëdiging ministers en leden Staten-Generaal van 27 februari 1992, Staatsblad nr. 120.

De commissie verzoekt u tot slot om de Kamer voor te stellen het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

Volgens mij moet er weer een telefoon ingenomen worden, voorzitter.

De voorzitter:

Dit is nou al de tweede keer voor de heer Middendorp, die nota bene over digitalisering gaat. Ik hou het bij. Bij de derde keer is het inleveren.

Dank u wel, mevrouw Leijten. Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)

De voorzitter:

Dan gaan we nu over tot de beëdiging van onze twee nieuwe collega's. Ik verzoek de leden en overige aanwezigen in de zaal en op de publieke tribune indien mogelijk te gaan staan. De heer Harbers en de heer Van Otterloo zijn in het gebouw der Kamer aanwezig om de voorgeschreven eden of verklaringen en beloften af te leggen. Ik verzoek de griffier hen binnen te leiden.

Nadat de heer Harbers en de heer Van Otterloo door de griffier zijn binnengeleid, leggen zij in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven eden respectievelijk verklaringen en beloften af.

De voorzitter:

Ik wens u van harte geluk met het lidmaatschap van onze Kamer. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken voor de felicitaties. Welkom terug, heren.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven