13 Informele RBZ/Handel

Aan de orde is het VAO Informele RBZ/Handel (AO d.d. 03/10).

De voorzitter:

Goedenavond. Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het verslag van een algemeen overleg van 3 oktober jongstleden over de Informele Raad Buitenlandse Zaken/Handel. Ik heet welkom de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Ik heet welkom de woordvoerders en de mensen die dit korte debat hier op de publieke tribune dan wel op een andere manier volgen.

Ik zou snel van start willen gaan en geef als eerste en enige spreker het woord aan mevrouw Ouwehand, die spreekt namens de fractie van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Als ik de enige spreker ben, dan hoop ik altijd dat ik namens de hele Kamer spreek. We gaan even kijken of dat lukt. We hebben een debat gevoerd over de handelsagenda. Het was een van de vele debatten die we daarover met de minister voeren. Tijdens dat debat hebben we gesproken over de gepresenteerde kringlooplandbouwvisie van deze regering. Het is goed gebruik dat er eenheid in het kabinetsbeleid is. Daarom is het van belang om het volgende voorstel te doen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering een visie heeft gepresenteerd voor een omslag naar kringlooplandbouw, waarin zij terecht constateert dat de manier waarop we nu wereldwijd ons voedsel produceren niet houdbaar is;

constaterende dat de regering in haar ambitie om te komen tot kringlooplandbouw een aantal terechte uitgangspunten kiest, zoals dat consumenten weten waar hun voedsel vandaan komt, dat de afstand tussen boeren en burgers kleiner moet worden en dat boeren een normaal inkomen moeten kunnen verwerven met een manier van produceren die voldoet aan de normen op het gebied van onder andere dierenwelzijn en natuur;

overwegende dat het huidige handelsbeleid van de Nederlandse regering niet per se bijdraagt aan deze doelen, getuige onder meer de import van goedkope plofkip en legbatterij-eieren uit Oekraïne en de dreigende versoepeling van de import van rundvlees uit Zuid-Amerika;

overwegende zowel het uitgangspunt als het belang van samenhang in het regeringsbeleid;

verzoekt de regering bij de uitwerking van haar visie op de landbouw ook haar handelsbeleid tegen het licht te houden en te toetsen op de doelen die in de landbouwvisie zijn gesteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1931 (21501-02).

Dank u wel, mevrouw Ouwehand. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Ik schors de beraadslaging enkele ogenblikken totdat de minister de motie heeft en er een oordeel over kan geven.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering en geef het woord aan de minister voor een oordeel over de motie. Gaat uw gang.

Minister Kaag:

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

Voordat ik het oordeel over de motie geef, wil ik graag een paar punten benoemen. Het is een interessant geformuleerde motie, natuurlijk ook met wat, als ik het zo mag benoemen, tendentieuze woorden, bijvoorbeeld plofkip, en een paar aannames. Het handelsbeleid van Nederland is natuurlijk veel breder dan alleen de invoer en uitvoer van dierenproducten. Dat is belangrijk, maar handel is veel breder. Het gaat om handel in investeringen, technologie, kennis en het opbouwen van groeimarkten. Het is dus veel breder. Dat is de eerste grote kanttekening.

De tweede kanttekening is het specifieke punt dat hier handel en dierenwelzijn een beetje overkoepelend of door elkaar worden gebruikt. Dierenwelzijn is een standaardelement in alle handelsvragen die door dé EU worden uitonderhandeld. Dat is twee. Het derde is dat welke uitkomst dan ook niet per se de uitkomst van onderhandelingen is. Dit zijn hele belangrijke kanttekeningen om mee te geven aan de Kamer.

In de laatste of de op een na laatste paragraaf staat: verzoekt de regering bij uitwerking van haar visie op de landbouw ook haar handelsbeleid tegen het licht te houden en te toetsen op de doelen die in de landbouwvisie zijn gesteld. Het kabinet zet natuurlijk altijd in op beleidscoherentie tussen de verschillende ministeries. Handel is natuurlijk ook een veel breder terrein. Alles tegen het licht houdend zou ik zeggen: dat doen we eigenlijk continu. Dat is ook gebeurd in de opstelling van de landbouwvisie door minister Schouten van Landbouw.

Het is in mijn ogen niet helder wat er met "toetsing" wordt bedoeld en welke verplichtingen daar eventueel aan ontleend kunnen worden. Dit gezegd hebbende denk ik dat de boodschap van coherentie en dierenwelzijn belangrijk is. Dit gezegd hebbend laat ik de motie oordeel Kamer, maar dan wel met al deze kanttekeningen, kanttekeningen die ik zeer belangrijk acht.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de beraadslagingen. Over de ingediende motie wordt aanstaande dinsdag gestemd. Ik sluit dit VAO af en ga direct door naar het volgende verslag algemeen overleg en dat gaat over Handel.

Naar boven