4 Vragenuur: Vragen Den Boer

Vragen van het lid Den Boer aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het overtreden van eigen regels door de provincie Limburg met klussen voor oud-politici.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Den Boer namens D66 voor haar vraag aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die ik ook van harte welkom heet, over het overtreden van eigen regels door de provincie Limburg met klussen voor oud-politici.

Mevrouw Den Boer (D66):

Dank u wel, voorzitter. "Je bent integer of je bent niet integer. Een klein beetje integer, dat kan niet." Dat zei oud-minister van Binnenlandse Zaken Ien Dales in de jaren negentig. Vorige week konden we in NRC lezen: "Het dagelijks bestuur van de provincie Limburg deelde naar eigen inzicht opdrachten uit aan oud-collega's". 31 oud-politici kregen voor bijna 2 miljoen aan klussen van het provinciebestuur. Het ging om banen als kwartiermaker, ambassadeur en ketenregisseur. Er waren geen openbare vacatures en geen aanbestedingen. Sterker nog, Limburg betaalt meer aan klussen voor ex-politici dan alle andere provincies bij elkaar. Procedures waren niet transparant. Afspreken over de beloning waren geheim. Deze gang van zaken riekt naar een cultuur waarin mensen elkaar de bal toespelen, een banencaroussel. Daarmee bevestigt dit het beeld van een gesloten wereld, waar andere mensen of bedrijven geen kans maken. Deze gang van zaken is dan ook zeker niet goed voor het vertrouwen in de politiek en het openbaar bestuur. Vanzelfsprekend vraag je je direct af: zijn hier dan geen regels over? Jawel, er is een gedragscode met een zogenoemde antidraaideurregeling: als je als bestuurder vertrekt, mag je een jaar lang geen klussen doen voor de provincie. Bijna alle provincies kennen deze regel. Eén provincie blijkt deze regel niet te kennen; dat is de provincie Limburg. Ondanks het schrappen van die specifieke regel zijn andere integriteitsregels nog steeds geschonden: een bestuurder die meebeslist over een klus voor zijn vriend en partijgenoot of opdrachten die Europees aanbesteed hadden moeten worden en die zonder procedure worden gegund aan een oud-bestuurder van de provincie.

Voorzitter. Ik vind dit zeer zorgwekkend. Deelt de minister mijn verontwaardiging en heeft zij de gouverneur van de provincie Limburg gebeld over hoe dit eigenlijk mogelijk is?

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken.

Minister Ollongren:

Dank, voorzitter. Laat ik beginnen met te zeggen dat, als mevrouw Den Boer zelf niet Ien Dales had geciteerd, ik daarmee zou zijn begonnen. Want ik heb al vaker gezegd dat integriteit van het openbaar bestuur cruciaal is. Je kunt nog zo mooi beleid bedenken of nog zulke grote ambities hebben en daar nog zo goed uitvoering aan geven, het begint en eindigt met de basis van de integriteit van de mensen die daarvoor staan. Het belang van integriteit kan ik dus niet voldoende onderstrepen. Mevrouw Den Boer weet ook — we hebben daar vaker debatten over gehad — dat ik een pakket met ondersteuning voor bestuurders, een Handleiding basisscan integriteit et cetera, et cetera in de praktijk probeer te brengen.

Nu verscheen dat bericht in de NRC. Dat heeft veel vragen opgeroepen, ook bij mij. In antwoord op de vragen van mevrouw Den Boer: dit leidt er voor nu in ieder geval toe dat ik de commissaris van de Koning heb gevraagd hoe het precies zit. De commissaris heeft op grond van de Provinciewet de taak om de bestuurlijke integriteit van de provincie te bevorderen. Ik heb hem dus inmiddels om een ambtsbericht gevraagd. In dat ambtsbericht heb ik hem gevraagd om in te gaan op de volgende zaken. Wat is nu precies de situatie? We hebben het kunnen lezen in de NRC; ik wil het graag van de commissaris weten. Is deze situatie ook strijdig met wet- en regelgeving? Waarom wijkt de provincie Limburg af van de modelverordening zoals we die eigenlijk voor alle andere bestuurslagen — provincies, gemeenten en waterschappen — beschikbaar hebben? Want de zogenoemde draaideurconstructie wordt in die modelverordening geadresseerd, maar die lijkt de provincie Limburg niet te hebben overgenomen. Tot slot is er natuurlijk ook de vraag wat het provinciebestuur nu gaat doen.

Mevrouw Den Boer zegt terecht dat dit niet kan. Dat vind ik ook, maar ik vind wel dat ik van de provincie moet horen hoe dit precies zit. Daarom heb ik dus die vier vragen gesteld. Het is ook de verantwoordelijkheid van de provincie om passende maatregelen te nemen: uitzoeken hoe het zit en passende maatregelen nemen. Ik verwacht ook dat Provinciale Staten dat debat zullen aangaan en corrigerend zullen optreden. Ik heb overigens inmiddels begrepen dat het provinciebestuur zelf heeft aangekondigd het beleid te willen herzien en — dat vind ik ook belangrijk — de Zuidelijke Rekenkamer te vragen om een onderzoek in te stellen. Dat vind ik een belangrijke stap. Ik verwacht eigenlijk dat de uitkomst mij gemeld wordt via het ambtsbericht en via de resultaten in de Staten aldaar.

Mevrouw Den Boer (D66):

Het is heel fijn om te zien dat de minister serieus in gesprek is gegaan met de gouverneur, de commissaris van de Koning. Ik vind het ook mooi dat de minister deze problemen inziet. Maar ik vraag me wel af of de provincie Limburg zelf die problemen nu ook voldoende inziet, want in een eerdere reactie werd namelijk gezegd: Limburg deelt veel klussen uit omdat de sociale, economische en culturele activiteiten van het provinciebestuur veelomvattender dan zijn die van alle andere provincies samen. Bovendien is het draaideurartikel doelbewust geschrapt. Ik vraag aan de minister wat zij hiervan vindt. Wat zegt dit nou over het besef van integriteit in deze provincie? Hoe kan het zijn dat deze provincie een slappe gedragscode bestuurlijke integriteit kent, gezien de eerdere voorvallen? Er is nota bene ook een motie aangenomen dat benoemingen in de provincie Limburg open en transparant moeten zijn. Welke verantwoordelijkheid draagt de minister hier en was zij ervan op de hoogte dat deze bepaling doelbewust geschrapt was?

Minister Ollongren:

De modelgedragscode is gezamenlijk opgesteld door BZK, VNG, IPO en Unie van Waterschappen en die is er niet voor niets. In die modelgedragscode is opgenomen dat bestuurders gedurende één jaar na aftreden geen betaalde werkzaamheden mogen verrichten voor de provincie. Dat is natuurlijk om vriendjespolitiek te voorkomen en belangenverstrengeling te vermijden. Het is een modelverordening. De afspraak is dat een gedragscode — die is er overigens ook in Limburg — er gewoon is; dat is verplicht. De modelverordening is een basis en daar kun je beredeneerd van afwijken. Ik heb zonet al gezegd dat ik in mijn vraag aan de commissaris van de Koning op dat punt precies wil weten waarom daarvoor gekozen is en hoe ze voorstellen nu verder te gaan.

Mevrouw Den Boer (D66):

Ik ben natuurlijk blij met deze antwoorden, maar heeft de minister dan wel enig inzicht in de naleving van deze integriteitsregels in alle andere Nederlandse provincies? En vooral: is die modelgedragscode waarover de minister spreekt nog wel up-to-date? Heeft zij überhaupt inzicht in hoeveel lagere overheden hiervan gebruikmaken?

Voorzitter. Tot slot wil ik echt benadrukken dat het beeld dat oud-politici elkaar de bal toespelen natuurlijk ontzettend slecht is voor het vertrouwen in onze politiek. Ik waardeer de inspanningen van de minister. Het is natuurlijk van groot belang dat ze in gesprek treedt met de provincie Limburg en hopelijk ook met andere provincies.

Dank u wel.

Minister Ollongren:

Dat laatste onderstreep ik graag. Integriteit is de kern van de reden waarom mensen vertrouwen hebben in het openbaar bestuur. Dat wordt hierdoor geschaad; dat staat voor mij ook als een paal boven water. Dat willen we niet met z'n allen. Ik denk dat het heel goed is dat de modelverordening er is, maar ik vind dat deze zaak, nadat we de nadere informatie hebben gekregen, wel aanleiding is om eens goed te kijken, in overleg met de koepels, of de modelverordening toereikend is.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Den Boer. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Kuiken.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Limburg kent een reeks van spraakmakende integriteitsschandalen. De minister is zelf nauw betrokken geweest bij de nasleep daarvan. Zij heeft toen grote woorden geuit. Het kan dus niet helemaal als een verrassing komen dat het bestuur van de provincie Limburg hier kwetsbaar voor is. Ik wil dan ook weten van de minister, wetende van die kwetsbaarheid, wetende van vorige schandalen, welke concrete stappen zij toen heeft genomen richting onder andere het provinciebestuur van Limburg? Wat gaat zij doen op het moment dat ze nu niet een been bijtrekken, bijvoorbeeld als het gaat over de modelovereenkomst? Het kan niet bij vage beloftes blijven.

Minister Ollongren:

Misschien mag ik tegen mevrouw Kuiken zeggen dat ik dit heel serieus neem. Ik heb al gezegd dat integriteit bij mij hoog op de agenda staat. Daar zijn de andere overheden zich zeer van bewust en zij werken daar ook van harte aan mee. Dat geldt ook voor de provincie Limburg. Wat dat betreft maak ik geen onderscheid. Ik verwacht van alle andere overheden dat zij zich daaraan houden en dat ze zich daar ook sterk voor maken. Bovendien heeft de commissaris van de Koning ook nog een bijzondere rol wat betreft integriteit in de provincie. Ik heb in antwoord op mevrouw Den Boer al geschetst wat ik heb gevraagd aan de gouverneur. Ik moet natuurlijk naar de onderbouwing van hun kant kijken. Afhankelijk daarvan wil ik kijken of ik met hen nadere afspraken wil maken, specifiek voor daar. Bovendien heb ik zojuist ook gezegd dat ik met de koepels wil bekijken of de modelverordening op dat punt aanscherping zou behoeven.

De voorzitter:

En krijgt de Kamer daar informatie over te horen?

Minister Ollongren:

Dat lijkt me een heel goed plan, voorzitter.

De voorzitter:

Oké. Dan een interruptie van mevrouw Özütok namens GroenLinks.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Het is zorgelijk om te zien dat er in Limburg kennelijk een cultuur heerst waarin klusjes en baantjes onder elkaar worden verdeeld. Ik heb de volgende concrete vraag aan de minister. Zij heeft gezegd dat zij om tekst en uitleg heeft gevraagd aan de provincie. Dat is één stap, maar is zij ook bereid om er bij de provincie op aan te dringen dat, tot dit alles is onderzocht, alle benoemingen voor klusjes en functies en de inzet van oud-bestuurders on hold worden gezet?

Minister Ollongren:

Ik heb net gezegd dat ik mijn vragen heb neergelegd en dat ik een ambtsbericht verwacht van de commissaris van de Koning. Ik heb ook opgemerkt dat het provinciebestuur inmiddels zelf heeft aangekondigd het beleid te willen herzien. Dat vind ik terecht op basis van wat ik uit de berichten opmaak. Daaraan zie ik dat de provincie haar verantwoordelijkheid hierin neemt, want het is natuurlijk in eerste instantie aan de provincie om passende maatregelen te nemen. De aankondiging is gedaan en het debat erover zal ongetwijfeld ook daar nog worden gevoerd. Zo heeft ook de provinciale democratie haar eigen corrigerende werking. Dat vind ik belangrijk. Ik zal dit als ik straks beschik over nadere informatie allemaal meewegen bij de vraag of ik nadere afspraken met de gouverneur zou willen maken of niet.

De heer Öztürk (DENK):

Zeven en een halve ton voor een PVV-oud-gedeputeerde. Zomaar een opdrachtje om een PVV-oud-gedeputeerde aan een baan te helpen. Miljoenen euro's gingen naar partijgenoten. De minister zegt "dat kan niet" en denkt dat de Staten van Limburg het probleem zouden kunnen oplossen. Maar de Staten van Limburg en de coalitie bestaan op dit moment uit PVV, Forum voor Democratie en CDA; het CDA dat jarenlang de baantjes heeft verdeeld. Hoe denkt u dat onder deze omstandigheden het probleem in het Limburgs parlement opgelost kan worden? Vindt u niet dat er extern, vanuit uw ministerie, direct ingegrepen moet worden?

Minister Ollongren:

Wat ik heb gedaan, is volgens mij een logische stap. Ik heb namelijk aan de commissaris van de Koning gevraagd om in een ambtsbericht precies uiteen te zetten wat er op de vier punten die ik zonet heb genoemd, aan de hand is en hoe de provincie dit denkt te tackelen. Ik zei zonet dat het provinciebestuur heeft aangekondigd het beleid te willen herzien. Ze hebben ook hun eigen rekenkamer gevraagd om dit te onderzoeken. Dat zijn stappen. Ik denk dat het belangrijke stappen zijn in de goede richting. Ik wil de resultaten daarvan afwachten. Ik vind niet dat ik vanzelf al moet willen ingrijpen in de verhoudingen van de provincie. Zij hebben hun eigen democratische stelsel dat ook zijn eigen corrigerende werking moet kunnen hebben. Maar nogmaals, ik vraag niet voor niks om een ambtsbericht van de commissaris.

De heer Öztürk (DENK):

Die corrigerende werking zie ik hier niet. Ik kijk naar de PVV en het CDA. Die stellen niet eens vragen. Je ziet gewoon dat wat daar gebeurt, wordt getolereerd. Ik denk dat het voor het aanzien van de democratie, voor het aanzien van de politiek en voor het aanzien van de openbare orde heel belangrijk is dat de minister lef toont en niet alleen maar vragen stelt en onderzoek afwacht. Zij moet lef tonen en een extern iemand benoemen die de gang van zaken daar onderzoekt en vervolgens daarmee aan de slag gaat.

Minister Ollongren:

Ik heb aangekondigd wat ik heb gedaan. Ik heb gezien dat het provinciebestuur zelf een aantal aankondigingen heeft gedaan. Dat is de eerste stap. Dat is een stap in de goede richting. We zullen de uitkomst daarvan moeten afwachten om te bezien of het voldoende is.

De heer Van Raak (SP):

De minister vraagt aan de gouverneur hoe het zit. Maar ik ben bang dat we dat al redelijk weten: vriendjespolitiek aan de top van de politiek in Limburg. Regels worden niet gehandhaafd, maar gebogen of afgeschaft. Het is van diezelfde politieke top in Limburg wel veel gevraagd om zichzelf te corrigeren. Ik weet niet of ik daar op voorhand veel fiducie in heb. Kan de minister schetsen hoe dat gaat? Straks komt het advies van de gouverneur van Limburg. Wanneer is deze minister aan zet? Wanneer wordt er een onderzoek gedaan? Wanneer wordt er gekeken of er bij die vriendjespolitiek ook sprake is geweest van corruptie en of daar strafbare feiten zijn gepleegd? Wanneer gaat dat gebeuren? En wie is er dan verantwoordelijk voor?

Minister Ollongren:

De heer Van Raak heeft natuurlijk goed geluisterd zonet. Het is belangrijk dat ik ook vraag om in het ambtsbericht in te gaan op de vraag of iets wat daar gebeurd is, strijdig is met wet- en regelgeving. Ik moet natuurlijk het antwoord afwachten om te weten of dat weer moet leiden tot een vervolgactie. Ik vind het ook relevant dat de rekenkamer onderzoek instelt. Ook dat is natuurlijk een onafhankelijk van het bestuur staande instantie die gezaghebbend kan constateren of er regels zijn overtreden of niet. Ik hoop dat ook de heer Van Raak de antwoorden op die vraag wil afwachten alvorens we zouden kunnen constateren dat er misschien nog andere zaken vanuit hier en vanuit mijn positie zouden moeten gebeuren.

De voorzitter:

Dank u wel.

Naar boven