42 Rioolheffing en afvalstoffenheffing

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het Voorstel van wet van het lid Veldman tot wijziging van de Gemeentewet en de Wet milieubeheer houdende invoering van het heffen van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing van de gebruiker ( 34542 ).

De voorzitter:

Aan de orde is het voorstel van wet van het lid Veldman tot wijziging van de Gemeentewet en de Wet milieubeheer houdende invoering van het heffen van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing van de gebruiker, Kamerstuk 34542.

Ik heet allereerst de heer Veldman hartelijk welkom. Hij wordt in vak-K bij de verdediging van het wetsvoorstel vanzelfsprekend ondersteund. Laat mij degenen die daar zitten even noemen. Dat zijn mevrouw Désirée de Groot, de heer Pieter Jan van Nispen en de heer Milan Plug. Zij zullen de initiatiefnemer bijstaan in dit toch altijd bijzondere traject en zij hebben ongetwijfeld al heel erg veel werk verzet. Welkom, en dank daarvoor. Tevens heet ik welkom de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Zij zal bij de behandeling van dit wetsvoorstel optreden als adviseur van de Kamer. Dat is altijd een bijzondere rol voor de minister.

Vandaag is aan de orde de eerste termijn van de zijde van de Kamer. De beantwoording zal op een later moment worden geagendeerd, vanzelfsprekend in overleg met de initiatiefnemers.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

Er is vanavond nog iets bijzonders, want ik geef als eerste spreker van de zijde van de Kamer het woord aan de heer Smeulders namens de fractie van GroenLinks. Hij houdt vanavond zijn maidenspeech. Wij mogen hem dus niet onderbreken, maar wel genieten van een toch altijd vrije inleiding, waarin hij een boodschap zal geven aan de Kamer. Dat is heel bijzonder. Ik geef hem daartoe nu graag de gelegenheid.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Dit is inderdaad mijn maidenspeech; een bijzonder moment. Ik wil graag beginnen met het complimenteren van de indiener en zijn ondersteuners met het initiatiefwetsvoorstel. Het is een staaltje parlementair handwerk dat ik bewonder en waarvan ik hoop dat ik het in mijn periode als Kamerlid ook zelf een keer mag meemaken.

Als voormalig wethouder van Financiën van mijn geboortestad Helmond spreekt het onderwerp van de wet me aan. De afvalstoffenheffing en de rioolheffing vormen immers samen met de onroerendezaakbelasting, de ozb, de lokale woonlasten. Afvalstoffen- en rioolheffing: het klinkt misschien weinig sexy, maar het kunnen heel belangrijke instrumenten zijn in de overgang naar een circulaire economie — afval is immers grondstof — en in het veranderende klimaat. Daarvoor moeten we niet alleen de publieke ruimte anders inrichten, maar ook ons rioolstelsel toekomstbestendig maken. Als groot pleitbezorger voor duurzaamheid en voor een duurzame samenleving en als kersverse woordvoerder wonen voor GroenLinks, ga ik dan ook graag op het voorstel in.

Het belangrijkste wat de indiener met dit wetsvoorstel wil regelen, is dat gemeenten verplicht worden om de rioolheffing, net als de afvalstoffenheffing, uitsluitend van de gebruiker te heffen, waar gemeenten nu nog de mogelijkheid hebben om de eigenaren hierop aan te slaan. Dit alles onder het adagium "de vervuiler betaalt". Het spreekt voor zich dat wij als GroenLinks het principe "de vervuiler betaalt" volledig onderschrijven. En eerlijk gezegd verbaast het me ook best wel dat de indiener, van de VVD, zich hier zo voor inspant. Dit roept wel de vraag op: waarom eigenlijk alleen specifiek op dit onderdeel? Er zijn immers veel meer en veel grotere gebieden te bedenken waarop het adagium "de vervuiler betaalt" heel erg goed zou zijn en juist leidend zou moeten zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan het vliegverkeer of aan de grote vervuilende industrie. Kan de indiener aangeven of we ook op deze vlakken initiatiefwetten van de VVD mogen verwachten? We zien die namelijk met grote belangstelling tegemoet. Of, wat algemener gesteld: deelt de indiener de mening van GroenLinks dat we het principe "de vervuiler betaalt" ook op andere gebieden zouden moeten gaan toepassen? Kan hij dus toelichten waarom hij het specifiek alleen op dit terrein doet?

Want "de vervuiler betaalt" is een fantastisch uitgangspunt, maar het is wel de vraag hoeveel vergroeningseffect we hiermee in dit specifieke voorstel gaan bereiken. Ik verwacht namelijk niet dat huurders veel minder vaak naar het toilet zullen gaan als ze voortaan zelf moeten gaan betalen voor de rioolheffing. Dit lijkt me nou echt een van de weinige onderdelen waarop sturen op prijs bijster weinig effect heeft. Ik hoor graag hoe de indiener hierover denkt. Ik ben daar echt heel benieuwd naar. Daar komt nog eens bij dat de invloed van huurders op klimaatverandering, waardoor de rioolheffing waarschijnlijk gaat stijgen, ook zeer beperkt is.

Dan komen we nu bij ons belangrijkste kritiekpunt. In dit voorstel zit namelijk een lastenverschuiving van de eigenaar van een onroerende zaak naar de huurder. In de praktijk zou dit dus betekenen dat huurders en ondernemers die een gebouw huren, er fors op achteruit kunnen gaan en dat vastgoedeigenaren voordeel hebben bij deze lastenverschuiving. De sterkste schouders gaan dus minder zware lasten dragen. Dat lijkt GroenLinks een zeer onwenselijke situatie, zeker in tijden waarin huurders het vaak al moeilijk hebben — het Nibud schreef daar recent een rapport over — en vastgoedeigenaren juist forse winsten maken. Graag krijg ik een uitgebreide reactie van de indiener op dit punt. Ik zou hem willen vragen of hij met concrete cijfers kan onderbouwen wat de consequenties zijn van het voorstel voor mensen in een sociale huurwoning of in een middenhuurwoning.

Een ander punt dat voor de fractie van GroenLinks zwaar weegt, is de lokale autonomie. Kan de indiener aangeven waarom gemeenten wat hem betreft autonomie moeten inleveren? De Raad van State is daar kritisch op en wij denken dat dat terecht is. De indiener heeft niet gewacht totdat het kabinet met een voorstel zou komen. Wat dat betreft vindt GroenLinks het heel goed dat dit onderwerp nu op de agenda staat. De discussie over het lokale belastinggebied speelt immers al geruime tijd, maar vanuit het kabinet is het eigenlijk behoorlijk stil op dit punt. Ik zou de minister daarom ook willen vragen wat haar visie is op het lokale belastinggebied en of zij van plan is om met voorstellen naar de Kamer te komen.

De timing van dit losse voorstel, dus zonder dat er naar het gehele lokale belastinggebied wordt gekeken, is voor onze fractie wel een punt van zorg. Want door een klein deel te veranderen hebben we niet de mogelijkheid om mogelijke nadelige effecten te compenseren. Kan de indiener ons onderbouwd uitleggen waarom we een klein deel van het lokale belastinggebied nu zouden aanpassen, terwijl het ons juist logischer lijkt om dit te betrekken bij de bredere discussie over het lokale belastinggebied?

Voorzitter. Dat was mijn bijdrage in eerste termijn. Ik zie uit naar de beantwoording van de indiener en naar de reactie van de minister op de door mij gestelde vragen.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Dank u wel. Dan mag ik u als eerste feliciteren met uw maidenspeech. Ik mag ook zeggen: we zien ernaar uit om u vaker te horen spreken. Hartelijk gefeliciteerd!

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de volgende spreker, de heer Van Raak van de SP, voor diens eerste termijn.

De heer Van Raak (SP):

Dank je, voorzitter. Ik wil de heer Smeulders van harte feliciteren. Helmonds bloed in de Kamer, dat doet goed! Ik weet dat hij met Erik de Vries van de SP goed heeft samengewerkt als wethouder in Helmond. Erik de Vries was ooit mijn medewerker hier in de Tweede Kamer. Ik weet zeker dat ook wij in de toekomst goed zullen gaan samenwerken.

De heer Veldman wil ik complimenteren, want zo moet het: je dient een motie in, je doet een voorstel; de regering weigert dat uit te voeren, dan kom je met een initiatiefwet. Het lijkt een beetje een vrij praktische wet, afvalstoffenheffing en rioolheffing, maar eigenlijk is dit heel ideologisch. Ik vind het een echt VVD-voorstel. Maar dat maakt het voor mij wel weer moeilijk, voorzitter. De heer Veldman wil de rioolheffing en afvalstoffenheffing verhalen op de gebruiker. Nu betaalt de gemeente dat of wordt het doorberekend in de ozb. Dat vindt de VVD oneerlijk, want waarom zou je daarvoor betalen als je eigenaar van het pand bent? Hij wil gemeenten dus verplichten — ik ben benieuwd wat de minister daarvan vindt — om de afvalstoffenheffing volledig kostendekkend te maken. Het is al gezegd: dat betekent minder beleidsvrijheid voor gemeenten, de minima worden keihard getroffen en de huiseigenaren gaan er flink op vooruit. Ik zei het al, voorzitter: een echt VVD-voorstel. Nogmaals complimenten daarvoor, maar voor mij wordt het moeilijk.

Het is ook ideologisch, als het gaat om collectieve voorzieningen. De VVD, de heer Veldman, lijkt ervan uit te gaan dat collectieve voorzieningen, voorzieningen zijn voor personen, waaraan je dus ook als persoon naar rato moet bijdragen. Maar als het gaat om water- en rioolheffingen, dacht ik dat we in ons polderland juist hebben geleerd dat als de dijk van de een doorbreekt, ook de ander natte voeten krijgt. Daarvoor hebben we het poldermodel, daarvoor hebben we collectieve sociale voorzieningen. Ik citeer de initiatiefnemer uit de eerdere schriftelijke beantwoording: "In alle gemeenten dienen huurders rechtstreeks te worden aangeslagen voor de rioolheffing, zodat zij, als gebruiker van een perceel, zich ervan bewust zijn dat zij van deze collectieve voorziening gebruikmaken." Dus: zich er bewust van moeten zijn. Moet je je dan een beetje schuldig voelen als je het toilet doortrekt? Of moet je dan niet het toilet doortrekken, en wat kunnen daarvan dan weer de gevolgen zijn? Ik vond wel heel mooi hoe de indiener reageerde op een vraag uit de fractie van het CDA. Hij zegt: "De initiatiefnemer constateert met de leden van de CDA-fractie dat niemand rechtstreeks invloed heeft op de hoeveelheid hemelwater die er valt. Echter", zo zegt hij, "de gebruiker kan wel degelijk invloed hebben op de afvoer van hemelwater". "Hemelwater" is een prachtig woord. Maar ook zijn suggestie vond ik al opmerkelijk. Hij zegt: je kan een regenton neerzetten, meer groen in de tuin doen, of een vijvertje aanleggen. Ook toen dacht ik: ja, dit is toch een echt VVD-voorstel. Ik woon in Amsterdam en ik ken kilometers in de omtrek niemand die een tuin heeft waarin je een vijvertje kunt aanleggen. Dus ja, hier viert het liberalisme wel hoogtij, maar ik weet niet of hier het logisch verstand hoogtij viert.

En dan gaat het om publieke diensten. De indiener lijkt ervan uit te gaan dat die publieke diensten er zijn voor individuen, die hij benadert als consument. Terwijl ik vanuit de SP juist denk vanuit de gemeenschap van burgers. Ik vroeg het al eerder: hoe gaat dat dan, als je gebruikers per se wilt laten betalen? Je hebt ook forensen, en die gaan ook weleens naar het toilet. Of je hebt toeristen, en die lopen ook weleens door de regen. Hoe moet je dat dan allemaal gaan doen en gaan regelen?

Een heel belangrijk ideologisch punt vind ik ook de lokale autonomie. We hebben in Nederland al vrij weinig beleidsautonomie voor gemeenten. Ik vind dat je dus erg moet oppassen om hier verplichtingen op te gaan leggen, zodat gemeenten geen maatwerk kunnen leveren. Ik vroeg me overigens ook af hoe dit rijmt met, bijvoorbeeld, de decentralisaties. Ik herinner me dat de heer Veldman daar juist een heel erg groot voorstander van was. Misschien kan hij dat in zijn toelichting uitleggen.

Ik moet nog wel wijzen op de kritiek van de VNG, die wijst op de financiële gevolgen. Er is een grote lastenverschuiving, zoals de VNG het zegt, tussen huurders en eigenaren. De gemeentelijke autonomie noemt de VNG ook. De gemeenten worden verplicht om de belasting te heffen, waar ze nu vrijheid hebben. Ze worden verplicht om ten minste 80% van de kosten te verhalen, terwijl dat nu vrij is. Gemeenten worden verplicht om deze kosten te verhalen op louter de verhuurders, terwijl ze daar nu nog keuze hebben. Ik zou dus ook graag een reactie hebben van de indiener op die kritiek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

Tot slot toch de financiële consequenties. Ik zeg dat als SP'er niet alleen. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zegt dat die financiële consequenties groot zullen zijn voor huurders, maar overigens ook voor kleine ondernemers. De VNG verwacht dat vooral vastgoedeigenaren flink aan dit voorstel verdienen. Nogmaals, het is echt een typisch VVD-voorstel. Daarvoor veel complimenten, maar het is daardoor nog niet helemaal mijn voorstel. Ik zou voor de wetsbehandeling nog wel graag iets meer inzicht willen hebben in die financiële gevolgen, want als deze wet wordt aangenomen door de Kamer, dan heeft dat dus hele grote gevolgen voor huurders en voor kleinere ondernemers. Dan denk ik dat het wel eerlijk en ook noodzakelijk is om iets meer te weten van wat die financiële gevolgen nou zijn. De huren zijn de afgelopen jaren al met 30% gestegen. Dan wil ik ook weten wat we de huurders in Nederland aandoen als we deze wet zouden aannemen.

Dank je wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Bisschop van de SGP.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Laat ik beginnen met collega Smeulders van harte te feliciteren, ook vanaf deze plaats, en hem veel vreugde en wijsheid toe te wensen bij het vervullen van dit mooie volksvertegenwoordigende ambt.

Ook gelukwensen aan collega Veldman voor zijn initiatiefwetsvoorstel. Ik heb veel waardering daarvoor. Complimenten ook voor het werk dat verzet is. Het is toch een soort bekroning van je Kamerwerk dat je met een initiatiefwetsvoorstel komt dat er ook toe doet. Daar wil ik graag verder op insteken.

Voorzitter. Laat ik beginnen met een kleine publieke biecht. Er zijn momenten van zwakte dat ik mij laat verleiden om het VVD-verkiezingsprogramma ter hand te nemen. Ik geef toe dat ik dat eigenlijk niet zou moeten doen, maar het gebeurt. Het gebeurt. Dan overkomt het je: het verlangen wordt te sterk en je geeft toe aan de verleiding. Dat gebeurde ook in de aanloop naar de voorbereiding van dit wetsvoorstel. Bij pagina 93 veerde ik plotseling op bij een prachtig citaat over Europa, met als slotconclusie: "En hoeveel hebben we zelf eigenlijk nog te zeggen over de manier waarop we ons leven leiden tussen al die verschillende bestuurslagen?" Even verder: "zodat verschillende overheden elkaar en vooral ons als inwoners niet meer in de weg lopen." En dan nog een hele mooie: "Taken die het Rijk heeft overgedragen aan gemeenten laten we ook echt los. Het Rijk bemoeit zich niet met de financiële keuzes die de gemeente daarbij maakt." Toen dacht ik: en nou komt het! Ik verwachtte een gloedvol betoog met mooie volzinnen over lokale autonomie, de eigen financiële huishouding van de gemeenten, de eigen verantwoordelijkheid en hoe dat allemaal bevorderd moest worden. Maar nee. Toen ging het verder met lokale belastingen en de aanpassing van de riool- en afvalstoffenheffing, enzovoorts. Een beetje een deceptie, voorzitter. Als ik sarcastisch zou willen zijn, maar dat ben ik niet — dat ligt me ook helemaal niet — zou ik zeggen: zie je wel, het kwaad straft zichzelf; dan had je dat verkiezingsprogramma van de VVD maar niet moeten pakken. Maar dat is een beetje flauw, voorzitter.

Voorzitter. Deze punten leiden wel tot de volgende eerste vraag over het noeste handwerk van collega Veldman. Hebben gemeenten eigenlijk nog wel voldoende te zeggen over de manier waarop zij hun eigen "leven leiden tussen de verschillende bestuurslagen"? Inderdaad, de SGP heeft de motie-Veldman c.s. indertijd ook mee ingediend. De denkrichting van onze gewaardeerde collega van VVD-huize had en heeft dan ook zeker onze sympathie. "De vervuiler betaalt" is in principe een mooi, duidelijk uitgangspunt. Tegelijkertijd vraag ik mij wel af wat dat nou in concreto betekent. Ergens in de stukken lees ik dat de "persoonlijke rioolrekening" — zo wordt het genoemd — de burger extra goed laat nadenken of hij zijn frituurvet wel in het riool wil storten. Mogelijk is dat zo, maar is die persoonlijke component er wel echt? Krijgt hij korting als hij het frituurvet niet in het riool stort maar inlevert bij bijvoorbeeld de plaatselijke zendingscommissie? U zult begrijpen dat de SGP een warm voorstander is van het inleveren bij de plaatselijke zendingscommissie, als die daar de baten van kan hebben. Maar het lijkt erop — althans die indruk hebben we — dat het principe vooral werkt als er echt kosten zijn die aan een bepaalde concrete persoon gekoppeld kunnen worden. Wil de initiatiefnemer hier eens op reflecteren?

Voorzitter. De SGP loopt voorop als het gaat om het vergroten van het lokale belastinggebied. Samen met collega Schouw heb ik vijf jaar geleden een motie ingediend (33750-VII, nr. 34) over de versterking van het lokale belastinggebied bij een gelijktijdige verlaging van de rijksbelastingen. Graag verneem ik van collega Veldman of hij dit uitgangspunt deelt. Zou het dan niet logischer zijn om de toekomst van de rioolheffing en afvalstoffenheffing te bezien in dit bredere perspectief van lokale belastingheffing en het vergroten van de reikwijdte daarvan?

Het initiatief zou alleen voorschrijven wie de belastingplichtige is, zoals ook bij veel andere lokale heffingen het geval is. Maar intussen is het ook een verplichting om een bepaald deel van de kosten uit deze opbrengsten te realiseren. In het voorstel kan een gemeente er niet voor kiezen om niet te heffen. Het wetsvoorstel heeft "in praktische zin geen juridische haken of ogen", omdat gemeenten toch al aan die 80%-norm voldoen. Is het dan eigenlijk wel gewenst om te komen tot een verplichting van die belastingheffing, waardoor gemeenten dus niet op een andere manier de kosten kunnen dekken?

Dan heb ik nog een vraag over de eigenaren versus de gebruikers. In de praktijk zien we inderdaad dat veel gemeenten de keuze hebben gemaakt om de rioolheffing te leggen bij de eigenaren en niet bij de gebruikers. Wij begrijpen als SGP heel goed dat dit hele scheve verhoudingen kan opleveren. Daarom waarderen we des te meer de poging om hier wat aan te doen. Mogelijk hebben gemeenten onvoldoende oog voor een eerlijke spreiding van belasting over alle burgers. Maar zou het dan niet voor de hand liggen om eerst eens helder te krijgen waarom deze keuzes nu door gemeenten worden gemaakt, zodat we inzicht hebben in de afwegingen die daaraan ten grondslag liggen? Er zijn wellicht argumenten waar wij nu nog niet aan denken. Is de rioolheffing niet voor een deel al in de huurtarieven verdisconteerd?

Voorzitter. Collega Veldman heeft geen overgangsrecht geregeld. De vraag is of dit terecht is. Wat betekent dit wetsvoorstel voor verhuurders en huurders als gemeenten in december plotseling aanpassingen aan de rioolbelasting op basis van dit voorstel gaan doorvoeren? Worden verhuurders, die dan lagere kosten hebben, verplicht om de huren naar rato te verlagen?

Voorzitter, ik wil het in eerste instantie graag hierbij laten. Dank u zeer.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Van der Molen van het CDA.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter, dank u wel. Van mijn kant ook felicitaties voor de heer Smeulders. Als je zo de Kamer in komt — zo verging mij dat ook — dan denk je toch niet dat rioolheffing het onderwerp is waarmee je je politieke carrière hier begint. Ik mocht reageren op het initiatiefwetsvoorstel van de heer Bisschop en mijn collega Rog over de diagnostische toets. Maar goed, je moet het maar doen met wat je voorgeschoteld krijgt. Dit is een goed begin. In ieder geval wens ik u als collega heel veel succes hier in de Kamer.

Voorzitter. Het riool en de inzameling van afvalstoffen zijn algemene voorzieningen. Daarom vindt de indiener van het voorliggende wetsvoorstel dat de gemeentelijke belasting of een heffing voor zo'n algemene voorziening niet afhankelijk zou moeten zijn van het eigendom van het object dat is aangesloten, het gebouw, maar dat het geregeld zou moeten worden via het als gebruiker aansluiten op die voorziening. De heer Van Raak zei al dat collega Veldman dit niet alleen in een motie heeft vastgelegd, maar dat hij nu ook zelf de uitvoering van die motie ter hand heeft genomen. En dat verdient waardering vanuit de Kamer, al was het maar omdat hij daarmee zichzelf enorm veel werk op de hals heeft gehaald. Maar goed, we zijn er vandaag.

De CDA-fractie deelt het uitgangspunt van de initiatiefnemer dat wie van een publieke voorziening gebruikmaakt, zoals van het riool of van de inzameling en verwerking van afval, daarvoor in beginsel ook moet betalen. Het probleem is volgens de initiatiefnemer dat 61% van de gemeenten een heffing voor deze algemene publieke voorzieningen volledig of grotendeels bij eigenaren van onroerende zaken neerlegt. De indiener verwijst bijvoorbeeld naar de cijfers van COELO, het instituut dat naar heffingen en belastingen kijkt. Maar, zeg ik tegen de initiatiefnemer, men kan toch ook stellen dat de riolering aangelegd wordt ten behoeve van de eigenaar die van zijn bezit ook de vruchten plukt, ongeacht of hij daar nu zelf woont, werkt, of het verhuurt? Ik zou graag van de indiener een reactie op dat principe willen horen.

De indiener heeft ook gekeken naar de cijfers. Maar de CDA-fractie heeft de indiener bij het schriftelijk overleg ook gevraagd op grond van welke overwegingen de betreffende gemeenten het besluit hebben genomen om de kosten van deze voorziening grotendeels te financieren uit de algemene middelen. Waarom zouden die overwegingen volgens de initiatiefnemer niet behoren tot de gemeentelijke autonomie?

De CDA-fractie heeft nóg een vraag aan de indiener over het wetsvoorstel, en die vraag is zeker ook gericht aan de minister. Als de huidige heffing op de eigenaar vervalt, hoe ziet de huurder, die dan voortaan van de gemeente een rekening krijgt, dan of zijn of haar huur voldoende daalt, in ieder geval als hij of zij een aanslag van de gemeente krijgt? En ik sluit mij aan bij een eerdere opmerking dat het ook in de huur verdisconteerd kan zijn. Dan wil je wel weten dat je er niet een extra rekening bijkrijgt, maar dat er anderzijds ook een voordeel is. Ik hoor hier graag een reactie van de indiener op. En ik hoor ook graag in het advies van de minister hoe volgens haar de consument daarbij geholpen kan worden.

De CDA-fractie vraagt verder aan de initiatiefnemer om nog eens te onderbouwen waarom dat percentage van 80% kostendekkendheid erin staat. Ik denk dat de indiener voldoende heeft onderbouwd dat heel veel gemeenten al boven dat percentage zitten, maar hij kiest er in zijn voorstel bewust voor om het vast te leggen. Ik hoor graag nog een nadere toelichting op dat punt.

De Raad van State is kritisch over het per definitie doorbelasten van de kosten van de rioleringen aan de gebruiker. Het riool is er immers ook voor de afvoer van hemelwater en voor het beheer van grondwater. En daar heeft de gebruiker praktisch geen invloed op, stelt de Raad van State. De indiener betoogt dat de inrichting van een tuin gebruikers alsnog in staat stelt om invloed uit te oefenen op dit doel van het rioolstelsel. De CDA-fractie vraagt zich af of de initiatiefnemer met dit voorstel een soort "tegeltaks" invoert, waar nog weleens kritiek op is geweest. Als je dan maar je tegels uit je tuin haalt, zou je minder belasting hoeven betalen. Ik hoor graag een nadere onderbouwing voor dat deel van het antwoord van de indiener.

Voorzitter. Door de klimaatverandering neemt de neerslag toe. Dat vraagt om maatregelen, met name om investeringen in de publieke ruimte. Deze investeringen zijn onderdeel van de rioolheffing. Vindt de indiener het redelijk om de rekening van deze investeringen dan volledig bij huurders neer te leggen?

In het verslag heeft de CDA-fractie gevraagd naar de financiële consequenties voor verschillende groepen en belastingbetalers, zoals bezitters van een eigen woning, huurders van woningen en huurders van niet-woningen. De initiatiefnemer stelt dat een lastenverschuiving niet het doel is van het voorliggende wetsvoorstel, maar dat het erom gaat dat bestaande belastingen rechtvaardiger worden geheven. Welke lastenverschuivingen vindt de indiener dan rechtvaardig als we het over deze groepen hebben?

Voorzitter. De CDA-fractie ziet graag de beantwoording van de indiener en de minister tegemoet. Die antwoorden zullen we betrekken bij de definitieve standpuntbepaling.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van Eijs van D66.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Voorzitter. Ook ik wil graag de heer Smeulders feliciteren met zijn maidenspeech. Het is altijd goed om meer Brabantse gezichten te zien in de Kamer. Ik weet zeker dat de portefeuille van de heer Smeulders in Helmond bij zijn opvolger Gaby van den Waardenburg in goede handen is.

Voorzitter. Dit is de eerste keer dat ik het woord mag voeren bij de behandeling van een initiatiefwet. Dat is, na iets meer dan een jaar in de Kamer, toch weer een eerste keer voor mij. Ik vind dit mooi, want het instrument van de initiatiefwet is een belangrijk instrument van de Kamer. Ik ben dus blij dat de heer Veldman dit instrument uit de gereedschapskist heeft gepakt, ermee aan de slag is gegaan en er veel werk voor heeft verricht.

Voorzitter. Laat ik beginnen met de positieve kant van dit initiatiefvoorstel. De VVD heeft het beginsel "de vervuiler betaalt" als leidraad genomen. Dat is positief nieuws en ik zou dat graag nog wat vaker zien in debatten over het milieu. Want vaak krijg ik te horen "ja, moeilijk, wie is nou precies de vervuiler?" of "leuk, 'de vervuiler betaalt' is een heel liberaal principe, maar de uitvoering is toch wel erg ingewikkeld". Kortom, ik ben positief verrast dat de VVD dit principe zo omarmt.

Maar over de toepassing van het principe ben ik dan weer iets minder tevreden. De VVD wil met dit initiatiefvoorstel dit principe toepassen door te zeggen: gemeenten moeten minimaal 80% van de kosten voor het verwerken van afvalwater, hemelwater en afvalstoffen dekken uit de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Daarnaast worden gemeenten verplicht om deze op te leggen aan de gebruiker van onroerende zaken, oftewel de huurder, terwijl gemeenten dat op dit moment al kunnen. Het mooie van het "de vervuiler betaalt"-principe is namelijk dat je mensen, overheden of bedrijven een prikkel geeft om minder te vervuilen. Kan de initiatiefnemer aangeven hoe het verplicht stellen van het opleggen van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing met dat percentage aan de huurder een prikkel geeft om minder te vervuilen? Hetzelfde geldt dus ook voor het dekken van die 80% van de kosten uit deze heffingen. In hoeverre is dat een prikkel om minder te vervuilen? En waarom heeft de initiatiefnemer gekozen voor dit percentage? Waar is dat op gebaseerd?

Kortom, ik zie de voordelen van deze maatregelen nog niet voldoende, maar de nadelen zijn wel duidelijk. Allereerst zal dit voorstel leiden tot meer belasting voor huurders. Nu betalen huurders deze rioolheffing via de huurprijs. Ik denk niet dat verhuurders de huren zullen verlagen. Maar tegelijkertijd krijgen we dus wel te maken met een extra belasting. Ik ben benieuwd hoe de initiatiefnemer hiernaar kijkt. Het lijkt erop dat vooral huisjesmelkers van deze maatregel gaan profiteren. Graag een reactie.

Voorzitter. Daarnaast tasten deze maatregelen de autonomie van gemeenten in grote mate aan. De Raad van State zegt terecht dat hierbij het belang dat is gemoeid met de inbreuk afgewogen moet worden tegen de waarde van de gemeentelijke autonomie. Gemeenten hebben nu al voldoende instrumenten in handen om het principe "de vervuiler betaalt" toe te passen. Zo wordt er in Amsterdam gekeken naar de hoeveelheid water die iemand precies gebruikt; dat is pas echt "de vervuiler betaalt", omdat de vervuiler dan ook een incentive heeft om het gebruik te verminderen. Op dit moment zie ik nog niet hoe de wijzigingen die de initiatiefnemer voorstelt de inperking van de gemeentelijke autonomie rechtvaardigen.

Kortom, ik ben blij dat de VVD het "de vervuiler betaalt"-principe omarmt. Helaas zie ik vooralsnog geen milieuwinst dankzij dit voorstel, maar ik zie wel een belastingverhoging voor huurders en een inperking van de ruimte voor gemeenten om het "de vervuiler betaalt"-principe toe te passen. Ik ben dus nog niet overtuigd, maar ik ben benieuwd naar de antwoorden van de initiatiefnemer.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik tot slot van de zijde van de Kamer het woord aan de heer Van den Bosch van de VVD-fractie.

De heer Van den Bosch (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Ik wil ook beginnen met collega Smeulders van harte te feliciteren. Het was misschien niet mijn verhaal maar wel een mooi verhaal. Ik kan me zelf ook nog herinneren dat ik vorige week een jaar geleden hier stond met mijn maidenspeech — het is nooit te laat om te leren! Die ging weer over een heel ander onderwerp; ik geloof over een veroordeelde terrorist op de vliegbasis Volkel. Dat was dus weer iets geheel anders dan dit prachtige onderwerp. Maar heel veel succes en op de samenwerking, zullen we maar zeggen.

Voorzitter. Ik wil ook beginnen om de initiatiefnemer en zijn staf te complimenteren met hun werk aan dit voorstel. Als VVD — het werd al een beetje genoemd door iedereen — vinden wij dat degene die gebruikmaakt van voorzieningen daar ook zelf verantwoordelijk voor is. Wij vinden het dan ook niet meer dan logisch dat het geen verschil moet maken of je een huis gekocht of gehuurd hebt. We maken namelijk allemaal gebruik van het riool en we zijn allemaal verantwoordelijk voor de kosten van het gebruik ervan. Het is, zoals de heer Van Raak ook al heeft gezegd, te prijzen dat collega Veldman, nadat de vorige minister aangaf zijn motie hieromtrent geen prioriteit te geven, middels ons eigen recht van initiatief de handschoen heeft opgepakt en hier een wetsvoorstel voor heeft geschreven. Als Tweede Kamer — dat wordt weleens vergeten — zijn we immers ook medewetgever.

Mijn fractie heeft in deze eerste termijn nog wel een aantal vragen voor de indiener. Allereerst deelt de VVD de mening van de initiatiefnemer dat de gebruiker dient te betalen. Dat is een eerlijk systeem. In sommige gemeenten is dit nu niet het geval. Het verschilt per gemeente, waar je dus woont of werkt, of je voor je rioolgebruik betaalt in een huur- of een koopwoning. Dat is toch een raar systeem. Kan de indiener inzicht geven — het is door meerderen genoemd — in de gevolgen van deze wetswijziging voor huizenbezitters en voor huurders, in alle gemeenten? Wat betekent dit nou precies voor hen?

Voorzitter. Afgelopen week hebben wij als Kamer een behoorlijk kritische brief van de VNG ontvangen. Mijn fractie zou graag zien dat de indiener op deze kritiekpunten ingaat, met name op het gebied van de gemeentelijke autonomie, ook door meerderen genoemd, en de financiële consequenties. Daar het de gemeenten zijn die over deze heffingen gaan, vindt de VVD het belangrijk dat hun zorgen geadresseerd worden.

Ook is mijn fractie benieuwd naar het overgangsrecht. De indiener geeft aan dat de wet onmiddellijk ingevoerd zou kunnen worden, maar gemeentelijke begrotingen zijn voor een deel gebaseerd op het heffingenstelsel. Mijn fractie heeft signalen dat sommige gemeenten het lastig zullen vinden om deze ommezwaai met onmiddellijke ingang te maken. Ik wil de indiener dan ook vragen of hij bereid is met deze gemeenten of met de VNG namens al die gemeenten, in gesprek te gaan over een eventuele overgangsregeling.

Voorzitter, ik rond af. Ik wil de indiener en zijn staf succes wensen bij de beantwoording van alle vragen die vandaag zijn gesteld. Ik kijk uit naar de antwoorden in zijn eerste termijn. Daarna zal de VVD-fractie haar eindoordeel geven.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de Kamer. Zoals ik bij het begin al aangaf, schorsen we het debat om een afspraak te maken met de initiatiefnemer om het debat te vervolgen, waar hij de gelegenheid krijgt om de Kamer te beantwoorden.

De algemene beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering tot 20.15 uur. We hebben geprobeerd om het volgende debat wat naar voren te schuiven, maar dat is niet gelukt. Dus wij blijven bij de oude tijd: 20.15 uur. Dan wordt het volgende debat gevoerd.

De vergadering wordt van 19.37 uur tot 20.17 uur geschorst.

Voorzitter: Arib

Naar boven