7 Stemming Taakverwaarlozing Sint-Eustatius

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Voorziening in het bestuur van het openbaar lichaam Sint Eustatius (Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius) (34877).

(Zie wetgevingsoverleg van 5 februari 2018.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Het woord is aan de heer Kuzu namens DENK.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, dank u wel. We stemmen zo dadelijk over de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius, een staatsrechtelijk unicum. Het bestuur en de gekozen volksvertegenwoordiging op Sint-Eustatius worden ontmanteld en vervangen door een in Den Haag benoemde vertegenwoordiger. Dat is een zeer, zeer zwaar middel dat met een spoedprocedure door de Kamers wordt geleid. Wij hebben er moeite mee dat op een eiland waar een grote roep is om meer autonomie, er nu juist minder autonomie komt. Dat wordt op de eilanden al uitgelegd als neokoloniaal gedrag. Wij hechten er belang aan dat niet voorbij wordt gegaan aan de rol die politiek Den Haag heeft gehad in de totstandkoming van deze situatie en wij vinden dat de staatssecretaris gisteren iets meer duidelijkheid had mogen geven over criteria of over een kader wanneer teruggegaan kan worden naar een normale werkbare situatie.

Toch is mijn fractie, alles overwegend, van mening dat we niet anders kunnen dan op de voorgestelde manier in te grijpen. In het belang van de eilandbewoners en onze rechtsstaat moet er een einde komen aan de bestuurlijke wanordelijkheden. Wij zullen daarom voor het wetsvoorstel stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we nu stemmen over het wetsvoorstel.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven