4 Vragenuur: Vragen Den Boer

Vragen van het lid Den Boer aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, viceminister-president over het bericht "AIVD moet lokale politici screenen om infiltratie te voorkomen".

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Den Boer namens D66 voor haar vragen aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat de AIVD lokale politici moet screenen om infiltratie te voorkomen. Mevrouw Den Boer.

Mevrouw Den Boer (D66):

Dank u, voorzitter. Al enige tijd leven er zorgen in de maatschappij en in de media over ondermijning van het lokaal bestuur. Zo bleek uit onderzoek eerder dat in 25% van alle gemeenten wethouders, raadsleden of burgemeesters vermoeden of weten dat infiltratie door criminelen heeft plaatsgevonden. D66 ziet dit als een zeer serieus probleem en vraagt om urgentie nu de gemeenteraadsverkiezingen voor de deur staan, zeker omdat onderzoekers stellen dat ondermijning nog verder zal toenemen.

Vanuit Den Haag lijkt het alsof we machteloos toekijken. De vraag rijst: doen politieke partijen voldoende aan screening van hun raadsleden en kandidaat-wethouders? Hoogleraar Kolthoff stelde in Trouw van niet. Weten politieke partijen op welke signalen ze moeten letten en hebben ze hier de middelen voor? Het artikel naar aanleiding waarvan deze mondelinge vraag is aangevraagd, spreekt over de mogelijkheid om de AIVD screening van lokale politici te laten uitvoeren. Dat beschouwt D66 als een uiterste mogelijkheid. Er zijn andere instrumenten die preventief kunnen worden ingezet, voordat iemand raadslid of wethouder wordt. Daar ligt een zware verantwoordelijkheid voor selectiecommissies en voor het partijbestuur. Maar weten zij voldoende wat hun mogelijkheden zijn?

Minister Plasterk heeft daarom een handreiking integriteitstoetsing ontwikkeld, om zo concrete handvatten te bieden bij het selecteren van lokale vertegenwoordigers. Voldoet deze handreiking om ondermijning te voorkomen? Geeft het de mogelijkheden weer die partijbesturen hebben, zoals een toets bij het bureau Veiligheid, Integriteit en Klachten van de politie of, in een uiterst geval, de AIVD? Kan de minister de handreiking updaten en onder de aandacht brengen, en op die manier een beter antwoord laten zijn op de huidige problematiek van ondermijning?

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Ollongren:

Dank u wel, voorzitter. Dit is een belangrijk onderwerp, waarvan het heel goed is dat we zien dat die discussie nu veel intensiever wordt gevoerd. Dus er is veel aandacht, meer aandacht voor het onderwerp en dat is ook nodig. Ondermijning is een serieus probleem en we hebben inderdaad de signalen gehoord dat dat ook raakt aan het lokaal openbaar bestuur. Diverse burgemeesters hebben daar aandacht voor gevraagd, en overigens ook anderen. Het kabinet neemt dat dus zeer serieus.

Mevrouw Den Boer heeft erop gewezen dat het vorige kabinet, minister Plasterk, mijn voorganger, een handreiking heeft laten maken die politieke partijen kunnen gebruiken in hun screening van hun kandidaten. Ik denk dat het heel goed is dat die er is. Daarin worden partijen meegenomen in wat ze zelf kunnen doen, wat voor type vragen ze kunnen stellen, waar ze op kunnen letten. Daar begint het toch allemaal. Maar we hebben ook in deze Kamer gezegd — ik meen bij de begrotingsbehandeling van het ministerie van BZK — dat we wel de vraag moeten stellen of dat voldoende is. Ik heb de Kamer toegezegd om met een brief te komen; ik probeer dat echt in de komende maand te doen. Daarin willen we eigenlijk het hele palet bekijken, dus vanaf de handreiking zoals die er is en de wijze waarop politieke partijen nu de screening doen en natuurlijk ook al hebben gedaan met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen — partijen hebben bijvoorbeeld al een verklaring omtrent het gedrag verplicht gesteld; er zijn verschillende manieren waarop partijen er nu al mee omgaan — tot en met het inderdaad zwaarst denkbare instrument van screening in uitzonderlijke gevallen.

Ik heb het artikel waar mevrouw Den Boer naar verwees ook gelezen. De suggestie werd daar gewekt dat het zo'n serieus probleem is dat je misschien zelfs zou moeten overwegen om die AIVD-screening over het hele palet van raadsleden dan wel kandidaat-raadsleden te doen. Dat zou ik niet een proportioneel middel vinden. We weten allemaal: er zijn zo'n 60.000 kandidaat-raadsleden, 9.000 raadsleden straks. Dus dat is volgens mij niet de weg die we op willen, maar wel zo veel mogelijk handvaten aanbieden en instrumenten overwegen. Ik zal dat allemaal opnemen in de brief die u nog van mij tegoed hebt. Overigens heeft mevrouw Kuiken ook nog antwoorden op vragen over datzelfde onderwerp van mij tegoed.

Mevrouw Den Boer (D66):

Ik dank de minister voor haar beantwoording. Ik vind het prettig om te horen dat zij deze zorgen deelt. Het is ook goed om te horen dat zij wil kijken naar de handreiking. Ik heb nog twee korte aanvullende vragen. Er lijkt ook nog een juridisch probleem te spelen. Als na een verkiezing blijkt dat een raadslid een integriteitsprobleem heeft en hij of zij wil niet vrijwillig vertrekken, wat kan een politieke partij dan doen? Dit zou een stevige beperking zijn van het passief kiesrecht dat in onze Grondwet is verankerd. Wat is de reactie van de minister hierop?

Tevens vindt D66 het belangrijk om aan te stippen dat integriteit gedurende de hele raadsperiode van belang is en niet alleen maar als er verkiezingen zijn. Indien er niet voortdurend aandacht wordt gevestigd op integriteit kan ondermijning ervoor zorgen dat het lokale gezag ontregeld raakt. Verschillende experts hebben al geopperd dat de burgemeester hierin een heel belangrijke rol speelt. Deze heeft echter niet altijd alle mogelijkheden. Eerder bleek dat de minister zinspeelt op een wetswijziging, zodat burgemeesters meer bevoegdheden kunnen krijgen als de integriteit van een gemeente in het geding is. Wat is de stand van zaken betreffende de wetswijziging? Kan de minister met de burgemeesters in gesprek treden om hun rol hierin te verstevigen?

Minister Ollongren:

Voorzitter. Het zijn natuurlijk heel goede punten die mevrouw Den Boer nu naar voren brengt. Ik aarzel een beetje om er heel diep op in te gaan, omdat ik daarmee ook vooruit zou lopen op de brief die ik u heb toegezegd. Het zijn belangrijke punten. Het passief kiesrecht is een groot goed. Dat vinden we denk ik allemaal. Daarom moet de actie gericht zijn op de voorkant van de selectie, want inderdaad, raadsleden die eenmaal gekozen zijn, die zijn gekozen. Dat vinden we ook heel waardevol. Dus dat is de reden om zo te focussen op de voorkant. Tegelijkertijd ben je integriteit natuurlijk de hele tijd verschuldigd, dus niet dat je integer aan de voorkant bent en dat het daarna geen rol meer speelt. Ik vind het uitgangspunt van integriteit op ieder moment, bij de verkiezingen maar ook gedurende de raadsperiode, even belangrijk. De rol van de burgemeester is wat mij betreft ook onderdeel van die brief. Daarbij gaat het erover of we vinden dat we nog een instrument nodig hebben in gevallen van integriteitschending of belangenverstrengeling — de wat serieuzere gevallen — en of dat dan bij de burgemeester moet liggen of dat de commissaris van de Koning daar een rol in kan spelen en, uiteindelijk misschien, de minister. Ook daarop wil ik graag ingaan in de brief die u van mij krijgt.

De voorzitter:

Mevrouw Den Boer, tot slot.

Mevrouw Den Boer (D66):

Dank u wel, voorzitter. Ik dank de minister voor haar beantwoording. Ik vind het heel fijn om te horen dat zij mijn zorgen deelt en ook de zorgen van de maatschappij. Ik vind het ook heel fijn dat zij hiermee actief aan de slag wil gaan. Wij kijken natuurlijk reikhalzend uit naar de brief waarin al deze elementen terugkeren, inclusief bewustwording, de rol van de burgemeesters en natuurlijk het continu volgen van raadsleden in het proces en tijdens hun zitting. Ik zie de acties van de minister dan ook heel graag tegemoet en ik zal haar blijven volgen op dit dossier.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dank u wel, minister. Daarmee zijn we aan het eind gekomen van het mondelinge vragenuur.

De vergadering wordt van 15.00 uur tot 15.04 uur geschorst.

Naar boven