10 Leefomgeving

Aan de orde is het VAO Leefomgeving (AO d.d. 14/12).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Leefomgeving, waarbij Kamerleden de mogelijkheid hebben om moties in te dienen. Ik heet de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van harte welkom. Ik heet de Kamerleden van harte welkom. Ik zie geen mensen op de publieke tribune, maar wellicht zijn er wel kijkers thuis. Er hebben zich twee sprekers aangemeld. Iedere spreker heeft twee minuten. Ik geef allereerst het woord aan de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Afgelopen dinsdagavond en -nacht was het ietsje drukker op de publieke tribune.

Ik heb twee moties en zal meteen beginnen met voorlezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat door luchtvervuiling inwoners van Nederland gemiddeld dertien maanden korter leven;

constaterende dat volgens de gerechtelijke uitspraak van 7 september 2017 de overheid op de kortst mogelijke termijn moet voldoen aan de grenswaarden voor fijnstof en stikstofoxiden;

constaterende dat het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) een lijst dient te bevatten met alle knelpunten waarvoor specifieke oplossingen moeten komen, alsmede een concreet tijdpad voor deze oplossingen;

overwegende dat deze lijst nog tot de zomer op zich laat wachten en de uitwerking ervan in ieder geval tot het einde van dit jaar, en dat dat in strijd is met het vonnis;

verzoekt de regering deze lijst zo snel mogelijk, niet later dan 31 maart 2018, te publiceren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 279 (30175).

De heer Wassenberg (PvdD):

Mijn tweede motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat door luchtvervuiling inwoners van Nederland gemiddeld dertien maanden korter leven;

constaterende dat in de omgeving van de intensieve veehouderij knelpunten bestaan waar de fijnstofnorm wordt overschreden;

overwegende dat deze knelpunten niet oplosbaar bleken te zijn door het plaatsen van luchtwassers, maar wel oplosbaar zijn door het aantal dieren omlaag te brengen;

verzoekt de regering om maatregelen te treffen om het aantal dieren in de intensieve veehouderij bij knelpunten te beperken en zo de fijnstofuitstoot tot onder de EU-norm terug te brengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 280 (30175).

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

De volgende spreker is mevrouw Kröger van GroenLinks. Ook u heeft twee minuten.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ook ik heb twee moties, die ik gelijk zal voorlezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat luchtvervuiling nog steeds een grote impact heeft op de gezondheid;

verzoekt de regering om in het nieuwe luchtkwaliteitsbeleid kwantitatieve doelstellingen op te nemen voor het terugdringen van de gezondheidsschade van luchtvervuiling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 281 (30175).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Mijn tweede motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat milieuzones een effectief instrument kunnen zijn om luchtkwaliteit in steden te verbeteren;

constaterende dat op dit moment milieuzones alleen gehandhaafd kunnen worden op basis van het bouwjaar van auto's;

verzoekt de regering om samen met de Rijksdienst voor het Wegverkeer te onderzoeken wat er nodig is om milieuzones te handhaven op emissie-eisen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 282 (30175).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk even naar de staatssecretaris of zij meteen kan antwoorden of dat zij nog even tijd nodig heeft.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Voorzitter. Ik zou wel graag in ieder geval de tekst van de moties hebben. De moties werden snel voorgelezen. Ik wil graag een goede duiding kunnen geven. Wellicht is er ook vanuit de ondersteuning nog iets wat ze mij willen aanreiken. Op een aantal punten kan ik al antwoorden, maar laten we even een paar minuutjes nemen. Dan heb ik de teksten en kan ik misschien ook nog een enkel element tot mij nemen.

De voorzitter:

Prima. Dan wachten we even vijf minuutjes totdat u alle teksten heeft.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

De staatssecretaris is zover. Ik geef haar het woord.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dank u wel, voorzitter. U wisselde bij de start van dit debat al even iets met de Kamerleden over de publieke tribune. Ik ben vanuit een ander deel van mijn portefeuille blij dat veel mensen op weg zijn naar huis. Ik hoop ook dat ze snel en veilig thuiskomen, want het is niet makkelijk. Dat is het niet op de weg, maar ook niet op het spoor. Ik word natuurlijk goed op de hoogte gehouden door ProRail en NS. Voor de mensen die meeluisteren en zich afvragen hoe het daarmee staat: er wordt heel hard aan gewerkt, zowel wat betreft het repareren, als het goed voor de reizigers zorgen die nog onderweg zijn. Mensen worden zo veel mogelijk thuisgebracht of er wordt op andere manieren gezorgd voor een goede opvang. Dat wilde ik even delen met u, de Kamerleden en de mensen die zich thuis die vraag stellen. Er wordt echt alles aan gedaan. Ik wil ook de medewerkers van ProRail en NS heel hartelijk danken voor hun inzet en hen vooral aanmoedigen om alles op alles te zetten op deze dag met bijzondere weersomstandigheden.

Dan kom ik bij het VAO dat nu aan de orde is, het VAO Leefomgeving. Ik zal een reactie geven op de moties. Allereerst op de motie op stuk nr. 279 van de heer Wassenberg, die vraagt om een lijst met knelpunten. Hij vindt dat die lijst te lang op zich laat wachten. De lijst met knelpunten is natuurlijk al naar de Kamer gegaan, maar ik denk dat de heer Wassenberg probeert te zeggen: de lijst met oplossingen voor die knelpunten. Die zou hij graag sneller willen zien. Ik snap de urgentie van de heer Wassenberg, maar dit hebben we al eerder gewisseld: kan het sneller dan snel? Laatst is er zelfs een oordeel van de rechter geweest over de vraag of het snel genoeg gaat. De rechter heeft gezegd: u bent op de goede weg. Ik doe echt heel erg mijn best. Ik had vandaag nog een breed bestuurlijk overleg met wethouders uit de grote steden, ook de steden waar de knelpunten zich voordoen. We brengen alles zo snel mogelijk in kaart, we komen vervolgens naar de Kamer en dan zal de aanpassing van het NSL plaatsvinden. De motie met het verzoek deze lijst met oplossingen niet later dan 31 maart te publiceren, moet ik dan ook ontraden. Maar we zetten alles op alles en zijn zo snel mogelijk.

De voorzitter:

U ontraadt de motie. Dat roept een reactie op van de heer Wassenberg.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dan zal ik de motie nu in ieder geval aanhouden. Ik kan het dictum dan nog wijzigen en later kijken of ik deze al dan niet in stemming breng. Vooralsnog houd ik de motie aan.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

In het voorjaar ga ik sowieso de consultatie van het NSL inbrengen, dus die krijgt u. Ik had dat al toegezegd, maar ik bevestig het graag nog een keer. Wellicht komen we zo tot elkaar.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Wassenberg stel ik voor zijn motie (30175, nr. 279) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De tweede motie.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dan de motie op stuk nr. 280. Ik deel de feitelijke analyse die de heer Wassenberg maakt van de link tussen slechte lucht en gezondheid. Het is echt een onderwerp waarover we steeds meer weten en wat de urgentie om te blijven werken aan schone lucht ook steeds onderstreept. Maar het is wel belangrijk dat we daarbij sturen op effect en niet op middel. De heer Wassenberg vraagt mij in deze motie om te sturen op een specifiek middel in de veehouderij, namelijk minder dieren. Ik ken ook de achtergrond van zijn partij, in welk licht ik dit misschien moet zien. Maar ik wil de motie toch ontraden omdat ik niet wil sturen op een specifiek middel. We gaan wel sturen op het effect. We gaan alle doelmatige maatregelen in kaart brengen. Want ook het regeerakkoord zegt: als we de Europese normen gehaald hebben, blijven we werken aan het schoner maken van de lucht. Daarbij zijn de WHO-normen natuurlijk een heel belangrijk referentiepunt. We werken dezelfde richting op, maar ik neem wat meer middelen in ogenschouw. Daarom moet ik deze motie ontraden.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 281 van mevrouw Kröger over kwantitatieve doelstellingen voor luchtkwaliteit. Daar zou ik me allerlei verschillende dingen bij kunnen voorstellen. Dus mijn eerste vraag aan mevrouw Kröger is: wat bedoelt zij precies?

De voorzitter:

Dat is een vraag aan mevrouw Kröger en zij staat meteen op om uw vraag hopelijk zo snel mogelijk te beantwoorden.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Heel fijn, een vraag. Het gaat om kwantitatieve doelstellingen met betrekking tot gezondheidsschade. Op dit moment zijn er tienduizenden mensen die last hebben van longklachten of andere klachten. Ik weet niet of ik ze al kan invullen, maar het gaat erom dat er onderzoek wordt gedaan naar hoe je die zou kunnen formuleren. Op dit moment wordt de levensverwachting ingeperkt door luchtschade en op dit moment zijn bepaalde categorieën gezondheidsklachten direct gerelateerd aan luchtkwaliteit. Het gaat er dus om dat we als onderdeel van ons luchtkwaliteitsbeleid onderzoeken of we ook echt gezondheidsklachten terugdringen en of kwantitatieve doelstellingen daar onderdeel van kunnen uitmaken.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ik begrijp dat mevrouw Kröger zegt: probeer smart te maken wat je gaat doen. Ik twijfel erover omdat ik denk dat je het soort ziektes waar we het over hebben, schade aan longen maar ook hart- en vaatziekten, niet altijd direct kunt linken aan de luchtkwaliteit. We weten inmiddels uit de wetenschap dat er een effect is, maar het is niet het enige. Dan is het ook moeilijk om het vervolgens een-op-een eraan toe te rekenen. Dat is precies de exercitie waar we in zitten, ook naar aanleiding van de opmerking van de Rekenkamer. Dan gaat het over de vraag: hoe zorg je dat je effectief beleid voert? Ik snap de intentie van mevrouw Kröger. Misschien is zij bereid om de motie aan te houden. Dan wil ik dit zeker in mijn achterhoofd houden, om na te denken over de vraag hoe we die link kunnen leggen. Maar zoals het er nu staat, moet ik de motie ontraden, omdat ik niet weet of het uitvoerbaar is op deze manier.

De voorzitter:

Ik vraag mevrouw Kröger of zij de motie wil aanhouden.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Mag ik nog één vraag stellen aan de staatssecretaris?

De voorzitter:

Dat mag als het een heel korte vraag is.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Wat vindt de staatssecretaris ervan als het een motie wordt die vooral vraagt onderzoek te doen naar hoe kwantitatieve doelstellingen voor het terugdringen van gezondheidsschade eruit zouden kunnen zien?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Als mevrouw Kröger het formuleert als "of" en "hoe", zodat ik er nog van af kan zien als ik tot de conclusie kom dat het niet haalbaar is — we maken het dan in ieder geval onderdeel van het gesprek — dan laat ik het oordeel over deze motie aan de Kamer. Maar dan houd ik wel expliciet een slag om de arm als mij wordt gevraagd of ik dit de meest nuttige manier vind om het uiteindelijk in te vullen. Ik ben wel graag bereid om er dan naar te kijken.

In de motie-Kröger op stuk nr. 282 staat: "verzoekt de regering om samen met de Rijksdienst Wegverkeer te onderzoeken wat er nodig is om milieuzones te handhaven op emissie-eisen". Dat gaat niet, want de emissies worden met milieuklassen niet beter. Er is ook pas een verplichte registratie vanaf Euro 5. De vraag is een heel legitieme vraag, maar er is al een keer naar gekeken. Toen is de conclusie geweest dat dat niet helpt, aangezien er pas een verplichte registratie is vanaf Euro 5. Daarom moet ik deze motie ontraden.

Voorzitter, daarmee ben ik aan het einde gekomen van de behandeling van de moties.

De voorzitter:

Dank u wel. Het is ook heel fijn dat u nog even wat wilde zeggen over de situatie in Nederland op dit moment. Ik denk dat dat heel erg wordt gewaardeerd.

We zijn aan het einde gekomen van het VAO Leefomgeving.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Volgende week dinsdag wordt er gestemd over de moties.

Ik wil graag meteen doorgaan naar het volgende onderwerp: het VSO Ontwerpwijziging Regeling groenprojecten 2016.

Naar boven