11 Ontwerpwijziging Regeling groenprojecten 2016

Aan de orde is het VSO Ontwerpwijziging Regeling groenprojecten 2016 (30196, nr. 564).

De voorzitter:

Voor dit onderwerp heeft zich één spreker aangemeld: mevrouw Kröger van GroenLinks. Ik geef haar graag het woord. Zij heeft ook weer twee minuten spreektijd.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Nederland in 2025 wereldwijd koploper wil zijn in proefdiervrije innovatie;

overwegende het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid (NCad) in zijn advies aangeeft dat deze doelstelling alleen kan worden gehaald als op alle fronten en door meerdere stakeholders wordt samengewerkt;

van mening dat particuliere investeerders een bijdrage kunnen leveren aan deze versnelling door het investeren in proefdiervrije innovaties onder de groenregeling mogelijk te maken;

verzoekt de regering in voorbereiding op een volgende wijziging van de groenregeling in overleg te treden met alle relevante partijen om te bezien op welke wijze investeringen in proefdiervrije innovaties mogelijk gemaakt kunnen worden, en tevens te onderzoeken welke belemmeringen moeten worden weggenomen om (particuliere) investeringen in proefdiervrije innovaties verder te stimuleren;

verzoekt de regering tevens de Kamer over de uitkomsten van dit overleg te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 571 (30196).

Dank u wel, mevrouw Kröger. Heeft de staatssecretaris de tekst al ontvangen? Dat is niet het geval. Dan wachten we daar even op.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dank u wel, voorzitter. Ik ken GroenLinks als een partij die continu ernaar streeft om naast de noodzakelijke proeven die gedaan moeten worden — want soms moet het: voordat mensen cosmetica en medicijnen gebruiken, wil je zeker weten dat dit veilig is — zo veel mogelijk te doen zonder gebruik te hoeven maken van proefdieren. Dat is volgens mij een inzet die breed door de Kamer wordt gesteund. Ik ga mevrouw Kröger blij maken en niet blij maken. Ik ga haar niet blij maken, omdat ik de motie ga ontraden, maar ik ga haar blij maken omdat ik de verkenning waarom in de motie wordt gevraagd, al heb uitgevoerd. Ik heb een verkenning uitgevoerd of investeringen in proefdiervrije innovatie zich lenen voor opname in de Regeling groenprojecten. De conclusie is helaas dat de investeringen — daar is de regeling op gebaseerd: je moet altijd kunnen onderbouwen waarom je die eronder laat vallen — niet voldoende onderscheidend zijn om als categorie te worden opgenomen in die regeling. De reden daarvoor is dat het projectvermogen — het is een beetje technisch, maar zo zit de regeling een in elkaar — van groenprojecten beperkt is tot de investeringen in vaste activa. Dan heb je het bijvoorbeeld over laboratoriumapparatuur of software. Die investeringen worden ook in heel veel andere sectoren gedaan, met uiteenlopende doeleinden. Daarmee is de afbakening, "investeringen in vaste activa", onvoldoende om te kunnen onderbouwen waarom je dit er wel onder laat vallen en andere zaken niet.

Een en ander zou dus moeten worden aangevuld met eisen voor de toepassing. De toepassing voor de investering zou dan moeten worden meegenomen in de beoordeling, maar dat gaat weer in tegen de systematiek van de Regeling groenprojecten. Er is al een keer echt goed naar gekeken. Volgens mij heeft mevrouw Kröger het punt al een keer eerder opgebracht in het schriftelijk overleg. Naar aanleiding daarvan is dit wel goed bekeken.

Aanvullend is uit de verkenning naar voren gekomen dat investeringen in humane, proefdiervrije innovaties op dit moment nog onvoldoende sluitende businesscases en terugbetalingsmogelijkheden kennen om gebruik te kunnen maken van financiering door groenfondsen. Opname in de regeling zou daardoor dus niet leiden tot verstrekking van leningen, en daardoor zou dit natuurlijk pas effect hebben.

Wat ik mevrouw Kröger wel graag wil toezeggen is het volgende. Als er in de toekomst weer ontwikkelingen zijn, dan mag zij het onderwerp altijd opnieuw onder de aandacht brengen. Als wij dan aanleiding zien om opnieuw te verkennen of er meer mogelijk is of dat het onderscheidend vermogen beter is, zullen wij opnieuw bekijken of er toch een mogelijkheid is. De verkenning heb ik gedaan en daarom ontraad ik nu de motie, maar als er echt ontwikkelingen zijn die opnieuw aanleiding geven om een en ander tegen het licht te houden, hoor ik dat graag van mevrouw Kröger. Ik ontraad dus de motie.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan zijn wij ook weer aan het einde gekomen van dit VSO. Het gaat heel snel vanavond.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Volgende week dinsdag gaan wij stemmen over de ingediende motie.

Niet iedereen is er nog, heb ik begrepen, dus ik stel voor dat wij vijf minuten schorsen. Of iets langer, staatssecretaris?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Wij gaan in een razend tempo en dat is heel fijn. Een aantal mensen van mijn ministerie wil ik graag voor de zorgvuldigheid van de beantwoording bij het volgende VAO hebben. Zij komen nu als een speer deze kant op, maar zij zijn er nog niet. Ik weet niet of wij vijf minuten halen. Zouden wij misschien tien minuten kunnen schorsen? Dan hoop ik dat ze er kunnen zijn en kunnen wij alsnog gebruikmaken van de tijdwinst. Maar dan zorgen wij ook dat de capaciteit er is voor de zorgvuldige beantwoording van de vragen.

De voorzitter:

Alle begrip daarvoor. Ik schors de vergadering voor tien minuten.

De vergadering wordt van 18.52 uur tot 19.02 uur geschorst.

Naar boven