2 Vragenuur: Vragen Groothuizen

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde. 

Vragen van het lid Groothuizen aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, bij afwezigheid van de minister van Buitenlandse Zaken, over het bericht dat homo's in Tsjetsjenië worden ontvoerd en gemarteld. 

De voorzitter:

We beginnen vandaag met de vragen van mevrouw Groothuizen van D66 … Pardon, het is de heer Groothuizen! Vroeger was er mevrouw Gesthuizen, nu is er de heer Groothuizen. Ik moet even wennen aan de nieuwe namen. Van harte welkom, ook aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Het woord is aan u, mijnheer Groothuizen namens D66. 

De heer Groothuizen (D66):

Mevrouw de voorzitter. In Tsjetsjenië zijn geen homo's, aldus de president van deze Russische deelrepubliek. Nu blijkt echter wat er gebeurt met mensen die wel blijk geven van een andere geaardheid. Dit weekend bereikten ons verschrikkelijke berichten over Tsjetsjeense lhbti'ers die worden ontvoerd en gemarteld. Mensen zouden worden opgesloten in kazernes en er zou zelfs een aantal mensen zijn vermoord. De berichten spreken van grof en grootschalig geweld op een ongekende schaal, geweld dat heel specifiek lijkt te zijn gericht tegen een specifieke groep mensen. Er lijkt sprake te zijn van razzia's. Wat mij betreft is dit schokkende geweld volstrekt onaanvaardbaar. Ik heb daarom een aantal vragen aan de minister. 

Ten eerste: kan zij deze berichten bevestigen en aangeven om hoeveel mensen het gaat? Ten tweede: weet de minister hoeveel lhbti'ers om het leven zijn gebracht in Tsjetsjenië vanwege hun geaardheid? Ten derde: is de minister bereid met haar Russische collega contact te zoeken om deze praktijken namens Nederland te veroordelen? Ten vierde: kan de minister toelichten welke maatregelen zij bereid is te nemen om de veiligheid van deze mensen in Tsjetsjenië te vergroten? Ten vijfde: is Nederland bereid deze kwestie ook in EU-verband aan te kaarten en de Hoge Vertegenwoordiger te vragen om deze schendingen van de mensenrechten te veroordelen? 

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de minister. 

Minister Ploumen:

Voorzitter. Ik dank de heer Groothuizen voor zijn vragen. Ik las dat hij zich wil inzetten voor een veilig en rechtvaardig Nederland, maar ik ben blij dat hij het daar niet bij laat. Deze schokkende berichten vragen namelijk om onze aandacht maar ook om onze actie. 

Voordat het dit weekend in het nieuws was, waren onze mensen er al mee bezig. De berichten dateren van eerder. Het speelt al een tijdje en we hebben dus ook al een aantal acties in gang gezet. Op 6 april is er een verklaring uitgegaan vanuit de EU, waarin wordt opgeroepen tot nader onderzoek. Dat is misschien nog niet het soort verklaring waarnaar de heer Groothuizen hier vraagt, maar het was een eerste oproep om dat te doen. Onder meer op aandringen van Nederland is ook binnen de OVSE actie ondernomen. Er is een oproep gedaan aan de Russische Federatie to investigate. Kunnen de berichten worden geverifieerd? Ook werkt Nederland er in het kader van de Equal Rights Coalition, een verbond van 33 landen voortkomend uit de Montevideoconferentie in 2016, aan om een verklaring uit te brengen om dit geweld te veroordelen. Het is belangrijk om te noemen dat het hier niet alleen gaat om Nederland, Denemarken en Duitsland, maar ook om Uruguay, Albanië, Oekraïne, Servië en Chili. 

Wij hebben geen reden om te twijfelen aan de berichtgeving die door Human Rights Watch naar voren is gebracht. Die bevestigt de berichten die wij al eerder kenden en waarop we al eerder actie hadden ondernomen. 

Wat kunnen we nu doen om de veiligheid van mensen te vergroten? Onze ambassade in Moskou en het consulaat in Sint-Petersburg steunen actief homorechtenorganisaties. Dat doen ze financieel en praktisch, op allerlei manieren. Dat is een belangrijk onderdeel van ons werk daar. We hebben een programma dat Shelter City heet. Wanneer de bedreigde lhbti'ers leider zijn van mensenrechtenorganisaties, kunnen ze daarvoor in aanmerking komen. We hebben dus een vrij breed scala aan acties ingezet. Dat betekent ook dat wij het zeer nauwgezet zullen blijven volgen. In de geest van wat de heer Groothuizen vraagt, zullen wij eventueel nadere actie ondernemen of oproepen doen. 

De heer Groothuizen (D66):

Ik dank de minister voor haar antwoorden. Ik ben heel blij dat zij de urgentie ook voelt op dit thema en dat Nederland al een actieve positie heeft ingenomen. Ik heb nog wel een aantal aanvullende vragen. 

De minister geeft onder andere aan dat opgeroepen is tot nader onderzoek, zowel door de EU als in OVSE-verband. Is daar al een Russische reactie op gekomen? Zo ja, hoe waardeert de minister die Russische reactie? 

Zojuist vroeg ik ook of de minister bereid is contact te zoeken met haar Russische ambtsgenoot om deze praktijken te bespreken of misschien zelfs wel te veroordelen. Kan de minister nog op die vraag ingaan? Kan de minister ook ingaan op de vraag of zij bereid is om de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie in stelling te brengen tegen deze kwestie? 

Minister Ploumen:

Mij is niet bekend of de Russische Federatie al gereageerd heeft, maar als zij dat al heeft gedaan of als zij er nog op reageert, lijkt het mij heel verstandig om dat aan de Kamer te melden. Onze ambassade heeft veel contacten, ook met de Russische autoriteiten. Misschien is het goed als de ambassade het eerst ter plaatse aankaart, voordat we verdere stappen zetten. Ik zal dat verzoek ook doorgeleiden naar mijn collega Bert Koenders. Hij spreekt de Hoge Vertegenwoordiger en zijn collega's deze week tijdens de Raad Buitenlandse Zaken. Dan kunnen we bekijken wat de EU naast het geven van deze verklaring nog meer zal doen. 

Ik zeg de heer Groothuizen graag het volgende toe. Ik ben aanstaande donderdag in New York. Dan spreek ik de secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Ik heb begrepen dat ook Boris Dittrich deze week namens Human Rights Watch een gesprek met hem heeft. Ik zal een en ander dus ook heel graag zelf nader opvolgen. 

We zoeken naar een geëigend moment voor het sturen van een brief om de voortgang aan de Kamer mee te delen en om eventuele vervolgacties in de geest van wat de heer Groothuizen suggereert aan te kondigen. 

De heer Groothuizen (D66):

Ik ben blij met de toezegging van de minister. Ik denk dat het goed is dat we een brief krijgen over zowel de Russische reactie als het resultaat van de inspanningen van minister Koenders. Ik heb nog een aantal vragen die zich wat meer richten op de Nederlandse situatie. Kan de minister aan de hand van de berichten die ons hebben bereikt, aangeven in hoeverre het ambtsbericht over de Russische Federatie voldoende actueel is? Is Nederland eventueel bereid om humanitaire visa te verlenen voor de groep slachtoffers waar het hier om gaat? 

Minister Ploumen:

Over het ambtsbericht wil ik het volgende zeggen. We hebben de situatie redelijk scherp in kaart, juist ook door de actieve rol van onze ambassade en onze posten in de Russische Federatie. Maar ik zal graag bijzondere aandacht besteden aan de situatie van lhbti'ers in Tsjetsjenië. Nogmaals, ik heb niet het idee dat we daar iets missen, maar in het licht van het verzoek en de situatie is het goed om er specifiek op in te zoomen. Formeel moet de staatssecretaris van V en J het verzoek doen, maar ik zal het verzoek van de heer Groothuizen aan hem doorgeleiden en hij zal dat ongetwijfeld inwilligen. 

Ik kom op de humanitaire visa. Er zijn twee opties. Ik begrijp waar de heer Groothuizen op doelt en waar de heer Dittrich op duidde. Formeel-juridisch bestaat er niet zoiets als een humanitair visum, maar er zijn wel twee andere mogelijkheden. Ten eerste: als mensen zich hier zouden melden, wordt er, gegeven de situatie in Tsjetsjenië, altijd per persoon beoordeeld wat zijn of haar situatie is. De situatie kan voldoende aanleiding geven om te zeggen dat men hier bescherming zou kunnen krijgen. Nogmaals: daarbij is sprake van een persoonlijke beoordeling. Ten tweede werkt Nederland samen met de UNHCR, die mensen kan voordragen voor hervestiging. Daar zou deze groep mensen ook voor in aanmerking komen. Ten slotte noem ik nogmaals Shelter City voor de leiders van ngo's. Shelter City is ook in de regio, in Georgië. Vaak willen mensen in de regio blijven om hun werk voort te kunnen zetten, ondanks de moeilijke omstandigheden. Daar verdienen zij onze steun en respect voor. 

De voorzitter:

De heer Groothuizen, tot slot. 

De heer Groothuizen (D66):

Ik ben blij met de toezeggingen van de minister en met al haar inspanningen. Ik hoop dat we in deze kwestie toch een kleine bijdrage kunnen leveren. 

De voorzitter:

Dank u wel, en lhbti'ers zijn lesbiennes, homo's, biseksuelen, transseksuelen en interseksuelen. 

Minister Ploumen:

Ja, sorry, maar als ik heel even mag, voorzitter? 

De voorzitter:

Ja. 

Minister Ploumen:

Wij zeggen vaak kortheidshalve homo's, maar het is wel fijn om mensen te noemen zoals je zelf genoemd zou willen worden. Vandaar deze afkorting. 

De voorzitter:

Daarom. Dank u wel. 

Naar boven