2 Herdenking aanslag in Stockholm

Aan de orde is de herdenking van de aanslag in Stockholm op 7 april 2017. 

De voorzitter:

Ik wil de minister-president, de heer Rutte, en de ambassadeur van Zweden, de heer Holmström, van harte welkom heten. Ik verzoek iedereen in de zaal en op de publieke tribune om, voor zover dat mogelijk is, te gaan staan. 

Op vrijdag 7 april werden we opnieuw opgeschrikt door een terroristische aanslag. In het centrum van Stockholm reed een vrachtwagen in op een groep mensen. Een drukke winkelstraat, maar het werd opeens doodstil. De aanslag eiste het leven van vier mensen: een Brit, een Belg en twee Zweden, onder wie een 11-jarig meisje. 

Wij kennen Zweden als een land met een rijke democratische geschiedenis. Een land dat veel lijkt op het onze: geëmancipeerd en solidair. Een land waar fundamentele vrijheden zoals de vrijheid van meningsuiting en het vrije woord stevig in de wet zijn verankerd. Het zijn juist deze waarden die uiteindelijk sterker zijn, die het altijd winnen van geweld. In Stockholm kwamen mensen massaal bij elkaar om de slachtoffers te herdenken, om de vrijheden waarop hun land is gebouwd te verdedigen. 

Het is niet de eerste keer dit jaar dat wij stilstaan bij een aanslag. Nauwelijks twee weken geleden was er de aanslag in Londen. Op 3 april ontplofte er een bom in de metro in Sint-Petersburg. Daarbij vielen veertien doden: onschuldige mensen, die op het verkeerde moment op de verkeerde plek waren. En eergisteren, op 9 april, was er de gerichte aanval tegen twee kerken in Egypte. Daarbij kwamen 44 mensen om het leven. Verschillende landen, hetzelfde geweld en dezelfde rouw. En ook in Sint-Petersburg, in Alexandrië en in Tanta gaat het leven door. Winkels gaan open, metro's rijden en mensen doen boodschappen. De wil om te leven wint het van de angst voor geweld. Terrorisme mag en zal ons nooit klein krijgen. De aanslagen maken ons misschien angstig, maar ze brengen ons niet tot stilstand. Wij laten ons niet beperken in onze manier van leven, van samen leven. 

Namens de Tweede Kamer heb ik het Zweedse parlement gecondoleerd. In gedachten zijn wij bij hen. Ik hoop dat de Zweden de kracht vinden om te zoeken naar wat hen bindt, dat zij vasthouden aan die rijke democratische geschiedenis van vrijheid, gelijkheid en onderlinge betrokkenheid. 

Dan geef ik nu het woord aan de minister-president. 

Minister Rutte:

Mevrouw de voorzitter. Gisteren vond in Stockholm een aangrijpende herdenking plaats van de aanslag van vorige week vrijdag. Mijn collega, Stefan Löfven, sprak daar woorden die indruk op mij maakten. Hij zei: "Onze eenheid zal altijd sterker zijn dan de krachten die ons willen verscheuren. Ons sociale systeem zal nooit worden onderdrukt. Onze democratie zal zegevieren over het fundamentalisme." Tegen de nabestaanden in Zweden, Groot-Brittannië en België zei hij: jullie zijn niet alleen. 

Ik herhaal dat vandaag in de richting van de nabestaanden, maar zeker ook in de richting van alle Zweden: jullie zijn niet alleen, Nederland staat naast jullie. Dat is ook wat ik vrijdag aan mijn collega heb overgebracht. 

De sirenes die in Stockholm klonken, hoorden we recentelijk ook in Londen, in Sint-Petersburg en in het Egyptische Tanta en Alexandrië. Het is het geluid van extremisme, van bruut geweld en van intens verdriet om onschuldige slachtoffers; voor de zoveelste keer. Ik denk dat we vandaag allemaal hetzelfde ervaren. Opnieuw een laffe aanslag. Opnieuw een aanval op onze manier van leven. Opnieuw voelen we de noodzaak om ons uit te spreken tegen terreur, voor menselijkheid en voor democratische waarden. En dat zullen we blijven doen. Onze gedachten zijn bij de slachtoffers en de nabestaanden. 

De voorzitter:

Ik wil u verzoeken om een moment van stilte in acht te nemen. 

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.) 

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken, zodat u uw medeleven kunt overbrengen aan de ambassadeur. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven