5 Beleidsdoorlichting burgerschap, BRP en reisdocumenten

Aan de orde is het VAO Beleidsdoorlichting burgerschap, BRP en reisdocumenten (d.d. 15/02). 

Mevrouw De Caluwé (VVD):

Voorzitter. Gisteren hebben we een debat gevoerd over de Operatie Basisregistratie Personen, een groot ICT-project dat al jaren duurt en inmiddels al drie keer duurder is uitgevallen dan initieel begroot. Daar wil ik graag twee opmerkingen over maken. 

In de eerste plaats is het opmerkelijk dat er bij dit soort belangrijke debatten over heel grote ICT-trajecten, die heel belangrijk zijn voor de overheid, steeds maar woordvoerders van drie partijen aanwezig zijn. Toch vinden veel mensen dit belangrijk. 

In de tweede plaats zeg ik het volgende. De hoofdproblemen bij dit project zijn en blijven de planning en het budget. De minister heeft toegezegd een bericht over wijzigingen in het project meteen naar de Kamer te willen sturen. Daar zijn we heel blij om. Maar de VVD wil daar ook heel graag een planning bij zien. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het ICT-project Operatie Basisregistratie Personen (BRP) al een ruime uitloop kent qua planning en budget; 

constaterende dat effecten van wijzigingen in de Operatie BRP pas na verloop van tijd in de planning terug te vinden zijn, soms pas nadat de wijziging al is doorgevoerd; 

constaterende dat de voortgangsrapportages BRP vaak pas na enkele maanden nadat een besluit tot wijziging van het project en de planning is genomen, naar de Kamer worden gestuurd; 

verzoekt de regering, de Kamer in het vervolg terstond te informeren over wijzigingen in de Operatie BRP en de Kamer daarbij tevens een geactualiseerde planning inclusief eventuele financiële consequenties te doen toekomen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Caluwé en Amhaouch. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 100 (27859). 

Minister Plasterk:

Voorzitter. Ik deel de mening van mevrouw De Caluwé dat dit een belangrijk onderwerp is. Het past mij niet een oordeel te hebben over het aantal aanwezige Kamerleden bij debatten. Misschien vinden andere partijen dat het allemaal goed gaat; dat zou ook kunnen. Ik realiseer mij ook dat er veel debatten zijn in de Kamer. 

Over de motie, die mij nu wordt aangereikt, waarvoor dank, zou ik willen zeggen dat zich in zo'n lang traject met zo veel partners natuurlijk af en toe nieuwe feiten voordoen. Ik heb inderdaad toegezegd de Kamer daarover bij de eerstvolgende gelegenheid te informeren. Als het om een kleine wijziging gaat, kan dat bij de volgende reguliere voortgangsrapportage. Als het om een heel grote en onverwachte wijziging gaat, kan dat zelfs een aanleiding zijn om terstond een brief te sturen aan de Kamer. Dat is uiteindelijk een kwestie van de proportionaliteit van die wijziging toetsen. 

Als ik de motie zo mag lezen dat dat het geval is ten aanzien van het constateren en melden van zo'n wijziging, dan is vervolgens de vraag wat de consequentie daarvan is voor de planning en het budget in de tijd. Dat kan soms enige aandacht vragen omdat je dan met de ketenpartners, dus met de leveranciers en de gemeenten, moet bekijken of er überhaupt consequenties zijn. Mijn neiging zou zijn om die consequenties zo klein mogelijk te houden. Om het even te illustreren: wij hebben op verzoek van de Kamer het lesbisch ouderschap in de BRP opgenomen en het bevolkingsnummer voor buitenlanders als gevolg van de Bulgarenfraude destijds. Als je dat opneemt in dit traject, is altijd de vraag of dat kan zonder vertraging en zonder dat er nieuwe kosten ontstaan. Ik probeer dat zo veel mogelijk terug te drukken. Het is net als wanneer je een aannemer in huis hebt: elke keer dat je een wijziging wilt, wordt al snel gezegd dat het duurder wordt. Ik probeer dat meerwerk dus te reduceren. Dat traject kost even tijd. Conform de adviezen van het BIT (Bureau ICT-toetsing), dat toezicht houdt op dit hele traject, kan het dus zijn dat het pas bij de volgende halfjaarsrapportage in het plan is verwerkt. Ik doe dat zo snel als redelijkerwijs kan onder het toeziend oog van het BIT. Als de motie dat beoogt, dan beschouw ik haar als ondersteuning van het beleid en laat ik het oordeel erover aan de Kamer. 

Mevrouw De Caluwé (VVD):

Zo snel als kan, is logisch, maar als er een wijziging is in een project — dan heb ik het niet over de punten en de komma's, waar de minister het over heeft — dan maak je een inschatting van de consequenties. Dat willen wij heel graag weten. Ik kan mij voorstellen dat je nog niet helemaal tot op het uur weet welke consequenties het heeft, maar die planning moet gemaakt worden. Een planning maak je altijd. Een planning maak je voor grote en kleine projecten. Je moet vooraf een inschatting maken van de betekenis van een voorgenomen wijziging. Het kan zijn dat minister zegt: drie tot vijf maanden vertraging. Dat hoeft niet per se tot op de minuut te zijn, maar er moet wel een inschatting zijn van de consequenties voor de planning en het budget. 

Minister Plasterk:

Ik lees de motie toch zo dat zij ruimte laat tussen het moment van de Kamer informeren over het feit dat er een wijziging is in het plan en het moment van werkelijk in het meerjarenplan en het budget vastleggen van de consequenties daarvan. Daartussen kan een tijdvenster ontstaan. Als de Kamer besluit het lesbisch ouderschap op te nemen in de Basisregistratie Personen, zou een bewindspersoon kunnen zeggen: "Dat zou consequenties kunnen hebben, die wij in beeld moeten brengen. Het is een politiek feit dat u wenst dat dat gebeurt. Ik zal bij het volgende planmoment terugkomen op de vraag of dat enige weken vertraging of enige kostenstijging oplevert in het uiteindelijke plan." Ik zou het liefste — als ik een bedrijf leidde, zou ik het ook zo doen — zeggen: ik ga pas akkoord met deze wijziging in het plan wanneer ik precies weet wat de consequenties daarvan zijn. Maar ik leid geen bedrijf. Ik zit in een complexe overheidsorganisatie, waarin de Kamer soms tot wijzigingen besluit en ik vervolgens moet bekijken wat gemeenten, autonome bestuurslagen en leveranciers ermee kunnen doen. Er kan zich dus soms inderdaad een nieuw feit voordoen. Dan informeer ik de Kamer zoals ik zojuist heb gesteld. Dan zou ik daarbij kunnen signaleren dat ik nog niet 100% in beeld heb wat dat voor de planvorming betekent, maar dat ik dat bij de volgende rapportage daarover in beeld zal brengen. 

De voorzitter:

Mevrouw De Caluwé, heel kort. 

Mevrouw De Caluwé (VVD):

Concreet is het probleem dat, als er in Q2 2016 een besluit wordt genomen en in november 2016 wordt verwezen naar een rapportage van april 2017, wij dan al meer dan een jaar later zijn. Dat willen wij voorkomen. Wij willen heel graag dat er bij een vermelding van een wijziging een inschatting wordt gemaakt van wat dat betekent voor de planning. Dat willen wij graag naar de Kamer hebben en niet pas na een jaar. Binnen drie maanden is ook prima, maar wij krijgen wel graag een inschatting van de effecten op de planning. Dat is wat de motie beoogt. 

Minister Plasterk:

Dank voor de toelichting. Ik laat het oordeel over de motie aan de Kamer, maar als ik haar zo mag lezen dat er ruimte is en blijft tussen het signaleren dat er een wijziging is en het aan de Kamer toezenden van het nieuwe bijgestelde plan waarin de consequenties voor tijd en budget zijn opgenomen, kan ik haar uitvoeren. Zo'n tijdvenster heb ik nodig om er met leveranciers en andere ketenpartners voor te kunnen zorgen dat de informatie die ik geef, ook correct is. Als ik de motie zo mag lezen, kan ik haar uitvoeren en laat ik het oordeel aan de Kamer. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Dank u wel. Hiermee zijn we aan het eind gekomen van dit VAO. Over de ingediende motie zullen we volgende week dinsdag stemmen. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven