Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | nr. 54, item 6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | nr. 54, item 6 |
Aan de orde is de behandeling van:
- het Voorstel van wet van de leden Bosma en De Graaf ter bescherming van de culturele traditie van het sinterklaasfeest (Zwarte Piet-wet) ( 34078 ).
De voorzitter:
Ik heet de initiatiefnemers van harte welkom. Zij worden bij de verdediging van hun wetsvoorstel in vak-K ondersteund door de heer Van Zonneveld, medewerker van de PVV-fractie. Tevens heet ik welkom de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Hij zal bij de wetsbehandeling optreden als adviseur van de Kamer. Vandaag is aan de orde de gehele behandeling van het wetsvoorstel. Ik geef als eerste het woord aan de heer Monasch.
De algemene beraadslaging wordt geopend.
De heer Monasch (Monasch):
Voorzitter. Er zijn mensen die nog hopen op een Elfstedentocht en er zijn mensen die denken dat de lente op komst is. Wij kijken een paar maanden terug of misschien alweer een kleine tien maanden vooruit naar het volgende sinterklaasfeest en het volgende debat dat daar ongetwijfeld over zal volgen. Of wij hier wel of niet een wet indienen, het debat zal daarmee niet eindigen. Dat dit debat wordt gevoerd, is op zich een goede zaak.
Wij delen vanuit mijn fractie en vanuit mijn partij Nieuwe Wegen de zorgen die de indieners hier naar voren brengen. Het feest van Zwarte Piet hoort bij Nederland en de Nederlandse traditie. Laat die traditie daarbij vooral leidend zijn. Mensen die daar een probleem mee hebben, zullen zich toch echt moeten aanpassen aan die traditie. Dat laat onverlet dat niets helemaal vaststaat en dat zaken zich best mogen ontwikkelen. Ik zou daarom in de reactie van de indieners, die ik op zich natuurlijk complimenteer voor hun voorstel en alle noeste arbeid, graag horen hoe zij aankijken tegen volkstradities, die je nooit helemaal wilt vastleggen in de tijd. Immers, was dit in 1600, in 1800 of tien jaar geleden de ideale afspiegeling? Hoe kijken de indieners aan tegen een zekere mate van ontwikkeling, zonder dat je de aard en het karakter van het feest zelf enige schade aanbrengt maar wel ruimte geeft voor enige vernieuwing? Ook dat laatste kan immers geen kwaad.
De indieners hebben veel, misschien zelfs alle kritiek van de Raad van State terzijde geschoven. Kunnen zij toch nog eens aangeven waarom zij die kritiek op een aantal punten, bijvoorbeeld met betrekking tot de handhaving van het wetsvoorstel, terzijde hebben gelegd of waarom een handhavingsparagraaf ontbreekt? Moet daar toch niet meer aandacht aan worden besteed? Los van het heikele onderwerp en de maatschappelijke commotie zullen wij ook gewoon als medewetgever — in dit geval als wetgever — moeten bekijken of dit allemaal conform de eisen is waaraan een wet moet voldoen.
Met betrekking tot de vraag "wat wel en wat niet?" heb ik een kort uitstapje gemaakt. Misschien is het aardig als de indieners van het wetsvoorstel daarop reflecteren. Volgens mij had mijn collega van de VVD, de heer Rutte, ook met dit voorbeeld te maken toen hij nog woordvoerder over cultuur was. Dat voorbeeld gaat over cultureel erfgoed, maar dan in de gebouwde omgeving. Boven in Friesland is een molen afgebrand, de molen van Burum. Volgens het ministerie kwam de molen niet voor subsidie in aanmerking, omdat de materialen waarmee de molen opnieuw opgebouwd zouden worden, niet meer de ouderwetse, traditionele bouwmaterialen waren. Het gebouw zou door de herbouw te veel verliezen van zijn authenticiteit. Kunnen de indieners reflecteren op dat soort criteria, die dus kennelijk gebruikt worden met betrekking tot het vaste culturele erfgoed? Daarbij kan iets kennelijk ineens zijn traditie verliezen en wordt het niet meer tot het cultureel erfgoed gerekend. Hoe zou die discussie kunnen worden verlegd naar deze discussie? Ik ben het immers heel erg met de indieners eens: als een volkstraditie echt verloren dreigt te gaan omdat er te veel indringers komen en omdat er te veel mensen zijn die die traditie ondermijnen — het is natuurlijk schandalig dat wij politie moeten inzetten bij kinderfeesten — hoe kunnen wij dan bescherming, misschien geleend uit andere gebieden, in deze wet verder versterken?
Ik denk dat wij in dit huis goed moeten beseffen dat deze discussie door een heel kleine groep is aangezwengeld. Volgens mij willen alleen Amsterdam en Haarlem niet meer dat het feest van Zwarte Piet en Sinterklaas wordt gevierd op de manier waarop dat gevierd wordt. Ik kan koppen van regionale kranten noemen waarin pontificaal staat dat het feest gewoon moet worden gevierd zoals wij dat altijd deden. Als je dat ziet, hoe groot is de bedreiging dan? Is een wet dan het adequate antwoord? Ik zou in dat verband ook graag van de indieners willen horen of hun voorschrift, waaraan bijvoorbeeld Zwarte Piet moet voldoen, uitputtend is. Of laten zij toch ook ruimte voor verandering?
Tot slot een opmerking over het kabinet. We hebben vaak geleerd dat het goed is om een ontwikkeling een ontwikkeling te laten zijn. In dit verband krijg ik graag een reactie van de indieners van het wetsvoorstel op het feit dat de minister van Sociale Zaken zich eigenhandig met deze discussie is gaan bemoeien en partijen bij elkaar heeft gehaald, eigenlijk om erop toe te zien dat — zoals hij letterlijk heeft gezegd — de minderheid beslist over wat de meerderheid moet doen bij dit feest, namelijk daarvan afstappen. Hoe kijken de indieners aan tegen deze opstelling van het kabinet? Tegelijkertijd geven de wetsindieners, nu zij het in een wet willen vastleggen, geen ruimte aan het kabinet om voor zo'n politieke opstelling te kiezen.
De heer Beertema (PVV):
De heer Monasch zegt terecht dat het een heel kleine groep is die deze hele haatcampagne heeft aangezwengeld. Dat is op zich niet het grootste probleem. Het grootste probleem — zoals ik het heb gelezen, is deze wet bedoeld om daaraan een halt toe te roepen — is wat daarna volgde: die overheidsbemoeienis, het feit dat de overheid gemeend heeft om in het kielzog van al die actiegroepen zich te moeten bemoeien met het uiterlijk van Zwarte Piet. Het waren semioverheden als scholen en het waren overheden als gemeentebesturen en burgemeesters die zich hebben uitgesproken. Maar op het hoogste niveau was het onze vicepremier, de heer Asscher. De heer Monasch heeft, meen ik, een verleden in de partij van de heer Asscher. Kan hij zich daar nog iets van herinneren? Hoe is dat gegaan? Kan hij iets meer zeggen over de rol die de vicepremier daarin heeft gespeeld?
De heer Monasch (Monasch):
Sterker nog, dat kan ik mij zeer goed herinneren. Toen dit naar buiten kwam, was ik namelijk nog steeds lid van die fractie. Ik heb toen meteen verklaard dat ik het tamelijk bezopen vond dat een minister uit het kabinet zich bezighoudt met dit onderwerp. Als je zegt dat het iets in de samenleving moet zijn dat zich in de tijd ontwikkelt, dan kun je niet vervolgens als vertegenwoordiger van het kabinet partijen bij elkaar gaan halen en daarmee afspraken maken, wat bijvoorbeeld heeft geleid tot het bij RTL niet meer uitzenden van de Zwarte Piet waarover we het hebben. Als je vindt dat het zo'n ontwikkeling is, dan behoor je je er als minister van Sociale Zaken niet mee te bemoeien. Dat vond ik toen en dat vind ik zeker en vanzelfsprekend ook nu nog. Ik vond dat dus een misplaatste actie van iemand die lid is van het kabinet, zeker van een vicepremier.
De heer Beertema (PVV):
Deze wet, maar een heel kleine wet, doet eigenlijk niet veel meer dan het uiterlijk van Zwarte Piet beschermen tegen overheidsbemoeienis. U moet daar toch ook de handen voor op elkaar kunnen krijgen?
De heer Monasch (Monasch):
De afweging daarover gaan we nog maken. Daarvoor hebben we dit debat vandaag ook. Het is dubbel. We hebben altijd gezegd: laat het zich ontwikkelen, we geloven in de kracht van Nederland, in de kracht van de samenleving. Sommigen denken dat Amsterdam Nederland is, maar kijk verder dan Amsterdam en je zult zien dat bijna iedereen zegt: handen af van dat feest. Ik had het liefst voor de ontwikkeling gekozen. Het voorstel krijgt nu veel meer kracht — nogmaals, we maken de afweging aan het eind — omdat de overheid zich er nu mee gaat bemoeien en gaat voorschrijven hoe het in het openbare domein gevierd moet worden. Dat vind ik een kwalijke stap.
De heer Van Raak (SP):
Voorzitter. Het feest van Sint en Piet is een eeuwenoude traditie. Het kenmerk van tradities is nu juist dat ze voortdurend veranderen. Als een traditie niet verandert, verdwijnt ze. Het vastleggen van een traditie is een poging tot het stopzetten van de tijd. Dat kan niet. De Zwarte Piet die we nu hebben, is anders dan de Zwarte Piet van vroeger en in de toekomst zal hij ook weer anders zijn.
Ik dank de indieners hartelijk voor het wetsvoorstel. Het kost veel tijd om een initiatiefwetsvoorstel te maken. Ik vroeg me af of de energie niet toch wat beter besteed had kunnen worden, maar ik dank de indieners voor de moeite. De SP zal dit niet kunnen steunen. We willen het niet en het kan niet.
De heer Bosma heeft in het verleden vaak gewaarschuwd voor politici en overheden die zich bemoeien met cultuur, voor het voeren van cultuurpolitiek. Er zijn in het verleden regimes geweest die dit soort cultuurpolitiek hebben gevoerd. De heer Bosma is de eerste geweest om daarvan afstand te nemen. Het kan zijn dat je als overheid bescherming biedt aan een traditie, een cultuur als die dreigt te verdwijnen. Ik denk echter dat het feest van Sint en Piet bijzonder levendig is, bij uitstek een levendige traditie. Het wordt bijna overal gevierd en er wordt ook elk jaar uitbundig over gediscussieerd. Die discussie zie ik niet als een bedreiging voor deze traditie maar vooral als een uiting van de levendigheid van deze discussie. We moeten in de Kamer veel discussies voeren, maar de discussie over Sint en Piet zou ik toch het liefst buiten deze Kamer voeren.
De heer Beertema (PVV):
Voorzitter. In de eerste plaats wil ik de initiatiefnemers van deze Zwarte Pietwet bedanken voor het feit dat ze deze wet hier ter bespreking hebben voorgelegd. Ik wens ze veel succes vandaag en straks in de Eerste Kamer. Het is een kleine wet in omvang, maar hij is wel heel veelbetekenend als het gaat om de inhoud. De cultuur van het Westen staat onder druk. Onze cultuur met joods-christelijke en humanistische wortels — de cultuur van het Avondland noemen wij het wel — de cultuur van het vrije denken, van individuele verantwoordelijkheid en van vrijheid, welvaart en welzijn staat onder druk. Die superieure cultuur, die ons wetenschap, gezondheidszorg, vrede en veiligheid heeft gebracht, is ons zeer lief. Die cultuur en onze tradities zitten diep in ons hart. Maar aan alle kanten wordt die cultuur ondergraven. Alles wordt uit de kast getrokken om ons culturele zelfbewustzijn te verzwakken.
De politiek correcte elite — ik wil graag bedrukken dat dit een kleine minderheid is, zoals de heer Monasch al zei — heeft het zelfs bestaan om het prachtige sinterklaasfeest te corrumperen door het via Zwarte Piet aan racisme te koppelen. Het kinderfeest is op de grimmigste wijze die je kunt bedenken gepolitiseerd. Het is een regelrechte schande dat een onverdraagzame minderheid, die zwelgt in haar eigen gelijk, erin geslaagd is om een verbinding met racisme te leggen die er niet is en die er nooit is geweest. De indieners beschrijven dat overtuigend in de memorie van toelichting. De racismeroepers hebben na jaren van intimidatie en agressie deze mooie traditie zodanig weten te verzieken dat plaatselijke sinterklaasoptochten politiebeveiliging nodig hebben. Ze hebben ervoor gezorgd dat basisscholen en media niet alleen buigen voor hun eisen, maar zelfs eisen dat ouders van schoolkinderen en kijkers naar de staatstelevisie zich aanpassen aan de idiotie van regenboogpieten en roetveegpieten. We zien overheidsbemoeienis — want dat is het — door gemeentebesturen die openlijk zeggen dat Zwarte Piet tot het verleden gaat behoren en scholen die Zwarte Piet verbieden. Zelfs de vicepremier zegt dat Zwarte Piet kwetsend is en moet veranderen.
Wij zijn die culturele strijd niet begonnen. Wij hebben het sinterklaasfeest niet gepolitiseerd. Zij hebben dat gedaan, die fanaten, die onverdraagzame minderheid, een minderheid die racisme ziet dat er niet is, een minderheid die zich nota bene hult in het uniform van de Zwarte Panters, dat uniform van geweld, intimidatie en intolerantie. Zij zijn erin geslaagd om het kinderfeest te verpesten met enthousiaste medewerking van de media, het onderwijs, gemeentebesturen en zelfs vertegenwoordigers van de regering. En dat terwijl volgens een Telegraafonderzoek 91% vindt dat het niet nodig is om het uiterlijk van Zwarte Piet aan te passen. Zelden werd een minderheidsstandpunt met zo veel intimidatie en onverdraagzaamheid aan een meerderheid opgelegd. Het allerergste is dat de kinderen, die wekenlang in spanning uitkijken naar 5 december, er niks van begrijpen. Zij hebben hier niet om gevraagd.
De heer Verhoeven (D66):
Ik zou de heer Beertema willen vragen of het slim is om, als je zo tegen overheidsbemoeienis bent, te kiezen voor een andere vorm van overheidsbemoeienis, namelijk een wet. Eigenlijk is het betoog van de PVV: overheidsbemoeienis met dit feest is verschrikkelijk, heel slecht. Dat is op zich een standpunt waarover je een prima discussie kunt voeren. Vervolgens komt de PVV met een wet, die natuurlijk ook overheidsbemoeienis is. Hoe moet ik dat met elkaar rijmen?
De heer Beertema (PVV):
Op zich is dat niet zo heel gek. Dat gebeurt bij mijn weten wel vaker. Dit is een traditie die diep in het hart zit van het aller-overgrootste deel van de bevolking dat je kunt bedenken. Als zo'n traditie onder druk staat door die overheidsbemoeienis, is het helemaal niet zo gek om een wettelijke maatregel te bedenken om dat niet te laten gebeuren. Artikel 23 van de Grondwet, over de vrijheid van onderwijs, heeft ook dat soort aspecten. De overheid mag zich niet bemoeien met de bijzondere scholen. Het gebeurt dus wel vaker.
De heer Verhoeven (D66):
Oké, prima, dat is dan de gedachte van de PVV. Ik heb nog een andere vraag. De heer Beertema heeft het de hele tijd over de traditie en het belang daarvan. Het is op zich best denkbaar dat je opkomt voor een traditie, maar er is een veel belangrijkere traditie, die ik de heer Beertema niet heb horen noemen in zijn betoog. Dat is een Nederlandse traditie waar we volgens mij allemaal keihard voor moeten blijven vechten, elke dag, namelijk de traditie van onze rechtsstaat, die burgers beschermt tegen willekeur van overheden en medeburgers. Die traditie is de PVV in hoog tempo aan het afbreken. Kunnen we niet beter stoppen met deze Zwarte Pietwet-onzin en gewoon vechten voor een traditie die echt belangrijk is, namelijk de rechtsstaat? Die breekt de PVV juist af. Waarom doet de PVV dat?
De heer Beertema (PVV):
Ik denk dat de rechtsstaat een taak heeft om zich hier even tegenaan te bemoeien, voor al die miljoenen burgers die dit sinterklaasfeest heel hoog hebben zitten en die deze traditie per se in ere willen houden. Dat is om die overgrote meerderheid te beschermen tegen de intolerantie en de agressie. Ik heb net gezegd dat de intochten door politie en ME moeten worden bewaakt. Er vliegen doodsbedreigingen over de sociale media als het over Zwarte Piet gaat. Dit maakt zo veel los dat de rechtsstaat hier wel degelijk een rol in heeft.
Ik zei net dat de kinderen er niet om gevraagd hebben. De indieners stellen in hun reactie op het advies van de Raad van State terecht dat de aanval op Zwarte Piet niet los gezien kan worden van iets groters. De aanval op het sinterklaasfeest is de best geslaagde aanval in een grotere oorlog tegen onze identiteit. Zie maar hoe de politiek correcten elkaar proberen te overtreffen bij de aanval van alle andere belangrijke symbolen van onze natie en van onze identiteit. De Haagse Hogeschool gooide bijvoorbeeld al jaren geleden de traditionele kerstboom eruit, omdat die kwetsend zou zijn voor de islam. Kijk maar hoe paaseieren in een soort newspeak veranderden in "verstopeieren" en hoe in scholen het kerstfeest semantisch wordt omgekat naar "winterfeest" of "lichtjesfeest". De Nederlandse vlag is bijna uit de openbare ruimte is verdwenen. Het kruis op de mijter van de Amsterdamse Sinterklaas moest verdwijnen, omdat ook dat aanstootgevend was voor de islam. En zo gaat het door. Dat is waar de PVV stelling tegen neemt. Wij willen die aanval op onze identiteit en onze tradities stoppen.
Daarom zijn wij trots op de initiatiefnemers van deze wet. Wij moeten onze tradities koesteren, er trots op zijn en ze vooral doorgeven aan volgende generaties. Onze cultuur vereist onderhoud. We moeten haar verzorgen, want we willen zijn wie we zijn en we willen blijven zijn wie we zijn. Deze wet past daar heel goed in. Deze kleine wet wil de burger beschermen tegen verdergaande bemoeienis met het uiterlijk van Zwarte Piet, die toch de drijvende kracht is achter dat mooie sinterklaasfeest; niks meer, niks minder. In de nota naar aanleiding van het verslag zeggen de initiatiefnemers dat hun insteek is om Zwarte Piet te beschermen tegen de Nederlandse overheid en tegen de aanvallen van een kleine activistische groepering die dit volksfeest het liefst ziet verdwijnen. Met deze wet krijgt de overheid er geen taak bij, maar wordt juist voorkomen dat de overheid een inhoudelijke rol en daarmee een taak krijgt bij het vaststellen van het uiterlijk van Zwarte Piet. Want gemeentes, scholen en zelfs de vicepremier doen dat nu. Dit initiatiefwetsvoorstel wil alleen maar dat overheden pas vergunningen verlenen voor sinterklaasactiviteiten, zelf sinterklaasactiviteiten organiseren of hier medewerking aan verlenen, als daarbij het personage Zwarte Piet in ere wordt gehouden. Ook wordt hiermee voorkomen dat er allerlei rechtszaken gevoerd zullen worden en bezwaarprocedures gestart worden met betrekking tot het veranderen van het uiterlijk van Zwarte Piet. En dat is niet onbelangrijk.
Samenvattend: de PVV-fractie is een grote liefhebber van Zwarte Piet en diens essentiële rol binnen de sinterklaasviering. Het sinterklaasfeest is een typisch Nederlandse traditie die voor de toekomst behouden moet worden. De Nederlandse tradities en daarmee onze identiteit liggen zwaar onder vuur. Helaas biedt de overheid niet alleen geen bescherming, maar zetten politiek en overheid zelfs in op het afschaffen van onze tradities, gebruiken en identiteit. Dit debat gaat alleen over Zwarte Piet, maar op de achtergrond gaat het over het behoud van onze cultuur. Het minste wat wij van onze overheid kunnen verwachten is dat zij zich niet tegen haar eigen volk keert. Het belang van dit wetsvoorstel kan dan ook niet onderschat worden, al is de omvang beperkt, de focus smal en wat wordt opgelegd eenvoudig te begrijpen. De overheid mag simpelweg niet langer actief optreden om het sinterklaasfeest te beschadigen. Daarmee is dit wetsvoorstel een kleine, maar heel belangrijke stap om onze identiteit te behouden.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
De PVV wil een wet indienen om Zwarte Piet te beschermen. Er is een terroristische aanslag geweest op een moskee in Enschede. Vijf terroristen hebben op klaarlichte dag een molotovcocktail gegooid en zijn daarvoor veroordeeld. Vindt de heer Beertema dat de PVV ook de moslims en de moskeeën moet beschermen?
De heer Beertema (PVV):
Straks staan wij hier te praten over klimaatopwarming, de vrijheid van onderwijs of weet ik wat. Het gaat hier over een initiatiefvoorstel van de PVV om het uiterlijk van Zwarte Piet te beschermen tegen overheidsbemoeienis en de heer Öztürk bestaat het om hier met een aanslag op een moskee te komen. Ik begrijp het verband niet, ook niet met de beste wil van de wereld. Ik denk niet dat ik daar verder op inga, voorzitter.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
Dat is het grote probleem: de heer Beertema begrijpt het niet. Wij hebben met terroristische zaken te maken.
De heer Beertema (PVV):
Russische zaken?
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
Wij hebben te maken met onze rechtsstaat; de woordvoerder van D66 heeft daar terecht op gewezen. Onze rechtsstaat staat onder druk. En waar maakt de heer Beertema zich druk over? Over de kleur van Zwarte Piet. Puur en alleen om de peilingen die zijn teruggelopen. Puur om de kiezers weer terug te winnen. Puur electoraal gewin. Niks volkscultuur. Puur gewin.
De heer Beertema (PVV):
Nu begrijp ik het: de heer Oztürk bagatelliseert wat er is gebeurd rond Zwarte Piet. Naar ik meen, hoorde een van de leiders van die intolerante activisten bij de partij van de heer Oztürk. Inmiddels is dat niet meer het geval. Kijk, het gaat niet zomaar om het uiterlijk van Zwarte Piet. De heer Oztürk heeft niet geluisterd, denk ik. Het gaat om een georkestreerde aanval op de Nederlandse cultuur. Waar 91% van de Telegraaflezers niet wilde dat het veranderde, moest en zou dat veranderen door een activistische agressieve minderheid waar mensen van de heer Oztürk bij waren betrokken. En nu vertelt de heer Oztürk mij dat het nergens over gaat! Kom op, mijnheer Oztürk, u kunt beter dan dit. Kom op.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
Voorzitter. Daar zitten zij dan, de knechten van Geert. De knechten van Geert hebben een Zwarte Pietwet gemaakt. Daar zitten zij dan met zijn tweeën. Zij zijn bang voor de veranderde samenleving. Zij zijn bang dat de samenleving het sinterklaasfeest op een goede manier wil vieren. Zij zijn bang om in de peilingen te kelderen. Zij zijn bang om die stemmen niet te krijgen. Daarom zitten die grote mannen hier om een wet in te dienen over Zwarte Piet. Ik denk dat wij internationaal belachelijk worden gemaakt ...
De voorzitter:
Het zijn Kamerleden, mijnheer Oztürk.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
... als wij zien dat hier een wet wordt ingediend over Zwarte Piet, puur voor electoraal gewin.
Maar goed. DENK is niet voor het afschaffen van het sinterklaasfeest. Natuurlijk niet. DENK is voor het aanpassen van het sinterklaasfeest opdat iedereen kan feesten, opdat iedereen kan meedoen; aanpassen door de racistische elementen eruit te halen. Daarbij kregen wij steun uit onverwachte hoek. Ik vond vanochtend namelijk een gedicht in mijn schoen. Misschien van Sint. Ik zal het voorlezen.
Sinterklaas zegt nee tegen de Zwarte Pieten van de PVV. Sinterklaas komt speciaal terug uit Spanje, omdat hij zich zorgen maakt over het land van Oranje. Altijd zit die zure PVV op minderheden te schelden en nu willen zij zelfs Zwarte Piet in de wet vermelden. Dit noemen zij het behoud van eigen cultuur, Sint noemt het het aanwakkeren van het racistisch vuur.
Sinterklaas kan het weten, want hij is zijn eigen jeugd niet vergeten. Hij leefde tussen allemaal andere mensen van het witte ras en dacht dat hij beter dan de zwarte mens was. De afgelopen 60 jaar heeft Sint veel bijgeleerd en heeft zich ten goede gekeerd. Hij weet nu dat zijn Zwarte Pieten leiden tot veel pijn bij mensen wiens voorouders onze slaven moesten zijn. Hoe bot is het om dat er ieder jaar in te wrijven waardoor je doet alsof onze minderheden blijven.
Zwarte Piet wordt soms zelfs gebruikt als scheldwoord, dat is bij een kinderfeest natuurlijk ongehoord. Zwarte mensen die soms worden uitgescholden voor Zwarte Piet, dat vindt Sinterklaas toch echt de bedoeling niet. Maar de PVV-knechten van Geert hebben hiervan niets geleerd. Altijd weer die vooroordelen die groepen blijven verdelen. Wit is de baas, zwart is de dwaas, wit is de held, zwart ruimt het veld. Waarom moeten mensen blijven leven in zo'n karikatuur? Is dat racistische klimaat niet veel te zuur? Daarom vindt Sinterklaas dat het anders moet. Hij is enthousiast over een Piet van roet. Ook regenboogpieten zijn een vrolijk alternatief, want alle kleuren zijn de Sint even lief.
Sinterklaas gaat dus met de veranderingen mee en zegt nee tegen de stoute mannen van de PVV. Bosma en de Graaf krijgen van Sint de roe en moeten naar een antidiscriminatiecursus toe. Hun racistische wetsvoorstel kunnen ze verscheuren, want Nederland is nu een land van vele kleuren.
Sinterklaas weet ook al wat hij op 15 maart gaan stemmen, want DENK zal in Nederland discriminatie remmen. Weg dus met al die vooroordelen over DENK. Die partij is goed voor iedereen, ook voor Maud en Henk.
Tot zover de bijdrage van Sinterklaas. Dan heb ik nu een aantal vragen van DENK aan de minister. Ik begin met de vreedzame demonstraties tegen Zwarte Piet. Een deel van de bevolking vindt dat Zwarte Piet kwetsend is. Een deel van de samenleving demonstreert. Wat gebeurt er dan? Bij vreedzame protesten ontneemt de overheid haar burgers het recht om te demonstreren. De overheid ontneemt burgers de vrijheid van meningsuiting en arresteert hen soms op een zeer agressieve manier. Volgens Amnesty International gebeurde dat afgelopen november in Rotterdam onrechtmatig. Wat vindt de minister van deze kritiek? Is hij het eens met Amnesty International? Wat gaat hij doen om voortaan dit soort vreedzame demonstraties alle ruimte te geven? Want dat is ook onze traditie: mensen de ruimte geven om te demonstreren.
De overheidstaak om discriminatie te bestrijden, is niet vrijblijvend. Volgens onze eigen Grondwet en internationale verdragen zijn we verplicht om dit te doen. Met een racistische karikatuur als Zwarte Piet tijdens een kinderfeest faciliteren we discriminatie. Jaarlijks vinden er in talloze gemeenten optochten plaats met racistische onderdelen. Is de minister dit met ons eens? Vindt de minister niet ook dat wij als overheid verplicht zijn om racisme en discriminatie in onze samenleving actief aan te pakken?
Het is goed dat verschillende ministers hebben gezegd dat het Sinterklaasfeest racistische elementen bevat. Voormalig minister Van der Steur had het over een negatieve stereotypering en beschreef hoe die vooroordelen en discriminatie in de hand kan werken. De regering doet echter zelf niets. Ze zegt dat het aan de samenleving is om het feest te veranderen. De politiek wacht dus op de samenleving en de samenleving wacht op de politiek. Dat vinden wij van DENK te slap. Hoe zit deze minister erin? Leunt hij ook lui achterover? Of gaat hij actief iets doen tegen deze stereotypering?
Wat vindt hij van de reacties uit het buitenland? Daar zijn ze verbijsterd als ze over Zwarte Piet horen. De documentaire van Sunny Bergman heeft dit laten zien. Ze vinden het een schande. Ze lachen ons uit. Wat betekent dit voor het internationale aanzien van Nederland? We willen toch niet bekend staan als dat kleine racistische landje?
Kritiek op Zwarte Piet wordt in Nederland niet gewaardeerd. Wie openlijk kritiek uit, wordt de mond gesnoerd en kan ook rekenen op een lading racistische bagger. Tegen geboren en getogen Nederlanders wordt gezegd dat ze moeten oppleuren naar hun eigen land. De democratische normen en waarden worden niet gewaarborgd. Onze eigen Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer kreeg zelfs te maken met doodsbedreigingen. Wat vindt de minister van deze excessen in de samenleving? Vindt hij net als premier Rutte dat Nederland zo'n gaaf land is?
Er wordt vaak gezegd dat Sinterklaas zo'n leuk kinderfeest is, maar dat is het zeker niet voor alle kinderen. Kinderen met een donkere huidskleur worden gepest en worden telkens weer uitgemaakt voor Zwarte Piet. Voor het psychologische leed van deze kinderen bestaat geen enkele interesse. Voor veel kinderen is Sinterklaas dus helemaal geen feestje. Ter illustratie lees ik het verhaal voor van schrijfster Synthia Schmeltz. "De zin 'jij hoeft tenminste niet geschminkt te worden', heb ik ZO VAAK gehoord! Echt waar, ik word er keer op keer kotsmisselijk van. Elk jaar, vanaf het eerste moment dat er sinterklaassnoepgoed in de winkels verscheen, ging mijn afro in protective hairstyle. Die 'protective' was niet om mijn haar per se te beschermen, maar om voorzorgsmaatregelen te nemen om mezelf te beschermen tegen racistische uitlatingen die vermomd waren onder het mom van 'het is maar een grapje', 'ik bedoelde het niet slecht' of 'waarom doe je zo moeilijk, het is MAAR een kinderfeestje?'. Jarenlang ben ik erover stil gebleven, geprobeerd m'n mond dicht te houden. Proberen vol te houden tot en met 6 december, wanneer alles het land uit is en ik eindelijk weer kan ademen. Maar elk jaar zijn ze er steeds eerder mee, dus elk jaar wordt het steeds moeilijker om m'n adem in te houden, m'n mond dicht te houden, terwijl ik van binnen breek van alle kwetsende dingen die ik te horen krijg of aan mijn netvlies voorbij zie komen."
Voorzitter. Dit is dus zoals mensen het beleven, zoals mensen het voelen. DENK voelt deze pijn, maar ik vraag mij af of de andere Kamerleden deze pijn ook voelen. Willen zij samen met DENK die pijn verzachten? DENK hoopt daarop. DENK hoopt dat we met z'n allen het feest kunnen aanpassen, zodat we in Nederland, iedereen samen, dit kinderfeest kunnen vieren en iedereen dit feest in Nederland mee kan maken en beleven. Ik zou zeggen: durf anders te denken, durf mee te gaan met de veranderende samenleving, durf iedereen mee te nemen om gezellig samen ieder jaar een goed feest te vieren.
De heer Verhoeven (D66):
Voorzitter, ik wil allereerst gezegd hebben dat het recht van initiatief een belangrijk middel is voor het parlement, en dat weet u als geen ander. Uit eigen ervaring weet ik dat het heel veel tijd kost wanneer Kamerleden van dat recht gebruikmaken. Als Kamerleden dat doen, heb ik daar respect voor. Daarom sta ik hier, om vandaag mijn bijdrage te leveren aan dit debat over deze wet. Het is jammer dat een aantal partijen die moeite niet hebben genomen. Ik zal ze niet bij naam noemen, want dat zou niet sportief zijn.
Maar dat is dan ook gelijk het enige positieve dat ik over dit wetsvoorstel kan zeggen. Dit wetsvoorstel wil namelijk vastleggen hoe een Nederlandse traditie, het sinterklaasfeest, moet worden gevierd. Waar beginnen we dan en waar houdt dit op? Gaan we bijvoorbeeld ook bij wet vastleggen dat paaseieren groen moeten zijn, dat pepernoten in oktober in de winkel moeten liggen, dat carnavalswagens zes meter lang moeten zijn, wat de route van de Elfstedentocht is of welke spelletjes de koning op zijn verjaardag moet spelen met het volk? Graag een reactie van de indieners.
Sinterklaas is een kinderfeest waaraan iedere generatie ouders en kinderen haar eigentijdse beleving kan geven. Is sinterklaas met Zwarte Piet bedoeld als een racistisch feest? Nee. Maakt het kinderen wat uit of Piet zwart, wit, groen, roze of paars is? Nee. Moet het mogelijk zijn voor ouders, scholen, winkels en sinterklaasoptochten om ook andere Pieten toe te voegen? Ja. Helpt deze PVV-wet de maatschappelijke discussie, die nu al een aantal jaren in ons land ontbrand is, verder? Nee, geenszins. Politiseert en polariseert deze PVV-wet het Zwarte Pietendebat? Ja. Gebruikt de PVV dit wetsvoorstel om over de rug van Zwarte Pietliefhebbers te scoren in campagnetijd? Volmondig ja.
De heer Beertema (PVV):
Mijnheer Verhoeven kan dit toch niet menen? Nou is de PVV degene die aan het polariseren is ...
De heer Verhoeven (D66):
Absoluut!
De heer Beertema (PVV):
... en aan het politiseren is. Kom op zeg! Waar bent u geweest al die jaren dat die lieve sinterklaasoptochten verziekt werden door actievoerders van DENK en door allerlei antifascisten die geweld en agressie gebruikten? Hoe waardeert u het dat zo'n kinderfeest bewaakt moet worden door pelotons ME? Dan kunt u toch van ons niet zeggen dat wij polariseren? Kom nu toch op, mijnheer Verhoeven van D66!
De heer Verhoeven (D66):
De heer Beertema weet zelf ook dat dit echt een heel slechte ongeloofwaardige interruptie is. Als er één politieke strategie is die de PVV de afgelopen jaren heeft gevolgd, als er één manier is waarop de PVV de afgelopen jaren heeft geprobeerd aandacht te trekken en als er één manier is waarop de PVV heeft geprobeerd het debat naar haar hand te zetten, dan is het door polarisatie, door mensen tegen elkaar op te zetten, door valse tegenstellingen te creëren, door nepoplossingen te bedenken en door feitenvrije politiek te bedrijven. Daar is niemand in onze samenleving beter van geworden. Dat neem ik de PVV kwalijk. Ik heb dus tot nu toe dingen gezegd die ik allemaal letter voor letter, woord voor woord meende. Dus ja, ik meen het wel.
De heer Beertema (PVV):
De heer Verhoeven kan mij een domme interruptie verwijten, ik vind dit een ongelooflijk dom antwoord.
De heer Verhoeven (D66):
Dan begrijpen wij elkaar denk ik niet.
De heer Beertema (PVV):
Natuurlijk, wij polariseren, wij politiseren. Als de beste doen wij dat, mijnheer Verhoeven. Mijn partijleider doet dat, wij doen dat. Dat doen wij hier, in dit huis. Dit is het huis van de politiek. Daar wordt gepolariseerd, daar wordt politiek bedreven. Maar het gaat om daarbuiten, om al die onschuldige mensen, al die onschuldige kinderen die nergens van weten en die worden lastiggevallen door de mensen van wie u kennelijk fan bent of voor wie u de ogen sluit, want u wilt het niet zien. Dat is de polarisatie die in het straatbeeld heeft plaatsgevonden. Het is schandalig dat u dat op deze manier bagatelliseert.
De heer Verhoeven (D66):
De heer Beertema gaat heel erg tekeer, en dat past ook bij de aanpak van de PVV. Weet je waar dit land behoefte aan heeft?
De heer Beertema (PVV):
Kan eens ergens tegen, man.
De heer Verhoeven (D66):
Weet je waar dit land behoefte aan heeft, waar dit land naar snakt, waar dit land en mensen in alle gebieden in Nederland, van Groningen tot Den Helder en van Friesland tot Maastricht, behoefte aan hebben? Dat is aan een beetje verbinding, aan een beetje samenwerking, aan een beetje proberen met elkaar het land sterker te maken en te luisteren naar alle verschillende opvattingen. Dat is precies wat de PVV altijd weigert. Dat is precies de politieke stijl die dit land nog verder verdeelt. En ja, dat neem ik de PVV kwalijk en daar zal D66 nooit, maar dan ook nooit aan meewerken.
De heer Monasch (Monasch):
Op zich is dit voorbeeld om te verbinden door het hele land mij uit het hart gegrepen. Maar is de oproep van D66-wethouders om de republiek Amsterdam uit te roepen als de uitslag van een landelijke verkiezing ze niet aanstaat, een voorbeeld van verbinden en met elkaar een land vormen en een democratie zijn?
De heer Verhoeven (D66):
De D66-fractie en ook de D66-wethouders zullen nooit meewerken aan een politiek waarin, zoals de PVV voorstaat, mensen worden gediscrimineerd en uitgesloten en waarin racistische trekjes zitten. Als een wethouder een dergelijke uitspraak doet, is dat in het licht van het feit dat wij staan voor onze rechtsstaat en dat wij ons nooit zullen laten gijzelen door een politiek die mensen categorisch uitsluit. Als Nieuwe Wegen die nieuwe weg inslaat en zegt dat dit wel een goede weg is, scheiden hier onze wegen.
De heer Monasch (Monasch):
Laat de kiezer bepalen waar de wegen zich scheiden.
De heer Verhoeven (D66):
Zeker. Dat gaan ze ook absoluut doen, mijnheer Monasch.
De heer Monasch (Monasch):
Ik roep D66 toch wel op, als men anderen zo de maat neemt — en er zitten best een paar punten in — om niet vervolgens zelf als politieke partij te zeggen dat men eigenstandig de republiek Amsterdam afkondigt als iets niet aanstaat, omdat men zelf wel bepaalt hoe dit land wordt ingericht.
De heer Verhoeven (D66):
Ik neem helemaal niemand de maat. Ik zeg alleen — ik zei het net ook al tegen de heer Beertema — dat D66 pal staat voor onze rechtsstaat, waarin we niet discrimineren en niet mensen categorisch uitsluiten. Als de PVV een politiek bedrijft die er wel op is gericht om mensen categorisch uit te sluiten, zal D66 zich daar tot de laatste dag tegen verzetten. Zo moet de opmerking van onze wethouder ook uitgelegd worden. En het is een heel goede uitspraak geweest.
Voorzitter. Met een van bovenaf gedicteerd wetsvoorstel — zo zeg ik tegen de heer Beertema, maar natuurlijk ook tegen de gewaardeerde indieners die zo hard hebben gewerkt aan dit wetsvoorstel — doet de PVV een kinderfeest geweld aan. Het sinterklaasfeest is niet immuun voor de tijd, zoals geen traditie dat is. Sint en Piet zullen veranderen met de tijdgeest, zoals elke traditie doet. Dat is de namelijk de wijze waarop eeuwenoude tradities kunnen overleven. Zelfs de heer Van Raak van de SP zei heel treffend dat in een telkens veranderend tijdsgewricht tradities moeten kunnen overleven. De PVV zelf schrijft daarover in het wetsvoorstel, en citeer ik uit het prachtige werk van deze twee heren: "Juist in een veranderende wereld is het belangrijk dat er symbolen en gebruiken blijven bestaan waaraan Nederlanders hun identiteit ontlenen en die bijdragen aan gemeenschapszin." Oftewel: hoe moet een volksfeest overleven als het niet met zijn tijd mag meegaan? Ik weet heus wel dat de PVV terug wil naar vroeger, terug naar de gulden, terug naar de vorige eeuw. En dat mag. Maar het is een farce om te denken dat vroeger alles beter was. Praat met ouderen en ontdek dat er vroeger ook angst voor verandering was. Praat met kinderen en je hoort dat hun belevenis zo anders is dan die van jezelf. En dat maakt het zo treurig dat een maatschappelijk debat over een kinderfeest zo gepolariseerd is geraakt en dat de PVV op deze wijze olie op het vuur wil gooien.
Nu kom ik aan het hypocriete deel van dit voorstel van de PVV. Het is altijd de PVV die overal verkondigt: de Haagse elite moet dingen niet regelen, maar mensen moeten dat zelf doen. Hoe kan het dan dat diezelfde PVV in een Haagse wet een Hollandse traditie wil voorschrijven aan datzelfde volk? Deze wet van de PVV is een motie van wantrouwen aan de bevolking, een motie van wantrouwen aan het maatschappelijk debat, een motie van wantrouwen aan de Nederlandse samenleving. Hoe hypocriet, elitair en Haags kan de PVV zelf zijn? Graag een reactie van de indieners.
Daarbij creëert de PVV een valse tegenstelling. Een verzonnen meerderheid wordt zogenaamd gegijzeld door een verzonnen minderheid. Alsof deze maatschappelijke discussie zich zo laat simplificeren. Het goede volk tegen de slechte elite. Dat is het beeld dat de campagnestrategie van de PVV heeft uitgedacht: verzonnen tegenstellingen, wars van de feiten, ophitsend en polariserend. Dat doet de discussie over Zwarte Piet geen recht. Dat doet alle nuances in deze discussie geen recht.
Veel mensen zeggen: het is een kinderfeest. Anderen zeggen: het is racistisch. Weer anderen zeggen: zo is het nooit bedoeld. En dan krijgen zij weer te horen: ja, maar zo komt het wel over. In al deze opvattingen zit een kern van waarheid. Dus zeg ik tegen de PVV, dus zeg ik tegen de indieners: laten we naar elkaar luisteren. Laten we elkaar de ruimte geven, zodat de uitkomst van de discussie per regio, per school, per wijk, per buurt kan en mag verschillen. Laat mensen er met elkaar uitkomen. Laten wij die eigen kracht van mensen vooral niet per wet willen smoren.
D66 heeft een veel positiever mensbeeld en ook een breder beeld van onze nationale identiteit dan de PVV. Laat ik tot slot van mijn inbreng gebruikmaken van de gelegenheid om dat hier even toe te lichten. D66 ziet Nederland als een land van openheid, van vrijheid en ondernemingsgeest, waar kansen ontstaan, waar de blik op de wereld en de toekomst gericht is, met een samenleving waarin je elkaars verschillen accepteert en respecteert, waarin je jezelf openstelt voor de ander, een samenleving waarin we in vrijheid kunnen leven doordat we elkaar ruimte gunnen en rekening houden met elkaar en de onderlinge verschillen. In zo'n samenleving legt de overheid geen moraal op. Integendeel, in Nederland schept de politiek juist ruimte voor maatschappelijke discussie, voor een debat in de samenleving, ook over Zwarte Piet.
De initiatiefnemers van de PVV zien zo'n vrije samenleving blijkbaar niet zitten. Discussie over Zwarte Piet beschouwen zij als een vorm van capitulatie, het opgeven van de Nederlandse identiteit. Laat ik helder zijn: dat is een bijzonder beperkte nationale identiteit, selectief gericht op het verleden.
In mijn Nederlandse identiteit proberen we meningsverschillen respectvol op te lossen. Dat doen we met een debat, waarin ieder zijn mening kan uiten, waarin we luisteren naar elkaar, waarin we ook luisteren naar de mening van minderheden.
Ja, als wetgever gaan we over veel zaken, maar bij tradities, bij kinderfeesten legt D66 de grens. Voor D66 is dit PVV-voorstel niet zoals wij in Nederland omgaan met tradities, niet hoe wij omgaan met de maatschappelijke discussie en ook niet hoe wij met elkaar willen omgaan. Daarom geeft D66 de discussie terug aan de samenleving, aan de scholen die sinterklaas vieren, aan de gemeenten die de intochten organiseren, aan televisieprogramma's waarin Sinterklaas en Piet langskomen, aan al die mensen die met hun kinderen dit feest vieren. Of ze nou voor Zwarte Piet zijn of voor een regenboogpiet of een roetveegpiet: dat merken we vanzelf. Daar komen die mensen, die organisaties, die instanties, verspreid over het hele land, zelf wel uit.
De PVV doet alsof ze wil opkomen voor een Nederlandse traditie, maar ondertussen is diezelfde PVV bezig de allerbelangrijkste Nederlandse traditie af te breken, namelijk die van onze rechtsstaat, die burgers vrijheden geeft en hen beschermt tegen de willekeur van overheid en medeburgers. Voor die traditie zal D66 altijd blijven strijden, met opgeheven hoofd, recht tegen de willekeur en de gure en kille wind van de PVV in!
In de tussentijd zal D66 uiteraard tegen de Zwarte Pietwet stemmen.
De heer Rutte (VVD):
Voorzitter. Wie heeft er vroeger niet vol verwachting een schoen met een peen voor het paard van Sinterklaas bij de schoorsteen gezet en sinterklaasliedjes gezongen in de hoop en verwachting dat Zwarte Piet 's nachts door de schoorsteen zou kruipen om de schoen te vullen met een cadeautje of iets lekkers? Wie heeft er niet met rode koontjes langs de weg gestaan bij de intocht van Sinterklaas in de hoop dat een stoere Zwarte Piet je een hand pepernoten zou geven? En wie heeft niet vol plezier en bewondering gekeken naar de kapriolen van de Zwarte Pieten als ze samen met de sint een bezoek aan school brachten.
Het sinterklaasfeest met alle bijbehorende symbolen zit diep in onze ziel en het sinterklaasfeest is een door en door Nederlandse traditie. Zelf ben ik opgegroeid in Haaksbergen, op drie kilometer van de grens met Duitsland. Maar met sinterklaas was en is Haaksbergen door en door Nederlands, want Sinterklaas en Zwarte Piet hebben ze over de grens niet. Bij die rijmelarij wou ik het trouwens vandaag laten, maar toch.
Het sinterklaasfeest met alle symbolen en mystiek die daarbij horen, is een uniek kinderfeest en geeft een gevoel van vreugde en identiteit. Het is een kinderfeest dat we moeten koesteren, zodat ook vele toekomstige generaties kinderen er met evenveel plezier van kunnen genieten als wij hebben gedaan.
Feit is dat het sinterklaasfeest een oude traditie in Nederland is en dat Zwarte Piet onderdeel uitmaakt van die traditie. Feit is ook dat de verschijningsvorm en de invulling van Zwarte Piet en Sinterklaas aan verandering onderhevig is. De afbeelding van Zwarte Piet uit halverwege de negentiende eeuw, die de initiatiefnemers hebben meegestuurd met het wetsvoorstel, is wel anders dan de Zwarte Piet die zij nu in het wetsvoorstel voorstellen.
Feit is dat tot ongeveer tien jaar geleden de enige boosheid met betrekking tot het sinterklaasfeest zich beperkte tot het altijd veel te vroege moment dat de eerste pepernoten in de winkel lagen, maar dat er sindsdien jaar na jaar meer gedoe is ontstaan over het uiterlijk van Zwarte Piet. Feit is ook dat het uiterlijk van Zwarte Piet een symbool is geworden van de vraag of Nederland nog wel Nederland blijft. Dat leidt aan de ene kant tot mensen die in het uiterlijk van Zwarte Piet een racistische uiting zien en die daartegen luidkeels protesteren en soms zelfs bedreigingen uiten. Aan de andere kant regent het petities en stevige scheldpartijen, vaak online, door mensen die vinden dat het uiterlijk van Zwarte Piet heiliger is dan de baard van Sinterklaas en daarom wettelijk afgedwongen zou moeten worden. Ik zeg tegen beide kampen: een kinderfeest verpesten is niet normaal!
De initiatiefnemers staan nadrukkelijk aan de kant van de mensen die hechten aan de traditie van Sinterklaas en de Zwarte Piet. Ze stellen dat het uiterlijk van die Zwarte Piet onder druk staat, terwijl het sinterklaasfeest met Zwarte Pieten nadrukkelijk onderdeel uitmaakt van de Nederlandse identiteit. Ze vinden dat die identiteit beschermd moet worden door het uiterlijk van Zwarte Piet voor te schrijven in wettelijke bepalingen.
Het sinterklaasfeest is een prachtige Nederlandse traditie. Het is een uniek kinderfeest dat wij moeten koesteren. Het is een traditioneel volksfeest dat zijn vorm heeft gekregen zonder invloed van de overheid. Zodra de overheid zich er wel mee gaat bemoeien, zal deze prachtige kindertraditie verdwijnen. Dat proces is zich al sluipenderwijs aan het voltrekken en dat is zorgelijk, want de initiatiefnemers hebben natuurlijk gelijk met hun constatering dat het sinterklaasfeest ook nu al bedreigd wordt door overheidsbemoeienis met het uiterlijk van Zwarte Piet. Ook dat is ongewenst, maar dat betekent niet dat het vastleggen van het uiterlijk van Zwarte Piet de toekomst van een leuk en ontspannen sinterklaasfeest ook maar iets dichterbij brengt.
Sinterklaas is een volkstraditie. De bevolking bepaalt het uiterlijk van Zwarte Piet en de invulling van het sinterklaasfeest en niet de politiek. De politiek moet daarom een stevige stap terug doen en het sinterklaasfeest weer teruggeven aan de bevolking, in de eerst plaats aan de kinderen. We moeten rond het sinterklaasfeest weer een beetje normaal gaan doen en beseffen dat het hier gaat om een kinderfeest en niet om een strijdtoneel voor het eeuwige morele gelijk. De VVD zal daarom de voorliggende wet niet steunen. Zodra wij een mooie Nederlandse kindertraditie vastleggen in een wet, nemen wij die af van onze kinderen. Daarvoor is het sinterklaasfeest de VVD te dierbaar.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Voorzitter. Ik wil beginnen met een compliment aan de indieners, de heren Bosma en De Graaf. Waar PVV-Kamerleden verschillende initiatiefwetten hebben ingediend, is dit het eerste voorstel in de geschiedenis van de PVV dat daadwerkelijk de plenaire zaal bereikt. In andere gevallen werd er met veel bombarie een wet aangekondigd, maar haakte de PVV af als het aankwam op het beantwoorden van het advies van de Raad van State of schriftelijke vragen uit de Kamer. Je zou bijna gaan denken dat de behandeling van dit wetsvoorstel betekent dat de PVV het werk van volksvertegenwoordigers als medewetgever meer serieus gaat nemen. Bijna, tot je het voorstel, de Zwarte Pietwet, leest. De enige initiatiefwet van de PVV die doorgezet wordt naar de plenaire zaal gaat niet over de werkloosheid, niet over de handen aan het bed in de zorg, niet over het tekort aan huurwoningen en zelfs niet over immigratie. Nee, waar de PVV echt tijd in wil steken en moeite voor wil doen, is het uiterlijk van Piet. Het wetsvoorstel verengt de maatschappelijke discussie over de figuur van Zwarte Piet tot een paar regels over oorbellen, rode lippenstift en pofbroeken.
Kritische vragen van verschillende fracties tijdens het schriftelijk overleg werden ontwijkend of niet beantwoord. Zo stelt het wetsvoorstel dat het gevolg van Sinterklaas alleen mag bestaan uit Zwarte Pieten die aan verschillende kledingvoorschriften moeten voldoen. Betekent dit dan niet dat Sinterklaas tijdens de intocht niet langer begeleid mag worden door bijvoorbeeld de burgemeester? Of verwacht de PVV van hen dat zij ook aan de kledingvoorschriften voldoen? Hoe verwachten de indieners dat de kledingvoorschriften zullen worden gehandhaafd aangezien er geen enkele sanctie in de wetgeving zit? Het is vreemd dat de indieners zulke simpele vragen niet lijken te kunnen beantwoorden.
Wetgeving hoort geen publiciteitsstunt te zijn, maar iets dat wij als wetgever serieus nemen. Ik wil de indieners graag uitnodigen om toch nog een poging te doen om deze vraag serieus te beantwoorden. Ook ben ik benieuwd naar hoe zij het opleggen van een bindend voorschrift tot en met de kleur van de oorbellen aan een cultureel feest, rijmen met de vrijheid waar de PVV altijd stelt zo voor te zijn. Het is immers nu niemand verboden om zich tijdens sinterklaas uit te dossen zoals in de wet van de indieners beschreven is. De vrijheid om dat niet te doen, heft de PVV met wetsvoorstel op. Wie met een objectieve blik naar dit voorstel kijkt, kan dus niet anders dan concluderen dat het de vrijheid inperkt. Is het voorschrijven van kleding niet meer een praktijk die thuishoort in landen zoals Iran en Saudi-Arabië?
Ik vraag mij ook af of de indieners nagedacht hebben over het effect van dit wetsvoorstel in het onwaarschijnlijke geval dat het wordt aangenomen. Zouden de strikte regels waar Piet aan moet voldoen bij door de overheid georganiseerde of gesubsidieerde sinterklaasevenementen er immers niet toe kunnen leiden dat overheden simpelweg afzien van het organiseren van een sinterklaasfeest? Zou het niet kunnen zijn dat door dit wetsvoorstel de viering van Sinterklaas afneemt? En staat dat niet lijnrecht tegenover de bedoeling van de indieners?
De indieners zeggen in de toelichting ook dat Zwarte Piet een eeuwenoude traditie zou zijn, maar wat is daarvan de onderbouwing? Volgens mijn informatie werd Sinterklaas pas bij de officiële intocht van 1934 voor het eerst begeleid door Zwarte Pieten. Dat is minder dan een eeuw geleden, overigens wel degelijk een periode waarin ons koloniale verleden een centrale rol speelde. De initiatiefnemers zijn tot nu toe niet ingegaan op de kritiek van mensen die zich gekwetst voelen door de figuur van Zwarte Piet in relatie tot dat koloniale verleden. Zij doen het af als "zo is Zwarte Piet helemaal niet bedoeld". Dat klopt natuurlijk voor de viering van Sinterklaas zoals wij die nu kennen. Er zullen maar weinig mensen zijn die zich verkleden als Zwarte Piet om de spot te drijven met mensen met een donkere huidskleur. Dat neemt niet weg dat de traditie wel is ontstaan uit het koloniale verleden. Ondanks dat geen enkele blanke Nederlander nu direct persoonlijk verantwoordelijk kan worden gehouden voor het slavernijverleden van ons land, hebben wij wel een verantwoordelijkheid om dat verleden te erkennen en om rekening te houden met de gevoelens van mensen in wier familiegeschiedenis dat koloniale verleden een belangrijke plek inneemt. GroenLinks is dan ook blij dat vanuit de samenleving zelf initiatieven zijn ontstaan om Piet te moderniseren en minder kwetsend te maken voor de groep waar het om gaat. Voor kinderen maakt de kleur van Piet natuurlijk niets uit, behalve voor kinderen met een donkere huidskleur, zo bleek uit onderzoek van de Kinderombudsman.
Het sinterklaasfeest moet een feest zijn voor iedereen. Wij zien dan ook geen enkele reden om akkoord te gaan met het voorliggende voorstel.
Mevrouw Vermue (PvdA):
Voorzitter. Ter voorbereiding op dit debat was ik foto's aan het bekijken, foto's van het sinterklaasfeest in de afgelopen 100 jaar. Wie dat doet, ziet dat een jarenlange traditie in Nederland in de loop der jaren altijd aan verandering onderhevig is geweest. Maar nog nooit is er zo veel maatschappelijke discussie geweest over dit kinderfeest als in de laatste jaren. Want een kinderfeest is het en blijft het wat de Partij van de Arbeid betreft. Maar voel je je nog wel gehoord, als je benoemt dat het pijn doet om Zwarte Piet als rolmodel tijdens dit kinderfeest te zien? Of luisteren we nog naar elkaar, als je aangeeft zorgen te hebben over het behoud van onze tradities? Een grote groep Nederlanders voelt zich hier niet meer thuis, terwijl een andere groep het gevoel heeft dat Nederland zijn identiteit verliest.
Een samenleving waar iedereen zich thuis voelt, realiseren we niet met een wet die voorschrijft hoe Zwarte Piet er uit moet zien. Tradities veranderen voortdurend en daar kan ook het uiterlijk van Zwarte Piet toe behoren. Erover discussiëren en een maatschappelijk debat hierover voeren is goed, maar het is niet aan ons als wetgever om zover te gaan dat er regels over vastgesteld worden. Kortom, wij zijn tegen dit wetsvoorstel.
De voorzitter:
Daarmee zijn wij aan het eind gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer.
De vergadering wordt van 11.37 uur tot 11.50 uur geschorst.
De heer Martin Bosma (PVV):
Voorzitter. Ik waardeer het bijzonder dat u nog een klein gaatje op de agenda hebt gevonden voor dit mooie initiatiefwetsvoorstel. Op deze manier kunnen we het nog in de Kamer in de huidige samenstelling behandelen. Hartelijk dank daarvoor.
Ik dank ook de heer De Graaf, mijn mede-indiener. Ik dank verder mijn medewerker de heer Van Zonneveld. Ik dank de minister nu reeds. Gisteren hebben we even contact mogen hebben. Toen ik in 2006 Kamerlid werd, was de heer Plasterk "mijn" minister. Ik heb heel wat jaren samen met hem mogen draaien. Het is toch mooi dat we deze samenwerking parlementair gezien mogen beëindigen in vak-K. Ik vind dat toch prachtig.
Ik dank ook de partijen die hebben meegedaan aan de schriftelijke vragenronde. In het bijzonder dank ik daarvoor D66, dat het op rijm deed. De SGP stuurde kleurenillustraties mee afkomstig uit het boek van Jan Schenkman uit 1850. Het zijn twee parlementaire unica. Ik zie dat de heer Verhoeven op dit moment zit te eten. Eet u smakelijk, mijnheer Verhoeven.
Ik houd eerst een korte algemene inleiding. Daarna zal ik ingaan op specifieke vragen die zijn gesteld.
Dit wetsvoorstel gaat over onze dierbare Zwarte Piet. We zien een brede aanval op onze kindervriend, maar we kunnen die alleen begrijpen als we onderkennen dat het om een veel breder offensief gaat. We begrijpen het alleen als we zien hoe uitingen van onze cultuur op heel veel plekken in de samenleving onder druk staan. De kerstmarkt wordt een wintermarkt. De paaseieren worden verstopeieren. De kerststol wordt de feeststol. Kerst heet ineens het lichtjesfeest. Het kerstdiner wordt de eindejaarsmaaltijd. Het kerstontbijt wordt het winterontbijt. Het paasontbijt wordt het lenteontbijt. En de NPO roept ons in een spotje op: december vier je samen. De standbeelden die herinneren aan de VOC worden beklad. En in België en Frankrijk liggen de kerststallen onder vuur.
Veel van wat herinnert aan onze geschiedenis en ons verleden, ligt onder vuur. Het wordt allemaal langs de politiek correcte meetlat gelegd. De vraag is: hoelang laten we dit doorgaan en waar trekken we een lijn in het zand? De keiharde oorlog tegen Zwarte Piet staat symbool voor heel veel meer dan de schmink van een kindervriend. Het gaat over drie fundamentele vragen. Het gaat over de vraag of de leugen regeert in Nederland. Het gaat over onze cultuur en onze tradities. En in de derde plaats gaat het over democratie.
Nederland houdt van Zwarte Piet. 80 tot 90% van de mensen wil Zwarte Piet, ook het over-, overgrote gedeelte van onze kinderen. Er is geen enkele reden om Zwarte Piet af te schaffen. Toch wordt er een oorlog tegen hem gevoerd, een oorlog op basis van nepnieuws en leugens. Heeft onze dierbare Zwarte Piet iets te maken met slavernij? Nee. Heeft het iets te maken met racisme? Evenmin. Er bestaat een prachtige dvd, Wild geraas, gemaakt door journalist Arnold-Jan Scheer. Hij reist al 30 jaar lang door Europa en filmt allerlei feesten die zich afspelen in de winter. De winter is een donkere tijd die uitzichtloos lijkt te zijn, maar waar speelse figuren de eerste tekenen van een nieuwe tijd aankondigen, de eerste tekenen van een nieuw leven. Die feesten draaien vaak om vruchtbaarheid en om cadeautjes, vaak met zwartgemaakte gezichten.
Dat gebeurt op allerlei plaatsen, van Cornwall tot Macedonië, diep in de Alpen en op de Waddeneilanden. Het gaat dan om de knecht van Tijl Uilenspiegel, Jack Sparrow, Pan, Arlequino, Krampus, Knecht Ruprecht, Barrel, Hüllepöpel, Belzmärte, Père Fouettard, Beëlzebub. Dat zijn allerlei voorbeelden. In Perzië, buiten Europa, bestaat de figuur van Hadji Firoez. Die wordt erkend door de VN en is terechtgekomen op de lijst van meesterwerken van erfgoed van de mensheid. Het is een feest met jonge mensen die zich een week lang dwaas gedragen, met zwartgemaakte gezichten. En dan verschijnt er een man met een lange baard en die geeft cadeautjes. Onze Zwarte Piet is daar een voorbeeld van. Het is een voorbeeld van die traditie. Hij is een expressie van een pan-Europees fenomeen. "Feesten van met roet-besmeerde mannen bestaan al tienduizend jaar". Dat zegt Arnold-Jan Scheer. Het kan dus niets te maken hebben met de trans-Atlantische slavernij. Daarvoor is de traditie immers veel te oud. Veel van de figuren waren al populair toen Amerika nog ontdekt moest worden. Zwarte Pietachtige figuren zijn ouder dan Columbus. Die figuren komen ook voor in landen als Macedonië en Iran, die totaal onbekend zijn met de trans-Atlantische slavernij.
Ook het verhaaltje dat onze dierbare Zwarte Piet een karikatuur van een slaaf is, is een pertinente leugen. Kijk eens naar Zwarte Piet: hij is juist heel slim! Hij is iedereen te slim af. "He rules!", zouden ze zeggen in Amerika. Hij neemt iedereen in de maling: de clerus, de magistraten, de bazen, de bobo's. Hij daagt het gezag constant uit. Socioloog Herman Vuijsje zegt terecht dat Zwarte Piet niet de mindere is, integendeel: "Piet is immers niet alleen een lust voor het oog, hij is ook het knapste jongetje van de klas, dat steevast Sint uit de brand helpt als die zich weer eens in de nesten heeft gewerkt. Piet is intelligent, vindingrijk en koelbloedig. (...) Daar komt bij dat hij dat allemaal op eigen kracht heeft bereikt. Piet is een schoolvoorbeeld van succesvolle emancipatie."
Zwarte Piet is ook toegankelijk. Sint is heel vaak de man op de achtergrond, op een sokkel, iemand waar je een enorme achting voor hebt. Zwarte Piet is een doodgoeie vent. Arnold-Jan Scheer zegt het zo goed: Sint en Zwarte Piet zijn ying en yang. En inderdaad: "Sinterklaas, wie kent hem niet? Sinterklaas, Sinterklaas en natuurlijk Zwarte Piet." Die schmink is geen raciale belediging. Een clown is toch ook geen karikatuur van een blanke? Zwarte Piet is eerder een prins dan een slaaf. Kijk eens naar zijn kleding, die wij in de wet overigens slechts ten dele hebben opgenomen: een muts met een veer, een mooi gekleurd jasje, soms met een schoudersleep, een gekleurde pofbroek, een maillot en prachtig mooie schoenen.
Verene Shepherd, voorzitter van een werkgroep bij de Verenigde Naties, zegt dat het Nederlandse sinterklaasfeest een terugkeer naar het kolonialisme is. Dat is onbeschrijflijke apekool. Het is ook kwetsend voor Nederlanders, die dit prachtige feest al eeuwenlang vieren. Hun cultuur wordt belachelijk en verdacht gemaakt. Iemand van de NPO meldde dat een 3-jarig jongetje met een mijter op zijn hoofd op de schouders bij papa werd uitgemaakt voor racist.
De leugen mag niet regeren. Onze Zwarte Piet mag dus niet van overheidswege op basis van een leugen worden kaltgestellt. Veel deelnemers aan dit debat maken het punt dat de overheid zich niet moet bemoeien met ons feest. Ik ben het daar voor de volle honderd procent mee eens. Ik zou zeggen: handen af van onze tradities en dus handen thuis, minister Asscher, handen af, Rutte II! Wij vormen de volksvertegenwoordiging. Wij vertegenwoordigen het volk als Tweede Kamer. Wij moeten dus het volk verdedigen tegen de overheid als zij snode plannen en kwade bedoelingen heeft. Dit kabinet heeft het jachtseizoen geopend op Zwarte Piet. Het voert een frontale en gecoördineerde aanval uit.
Minister Asscher gaat all out en heeft laten weten dat Zwarte Piet over een paar jaar niet meer bestaat. Asscher begon zijn kwalijke werk als wethouder van Amsterdam. Binnen een paar maanden na zijn aantreden verdween het christelijke kruis van de mijter van Sinterklaas, een knieval van de multikul. De CDA-Kamerfractie stelde daar vragen over. Deze minister heeft die indertijd beantwoord; hij zit dus lang in het dossier. De CDA-Kamerfractie zei toen dat de komst van nieuwe etnische groepen met hun eigen culturen, feesten, gebruiken en religies in onze Nederlandse samenleving niet mag betekenen dat de christelijke herkomst van onze eigen cultuur, feesten en gebruiken verloochend worden. Het CDA riep toen ertoe op om alle symbolen en verwijzingen die bij het sinterklaasfeest horen te behouden.
Sinterklaasexpert Jan Gajentaan, wiens grootvader een belangrijke rol speelde bij heel veel intochten na de Tweede Wereldoorlog, schrijft: "Onze bestuurders buigen als knipmessen voor ieder geluid van belediging of verontwaardiging uit het minderhedencircuit, maar onze eigen tradities worden één voor één afgeschaft of dusdanig gestript dat niemand er nog enige lol in heeft."
Minister Asscher zegt over Zwarte Piet: "De meerderheid moet zich aanpassen aan de minderheid." Dat is een vreemd argument, want aan welke minderheden moeten wij ons zoal aanpassen? Een minderheid van de mensen in Nederland wil de sharia. Een minderheid wil wellicht de democratie afschaffen. Ik hoor nooit iemand zeggen: PVV'ers hebben een mening; laten wij ons gaan aanpassen aan PVV'ers. Ik hoorde de minister-president in een ander verband wel zeggen: wij zijn met meer. Maar blijkbaar is dat geen argument bij het verdedigen van onze tradities. Nederland is blijkbaar de dictatuur van een minderheid, zegt filosoof Sebastien Valkenberg hierover terecht.
Het gaat vandaag over tradities, maar ook over democratie. Onze Zwarte Piet wordt ver weg van alle democratische controle gesloopt, namelijk in de achterkamertjes van mijnheer Asscher. Minister Asscher organiseert bijeenkomsten op zijn ministerie, het zogenoemde "Zwarte Pietoverleg". Een hoge ambtenaar zegt dat het aanpassen van Zwarte Piet het doel is. Blijkbaar is dat een belangrijke prioriteit voor de vicepremier van dit land. Deelnemers moeten een verklaring ondertekenen. Het feest moet van iedereen worden, zo heet het, maar we weten wat dat betekent. Die deelnemers gaan vervolgens naar huis om Zwarte Piet te slopen, zie de NTR, RTL, allerlei winkels en de intochtcomités. Nooit is de Kamer geïnformeerd over deze gang van zaken, behalve in antwoord op Kamervragen, omdat ik er iets over in de krant had gelezen. Het is achterbaks. Zo hoort het niet. De overheid komt niet in actie tegen allerlei andere feesten, zoals de ramadan, het Offerfeest of het Suikerfeest. Dat is allemaal prima, terwijl daar ook best iets op af te dingen is, bijvoorbeeld het vasten. Sterker nog, de overheid stimuleert en faciliteert die feesten, zie bijvoorbeeld de gemeentelijke iftar-maatregelen en het feit dat kinderen vrij krijgen met het Suikerfeest.
Onze Zwarte Piet wordt op steeds meer scholen uitgebannen en met overheidssubsidies belachelijk gemaakt. Asscher wil geen boerkiniverbod, maar hij wil blijkbaar wel een Zwarte Pietverbod. Ons oer-Hollandse feest van Sinterklaas en Zwarte Piet ligt wél onder een vergrootglas. Waarom het ene feest wel, maar het andere niet? Waarom kunnen moslims met overheidssteun hun feesten vieren, maar is onze Zwarte Piet ineens een probleem? Asscher spreekt namens het kabinet. Maar ook andere leden van het kabinet hebben zich negatief uitgelaten over Zwarte Piet, zoals mevrouw Bussemaker, die over onze cultuur gaat, en de heer Dekker, de staatssecretaris die zich bezighoudt met onderwijs. Vervolgens kiest burgemeester na burgemeester de verkeerde partij en komen we op de proppen met neppieten, zoals regenboogpieten, stroopwafelpieten et cetera. Soms beroepen ze zich op het Sinterklaasjournaal, zoals mijnheer Van Aartsen in deze stad. Hij is van de VVD. In Heemstede verschuilt de PvdA-burgemeester zich achter de Kinderombudsvrouw. In Gouda schermt de VVD-burgemeester met Goudse tradities. De PvdA-burgemeester van Hilversum heeft vooral begrip voor de actievoerders. In Amsterdam noemt de burgemeester het afschaffen van Zwarte Piet een zaak van nationaal belang. Hij zegt dat daarom minister Asscher aanwezig was bij de laatste gesprekken. In Rotterdam eist de SP dat de intocht niet doorgaat als er Zwarte Pieten bij aanwezig zijn.
De Partij van de Arbeid stelt in de schriftelijke vragen rondom dit initiatiefwetsvoorstel terecht dat zij het van bovenaf opleggen hoe een volksfeest moet worden gevierd, alleen kent van totalitaire regimes. Zij vindt dat niet horen bij een land waar vrijheid hoog in het vaandel staat. Ik kan het commentaar van de PvdA-fractie niet anders lezen dan dat het een aanval is op de heer Asscher.
We zien aanvallen van verschillende zijden, bijvoorbeeld van de NPO, waar in praatprogramma's jarenlang een eenzijdige potpourri van Zwarte Piethaters te zien was. Tegenstanders komen nauwelijks aan het woord. Het Sinterklaasjournaal voert al jarenlang een salamitactiek om ervoor te zorgen dat Zwarte Piet buiten beeld raakt. Zowel de eenzijdige praatprogramma's als het Sinterklaasjournaal zijn in flagrante strijd met de Mediawet. Blijkbaar vindt de NPO dat het zijn taak is om ons op te voeden en ons af te helpen van een traditie. Maar soms worden ze op het Media Park geconfronteerd met de realiteit. Toen Paul de Leeuw een stemming hield onder zijn publiek deden alle kinderen hun duimpje omhoog. Zwarte Piet is zwart. De VARA-miljonair was zichtbaar geschrokken.
De haat tegen onze Zwarte Piet is thans een lifestyleattribuut van de deugende klasse. Actievoerders worden blind gevolgd door de overheid en de omroepen. Veel van die actievoerders zijn raciaal geobsedeerd. Sommige mensen zeggen dat alle blanke mensen schuldig zijn aan van alles. Sylvain Ephimenco noemde ze in Trouw "etnische extremisten". Sommigen kiezen voor een wereldbeeld waarin blanken de schuldigen zijn. Ze komen met schunnige commentaren na de ramp met MH17 of verdedigen Mugabe. Er zijn clubs van Black Panthers en "Black Lives Matter"-clubs met gewelddadige en totalitaire kanten. Er zijn zwarte baretten en gebalde vuisten. Kick out Zwarte Piet! Er is een rondreizend geweldscircus. Er waren vechtpartijen bij de intocht en men dreigde het feest in Ahoy te verstoren. Tijdens de landelijke intocht liepen bewapende pieten mee in kogelvrije vesten. Onze geliefde bisschop werd in Zoetermeer met stenen bekogeld.
Gaat het die actievoerders alleen maar om Zwarte Piet? Nee hoor. Volgens actievoerder De Abreu blijft het Sinterklaasfeest een koloniaal feest. De schoorsteenpiet is een koloniale Zwarte Piet. Hij heeft veel minder schmink, maar hij is nog steeds de knecht. Door alleen te focussen op Zwarte Pieten verliest men uit het oog waarom het Sinterklaasfeest doordrenkt is met koloniale machtsstructuren. Einde citaat. Het gaat ze dus niet alleen om Zwarte Piet, maar om het hele Sinterklaasfeest.
Veel van de actievoerders hebben een veel verdergaande raciale agenda over de strijd tegen "dominante witheid" of ze eisen herstelbetalingen voor de slavernij. Dat is gelukkig maar een heel klein groepje. De heer Monasch zei dat al terecht. De dame die door de NPO al jarenlang wordt ingevlogen om Zwarte Piet te belasteren, slaagt er bij de verkiezingen niet in om 500 handtekeningen te verzamelen om mee te kunnen doen. Ondertussen is de enige partij die zich altijd inzet voor Zwarte Piet de PVV, de populairste partij onder Antillianen in Nederland en de tweede partij onder Surinamers. Op de Antillen vieren ze het Sinterklaasfeest gewoon. De minister van Koninkrijkrelaties zal dat ongetwijfeld nog even noemen. De zelfbenoemde zaakwaarnemers tegen Zwarte Piet hebben zich daar nog niet gemeld. Misschien kan minister Asscher naar Aruba om daar uit te leggen dat ze allemaal racisten zijn.
Verder hebben de actievoerders, gesteund door de overheid en de omroep hun zin gekregen. Zwarte Piet is vrijwel uit het straatbeeld verdwenen en met hem blaast Sinterklaas de aftocht. Wie de folder van Blokker bekijkt, leest: cadeautijd. Wie naar winkels gaat, ziet er nauwelijks nog een referentie aan Sinterklaas en al helemaal niet meer aan Zwarte Piet. Op het pakpapier is hij niet meer te vinden. De Amsterdamse politie mag Piet niet meer alleen op het bureau zien. De hoofdcommissaris spreekt van de Sinterklaasproblematiek. De politie van Almere heeft gedecreteerd: geen agenten op de foto met Zwarte Piet. En als een bakker nog een marsepeinen Zwarte Piet in de etalage heeft liggen, vermeldt een activist van dagblad Trouw even wie die bakker is en waar hij woont. Jumbo, RTL, Hema, Blokker, Albert Heijn, allemaal hebben ze Zwarte Piet in de ban gedaan. En die ellende is allemaal begonnen in het achterkamertje van minister Asscher.
Toch is er nog goed nieuws. Misschien is het glas af en toe halfvol. Op heel veel plekken wordt er nog steeds Zwarte Piet gevierd. In België gebeurt dat in ieder geval nog steeds. Laten we hopen dat dat zo doorgaat en laten we hopen dat we geen roetveeg- en stroopwafelpieten meer krijgen. Wat zwart is moet zwart blijven. De bevolking wil het en de kinderen willen het, en wij zijn de volksvertegenwoordiging.
Ik ga nog even kort door de vragen die mij zijn gesteld. De heer Monasch, die lang deel heeft uitgemaakt van de fractie van de Partij van de Arbeid, noemt de actie van de heer Asscher bezopen en een misplaatste actie. Ik denk dat de heer Monasch helemaal gelijk heeft als hij zegt dat de heer Asscher zich er niet mee moet bemoeien. Dit wetsvoorstel, ik herhaal het nog maar even en dit is ook een antwoord op vele vragen, zorgt er juist voor dat we de politiek bij die traditie vandaan halen, dat we de burgers hun traditie laten behouden en dat we dus een verdedigingswal optrekken tegen al die rare acties vanuit Den Haag om ervoor te zorgen dat Zwarte Piet verdwijnt. Het vastleggen van de traditie, is het vastleggen van de tijd, zegt de heer Van Raak. Dat is niet zo. We leggen een aantal zaken vast die de kern vormen van de huidige Sinterklaastraditie. Dat is slechts de kern. Daaromheen kan alles veranderen en zal ook alles veranderen.
De heer Öztürk geef ik complimenten voor zijn literaire capaciteiten. Een van zijn zinnen is: Sint dacht dat hij beter dan zwarte mensen was. Dat lijkt me niet juist. Sint Nicolaas leefde heel veel jaren geleden in wat nu Turkije is, in Lycië. Ik weet niet of toen, we spreken over het jaar 300, 400, Zwarte Piet racistische gedachten had. Daar is geen enkel bewijs voor. De heer Öztürk spreekt over mensen die onze slaven waren. Veel Europeanen waren nu net slaven van de Ottomanen. Ik weet niet wie hij bedoelt met "onze mensen", maar ik heb het idee dat hij slechts spreekt over één vorm van slavernij, namelijk de trans-Atlantische slavernij. Hij stelt ook dat Sinterklaas enthousiast is over het afschaffen van Zwarte Piet. Daar is mij niets van gebleken.
De heer Verhoeven stelt dat de wet polariseert en politiseert. De locoburgemeester van deze stad is van D66-huize en heeft beloofd dat Zwarte Piet over een paar jaar wordt afgeschaft. Dat is polariseren en politiseren. In Amsterdamse scholen is een gesubsidieerde actie aan de gang, waarbij allerlei mensen scholen langsgaan om te vertellen dat Zwarte Piet niet deugt. Hoe komt deze club aan zijn geld? Dat komt van het gemeentebestuur, waar D66 deel van uitmaakt. Met belastinggeld, dankzij D66, wordt kinderen op scholen geleerd dat Zwarte Piet niet deugt. Dat lijkt mij toch behoorlijk polariserend en politiserend. Dat de wetsbehandeling in campagnetijd is, daar kan ik ook niets aan doen. Er waren nog vragen van de commissie die beantwoord moesten worden, waardoor het wat langer heeft geduurd.
De heer Verhoeven zegt dat dit een motie van wantrouwen aan het debat is. Nee, een motie van wantrouwen aan het debat is dat in achterkamertjes onze dierbare Zwarte Piet is gekild. De heer Verhoeven spreekt over een verzonnen meerderheid. Uit elke enquête blijkt dat Nederland Zwarte Piet wil hebben. Uit een geheime enquête verricht door de heer Asscher — ook daar spendeert hij veel belastinggeld aan — blijkt dat een schamele 17% van de mensen Zwarte Piet wil afschaffen. Geef het feest terug aan de samenleving. Dat is exact de bedoeling van deze initiatiefwet.
Collega Rutte spreekt over een gevoel van vreugde en identiteit inzake het sinterklaasfeest. Dat is zeer goed geformuleerd. Dit is het meest Hollandse feest dat we maar kunnen verzinnen. Het is heel jammer dat de VVD op heel veel vlakken juist vecht tegen Zwarte Piet. Ik noemde staatssecretaris Sander Dekker, maar er zijn ook heel veel VVD-burgemeesters die Zwarte Piet kapot willen maken. Ik hoop dat dit een keerpunt is voor de VVD en dat al die lokale bestuurders van de VVD vanaf nu gaan opkomen voor Zwarte Piet.
Mevrouw Voortman vraagt of de voorschriften voor kleding en schmink ook moeten gelden voor andere mensen bij sinterklaasintochten. Nee, het gaat louter en alleen om het gevolg van Sinterklaas: daartoe behoort Zwarte Pieten, en soms lopen er ook andere mensen mee. Ik denk daarbij aan majorettes et cetera, maar daar gaat dit wetsvoorstel helemaal niet over.
Er is een vraag gesteld over sancties. We gaan ervan uit dat de overheid gewoon de wetten naleeft. Dat mag je toch wel verwachten. Mijn fractie heeft niet gemeend hieraan sancties te verbinden.
Wordt de vrijheid ingeperkt? Nee, dat gebeurt juist niet. Wij behouden juist die vrijheid. Dit initiatiefwetsvoorstel heeft als doel ervoor te zorgen dat er een halt wordt toegeworpen aan die schimmige discussie, die op allerlei rare plekken wordt georganiseerd en die de samenleving wordt ingepompt vanuit het ministerie door een minister van PvdA-huize, die keer op keer overduidelijk aangeeft dat Zwarte Piet moet verdwijnen.
Zullen gemeenten afzien van het organiseren van de intocht? Ik zie dat totaal niet. Heel veel gemeenten zijn vooralsnog juist blij met Zwarte Piet, maar voelen de druk van al die actievoerders in hun nek. Zij zullen juist heel blij zijn als ze kunnen zeggen dat het in de wet is vastgelegd en ze dus gewoon de wet moeten handhaven. Heel veel bezwaren worden dus juist weggenomen.
De relatie met het koloniale verleden, die mevrouw Voortman legt, bestaat simpelweg niet. Zwarte Piet of Zwarte Pietachtige figuren bestaan door heel Europa en zelfs daarbuiten, en wellicht al een kleine 10.000 jaar. Een relatie met het koloniale verleden is er in het geheel niet.
De PvdA-fractie vindt dat het een kinderfeest moet blijven. Dat vind ik ook. Daarom zou het goed zijn als de Partij van de Arbeid haar wild geraas inzake dit mooie feest eens zou staken en zich gewoon neerlegt bij het feit dat slechts een piepkleine minderheid Zwarte Piet wil afschaffen, dat Nederland intens houdt van Zwarte Piet, intens houdt van deze kindervriend, en dat we Zwarte Piet behouden voor toekomstige generaties. Dit initiatiefwetsvoorstel doet dat.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister in zijn hoedanigheid als adviseur van de Kamer.
Minister Plasterk:
Voorzitter. Ik zal me in mijn advies aan de Kamer beperken tot een advies over het wetsvoorstel zoals dat nu voorligt. Ik heb vele andere interessante bespiegelingen gehoord, maar blijf daar bij deze gelegenheid graag buiten. Dit wetsvoorstel gaat niet over het sinterklaasfeest en hoe dat gevierd zou moeten worden. Het gaat ook niet over de kleur van Piet, of hij zwart zou moeten zijn of dat hij ook andere kleuren zou kunnen hebben. Het gaat er uiteindelijk om of er voor uitingsvormen en uitdossingen bij volksfeesten, door de overheid voorschriften vooraf zouden moeten worden gesteld. Die worden namelijk gesteld. Die toestemming vooraf is nodig, bijvoorbeeld bij een intocht. Daarbij moet worden getoetst of men voldoet aan het gestelde in artikel 1, namelijk zwart krulhaar, goudkleurige oorbellen, gekleed in een fluweelachtig pak met pofbroek en met een hoofddeksel met een gekleurde veer. Zojuist werd daar door de initiatiefnemers de schoudersleep aan toegevoegd, maar dat is in strijd met artikel 1. Ik laat dus maar even in het midden of de schoudersleep verboden is of optioneel zou kunnen worden gedoogd.
De Nederlandse wetgeschiedenis kent geen toestemming van de overheid voor kledingvoorschriften vooraf. Het is sowieso ver zoeken om zoiets te vinden. Ik heb uiteindelijk één geval gevonden en dat wil ik ook noemen. In Noord-Korea wordt studenten het kapsel van "de grote leider" dwingend voorgeschreven. Als je googelt op "Noord-Korea kapsel verplicht", vind je voor mannen achttien toegestane haardrachten en voor vrouwen tien, maar het past dus niet in een open democratische samenleving dat in een wet, voor welke gelegenheid dan ook, zwart krulhaar en rood geverfde lippen worden voorgeschreven. De regering ontraadt dit voorstel dus, omdat het in strijd is met artikel 10 van het EVRM en met artikel 7, derde lid van de Grondwet. Er bestaat geen precedent voor toestemming vooraf voor de dresscode bij een volksfeest en wat de regering betreft, komt zo'n precedent er ook niet. Deze wet lapt de Grondwet aan de laars. Wij ontraden dat.
Je zou nog een discussie kunnen hebben over de vraag of artikel 7 van de Grondwet, dat de vrijheid van meningsuiting beschermt, hier van toepassing is, omdat het gaat om de kledingwijze. De Raad van State heeft daar een beschouwing aan gewijd en beargumenteert van wel, maar elke twijfel daarover is door de initiatiefnemers zelf weggenomen. In hun nader rapport stellen zij immers: "Een openbare en afwijkende sinterklaasviering is inderdaad te zien als opinie of stellingname, en om precies te zijn: een sinterklaasviering met kleurpieten is stellingname tegen onze cultuur." Zij nemen dus elke twijfel weg of het de intentie van de wet is om toestemming vooraf van de overheid te vragen voor het uiterlijk van het gevolg in de optocht en daarmee voor de vrijheid van meningsuiting. De regering ontraadt dit.
Tot slot: wellicht zou uit de bijdrage van de initiatiefnemer de indruk kunnen zijn ontstaan dat deze wet een eind zou maken aan procedures en discussies. Het tegendeel zal natuurlijk het geval zijn, want je krijgt dan onmiddellijk allerlei uitvoeringsvragen. Bijvoorbeeld: als een vader op zijn schouders — zoals ik ook wel heb gedaan — een kindje heeft met een Zwarte Pietmuts die niet volledig aan de kledingeisen van artikel 1 voldoet, zou naar de letter moeten worden ingegrepen door het bevoegd gezag. Het zal duidelijk zijn dat dit eindeloos gedoe zou opleveren. Maar nogmaals: dat is vers twee. Ik vind dat de wet sowieso in strijd is met de Grondwet. Ik ontraad de wet daarom.
De voorzitter:
Daarmee zijn wij aan het einde gekomen van de eerste termijn van de initiatiefnemers. Ik constateer dat er behoefte is aan een tweede termijn.
De heer Monasch (Monasch):
Ik heb een praktisch puntje. Er ging iets mis met mijn e-mailverzending. Kan er een minuut geschorst worden? Dan komt mijn motie eraan en dan kan ik die voorlezen van papier in plaats van vanaf de iPad. Ik wil ook iets later inschuiven als de andere woordvoerders geen bezwaar hebben tegen wijziging van de volgorde.
De voorzitter:
Als de collega's daar geen bezwaar tegen hebben, mag u later het woord voeren.
De heer Beertema (PVV):
Voorzitter. Collega Bosma spreekt van "een georkestreerde aanval op onze cultuur". De aanval op Zwarte Piet is de best geslaagde aanval in de grotere oorlog die woedt tegen alles wat Nederlands is, tegen onze prachtige geschiedenis en tegen alles wat 90% van onze bevolking lief is. Bosma zegt dat we een streep in het zand moeten trekken. Dat doet de PVV vandaag: een verdedigingswal tegen die intolerante, gewelddadige politiek correcten, die ervoor hebben gezorgd dat gewapende Zwarte Pieten in kogelwerende vesten het kinderfeest moeten beschermen, want zo was het. Deze initiatiefwet is die streep in het zand. Het is de verdedigingswet tegen dat AFA-tuig en die Zwarte Pietbestrijders die de straat onveilig maken. Deze initiatiefwet is ook het signaal aan de overheid om niet de fellowtraveler te zijn van die intolerante straatvechters. Overheid, blijf van Zwarte Piet af. Dat is de boodschap. Daarom verdient wat mij betreft deze initiatiefwet alle steun.
De voorzitter:
Ik zie dat de heer Monasch intussen zijn motie heeft.
De heer Monasch (Monasch):
Voorzitter, dank u wel voor de ruimte die u gaf. Ik dank zowel de indieners als de minister voor de beantwoording en de toelichting. Ik dien één motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat Nederlandse volkstradities zoals het sinterklaasfeest geen onderwerp van kabinetsbeleid horen te zijn;
verzoekt het kabinet, dat het noch individuele leden van het kabinet zich nu en in de toekomst bemoeien met de invulling van het sinterklaasfeest,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
Voorzitter. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken heeft terecht gezegd dat dit wetsvoorstel van de PVV de Grondwet, het fundament waarop alles is gebouwd, aan zijn laars lapt. De PVV probeert met dit wetsvoorstel groepen uit elkaar te drijven. De PVV probeert na de peilingen van de afgelopen dagen weer een beetje te klimmen. De PVV probeert zogenaamd op te komen voor "onze cultuur" en een beetje nationalisme in Nederland te kweken om daarmee andere mensen uit te sluiten. Daar trapt Nederland niet in. Ik denk dat dit wetsvoorstel ook geen andere aandacht behoeft dan de aandacht die we er tot nu toe aan hebben gegeven. Het heeft daarom ook geen enkele zin om ook maar één woord te wijden aan dit racistische wetsvoorstel van de knechten van Geert in vak-K, die proberen ons uit elkaar te drijven. Die kans moeten we hun niet geven.
De heer Verhoeven (D66):
Voorzitter. Ik kan kort zijn. Dit wetsvoorstel speelt alleen maar in op het neerleggen en het vergroten van allerlei tegenstellingen, valse tegenstellingen binnen onze bevolking. Het polariseert. Het verergert de tweedeling tussen mensen in het land die met elkaar willen discussiëren, terwijl ons land snakt naar verbinding, naar discussie, naar naar elkaar luisteren en naar debat. Het is overheidsbemoeienis. Het is een wet die van bovenaf wordt opgelegd. Dat is niet op zijn plaats, juist omdat de samenleving het debat wil aangaan. Het gaat in tegen de Grondwet en tegen het Europees mensenrechtenverdrag, zoals de minister net ook aangaf. De PVV wil dan misschien Zwarte Piet redden, die vormgeven zoals zij hem ziet, maar ondertussen is ze bezig om onze eigen rechtsstaat af te breken. De rechtsstaat is veel belangrijker dan traditie. Het debat zou veel vaker daarover moeten gaan dan over Zwarte Piet. Daarom zullen wij tegen dit wetsvoorstel stemmen.
De heer Rutte (VVD):
Voorzitter. Het sinterklaasfeest is een kinderfeest. Ik heb in eerste termijn geprobeerd te schetsen hoe dat kinderfeest diep in de ziel van Nederlanders zit, hoe het wordt beleefd, hoe het wordt gewaardeerd en hoe mooi het is dat kinderen dat prachtige feest hebben, waarnaar ze wekenlang kunnen toeleven en waarin ze wekenlang mogen meebewegen. Dit kinderfeest heeft in de afgelopen jaren zijn onschuld verloren. In de afgelopen tien jaar kwam er meer en meer gedoe rondom het sinterklaasfeest en, ja, ook steeds vaker overheidsbemoeienis. Als wij vinden dat er mensen zijn die het feest kapotmaken met heftige demonstraties, intimidatie en geweld, en overheden die zich daarmee bemoeien, dan moet de Kamer — zij is medewetgever en daarmee overheid — zich sowieso ook niet bemoeien met dat mooie kinderfeest. Dat is het probleem. Ik voorspel: als wij doorgaan op deze weg, dan verdwijnt het sinterklaasfeest uit Nederland. Dan verdwijnt, wellicht met alle goede bedoelingen van de initiatiefnemers, juist daardoor dit feest. Daarvoor is het sinterklaasfeest de VVD veel te dierbaar. Daarom doe ik aan iedereen die hier aanwezig is en aan alle overheden nogmaals de oproep: doe een stap terug; doe normaal.
De voorzitter:
Ik begrijp dat mevrouw Voortman en mevrouw Vermue niet van hun spreektijd gebruik willen maken. Dan zijn we aan het eind gekomen van de tweede termijn van de zijde van de Kamer. Ik kijk of de heer Bosma gelijk kan reageren. Dat is het geval.
De heer Martin Bosma (PVV):
Voorzitter. Ik had beloofd dat we het zo kort mogelijk zouden houden. Vooralsnog gaat dat goed. Dank ook aan de deelnemers aan de tweede termijn en aan de minister.
Ik dank de minister voor zijn oordeel. Het is natuurlijk niet onverwacht, want hij is het gewoon eens met de kritiek van de Raad van State, die onder andere betrekking heeft op artikel 7 van de Grondwet. Het moge duidelijk zijn dat ik het daarmee fundamenteel oneens ben. Dat heb ik natuurlijk in de schriftelijke vragenronde ook al laten horen. Helaas haalt de minister oorzaak en gevolg door elkaar. Het is juist het kabinet-Rutte II dat vol op het orgel is gegaan tegen Zwarte Piet: mijnheer Asscher met zijn acties in de achterkamertjes, mevrouw Bussemaker en staatssecretaris Dekker. Allemaal gaan ze vol op het orgel. Met stiekeme acties zorgen ze ervoor dat al die rare denkbeelden de samenleving worden ingepompt. Ze hebben gesprekken met de NPO, met RTL, met allerlei comités, etc. Dan hoor ik niet het argument: wacht eens even, we zijn nu strijdig met artikel 7 van de Grondwet. Nee, dan gaan ze gewoon nog voller op het orgel. Op elke bijeenkomst in Amsterdam waar mijnheer Asscher spreekt, zegt hij dat Zwarte Piet eraan gaat. Dat is gewoon waar het op neerkomt. Als er dus één Kim Il-sung is, dan is dat niet de Kim Il-sung op de iPad van de gewaardeerde minister; dan is dat mijnheer Asscher, want die sloopt het sinterklaasfeest, achterbaks en stiekem. Deze wet probeert dit juist naar boven te halen om de tegenstellingen in de samenleving hier voor het voetlicht te brengen en om hier, in de nationale en enige landelijke volksvertegenwoordiging, daarover te praten en met z'n allen tot een conclusie te komen. Dat heeft niets te maken met allerlei zaken die er nu bij worden gehaald.
De minister had het nog over een vader met een muts. Is die dan strafbaar? Nee, natuurlijk niet; dat staat ook gewoon in het initiatiefwetsvoorstel. Dat heeft geen betrekking op mensen in het publiek.
Ik dank de heer Monasch voor zijn mooie motie.
De bijdrage van de heer Öztürk rijmde dit keer niet. De lange arm van Ankara was niet zo literair in de tweede termijn, maar onverminderd bitter. Hebben we eens een feest met wortels in wat nu Turkije is, en dan gaat mijnheer Öztürk ervoor zorgen dat het wordt afgeschaft! Wat wil hij nou eigenlijk? Wil hij nou diversiteit, zoals hij het noemt? Ik snap het niet meer.
De heer Verhoeven zegt dat Nederland snakt naar verbinding. Ja, inderdaad, maar Nederland ís verbonden, al honderden jaren, met het sinterklaasfeest en met Zwarte Piet. Dat is onze verbinding. Onze verbinding ligt in onze nationale tradities, waarvan er vele, zoals deze, honderden jaren oud zijn. Dat verbindt ons. Onze tradities verbinden ons. Inderdaad, een bron van vreugde en identiteit verbindt ons. Laten we er dus voor zorgen dat al die VVD-, PvdA-, D66-, GroenLinks- en SP-bobo's een grote klap met de roe op hun snufferd krijgen, dat we dit wetsvoorstel aannemen en dat het Zwarte Pietfeest gewoon gehandhaafd blijft.
De heer Verhoeven zegt ook dat de PVV de rechtsstaat afbreekt. Ik heb daar geen voorbeelden van gehoord, maar misschien gaat hij het goede voorbeeld geven als Amsterdam straks onafhankelijk is en een D66-republiek is geworden.
De heer Rutte zegt: als we doorgaan, verdwijnt het feest. Dat is het bittere, zwarte slotakkoord van dit debat, vrees ik. Als we zo doorgaan, verdwijnt het feest. Ik heb hier een folder van Blokker met op de voorkant het woord "cadeautijd". Die folder dateert van eind november, begin december. Cadeautijd. Zo erg is het al. Sinterklaas is verdwenen uit het straatbeeld. Je ziet hem nergens meer. Je ziet hem nauwelijks nog in de etalages. Hij wordt gemarginaliseerd. Een prachtig mooi feest wordt gemarginaliseerd. Dat gebeurt op heel veel plekken, en op steeds meer plekken, in Nederland. Laten we een dam opwerpen. Deze initiatiefwet is die dam. Dank u wel.
De heer Verhoeven (D66):
Ik ben de heer Bosma nog een voorbeeld verschuldigd van de wijze waarop de PVV de rechtsstaat afbreekt. Het bekendste voorbeeld is het feit dat de PVV het altijd heeft over D66-rechters en altijd ingaat tegen onafhankelijke oordelen en uitspraken van onze rechters, die het fundament zijn van onze rechtsstaat. Dat doet de PVV stelselmatig en altijd. Dat is een duidelijk en helder voorbeeld van het feit dat de PVV de rechtsstaat afbreekt. Dat vind ik veel erger dan alles wat we hier vandaag besproken hebben. Daar zou ik dus graag de prioriteit zien bij de heer Bosma. Ik zie hem graag terug in vak-K met een initiatiefwet waarmee hij de Nederlandse rechtsstaat als belangrijkste traditie beschermt. Ik dank hem bij voorbaat voor zijn inzet.
De heer Martin Bosma (PVV):
Als er één partij is die de rechtsstaat wil afschaffen, dan is dat D66. D66 heeft onze macht verscheept naar ongekozen eurocraten in Brussel, die we niet kennen en op wie we nooit gestemd hebben. D66 steunt bovendien de islamisering van Nederland. Als de verkiezingsuitslag hun niet bevalt, moet Amsterdam een aparte republiek worden, omdat ze niet kunnen omgaan met de uitkomst van verkiezingen. Is dat democratisch of is dat je verschuilen achter de grachten om daar je eigen gelijk te beleven?
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de minister.
Minister Plasterk:
Voorzitter. Voordat we eraan gaan wennen: ik geloof dat ik zojuist een oproep hoorde om leden van politieke partijen, die met name werden genoemd, "klappen op hun snufferd" te laten krijgen. Dat zou dan met een roe moeten gebeuren. Ik teken dit even aan omdat dat andersom ook weleens gebeurd is.
In het nader rapport bij het wetsvoorstel zeggen de initiatiefnemers dat ze vinden dat de overheid zich ten principale niet bezig dient te houden met de inhoud van de sinterklaasviering. Dat is natuurlijk strijdig met wat er in artikel 1 van het initiatiefwetsvoorstel staat, want daarin wordt een gedetailleerd kledingvoorschrift gegeven. Dat blijft dus onderliggend de reden om dit te ontraden.
Ik beperk me tot een advies over de motie van de heer Monasch. Hij zegt dat het kabinet en leden daarvan zich niet mogen bemoeien met de invulling van het sinterklaasfeest. Dat is een heel andere kwestie. Ik denk dat het heel goed mogelijk is dat de overheid een rol speelt om op een respectvolle manier de dialoog te faciliteren. Dat is ook gedaan, niet alleen door de collega van Sociale Zaken, maar ook op lokaal niveau. Dat is geenszins in strijd met de vrijheid van meningsuiting. Ik ontraad daarom deze motie.
De heer Monasch (Monasch):
Het kan de minister toch niet ontgaan zijn dat er in die dialoog gestuurd is op een politieke uitkomst, op een uitkomst met een bepaalde keuze? Wat de minister anderen verwijt, heeft hij met het kabinetsbeleid mogelijk gemaakt door juist trots te verkondigen dat de grote meerderheid zich gaat voegen naar de kleine minderheid. Is het dus niet het kabinet dat dit debat heeft gepolitiseerd? Hij kan zich er niet vanaf maken met te zeggen dat het een dialoogje is geweest. Nee, er werd vol trots een politieke uitkomst gepresenteerd.
Minister Plasterk:
Ik ben begonnen met te stellen dat ik me in de context van dit debat echt beperk tot advies over het voorliggende initiatiefwetsvoorstel. Dat verdient het ook. Ik heb overigens nog niet mijn respect en waardering uitgesproken voor het feit dat men dat doet; dat geldt altijd. Ik realiseer me dat daaronder een hele discussie zit over de vraag of dit een koloniale achtergrond heeft of niet, over traditie, over racisme en over maatschappelijke dialogen. Ik zou willen voorstellen al die onderwerpen met de betreffende portefeuillehoudende collega's te bespreken. Ik beperk me nu echt even tot de constitutionele aspecten van het voorliggende wetsvoorstel.
De heer Monasch (Monasch):
Dan zal de minister zijn advies over deze motie moeten herzien of intrekken. Dit is veel te makkelijk. Hij zegt dat het kabinet een dialoog faciliteert. De conclusie moet zijn: dat is waar, maar er is ook gestuurd op een politieke uitkomst en die is ook als dusdanig met trots gepresenteerd. Daar kan de minister zich niet vanaf maken door te verwijzen naar anderen. Dan moet hij het advies op de motie intrekken en moet hij zeggen: ik ben het met de indiener eens; we hadden ons hier niet mee moeten bemoeien.
Minister Plasterk:
Het dictum van de voorliggende motie is dat het kabinet zich niet mag bemoeien met de invulling van het sinterklaasfeest. Ik verwijs ernaar dat dat bemoeien onder meer betrekking kan hebben op het bieden van een plek voor een open dialoog, zoals dat eerder is gebeurd. Ik denk dat het onwenselijk is om dat te ontraden. Daarom ontraad ik deze motie. Uiteindelijk is het aan de Kamer hoe zij erover stemt. Ik heb nota genomen van het feit dat de ondertekenaar van de motie er voorstander van is. Dat verbaast me niet.
De voorzitter:
Ik denk niet dat u met een interruptie tot elkaar gaat komen.
De heer Monasch (Monasch):
En als ik mijn motie nou aanpas naar "om te komen tot een bepaalde inhoudelijke uitkomst"? Wil de minister haar dan overnemen?
Minister Plasterk:
Nee, nu gaan we chicaneren hierover. Ik heb mijn opvatting over de motie gegeven.
De algemene beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik wil, los van de uitkomst van de stemming, de heer Bosma, de heer De Graaf en de heer Van Zonneveld, die beide initiatiefnemers heeft ondersteund, feliciteren met het indienen van het wetsvoorstel. Ik wil hen ook bedanken, want ik weet hoe zwaar het is om naast Kamerwerk ook nog een initiatiefwetsvoorstel in te dienen. Het is altijd goed als Kamerleden gebruikmaken van hun initiatiefrecht.
Over het wetsvoorstel en de motie zullen we volgende week dinsdag stemmen.
De vergadering wordt van 12.34 uur tot 13.25 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20162017-54-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.