19 Telecommunicatie

Aan de orde is het VAO Telecommunicatie (AO d.d. 21/12). 

De voorzitter:

Ik heet de minister van Economische Zaken van harte welkom. Ik geef als eerste het woord aan de heer Remco Bosma namens de fractie van de VVD, onder herhaling van de bekende spelregels: twee minuten spreektijd inclusief het indienen van eventuele moties, die bij voorkeur kort en bondig zijn. 

De heer Remco Bosma (VVD):

Voorzitter. Het algemeen overleg over telecommunicatie is inmiddels al anderhalve maand geleden. Er zijn in de tussentijd een aantal zaken gebeurd die ik kort wil aanstippen. Zo heeft de minister besloten om circa 800 scholen te helpen met de aanleg van snel internet. Mijn complimenten voor deze inzet. Laten we hopen dat veel scholen van deze regeling gebruik gaan maken. Daarnaast is er een ontwerptekst gereed over de regeling voor het opruimen van ongebruikte kabels. Daarover heb ik nog een vraag. Hoe gaat deze regeling eruitzien? Als laatste wil ik het hebben over regiogerichtheid. Er blijven veel zorgen in de sector. De strijd tussen twee partijen houdt iedereen in zijn greep. Daarom wil ik de volgende motie indienen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het op termijn de bedoeling is dat radio-uitzendingen alleen nog via DAB+ plaatsvinden; 

constaterende dat een vergunning die is verleend voor een FM-zender thans door middel van de verplichte koppeling ook de basis vormt voor een DAB+-zender; 

overwegende dat de vergunningsvoorwaarde regiogerichtheid, gesteld in de tijd dat het FM-zenderbereik de norm was, niet meer overeenkomt met het bereik van de DAB+-zender en daardoor deze vergunningsvoorwaarde op termijn achterhaald raakt; 

overwegende dat regiogerichtheid momenteel door marktpartijen kan worden misbruikt in hun onderlinge concurrentiestrijd en dat dit niet in het belang van de luisteraar is; 

roept de regering op, in de Strategische Nota Omroepdistributie aan te geven dat de regiogerichtheidseis bij de overgang naar digitale radio geheel kan verdwijnen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Remco Bosma en Oosenbrug. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 411 (24095). 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Net als de heer Bosma heb ik van verschillende kanten, van verschillende radiopartijen, gehoord dat ze zich ernstig zorgen maken over de manier waarop de wet, de regels, door AT, Agentschap Telecom, worden gehandhaafd. Ik heb mij er dus nader van op de hoogte gesteld hoe de zaken liggen, omdat ik best voel dat de Kamer goed moet luisteren naar de signalen die zij krijgt uit de markt. Ik zeg echter ook even duidelijk voor het verslag: er is mij op geen enkele manier gebleken dat het Agentschap Telecom zich op een ontoelaatbare, discriminerende, niet-kloppende, vreemde of oneerlijke manier met de problematiek bezighoudt. Ik heb wel begrepen dat marktpartijen zelf erg met elkaar overhoop liggen. Ik kan mij heel goed voorstellen, in ieder geval vanuit mijn positie hier achter het katheder, dat er op hen nog eens een dringend beroep wordt gedaan om er met elkaar goed uit te komen. Ik weet nog niet of ik de motie kan ondersteunen — ik moet de motie nog lezen — maar ik sluit me van harte aan bij de oproep van de heer Bosma aan de Kamer om zich te beraden op de criteria voor de regionale radio zoals die er de volgende periode na een mogelijke veiling uit komen te zien. Een nieuwe Kamer zal dat moeten doen, waar u en ik niet meer in zitten, zeg ik tegen de heer Bosma. 

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Voorzitter. Gezien het AO en de daar besproken zorgen en verwachtingen van de radiosector en het zwartboek dat ons is aangeboden, wil ik mede namens mijn collega Remco Bosma van de VVD de volgende motie indienen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de Kamer in 2011 en 2013 heeft ingezet op verbetering van de verhoudingen tussen het Agentschap Telecom en de radiosector; 

overwegende dat na een initiële periode van verbetering de verhoudingen nu weer verslechterd en onnodig gejuridiseerd raken, waardoor dossiers zoals regiogerichtheid, helikoptermetingen of netverbeteringen onopgelost blijven; 

overwegende dat een oplossing van die dossiers en normalisatie van de relaties dringend gewenst zijn, mede met het oog op de digitalisering en innovatie in het radiolandschap en de daarvoor benodigde etherruimte; 

verzoekt de regering om het overleg tussen de radiosector en het agentschap met ambitie te hervatten en de aankomende zes maanden te gebruiken om te komen tot concrete oplossingen welke voor zowel de sector als het Agentschap Telecom bruikbaar zijn; 

verzoekt de regering voorts om binnen een periode van twaalf maanden na heden een genormaliseerde, gedejuridiseerde en volwassen toezichtrelatie tot stand te brengen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Oosenbrug en Remco Bosma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 412 (24095). 

De minister kan meteen antwoorden. 

Minister Kamp:

Voorzitter. De heer Bosma vroeg naar de ongebruikte kabels. Dit onderwerp is een tijdlang in discussie geweest tussen de minister van I en M en mij, omdat wij die zaak graag goed wilden uitzoeken voordat wij er een besluit over namen. Wij zijn het eens geworden. Vervolgens hebben wij een wetsvoorstel opgesteld voor de implementatie van een richtlijn kostenreductie breedband. Dat is een richtlijn van de Europese Gemeenschap die erop gericht is om veel infrastructuur voor telecommunicatie in Europa aangelegd te krijgen en de kosten te drukken. Wij moeten die richtlijn implementeren. Het wetsvoorstel om dat te doen, is onlangs door de ministerraad aanvaard. Het ligt nu voor advies bij de Raad van State. Na dat advies zullen wij het eventueel herbehandelen in de ministerraad en daarna zo snel mogelijk naar de Tweede Kamer brengen. 

Vooruitlopend daarop kan ik zeggen dat het de richting opgaat dat de gedoogplicht voor ongebruikte kabels pas komt te vervallen op het moment dat er een concreet verzoek tot opruimen wordt gedaan. Het is nu zo geregeld dat dergelijke kabels na een periode van tien moeten worden opgeruimd. Vaak liggen die kabels niet in de weg of zijn ze opnieuw te gebruiken. Wij wachten af of een verzoek wordt gedaan en pas dan vervalt de gedoogplicht en zullen de kabels opgeruimd moeten worden, tenzij er iets beters mee gedaan kan worden. Dat staat dus allemaal in het wetsvoorstel dat naar de Kamer komt. Wij zullen er nog uitgebreid met elkaar over komen te spreken. 

Ik kom op de motie op stuk nr. 411 van de heer Bosma en mevrouw Oosenbrug. Daarin wordt de regering gevraagd om in de strategische nota omroepdistributie, een nota die nog gemaakt moet worden, de regiogerichtheidseis bij de overgang naar digitale radio geheel te laten vervallen. Het is een beetje typische gang van zaken. Normaal gesproken maakt het kabinet eerst zijn mind op en bespreekt het een nota die door een van de bewindspersonen is voorbereid. Het kabinet stelt die nota vervolgens vast en biedt hem aan aan de Kamer. Afhankelijk van het overleg met de Kamer wordt tot toepassing en uitvoering overgegaan. Nu wordt vooraf door de Kamer op een onderdeel gezegd wat er gedaan moet worden en wat er in die nota geschreven moet worden. 

Als wij overgaan op digitale radio, ontstaat een nieuwe situatie. Het is heel goed mogelijk dat die regiogerichtheidseis dan komt te vervallen. Ik acht dat waarschijnlijk, maar ik wil dat graag bekijken in het geheel van de nota die t.z.t. zal worden vastgesteld en aan de Kamer zal worden gepresenteerd. Als ik die ruimte, die wij als kabinet nu eenmaal moeten hebben, kan behouden, als ik kan uitleggen dat deze motie de huidige opvatting van de Kamer weergeeft als een signaal aan het kabinet, maar dat de Kamer zich realiseert dat wij zelf de verantwoordelijkheid voor de nota moeten nemen, als de heer Bosma en mevrouw Oosenbrug die uitleg aan de motie willen geven, dan kan ik het oordeel over de motie aan de Kamer laten. 

De voorzitter:

Die lenige uitleg behoeft nadrukkelijk de instemming van de indiener, want er staat iets anders in de motie. 

De heer Remco Bosma (VVD):

Dank u, voorzitter. Wij moeten goed scherp op de tekst zijn. Ik kan instemmen met de uitleg die de minister aan de motie geeft. Wij geven aan dat de ontwikkelingen richting digitale radio gaan en dat de regiogerichtheid daarmee gaat verdwijnen. Dat mag geen keurslijf zijn in het transitieproces. Als dat de boodschap is die wordt opgepakt, vinden wij dat prima. 

De voorzitter:

Geldt dat ook voor de tweede ondertekenaar? 

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Ik ben bereid om in dit geval water bij de wijn te doen en mij aan te sluiten bij de woorden van mijn collega van de VVD. 

De voorzitter:

Dan blijft het "oordeel Kamer" staan, met een gedeelde interpretatie. 

Minister Kamp:

Mevrouw Gesthuizen heeft zich in haar tienjarige carrière in de Kamer niet onderscheiden door blind achter een bewindspersoon aan te lopen en alles goed te keuren wat het Agentschap Telecom doet. Zij heeft gezegd van mening te zijn dat het Agentschap Telecom, een toezichthouder die ook de taak heeft om toe te zien op de regels die wij hier met elkaar hebben vastgesteld, dat op een redelijke manier doet. Dat mag ook niet anders zijn. Een toezichthouder is er om ons hier niet voor niets te laten praten. Wij stellen met elkaar regels vast. Dat doen we weloverwogen, daar discussiëren we over en dan komen we tot besluiten. Die leggen we vast, dan komen ze nog in de Eerste Kamer, de Raad van State heeft er dan al eerder over geadviseerd. Op zo'n manier is er iets tot stand gekomen in een democratisch proces en dat moet dus ook nageleefd worden. Om dat te controleren, hebben we een toezichthouder en die toezichthouder moeten we zijn werk laten doen. Natuurlijk heeft de toezichthouder er belang bij dat er goede relaties zijn met het veld waar hij toezicht op moet houden, maar de verhoudingen moeten wel duidelijk zijn. De partijen in het veld moeten doen wat er democratisch besloten is en ze moeten zich op een redelijke manier gedragen. De toezichthouder moet op een redelijke manier ervoor zorgen dat de regels nageleefd worden. Ik heb de indruk dat het Agentschap Telecom dat doet. Mevrouw Gesthuizen heeft die indruk ook. 

We hebben een motie gekregen van mevrouw Oosenbrug en de heer Bosma. Zij stellen daarin dat de verhoudingen weer verslechterd raken, waardoor dossiers zoals regiogerichtheid, helikoptermetingen of netverbeteringen onopgelost blijven. Ik denk niet dat die onopgelost blijven. Het zijn dossiers waar duidelijkheid over is. Er zijn vergunningen verleend waar eisen in gesteld zijn, vaak op grond van wat door de vergunningsaanvragers zelf is aangedragen. Er zijn bepalingen over de kracht waarmee je mag uitzenden. En de naleving daarvan moet op een verstandige manier gecontroleerd worden. Al dat soort dingen zijn op een gegeven moment duidelijk en dan moeten ze ook nageleefd worden. Daar moet op toegezien worden. 

In de motie wordt gesteld dat verbetering van de relaties dringend gewenst is. Ik denk dat dit een veld is waar verschillende belangen leven, waar men met elkaar in concurrentie is en waar men ook gewend is om heel direct met de Tweede Kamer te communiceren. Dat uit zich ook in de inbreng van de woordvoerders hier in de debatten. In dat geheel moeten wij er toch met elkaar voor staan dat wat wij aan regels hebben vastgesteld, op een normale en redelijke manier wordt nageleefd en dat er op die naleving ook op een redelijke manier toezicht plaatsvindt. Daar is het Agentschap Telecom voor. 

In de motie staat dat de regering het overleg tussen de sector en het Agentschap Telecom moet gaan hervatten en dat zij een periode van zes maanden moet gebruiken om tot een concrete oplossing te komen en tot een genormaliseerde, gedejuridiseerde en volwassen toezichtsrelatie. Volgens mij is er een normale toezichtsrelatie en doet het Agentschap Telecom terecht zijn best om ervoor te zorgen dat er binnen de marges die het heeft als toezichthouder, op een redelijke wijze wordt omgegaan met het veld. Ik zal mij graag samen met hen ervoor blijven inzetten dat het ook zo blijft en dat we problemen die zich voordoen en die wij kunnen oplossen, daadwerkelijk oplossen. De strekking van deze motie is echter dat er gevraagd wordt om iets tot stand te brengen wat er volgens mij al is. De motie is dan ook naar mijn inzicht overbodig, vandaar dat ik haar ontraad. 

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Er stond inderdaad op de website van het Agentschap Telecom zelf een mooi nieuwsbericht. Ik neem ook wel meer informatie tot mij dan alleen informatie afkomstig uit de sector. Wat ik daaruit begrijp, is dat als je goed naar de metingen kijkt — ik buig het maar om naar iets wat iedereen wat beter begrijpt — dan mag je 50 rijden, maar rijd je er 50,2. Daar wordt nu op gehandhaafd. Mijn vraag is echt heel simpel. Kan daar niet beter eerst overleg over plaatsvinden, in plaats van te zeggen: we zijn op dit moment 45 radiostations aan het onderzoeken? Kun je niet beter eerst in gesprek gaan en zeggen: u rijdt 0,2 km te hard? Is dat niet een betere manier van doen dan gelijk met de juridische stok te gaan zwaaien? Dat is de vraag die ik stel in de motie. 

Minister Kamp:

Ik heb helemaal niet de indruk dat het ontbreekt aan overleg. Ik denk dat er zeer frequent overleg wordt gevoerd. Ik vraag mij af of de verhouding tussen het voeren van overleg en het daadwerkelijk optreden waar dat noodzakelijk is, nog redelijk is. Ik wil dat een toezichthouder toeziet op de regels die wij hebben vastgesteld. Dat moet op een redelijke manier gebeuren. Het veld moet zich ook op een redelijke manier gedragen. Ik blijf dat volgen. Als ik signalen krijg dat er dingen niet goed gaan, dan zal ik optreden. Ik heb echter de indruk dat het Agentschap Telecom dat op een redelijke manier doet op dit moment en dat er veel overleg plaatsvindt. Ik hoef dus geen genormaliseerde situatie tot stand te brengen, want die is er al. Er is ook al volwassen toezicht. Laten we voorzichtig omgaan met onze eigen regels en onze eigen toezichthouder. Ik heb deze motie van mevrouw Oosenbrug en de heer Bosma daarom ontraden. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Aanstaande dinsdag wordt over de ingediende moties gestemd. 

De vergadering wordt van 16.18 uur tot 16.21 uur geschorst. 

Naar boven