12 Diplomatieke immuniteit

Aan de orde is het VAO Diplomatieke immuniteit (AO d.d. 14/12). 

De voorzitter:

Inmiddels is ook de minister van Buitenlandse Zaken aangeschoven. Ik geef het woord aan de eerste spreker, de heer De Roon van de PVV. 

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Gebouwen van het Russische ministerie van Defensie in het oosten van dat land zitten sinds vorige week zonder elektriciteit, zo las ik in The Moscow Times. De reden daarvan is dat het elektriciteitsbedrijf de stroomvoorziening gewoon heeft afgesloten omdat de rekeningen niet werden betaald. Zo gaat men in Rusland dus om met wanbetalers, ook als het de overheid betreft. In het diplomatieke verkeer ligt het gecompliceerder, zo hebben we mogen constateren. Het gerechtshof heeft vastgesteld dat verkeersboetes niet kunnen worden opgelegd aan diplomaten. Cassatie in het belang der wet daartegen is overwogen, maar uiteindelijk niet dienstig geoordeeld door de procureur-generaal bij de Hoge Raad. Omdat die volstrekt onafhankelijk is, zal ik het daarbij laten. 

Het kabinet wil wel met een wet komen waardoor de CJIB-gegevens over diplomaten kunnen worden overgeheveld naar Buitenlandse Zaken, dat dan een notificatiebrief zal sturen. Daarmee hoopt men dat de diplomaten toch gaan betalen. Het blijft echter een vrijblijvend systeem. In het uiterste geval wordt wel gekeken naar de mogelijkheid om een tankpas in te trekken of iemand te plaatsen op een lijst van de tien grootste wanbetalers, maar de PVV is niet echt overtuigd van de effectiviteit van dit systeem. Voor de uitspraak van het hof in Leeuwarden waren er namelijk 42 CJIB-beschikkingen verstuurd aan diplomaten en daarvan zijn er uiteindelijk maar 4 betaald; niet meer dan 4 van de 42. De vraag rijst dan ook: waarom zouden diplomaten geheel vrijwillig betalen als ze dat voorheen ook niet deden? 

De PVV wil daarom graag dat het kabinet een keer kijkt naar de effectiviteit van het systeem in de stad New York, waar men diezelfde problemen met diplomaten kent, maar waar men zegt: de kentekenplaten van diplomaten worden niet verlengd of niet opnieuw uitgegeven als er parkeerboetes openstaan. Mijn vraag is: hoe effectief werkt het daar? Dat zou ik graag onderzocht zien. Dan weten we tenminste feitelijk of dat een zinvolle aanvulling kan zijn. Vandaar de volgende motie. 

De voorzitter:

U bent al ruim door uw spreektijd heen. U hebt nog één seconde. 

De heer De Roon (PVV):

Nou, het wordt … 

De voorzitter:

Nee, maar dit is wel belangrijk. U houdt een heel verhaal en komt dan ook nog met een motie. De regel is twee minuten. 

De heer De Roon (PVV):

Ik ga proberen om het heel snel te doen, voorzitter. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de regering voornemens is in 2017 een ontwerp van wet naar de Kamer te sturen waarin wordt geregeld dat het CJIB de gegevens van diplomaten die verkeersovertredingen hebben begaan, kan verstrekken aan de minister van Buitenlandse Zaken ten behoeve van het versturen van notificatiebrieven; 

constaterende dat in de periode voorafgaand aan de uitspraak van het gerechtshof 42 CJIB-beschikkingen ter zake van verkeersovertredingen naar diplomaten zijn verstuurd waarvan er maar vier zijn betaald; 

overwegende dat er mitsdien aan de effectiviteit van het systeem dat de regering voornemens is in te richten voor het vrijblijvend aanspreken van diplomaten die een verkeersovertreding hebben begaan, getwijfeld kan worden; 

verzoekt de regering, het systeem van de stad New York waarin diplomatieke kentekens voor slechts één jaar worden verstrekt en verlenging daarvan achterwege blijft als verkeersboetes niet worden betaald te onderzoeken op effectiviteit en eventueel gerezen problemen, en de Kamer hierover te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Roon, Helder en Fritsma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 63 (34550-V). 

De heer De Roon (PVV):

Dank voor uw geduld, voorzitter. 

De voorzitter:

Het moet echt in twee minuten hoor. 

De heer Ten Broeke (VVD):

Voorzitter. Zoals bekend windt de VVD zich al langer op over diplomaten die eigenlijk lachend en stelselmatig alle regels aan hun laars lappen en daarmee vervolgens kunnen wegkomen. Het is heel normaal dat wetsovertreders gestraft worden. Het is heel begrijpelijk dat mensen er enorm boos over worden als zij zien dat dit niet gebeurt. We begrijpen ook dat dit onderwerp lastige dilemma's kent door de werking van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer. Dit verdrag beschermt namelijk ook Nederlandse diplomaten in het buitenland. We moeten er dus voor zorgen dat we het kind niet met het badwater weggooien. We leven in een wereld waarin het van buitengewoon groot belang is dat Nederlandse diplomaten worden beschermd. Kortom, er moet creatief worden gehandeld. Dat moet gebeuren binnen de kaders van de diplomatieke mores, maar ook op een wijze die recht doet aan de gevoelens van rechtvaardigheid die hier in de Kamer en bij grote groepen van de bevolking, ik denk bij iedereen, leven. 

Mijn fractie vindt al bijna tien jaar dat er actie moet worden ondernomen op dit terrein. Ik dank deze minister voor het feit dat hij die actie heeft ingezet. Hij doet dat met de toezeggingen die tijdens het AO zijn gedaan. Ik denk dan in het bijzonder aan de openbaarmaking van de lijst van wanbetalers, de naming-en-shaming die daaruit voortvloeit en de mogelijkheid op tankpassen van diplomaten in te nemen. 

Ik wil nog wel op één punt terugkomen: het achterstallig onderhoud van ambassades en ambtswoningen hier in Nederland. Ook hiervoor geldt het Verdrag van Wenen. Dat maakt het onmogelijk om ambassades te dwingen om onderhoud te verrichten, terwijl het vaak om monumentale panden gaat. Er zitten ook Europese landen bij, bijvoorbeeld Kroatië en Griekenland, maar Congo en Egypte lenen zich daar ook voor. Ik vraag de minister daarom om zich hiervoor in te spannen en om ambassades niet alleen te wijzen op hun verantwoordelijkheid met betrekking tot verkeersboetes, maar ook op hun verantwoordelijkheid om de vaak Nederlandse monumentale panden die zij in eigendom hebben, deugdelijk te onderhouden. We moeten daar het in het AO toegezegde instrumentarium voor inzetten of desnoods, als daar sprake van is, de OS-gelden aan die landen stopzetten. Op dat punt sluit ik mij aan bij de heer De Roon, want ook hiervoor is de staat New York een voorbeeld. Hopelijk is de minister bereid om zich hiervoor in te spannen. 

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer verleent buitenlandse diplomaten immuniteit. Het is een belangrijk verdrag, zoals mijn collega's ook hebben gezegd, maar het wordt inderdaad ook misbruikt. Er worden massaal verkeersovertredingen begaan en boetes worden niet betaald. Dat is nooit de bedoeling van dit verdrag geweest. Niemand staat boven de wet, want anders krijg je klassenjustitie. Ook deze groep mensen moet zich aan de regels houden. Overtredingen kunnen en mogen niet zonder gevolgen blijven. Ik dien daarom een motie in die bedoeld is als oproep, echt als dringende wens vanuit de Kamer, om alle mogelijkheden die er zijn — het zijn er meerdere; dat hebben we besproken — aan te grijpen om ervoor te zorgen dat misdrijven en overtredingen niet onbestraft en zonder gevolgen blijven. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat buitenlandse diplomaten het geregeld nalaten om boetes voor verkeersovertredingen te betalen; 

constaterende dat het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer buitenlandse diplomaten immuniteit verleent, maar dat het nooit de bedoeling van het verdrag is geweest dat misdrijven en overtredingen onbestraft blijven; 

van mening dat het onacceptabel is als misdrijven en overtredingen van buitenlandse diplomaten onbestraft blijven en er geen gevolgen zijn voor de overtreder; 

verzoekt de regering, geen mogelijkheid onbenut te laten, waaronder het sturen van brieven, het intrekken van tankpassen, parkeervergunningen en kentekens en het opstellen en publiek verspreiden van lijsten van overtreders ingedeeld naar ambassade of internationale organisatie, om ervoor te zorgen dat misdrijven en overtredingen van buitenlandse diplomaten in ieder geval niet onbestraft en zonder gevolgen blijven, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Sjoerdsma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 64 (34550-V). 

De heer Servaes (PvdA):

Voorzitter. Ik zal mijn inbreng bij het algemeen overleg van voor de kerst niet helemaal overdoen, maar laat duidelijk zijn dat alle Kamerfracties, in ieder geval de Partij van de Arbeid, het ermee eens zijn dat alle mogelijkheden moeten worden onderzocht om ook diplomaten aan verkeersregels en parkeervergunningen te houden. In die zin kan ik in ieder geval in de geest de motie van collega Van Nispen ondersteunen. 

Sinds het vorige debat hebben we nog twee brieven gekregen, waarvoor ik het kabinet wil danken. Helder is dat we alsnog in cassatie kunnen gaan. De afweging is reeds gemaakt en ik respecteer het besluit om dat niet te doen. De andere brief, over de wijze waarop er in andere landen wordt omgegaan met verkeersovertredingen, heeft mij in die zin bevestigd dat daar wel degelijk de inschatting is dat je parkeerboetes kunt opleggen aan diplomaten. Eerlijk gezegd, ben ik er op voorhand niet van overtuigd dat dit, als het bij de rechter zou worden getoetst, tot eenzelfde oordeel zou kunnen leiden als in Nederland. Het kabinet heeft ervoor gekozen om dit alternatieve systeem op te zetten. Laat daar vaart mee worden gemaakt! Ik hoop dat de Kamer heel spoedig geïnformeerd kan worden over wanneer het in werking treedt. 

De heer De Roon (PVV):

Ik hoor de heer Servaes tot mijn plezier verklaren dat hij graag alle onderzoeken ondersteunt die iets kunnen bijdragen aan het zetten van druk op het betalen door diplomaten. Mijn motie stelt ook zo'n onderzoek voor. Zou de heer Servaes die motie in de geest ook kunnen ondersteunen? Of ondersteunt hij de motie niet, omdat de PvdA nooit PVV-moties wil ondersteunen? 

De heer Servaes (PvdA):

Op dat laatste punt kent u onze positie; dat zal ook vandaag het geval zijn. Ik refereerde aan de brede opsomming die collega Van Nispen in zijn motie had opgenomen. Ik vond dat een mooi overzicht geven van de mogelijkheden die we reeds met het kabinet hebben besproken. Sommige kunnen misschien wel een beetje op gespannen voet staan met de afspraken in het Verdrag van Wenen. Naar ik meen heeft de minister over de tankpassen, waarover in de motie van de heer De Roon wordt gesproken, al gezegd daar best naar te willen kijken. Nog even los van mijn principiële punt ten aanzien van PVV-moties, geloof ik dat die in dit geval ook nog weleens overbodig zou kunnen worden, maar dat gaan we dadelijk van het kabinet horen. Ik heb de motie echter nog niet in detail kunnen lezen. 

De heer De Roon (PVV):

Ik stel voor dat de heer Servaes de motie dan nog even goed leest. 

De heer Servaes (PvdA):

Ja. Dat zal ik zeker doen. 

Minister Koenders:

Mevrouw de voorzitter. Ik dank de Kamer voor haar inbreng tijdens dit VAO. Laat ik, als algemene opmerking, mede namens mijn collega van Veiligheid en Justitie, zeggen dat we delen wat in het VAO is gezegd. Wat kunnen we zo snel mogelijk doen aan dat gevoel van onrechtvaardigheid — dat ook begrijpelijk is — en aan het gevoel dat "gelijke monniken, gelijke kappen" kennelijk niet opgaat voor diplomaten? We realiseren ons dat we een uitspraak van het Hof en het Verdrag van Wenen hebben. Wij zijn gekomen tot een aantal voorstellen waarvan ik inderdaad mag aannemen dat de Kamer die, gezien de aard van de motie, ondersteunt: die nieuwe manier die we gezamenlijk hebben onderzocht en die we nu zo spoedig mogelijk gaan uitvoeren ten aanzien van notificatiebrieven. Ook op het terrein van de tankpassen willen wij actie ondernemen, uiteraard op basis van de notificaties. We willen, zoals in de motie-Van Nispen/Sjoerdsma staat, geen mogelijkheid onbenut laten om ervoor te zorgen dat buitenlandse diplomaten hun verantwoordelijkheid nemen als het gaat om soms zeer irritant gedrag. 

In de motie-De Roon c.s. op stuk nr. 63 wordt specifiek gevraagd om nog eens te kijken hoe het in de Verenigde Staten gaat met de tankpassen en of we daar niet wat van zouden kunnen leren. Het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer verplicht Nederland om diplomatieke missies te faciliteren in hun functioneren. Daarbij hoort ook het ter beschikking stellen van bijvoorbeeld parkeerruimtes voor dienstauto's. Ook horen er bepaalde privileges bij, die we niet zomaar kunnen intrekken. De heer De Roon stelt in zijn motie maatregelen voor die we zouden moeten onderzoeken. Op dit moment heb ik de indruk dat dit niet zo heel eenvoudig over te nemen is in het kader van het Nederlandse recht. Als befaamd jurist zal de heer De Roon ook weten dat de VS een andere verhouding kennen tussen het internationaal recht en het nationaal recht. Internationaal recht wordt niet automatisch overgenomen. Daardoor heeft men een eigen mogelijkheid om lokaal andere dingen te doen dan wij kunnen. Ik zeg er direct bij dat mijn eerste indruk is dat het heel moeilijk is om dat systeem ook op de Nederlandse situatie van toepassing te laten zijn, maar ik heb er geen probleem mee om er nog eens naar te laten kijken. Ik zeg er op basis van de huidige kennis dus wel direct bij dat ik denk dat dit heel ingewikkeld zal zijn. Ik vind het wel prima omdat ik geen mogelijkheid onbenut wil laten zijn om daar nog eens naar te kijken. Hetzelfde geldt voor de opmerkingen die de heer Ten Broeke heeft gemaakt op het punt van het onderhoud. In die zin wil ik de motie van de heer De Roon omarmen en zeggen dat we dat gaan doen. Ik zal proberen om de Kamer daar zo spoedig mogelijk over in te lichten. Ik zeg erbij dat ik twijfels heb of het kan, maar we gaan precies bekijken wat er wel en niet mogelijk is. 

De motie-Van Nispen/Sjoerdsma op stuk nr. 64 vind ik sympathiek, maar ik verzoek de indieners om de motie aan te houden. Een van de elementen van het verzoek is namelijk precies wat we nog onderzoeken. Ik weet niet of de heren Van Nispen en Sjoerdsma daarmee akkoord kunnen gaan. Laat er geen misverstand over bestaan dat we dezelfde richting uit denken. We hebben een aantal maatregelen genomen en voorgesteld met betrekking tot het sturen van brieven en het intrekken van tankpassen. Op het punt van parkeervergunningen en kentekens wil ik de Kamer nog een keer inlichten, ook in het licht van wat de heer De Roon daarover heeft gezegd. Ik heb er twijfels bij, maar ik wil best nog een keer onderzoeken of die maatregelen wel of niet kunnen. We zijn voor het verspreiden van de lijsten van overtreders op de manier zoals we die in het AO naar voren hebben gebracht. De heer Ten Broeke heeft dat ook gemeld. 

Ik stel daarom het volgende voor. Het oordeel over de motie-De Roon c.s. op stuk nr. 63 laat ik aan de Kamer. Mocht de Kamer besluiten om die motie te omarmen, dan kan dit worden onderzocht, waarbij ik wijs op de opmerkingen die ik zojuist heb gemaakt. De heren Van Nispen en Sjoerdsma geef ik in overweging om hangende dat onderzoek hun motie aan te houden. Mocht het mogelijk zijn, dan zou ik een positief oordeel over hun motie willen geven, maar op dit moment kan dat niet omdat ikzelf enige twijfel heb over de mogelijkheden daartoe. 

De heer Van Nispen (SP):

Op zichzelf ben ik verheugd over de opstelling van de minister. De kern van de motie is dat we geen mogelijkheid onbenut laten. Vervolgens volgt er een opsomming. Ik wil de minister het volgende in overweging geven. We doen dit niet voor niets. Dit debat loopt al heel lang en dit onderwerp houdt veel Kamerleden bezig. Als de Kamer dit belangrijke signaal zou willen afgeven door de motie aan te nemen en de minister er vervolgens bij de uitvoering van de motie er, gelet op het onderzoek, achter komt dat bepaalde zaken rechtstreeks in strijd zijn met het verdrag en hij dat vervolgens overtuigend aantoont, dan zal de Kamer dat moeten en willen accepteren. Dat is een net iets andere invalshoek, maar zoiets zou ik mij ook kunnen voorstellen. 

Minister Koenders:

Als dat de interpretatie is van de indiener van de motie, heb ik daar geen probleem mee. Dan laat ik het oordeel aan de Kamer. We zullen datgene wat gevraagd wordt door de heer De Roon onderzoeken. Bij de beantwoording zal ik dan ook de vragen over onderhoud meenemen. Dat kan ik op dit moment niet helemaal beoordelen. Daarmee heb ik de vragen beantwoord en een oordeel gegeven over de ingediende moties. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Daarmee zijn wij aan het eind gekomen van dit VAO. Er zal komende dinsdag worden gestemd over de moties. Ik dank beide bewindslieden. Wij hebben nu een paar minuten om ons voor te bereiden op het pensioendebat met de staatssecretaris. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven