15 Ontwerpbesluit wijziging Tabaks- en rookwarenbesluit

Aan de orde is het VSO Ontwerpbesluit houdende wijziging Tabaks- en rookwarenbesluit (32011, nr. 52). 

De voorzitter:

We wachten nog heel even op de komst van de heer Ziengs. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

De voorzitter:

Ik heet de heer Ziengs van harte welkom en geef hem graag het woord. 

De heer Ziengs (VVD):

Voorzitter. De staatssecretaris heeft in zijn beantwoording aangegeven dat hij zonder concrete referentie aan een bepaald onderzoek de kleuren neon, brons, zilver, goud, metallic en koper wil verbieden. Deelt de staatssecretaris de mening dat beleid gebaseerd zou moeten zijn op gedegen onderzoek? Het ontwerpbesluit heeft geen betrekking op merknamen van tabaksproducten, maar veel merknamen en logo's van sigaren- en cigarillomerken bevatten elementen die verboden dreigen te worden. Als deze merknamen en logo's daardoor verboden worden, is er sprake van een inbreuk op het intellectueel eigendomsrecht. Kan de staatssecretaris deze specifieke gevallen verduidelijken? En kan hij aangeven wanneer het concept van de ministeriële regeling openbaar wordt gemaakt en wat hierbij het beoogde tijdpad is tot de officiële publicatie van deze regeling in de Staatscourant? Daarbij moet rekening worden gehouden met de aangekondigde internetconsultatie, het notificatieproces bij de Europese Commissie en de World Trade Organization en de datum waarop de fabrikanten en de importeurs aan de nieuwe wetgeving moeten voldoen. 

Tevens heb ik één motie, die ik nu zal voorlezen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat bij eerdere, soortgelijke wijzigingen van de Tabaks- en rookwarenregeling een overgangstermijn van tien maanden is gehanteerd; 

overwegende dat er nog geen concrete datum is waarop de vastgestelde eisen bekend zijn gemaakt; 

verzoekt de regering om in het kader van behoorlijk bestuur de nadere verpakkingseisen in werking te laten treden tien maanden na het moment waarop de vastgestelde eisen bekend zijn gemaakt, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ziengs. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 56 (32011). 

De voorzitter:

We wachten even tot de staatssecretaris een kopie van de motie heeft. 

Staatssecretaris Van Rijn:

Voorzitter. De heer Ziengs vroeg mij of ik ook van mening ben dat de beleidskeuze of wij in de AMvB wel of geen nadere eisen stellen aan verpakkingen, gebaseerd moet zijn op goed onderzoek. Daarover zijn de volgende opmerkingen te maken. In het onderzoek van het Trimbos-instituut — ik heb daar in het debat en in de schriftelijke stukken naar verwezen — wordt aangegeven dat de uitstraling van tabaksverpakkingen tot aandacht voor het product kan leiden, in het bijzonder aandacht van jongeren. Daar is onderzoek naar verricht. Samen met het Trimbos-instituut, het RIVM en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit is aan de hand van literatuur, inmiddels opgedane ervaringen in het buitenland en het productaanbod in Nederland bekeken wat de aandachtstrekkende elementen op de verpakkingen zijn. Gebaseerd op het eerdere onderzoek is met name voor jongeren bekeken welke verpakkingen in het oog springen en zo de kans op aankoop en gebruik van het tabaksproduct vergroten. 

Er zit altijd een arbitrair element in; dat wil ik wel toegeven aan de heer Ziengs. Het is gebaseerd op onderzoek dat is verricht in het buitenland en er is een inschatting gemaakt van wat het aantrekkelijkste is. De keuzes die we hebben gemaakt, hebben geleid tot wat nu in de AMvB staat. We komen nog met nadere regelgeving. Ik zal de opmerking van de heer Ziengs meenemen en bekijken of het tot onevenredige belasting van sommige producten zou leiden. Ik denk dat de heer Ziengs daar een beetje naar vroeg. We kunnen bij het maken van de ministeriële regeling nog bekijken wanneer het in werking moet treden, maar de AMvB luidt nu zoals hij luidt. Ik zie niet dat dit tot problemen leidt zoals de heer Ziengs die voorziet. Een en ander is gebaseerd op onderzoek. Het leidt niet tot een onevenredige werking voor sigaren en cigarillo's. Eerder hebben we in het debat gewisseld dat we moeten blijven monitoren hoe de ontwikkeling van de markt verloopt. We hebben de bestaande verpakkingen bekeken en op basis daarvan gezegd welke zaken verboden moeten worden. Ik heb ook aangegeven dat we de ontwikkelingen in de markt zullen blijven volgen. Het kan immers best dat verpakkingen weer worden aangepast en dat we op een later tijdstip tot wijzigingen zullen moeten overgaan omdat we andere signalen uit de markt krijgen. Het is niet zo dat het met deze AMvB stilstaat. Tabaksfabrikanten zijn immers zeer creatief en als dat weer leidt tot andere producten waarvan we vinden dat die onder de AMvB zouden moeten vallen, moeten we sowieso wijzigingen voorstellen. 

De heer Ziengs (VVD):

Even ter verduidelijking. Destijds hebben we gesproken over de verpakkingen. In het debat over de Tabakswet hebben we vooral gesproken over nieuwe verpakkingen. Denk aan geluidjes, geurtjes en dergelijke. In de bestaande verpakkingen wordt ook een behoorlijke ingreep gedaan in het kader van de kleuren die ik net noemde. Gaat het dan echt om nieuwe verpakkingen, of hebben we het over de oude verpakkingen? 

Staatssecretaris Van Rijn:

We hebben het over de bestaande verpakkingen, dus over oud en nieuw. 

De heer Ziengs (VVD):

Wil dat dan ook zeggen dat een eventuele nieuwe AMvB wordt voorgelegd aan de Kamer, of is dit iets wat we bij de staatssecretaris neerleggen en wat hij vervolgens zelfstandig kan bepalen? 

Staatssecretaris Van Rijn:

Mede gelet op de vragen die de heer Ziengs hierover stelt, lijkt het me netjes om dat voor te leggen aan de Kamer. 

Dan het tijdpad. In de nota van toelichting bij de AMvB heb ik aangegeven dat de beoogde inwerkingtredingsdatum van de AMvB 1 juli 2017 is of het daarop eerstvolgende vaste verandermoment. In diezelfde toelichting heb ik aangeven dat de inwerkingtreding van de ministeriële regeling onderdeel is van de internetconsultatie. Kortom, bij die internetconsultatie kunnen we nagaan wat een redelijke invoeringstermijn is. Ik vind het eerlijk gezegd te vroeg om, zonder die internetconsultatie gehad te hebben, te zeggen: dat is dus tien maanden. Ik weet dat de fabrikanten hierop wijzen, maar we hebben nog een internetconsultatie om na te gaan wat een redelijke invoeringstermijn is. Ik stel voor om die consultatie af te wachten. Op basis daarvan zal ik een besluit nemen over een redelijke termijn. Ik zou er zelf niet op vooruit willen lopen. Ik heb de opmerking van de heer Ziengs goed begrepen dat er een redelijke termijn in moet zitten. Laten we op dat punt de internetconsultatie afwachten. Om die reden wil ik de motie op dit moment ontraden, wetende dat de internetconsultatie tot nadere besluiten zal leiden. 

De voorzitter:

Ik wil de staatssecretaris hartelijk danken. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

De stemming over deze motie vindt volgende week plaats. 

Naar boven