20 Begroting Koninkrijksrelaties

Aan de orde is de behandeling van: 

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2017 ( 34550-IV ).

De voorzitter:

Wij beginnen met de eerste termijn van de Kamer. Daarna zullen wij dineren. De voortzetting is op een ander moment gepland. Ik heet de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van harte welkom. Ik mag als eerste het woord geven aan de heer Van Raak namens de fractie van de SP. 

De algemene beraadslaging wordt geopend. 

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Bij de verkiezingen op Curaçao heeft de democratie het gewonnen van de gokindustrie. Ik feliciteer de heer Koeiman en zie uit naar een goede samenwerking. De greep van de gokwereld op de politiek is echter onverminderd groot. Gerrit Schotte werd veroordeeld tot drie jaar cel maar zit gewoon in het parlement, naast Amparo dos Santos, de broer van de veroordeelde gokbaas Robbie. Op Sint-Maarten won Theo Heyliger de verkiezingen en zit de vriend van de gokbazen gewoon in de regering. Daarnaast hangt het onderzoek naar de moord op Helmin Wiels nog steeds als een schaduw over de eilanden, omdat de opdrachtgevers mogelijk banden hebben met de gokmaffia. 

De SP stemde in 2010 tegen de nieuwe staatkundige verhoudingen, net als onder meer de VVD, omdat de eilanden er niet klaar voor waren. Wij nemen nu wel verantwoordelijkheid. SP en VVD hebben samen gevraagd om een onderzoek naar de gokindustrie, onderzoek dat nu wordt gedaan samen met de Verenigde Staten. Kan de minister ons hierover wat meer vertellen? Kan hij ons ook verzekeren dat de nieuwe machtspositie van Theo Heyliger op Sint-Maarten dit onderzoek niet zal belemmeren? Aruba, Curaçao en Sint-Maarten zijn prachtige eilanden met prachtige mensen, maar deze eilanden hebben geen toekomst zolang ze zijn gekolonialiseerd door de gokmaffia. Vanaf Curaçao zijn minstens 400 goksites actief, gericht op de hele wereld, waarmee waarschijnlijk miljarden worden witgewassen. Is de minister bereid om afspraken te maken met de nieuwe regering van Curaçao om deze goksites te controleren en zo nodig te sluiten? 

Een andere vraag is waar de rekening terechtkomt als de landen in het Koninkrijk financieel door het ijs zakken. Die vraag is acuut voor Aruba, dat een dubieuze deal sloot met Venezuela om de raffinaderij weer op te starten. Het kleine eiland staat voor honderden miljoenen borg in een project dat wel mis moet lopen. Kan de minister uitsluiten dat die rekening ooit bij Nederland komt? 

We hebben zelf gezien hoe moeilijk het is om kleine eilanden in de Cariben te besturen. We investeren veel in Bonaire, Saba en Statia, maar toch zijn veel mensen daar teleurgesteld. Ik toon nu een prachtig mooie folder van RE/MAX, makelaar te Bonaire, met prachtige villa's vlak aan het strand voor maar 2,5 miljoen dollar. Dat kan de gewone Bonairiaan niet betalen. Op Bonaire groeien de tegenstellingen tussen rijke mensen uit het buitenland en Bonairianen die steeds vaker niet meer kunnen rondkomen. In de Tweede Kamer hebben we de minister vaak gevraagd om een sociaal minimum vast te stellen om armoede te bestrijden en jongeren een toekomst te bieden. De Eerste Kamer heeft zelfs een motie aangenomen, maar de regering weigert die uit te voeren. Ik snap dat niet. We geven zo veel geld uit aan deze eilanden, waar ook zo veel rijkdom is. Waarom accepteren we dan zo veel armoede? Iedereen ziet ook dat het minimumloon veel te laag is om van rond te komen. Waarom is het zo moeilijk om mensen op de eilanden fatsoenlijk te betalen? 

Op Statia maakt het Amerikaanse oliebedrijf NuStar grote winsten met het speculeren in olie, winsten waarvan mensen op het eiland veel te weinig merken. Straks moet met NuStar een nieuw contract worden gesloten. Kan de minister toezeggen dat dit bedrijf meer belasting gaat betalen? Het toezicht op Statia op NuStar is bijzonder slecht, zo bleek ook gisteren weer. Het bedrijf houdt zich niet aan de regels voor overslag van olie, met het gevaar van enorme explosies en branden. Hoe gaat de regering hiertegen optreden? Heeft de minister bijvoorbeeld al contact opgenomen met NuStar? 

Elk Caribisch eiland in het Koninkrijk kent grote financiële problemen als gevolg van slecht toezicht en slecht beleid, maar er is ook een uitzondering. Dat is het mooie Saba, waar het bestuur de zaken de afgelopen jaren goed op orde heeft gebracht. Juist het kleinste eiland lijkt het beste gebruik te maken van de mogelijkheden die het Koninkrijk biedt. De Kamer heeft eerder op Saba met de bestuurders van Saba afgesproken dat het eiland zelf meer taken zal gaan uitvoeren. Ik zie wel dat daarover nu gesprekken worden gevoerd, maar niet dat er concrete afspraken zijn gemaakt. Waar ik bang voor ben, is dat politieke afspraken die wij als Tweede Kamer met het bestuur van Saba hebben gemaakt weer vastlopen in de ambtelijke molens van tien ministeries hier in Den Haag. Daarom hoor ik graag van de minister hoe we Saba meer vrijheid gunnen en welke taken worden overgedragen aan het eilandbestuur. 

De heer Bosman (VVD):

Voorzitter. Vandaag behandelen we een bijzondere begroting, namelijk de begroting Koninkrijksrelaties. Het is vandaag 11-10-2016. Gisteren was het precies zes jaar geleden dat we de staatkundige structuur van het Koninkrijk stevig hebben veranderd. Het werd toen een Koninkrijk met naast Nederland drie prachtige landen, met prachtige stranden en gelegen op een schitterend deel van deze aarde. Mede door al deze zaken hebben die landen een enorm potentieel. Ik durf te zeggen dat de landen van het Koninkrijk in het Caribisch gebied de potentie hebben om het Monaco van de Cariben te worden. 

Het zijn echter ook landen waar we geen zeggenschap over hebben. Het zijn landen die onbeperkt leningen kunnen afsluiten en die de financiën niet op orde hebben. Het zijn landen waar bordelen in handen zijn van politici en landen waar wij de rekening voor betalen. De VVD maakt zich hier grote zorgen over. Deze landen mogen doen wat ze willen, want de Nederlandse belastingbetaler staat garant. Het wordt tijd dat de landen nu zelf eens aan gaan pakken. 

De heer Pechtold (D66):

Ik ben vrij beeldend ingesteld. Ik hoor hier de VVD zeggen: laten we deze eilanden voorspiegelen dat ze het Monaco van de Cariben kunnen worden. Als ik aan Monaco denk, denk ik aan geen belasting betalen, aan veel gokken en aan de geur van olie, van al die raceauto's. Is dat nu niet precies wat we proberen te voorkomen bij deze eilanden? 

De heer Bosman (VVD):

Het is maar wat je wilt zien. De VVD is een partij van het vooruitgangsoptimisme. Zij ziet daar mensen die gelukkig zijn, die in prachtige huizen wonen, die mooi werk hebben, die gewoon belasting betalen in hun Staat, waar inkomsten op een nette manier geregeld zijn, waar toezicht is en waar een parlement is. Dat is wat de VVD ziet, maar kennelijk ziet D66 het anders. 

De heer Pechtold (D66):

Ik snap dat VVD'ers altijd wat opgewonden worden als ze zien dat heel veel rijken op een klein plekje wonen, die zich niets hoeven aan te trekken van anderen. De enige overeenkomst die ik zie is dat de monarchen van Monaco ooit piraten waren en op deze eilanden in de Cariben ook veel piraten zaten. Ik wil dus wel een stukje in die vergelijking meegaan. Voor de toekomst zou ik echter toch willen dat we voor olieraffinaderijen die de gezondheid verpesten een alternatief vinden. Ik zou willen dat het verschil tussen arm en rijk niet zo idioot wordt als in Monaco. Als daar überhaupt mensen wonen die het minimumloon verdienen, behalve de schoonmakers. Ik denk echter dat die net over de Franse grens een huisje hebben, dat ze misschien kunnen huren. Dan het gokken. De vorige spreker sprak er al over en ik denk dat de VVD er ook problemen mee heeft als het op zo'n schaal gebeurt dat het niet meer iets is als een gezellig tijdverdrijf. Ik denk dat voor deze eilanden — misschien luistert men mee — dat een wat evenwichtiger voorbeeld en een wat evenwichtiger doel voor de toekomst wel zou sieren. Aan de andere kant: als de VVD zo graag gezien wil worden, als Monacopartij, zegt dat ook wat. 

De heer Bosman (VVD):

Het gaat erom dat we potentie zien. Over de gokindustrie zijn de heer Van Raak en ik het helemaal eens. Daar moet duidelijk op ingegrepen worden en er moet toezicht op zijn. Sterker nog, als er belasting betaald zou worden op wat er wordt vergokt op de verschillende eilanden, gewoon door middel van goed toezicht, zouden die landen enorme inkomsten hebben. Dan zou er absoluut geen armoede zijn. Dat is de kern van mijn verhaal. De heer Pechtold zei al dat in Monaco misschien niet eens zo veel armen wonen. Dat zou op de eilanden ook heel goed kunnen, als we die rijkdom maar op een nette manier laten landen. Die potentie is er. Daar ben ik van overtuigd, gezien de hoeveelheid geld er doorheen gaat waar geen belasting over wordt betaald en waar geen toezicht op wordt gehouden. Ik ben blij dat collega Van Raak en ik daar serieuze stappen in hebben gezet en dat de collega's in de Kamer daaraan meedoen, want dat is cruciaal. Dat geld komt namelijk in de verkeerde zakken terecht en dat is het probleem van de eilanden. Dat is ook de zorg van de VVD: als het geld in de verkeerde zakken komt, kunnen we heel veel dingen roepen en heel veel dingen besluiten in deze Kamer, bijvoorbeeld dat de raffinaderij weg moet, maar zal er niets gebeuren als de verkeerde mensen op de verkeerde plekken zitten en de verkeerde besluiten nemen en het verkeerde geld in de zak hebben. We kunnen heel veel dingen roepen, maar dan gaat er niets gebeuren. 

Bij de begrotingsbehandeling in 2011 vertelde ik over mijn kennismaking met de toen nieuwe minister-president van Aruba, de heer Eman. Ik vond het toen iemand die positieve energie uitstraalde en die de ambitie leek te hebben om de relatie met Nederland warm te houden. De regering van Aruba had ook de ambitie om de overheidsfinanciën op orde te brengen door te snijden in een overheidsapparaat dat onder vorige kabinetten op Aruba te snel was gegroeid, volgens de heer Eman. 

Daar is helemaal niets van terechtgekomen. Mooie beloftes, maar het weggeven van baantjes aan potentiële stemmers bleek toch belangrijker dan het op orde brengen van de financiën. Sterker nog, de minister van financiën van Aruba, de heer Bermudez, liet eerder dit jaar weten dat er geen gedwongen ontslagen gaan vallen en dat terwijl minister-president Eman zich had voorgenomen om een reductie van 5% per jaar te realiseren. Ook het IMF geeft in een country report van 2015 aan dat "elections scheduled in 2017 pose an additional risk to achieve these goals". 

Volgens het onderzoek van de Stichting Deugdelijk Bestuur Aruba van dit jaar is er sprake van 43% overtollig personeel binnen de Arubaanse overheid dat 250 miljoen Arubaanse guldens per jaar kost. Hoezo de begroting op orde krijgen? Het probleem is helder, alleen de daadkracht en de wil ontbreken. 

Op Curaçao doet een veroordeelde crimineel als lijsttrekker gewoon mee aan de verkiezingen. Ook dat kan gewoon binnen dit Koninkrijk, want de landen zijn tenslotte autonoom. Deze criminele schandvlek raakt ook het aanzien van het Koninkrijk en daarmee het aanzien van Nederland. We kunnen er niets aan doen, want het is een landsaangelegeheid. 

Het wordt tijd om daar een punt achter te zetten. Het is kiezen of delen en we moeten stoppen met een hybride staatsbestel dat iedereen onrecht doet. Er moet namelijk nogal wat veranderen op de eilanden en dat gaat nooit gebeuren in de huidige constructie met Nederland dat altijd als vangnet of als suikeroom bijschiet. Wat echter in het klein geldt, geldt ook in het groot. Wie moet, is altijd tot meer in staat dan wie niet hoeft. En wie niet hoeft, zal nooit het onverwachte in zichzelf ontdekken. Ik denk dat het tijd is om de eilanden dit te gunnen. 

De VVD-fractie had een meer fundamentele herziening van het Statuut gewild om zo een gemenebest-achtige constructie in het Koninkrijk mogelijk te maken en een einde te maken aan de huidige situatie. De door de regering voorgestelde wijziging van het Statuut ging de VVD niet ver genoeg. Dit is een van de redenen geweest waarom niet alleen de VVD, maar ook de SP tegen het wetsvoorstel betreffende de wijziging van het Statuut hebben gestemd. Daarom mijn volgende vraag aan de minister. Valt het Koninkrijk niet meer onder de dekolonisatieverplichting? Als het daar nog wel onder valt, wat is dan het tijdpad om daar niet meer onder te vallen? Met de invoering van het Statuut zijn we op de helft gekomen van de onafhankelijkheid van de landen. Het is nu tijd om helderheid te krijgen, voor Nederland, maar ook voor Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. Wat de VVD betreft, is het essentieel dat de landen naar daadwerkelijke onafhankelijkheid gaan en daarvoor zullen we een gezamenlijk tijdpad moeten afspreken. Die onafhankelijkheid kan al dan niet binnen een gemenebest, maar die keuze is aan de landen. Pas al dat helder is, kunnen we ook echt stappen gaan zetten. 

De zorgen over eerlijke verkiezingen blijven altijd op de achtergrond spelen. Eerlijke verkiezingen zijn de basis van goed bestuur en vertrouwen in de overheid. Onafhankelijke verkiezingswaarnemers, waar ook vandaan, kunnen daar heel goed aan bijdragen. Waarom spreken de landen in de Rijksministerraad niet af dat er altijd sprake zal zijn van verkiezingswaarneming bij verkiezingen, waar dan ook en wanneer dan ook? Kan de minister daar een oordeel over geven? Is dit iets wat per Rijkswet geregeld kan of moet worden? 

De raffinaderij op Aruba is een klucht aan het worden, op het eiland, maar ook internationaal. Welke afspraken zijn nu gemaakt en met wie en wie betaalt wat? Hoe kan het dat Aruba met een schuldquote van boven de 80% een garantie afgeeft van meer dan 300 miljoen dollar? Heeft het College Aruba financieel toezicht al gekeken naar de deal en de risico's van deze deal voor de begroting? Wie gaat die gasleiding betalen en aanleggen? Dat is ook een kwart miljard. Het is een black box, niet alleen voor mij, maar volgens mij voor iedereen. 

Dit heeft ook alle aspecten van een verkiezingsstunt op Aruba, zowel van de MEP als van de AVP. Niemand gaat nee zeggen op Aruba, uit angst voor stemmenverlies. Als lemmingen rennen de Arubaanse Staten de afgrond in. En wie loopt weer het risico om ervoor op te draaien? De Nederlandse belastingbetaler. Als Aruba, Curaçao en Sint-Maarten dit soort keuzes willen blijven maken, keuzes die risico's opleveren voor het Koninkrijk en dus voor Nederland, kan en wil de VVD daar de verantwoordelijkheid niet voor dragen. 

Dat hoeft volgens mij ook niet. We zijn halverwege de onafhankelijkheid van alle vier de landen in het Koninkrijk. Wat de VVD betreft, wordt het nu tijd voor die tweede en laatste helft. Het wordt tijd voor duidelijkheid. 

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter. Vandaag is het precies zes jaar en een dag na 10-10-10. Nederland is groter dan de twaalf provincies of de 390 gemeenten in Europa. Deze week spreken we over de drie landen en de drie bijzondere gemeenten overzee: de landen Curaçao, Sint-Maarten, Aruba en de bijzondere gemeenten Saba, Sint-Eustatius en Bonaire. Deze landen en gemeenten krijgen niet altijd de aandacht die ze verdienen. 

Het rapport van de commissie-Spies stemt niet tot tevredenheid over de ontwikkelingen sinds 10-10-10. De commissie heeft geconstateerd dat de departementen elk hun eigen focus hebben en elk hun eigen middelen inzetten op de eilanden. De versnippering werkt vaak niet economisch efficiënt en soms zelfs averechts. Op welke wijze kan de minister van BZK als coördinerend minister ervoor zorgen dat er samenhangende prioriteiten worden gesteld en daarbij integrale bekostiging? 

De CDA-fractie is niet gerustgesteld door de antwoorden van de minister van Defensie over het budget voor de kustwacht. De minister zegt dat fluctuaties in de wisselkoers niet meer direct hoeven te leiden tot ingrijpende maatregelen voor de verschillende onderdelen van de begroting van Koninkrijksrelaties, waaronder het onderdeel Kustwacht Caribisch Gebied. 

In het algemeen overleg over Venezuela heeft de minister aan de Kamer toegezegd om met een integraal kabinetsstandpunt van Defensie, Binnenlandse Zaken en Buitenlandse Zaken te komen dat antwoord geeft op de vragen of de kustwacht de huidige en de extra taken in verband met de zorgelijke situatie in Venezuela aankan, en of de financiering structureel is geborgd. Willen we überhaupt weten van die discussie over de wisselkoers? Ons gaat het erom dat de financiering structureel is geborgd. Voor de CDA-fractie staat vast dat het juist in deze tijd van groot belang is dat de Kustwacht Caribisch Gebied op sterkte blijft. 

Vorige week heeft de Kamer gesproken over het initiatiefwetsvoorstel van onze collega Bosman om eisen te stellen aan Nederlanders van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten die zich in Nederland willen vestigen. Dat was een slecht voorstel, helaas, om een reëel probleem op te lossen. Al jaren hebben Nederlandse gemeenten te kampen met de problematiek van kansloze Antilliaanse jongeren. Het kabinet is er tot nu toe nog niet in geslaagd om een adequate oplossing te vinden. 

Het regeerakkoord stelde een voorstel in het vooruitzicht voor regulering van vestiging op basis van criteria zoals de landen die zelf hanteren, onder andere met een toets op strafblad of inkomen. Wanneer neemt de minister de regie weer zelf in handen? Wanneer komt de regering met een behoorlijk voorstel, afgestemd met de betrokken landen? 

De heer Bosman (VVD):

Ik zit met verbazing te luisteren naar het CDA. Er lag een plan. Het kon. Het zou een oplossing leveren. Nu komt het CDA met "er moet haast gemaakt worden, er moet wat anders komen". Het CDA had voor kunnen stemmen. Dan waren we een stuk verder geweest. Dan was de problematiek aangepakt. Maar het CDA is toen weggedraaid. Nu komt er opeens stoere tekst van het CDA dat er wat moet gaan gebeuren. U had gewoon ja moeten zeggen vorige week. 

De heer Amhaouch (CDA):

Kamerbreed was vorige week het oordeel dat het voorstel van de VVD een slecht voorstel was. Zelfs de Raad van State heeft het van tafel geveegd. Wij willen graag dat de minister zelf het initiatief neemt en met een fatsoenlijk voorstel komt, afgestemd met de landen, zodat we dit serieuze probleem — we herkennen het probleem dat u signaleert, mijnheer Bosman — samen oplossen. 

De voorzitter:

Ik sta graag interrupties toe, want ik houd van debat, maar we gaan natuurlijk niet het debat van de vorige keer overdoen. 

De heer Bosman (VVD):

Voorzitter, ik word uitgedaagd. Er wordt ook een aantal onwaarheden verteld. De Raad van State heeft het voorstel niet van tafel geveegd. Hij heeft serieuze kanttekeningen geplaatst, maar het niet van tafel geveegd. Nu ken ik het CDA weer. Wel een probleem benoemen, maar als de oplossing er is, wegdraaien. Niet doorpakken daar waar het nodig is. Nu ken ik het CDA weer. 

De heer Amhaouch (CDA):

Volgens mij werd Kamerbreed erkend dat het een slecht voorstel was. 

Ik ga verder. De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft bij de begroting een bedrag van 100 miljoen aangekondigd voor kinderen die in armoede opgroeien. Dat is ongeveer €200 per kind. Is er 1 miljoen beschikbaar voor de kinderen van de BES-eilanden? Hoe wordt dat geld op de BES-eilanden ingezet en hoe merken de kinderen er zelf concreet iets van? 

De aanpak van de armoedeproblematiek op de BES-eilanden kan niet zonder inzet op economische ontwikkelingen. Om economische kansen ten volle te benutten, zullen de eilanden moeten beschikken over een infrastructuur, zowel fysiek als digitaal, die aan alle moderne eisen voldoet. Helaas gaan investeringen in infrastructuur op de eilanden niet gepaard met reserveringen voor onderhoud, iets wat wij hier nooit zouden begrijpen. Op Sint-Eustatius ligt een recyclingfabriek al een jaar stil omdat er geen middelen zijn voor de exploitatie. De nieuwe kliko's zijn nog nooit gebruikt. Vliegvelden moeten voldoen aan internationale veiligheidsnormen, maar: geen exploitatie. Dat is terecht, maar zijn die kosten bij de investeringen in beeld geweest? Er is achterstallig onderhoud aan de wegen. Een adequate infrastructuur is noodzakelijk voor economische ontwikkelingen. Op welke wijze draagt de minister zorg voor duurzaamheid van investeringen? 

De afgelopen weken hebben zowel op Sint-Maarten als op Curaçao verkiezingen plaatsgevonden. Politieke stabiliteit op de eilanden is voor duurzame ontwikkeling van groot belang. Hoe beoordeelt de regering de uitslag van de verkiezingen? Hoe kan de rechtsstaat op de eilanden geborgd worden en gevrijwaard worden van corruptie? 

De voorzitter:

Dank u zeer. Ik geef het woord aan de heer Fritsma namens de PVV-fractie. Ik zie dat de heer Van Laar van de PvdA eerder aan de beurt is. Ga uw gang. 

De heer Van Laar (PvdA):

Geen probleem, voorzitter. 

Voorzitter. Nederland heeft sinds 21 maart 2016 officieel 17 miljoen inwoners, maar ons Koninkrijk heeft die mijlpaal natuurlijk al eerder bereikt. Wij zijn binnen ons Koninkrijk immers nooit alleen. Aan de andere kant van de oceaan liggen zes eilanden, waarvan er drie autonome landen zijn en drie eilanden bij Nederland horen. De eilanden verschillen flink van ons en van elkaar, maar wij zijn ook met elkaar verbonden, bijvoorbeeld door onze taal, onze historie en onze nationaliteit. Fundamentele punten waardoor wij samen één zijn: één Koninkrijk van ongeveer 17,5 miljoen ingezetenen. En dus trekken wij ons de problemen op de eilanden ook aan. 

De armoede bijvoorbeeld waaronder kinderen opgroeien, is ons nog steeds een doorn in het oog. Ieder kind in ons Koninkrijk heeft recht op voldoende eten, een veilig gezin, een goede school en veel plezier. Daarom is het een mooie stap in deze begroting dat er een miljoen extra beschikbaar komt voor de armste kinderen in Caribisch Nederland. Dat juichen wij toe. Daarover later meer. 

Op Curaçao heeft de Partido MAN een knappe verkiezingsoverwinning geboekt. De PvdA wil haar daarmee van harte feliciteren en haar succes wensen bij het bouwen van een stevige coalitie, die Curaçao sterker, socialer en hopelijk ook schoner gaat maken de komende jaren. Schoner, naar wij hopen, in ieder geval door de uitstoot van de Isla-raffinaderij en de energiecentrale terug te dringen en vanaf 2019 te kiezen voor een betere Isla of misschien wel een groene stad. Ik dank de minister voor zijn brief over de uitvoering van de motie die wij hebben ingediend over de Isla, en voor de beantwoording van de schriftelijke vragen over het sluiten van de school vanwege de giftige rook. De uitvoering van de motie duurt wel langer dan voorzien. Tegelijkertijd houden wij hoop dat die uitstoot de komende maanden echt vermindert. Op welke manier gaat de minister zich hiervoor inzetten? Is de minister bereid om de nieuwe regering van Curaçao zo snel mogelijk te vragen naar hun plannen met de Isla en de Kamer hierover te informeren? 

Op Aruba lijkt de politiek gekozen te hebben voor een minder schone toekomst. De raffinaderij gaat weer open. Dat de exploitant een dochteronderneming is van de eigenaar van de Isla-raffinaderij, die Curaçao vergiftigt, stelt allerminst gerust. Ook de begroting lijkt er niet schoner op te worden. Veel risico's en kosten komen bij de overheid terecht. Waarom is de aanschaf van raffinaderijen een landsaangelegenheid, waar het CAft (College Aruba financieel toezicht) niets over te zeggen heeft, terwijl die aanschaf overduidelijk consequenties heeft voor de begroting? 

Op Sint-Maarten komt er een coalitie van de twee grootste partijen, zo hebben wij begrepen. Wij hopen dat dit voor nieuwe stabiliteit zorgt en dat het eiland verder werkt aan goed bestuur en eerlijke verkiezingen. Dat laatste is een punt van zorg, overigens niet alleen op Sint-Maarten. Wij zijn blij met de inzet van de minister om te kijken of wij gezamenlijk met die landen kunnen optrekken bij het waarborgen van vrije en eerlijke verkiezingen. 

In Caribisch Nederland is de vooruitgang zichtbaar en voelbaar. Nederland investeert in onderwijs, zorg, diensten en duurzaamheid op de eilanden. Die investeringen hebben effect. Wij hebben hier in juni bij het notaoverleg bij stilgestaan en het kabinet gecomplimenteerd met de inzet en de geboekte resultaten, maar vlak voor dat overleg drongen de Nationale Ombudsman en het College voor de Rechten van de Mens er bij de Tweede Kamer op aan een onafhankelijk en laagdrempelig juridisch loket op te richten. Ik heb begrepen dat er al een loket is bij de Rijksdienst Caribisch Nederland waar mensen terechtkunnen als ze een rechtszaak willen aanspannen. Kan dit loket misschien uitgebreid worden zodat ook basisvragen als "wat is mijn recht?" en "waar kan ik terecht om mijn recht te halen?" daar beantwoord kunnen worden? 

Nederland zet sinds enkele jaren specifiek in op de verbetering van kinderrechten op de eilanden. Wij lezen dat het gesprek over geweld in de opvoeding inmiddels op gang komt. Ik hoorde dat er op Saba een goede kinderrechtencoördinator is aangetrokken. Op de drie eilanden is nu een raad van kinderen in oprichting zodat kinderen meer invloed krijgen op beslissingen die hen raken. Ook het positief opvoeden raakt in zwang. Dat is allemaal vooruitgang. In de brief van de minister klinken de ambitie en positieve energie door om samen met UNICEF volop in te blijven zetten op het verbeteren van de situatie van kinderen. Ook dat juichen wij toe. 

Gisteren was een bijzondere dag, maar vandaag ook, want vandaag is het Wereldmeisjesdag. Vandaag werd mijn kantoor enige tijd overgenomen door een aantal meisjes die zich inzetten voor de rechten van meisjes over de hele wereld. Dat zult u in het vervolg van mijn speech terughoren. Hoe het met de meisjes in Caribisch Nederland gaat, weten wij eigenlijk niet zo goed. Wij hebben weinig specifieke data die ons dat kunnen vertellen. Wij hebben geen data over kinderen, maar al helemaal geen data uitgesplitst naar jongens en naar meisjes. Het verzamelen van informatie is van groot belang omdat wij moeten weten hoe groot de problemen op de eilanden eigenlijk zijn. 

Wij zijn blij dat Caribisch Nederland wordt opgenomen in de Jeugdmonitor, maar ik hoorde dat veel data niet beschikbaar zijn in Caribisch Nederland en dat het daarom lastig is die Jeugdmonitor goed te vullen. 

Plan Nederland en ONE hebben vandaag een rapport gepresenteerd dat Counting the Invisible heet. Daarin bevestigen zij dat specifieke informatie essentieel is om gericht actie te kunnen ondernemen tegen armoede onder kinderen en tegen achterstelling van meisjes. Ik roep de minister ertoe op om te bevorderen dat data verzameld worden op de eilanden, ook over de verschillen tussen jongens en meisjes, maar wel op een manier die past bij de eilanden. Is de minister het met ons erover eens dat er op de eilanden wellicht veel meer met kwalitatieve data gewerkt moet worden, maar dat die dan wel voortdurend verzameld moet worden? 

Een mooie stap in deze begroting is dat er een miljoen extra beschikbaar komt om de armste kinderen op de eilanden een steuntje in de rug te bieden. Bij het zoeken naar manieren om de armste kinderen gericht te ondersteunen vragen wij op deze Wereldmeisjesdag specifiek aandacht voor meisjes. Hoewel data ontbreken, weten wij dat de positie van meisjes niet gelijkwaardig is in Caribisch Nederland. Is het kabinet bereid om te bekijken of deze extra middelen jongens en meisjes in gelijke mate ten goede komen en wellicht meisjes zelfs ietsje meer, en de Kamer daarover te informeren als de besteding gekozen is? 

UNICEF gaf in een brief van afgelopen maandag aan dat gezinnen en kinderen, zolang zij in armoede leven en bezig zijn met overleven, de inzet om kinderrechten te verbeteren niet volledig kunnen benutten. UNICEF en het College voor de Rechten van de Mens pleiten voor het vaststellen van een sociaal minimum op basis van kosten voor levensonderhoud. Gaat de minister hen daarin volgen? De Partij van de Arbeid heeft ook de wens concreet iets te doen aan de armoede, waarin kinderen nu opgroeien. Het kabinet geeft aan niet enthousiast te zijn over het verhogen van de kinderbijslag. Wij hadden in een motie gevraagd om daar onderzoek naar te doen. Ziet het kabinet wellicht meer in de invoering van een kindgebonden budget, omdat dat specifieker bij de armste kinderen terecht kan komen? 

Zoals ik al zei, zijn wij verbonden met de mensen op de eilanden, niet alleen in gedachten maar ook bijna fysiek, in ieder geval digitaal. Ik plaatste een oproepje op Facebook waarin ik de inwoners van Saba, Sint-Eustatius en Bonaire op welke manieren het nu nog lijkt alsof ze in het buitenland wonen, terwijl Caribisch Nederland onderdeel van het land Nederland is. Ik doelde daarmee niet op het weer of de begroeiing. Tientallen bewoners hebben gereageerd met inhoudelijke suggesties. Gebundeld zijn dit twintig pagina's vol met reacties en ook nog een rapport. Die wil ik de minister graag aanbieden. De bewoners geven concrete problemen aan en vaak ook oplossingen. Sommige zijn ogenschijnlijk simpel. Zo zou een Nederlands nummer van de Belastingdienst sommige inwoners een hoop geld schelen. Waarom kunnen bewoners van Caribisch Nederland eigenlijk geen DigiD aanvragen of een bewijs van hun sofinummer krijgen op het eiland? Ik hoop dat de minister schriftelijk wil reageren op alle vragen en reacties. Dat hoeft natuurlijk niet deze week, maar wellicht kan hij donderdag al wel op enkele reacties reageren. 

De voorzitter:

Ik zal de bode vragen om het stuk aan de minister te geven, maar ik vermoed dat u ook nog wel een weg weet te vinden om het rapport aan de collega's in deze Kamer aan te bieden. Dat gaat dan op een minder formele en meer rechtstreekse manier, zo heb ik de indruk. 

Ik neem aan dat er geen bezwaar tegen bestaat dat dit stuk ter inzage wordt gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Kamer. 

(Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.) 

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. De kabinetsperiode-Rutte II is bijna afgelopen, gelukkig maar, want het kabinet heeft op vele gebieden voor de Nederlandse burger een lijdensweg gecreëerd. Vandaag kunnen we de balans opmaken ten aanzien van koninkrijksrelaties. Wat heeft het kabinet voor de Nederlandse burger bereikt als het gaat om de problematiek op eilanden als Curaçao en Sint-Maarten? Het antwoord op die vraag is kort: niets. Er is helemaal niets bereikt en er is helemaal niets verbeterd. 

Laten we beginnen bij het begin: het regeerakkoord. Daarin was afgesproken dat Nederland vestigingseisen zou gaan stellen aan inwoners van Curaçao, Sint-Maarten en Aruba. Als die in ons land willen verblijven, zouden ze aan voorwaarden moeten voldoen. Specifiek werd een toets op inkomen en strafblad genoemd. De minister probeerde dit met de eilanden te regelen, maar werd keer op keer met een kluitje in het riet gestuurd. Op uitnodigingen om hierover te praten werd niet eens gereageerd: pure schoffering in feite. Collega Bosman van de VVD-fractie probeerde hetzelfde punt nog te regelen met een initiatiefwet. We kennen de afloop. Het mocht niet van de Partij van de Arbeid. Het resultaat daarvan is dat er helemaal niets verandert. Dat is leuk voor de eilanden, want die zijn weer eens bevestigd in het idee dat het loont om de zaak te traineren. Werk alles gewoon zo veel mogelijk tegen en je komt er wel weer mee weg. 

Die praktijk van mislukking staat in feite model voor alles wat er speelt tussen Nederland en het Caribische deel van het Koninkrijk. Alles stagneert, niks lukt, niks wordt opgelost. Elke keer staan we hier een waslijst van precies dezelfde problemen op te noemen. Er is steeds weer een nieuwe lijst van financiële problemen en van misdaad, corruptie en politieke chaos. En op al die problemen heeft het kabinet geen enkele grip gekregen. Het enige is dat er vier jaar zijn toegevoegd aan een toch al veel te lange periode van overzeese ellende, waarvoor de Nederlandse belastingbetaler weer eens een veel te hoge prijs heeft betaald. Meer is er niet gebeurd. Tuurlijk, hier en daar zijn er wel wat pogingen ondernomen om iets gedaan te krijgen. Denk aan het instellen van een integriteitskamer op het maffia-eiland Sint-Maarten. Maar het enige kenmerk van dat soort pogingen is dat ze altijd in de soep lopen. 

Dit is een goed moment om de minister zelf eens te vragen om de balans op te maken. Hoe vindt hij zelf dat het ging? Hoeveel blinde muren heeft hij zelf geteld waartegen hij steeds is aangelopen? De minister kan toch niet anders dan toegeven dat we geen millimeter zijn opgeschoten? Dan rest er maar één conclusie: als je weet en hebt ondervonden dat de overzeese chaos onoplosbaar is, moet Nederland er gewoon voor zorgen dat het er niet langer last van heeft. Dan moet je er gewoon voor zorgen dat er geen belastinggeld meer verdwijnt in al die bodemloze putten. 

Het is daarom hoog tijd om eindelijk de eerste stap te zetten om van de eilanden af te komen. Dat blijft de inzet van de PVV en we weten ook wat we daartoe moeten doen. We moeten namelijk zien af te geraken van artikel 73 van het VN-Handvest. Dat is cruciaal, omdat dit rare artikel ons op vrijwel alle gebieden een vergaande zorgplicht voor de eilanden oplegt. Lees het erop na. Die zorgplicht gaat over veiligheid, onderwijs, politiek en sociaal-economische omstandigheden. Je kunt het zo gek niet bedenken of we zijn er verantwoordelijk voor. Het ergste is nog dat dit artikel er ook voor zorgt dat de Nederlandse bevolking niet eens een stem heeft. De Nederlandse bevolking mag niet eenzijdig beslissen om de banden met de eilanden te verbreken. Dat kan niet. Dat mag voor niemand hier acceptabel zijn. Het is een dwangbepaling en daar moeten we zo snel mogelijk vanaf. Zolang dat niet gebeurt, verandert er helemaal niets en staan we hier elk jaar met dezelfde lijstjes met problemen. Ik krijg daar graag een reactie op van de minister. 

Ik heb nog één andere vraag aan de minister. Zolang we onverhoopt nog aan de eilanden vastzitten, wil de PVV in ieder geval de garantie dat de Nederlandse belastingbetaler nooit meer de rekening krijgt gepresenteerd voor financieel wanbeheer of tekorten op de eilanden. De nachtmerrie van de grootschalige schuldsanering enige jaren geleden ligt immers nog vers in het geheugen. Die kostte de belastingbetaler een vermogen, maar heeft de financiële problematiek desondanks niet opgelost. Kan de minister de garantie geven dat de rekening voor financieel wanbeheer of tekorten op de eilanden niet nog een keer op het bordje van de Nederlandse belastingbetaler terechtkomt? 

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Het is inmiddels tien jaar geleden dat ik als minister Koninkrijksrelaties mocht doen. Het is een eer om weer eens terug te zijn op dit onderwerp. Het voelt echter ook een beetje als het aantrekken van een oude jas. Veel oude onderwerpen en oude reflexen zijn nu nog even actueel als eerst. Zo is het wij-zij-denken nog steeds sterk aanwezig, zoals te zien is in de wet-Bosman van de VVD, die onderscheid wil maken op afkomst. Denk aan een premier die over onafhankelijkheid zegt: bel even en dan regelen we dat. Denk ook aan de beschuldigende vinger van de eilanden naar Den Haag met het "zij hebben het weer gedaan", zoals Den Haag zelf ook vaak naar Brussel doet. Nederland is geen kolonisator meer en de eilanden zijn geen calimero. We zijn allemaal Nederlander met hetzelfde Nederlandse paspoort; dat mag best eens wat vaker gezegd worden. 

We moeten meer gezamenlijk kansen pakken. Wat een winst was het bijvoorbeeld dat Aruba ons hielp om die stemming voor elkaar te krijgen bij de Verenigde Naties. Maar helaas moeten we ook samen de bedreigingen serieus nemen. Dan denk ik met name aan een instabiel Venezuela vlak voor de kust. 

Ik wil eerst iets zeggen over de autonome landen. Het lijkt alsof Rutte II ten opzichte hiervan twee houdingen heeft. Óf ze gaan erin als een olifant in een porseleinkast, zoals bij de begroting van Aruba, óf er wordt achterovergeleund met de mededeling: het is een autonome landsaangelegenheid; daar gaan we niet over. Maar zo zwart-wit is het niet. Veel zaken gaan ons allemaal aan. 

Soms denk ik echt: waar hebben we het hier dan over? Of je nu in Nederland of op Curaçao woont, de Isla-uitstoot is een drama. De afgelopen week moest de Juan Pablo Duarte School alweer de deuren sluiten. Leraren en kinderen gingen ziek naar huis, omdat die raffinaderij, de Isla, giftige rook uitspuwt. Ze mochten er niet met pers over praten. Vorig jaar heeft deze Kamer zich hierover uitgesproken. Het uitblijven van handhaving is ondeugdelijk bestuur, zo zeg ik tegen de minister. Het zo blijven stoken is een schending van de mensenrechten. Het is nu een jaar later en de minister zit nog steeds op zijn handen. Wat gaat de minister doen? 

De Curaçaose regering is nu aan het onderhandelen met een Chinese partij over het moderniseren van de Isla na 2019. Zit de minister daarbovenop? Ondersteunt hij Curaçao om afspraken te maken over een schone en financieel gezonde raffinaderij? Als we niet oppassen, hebben we over een aantal jaren niet één maar twee vervuilende raffinaderijen. Het groene Aruba heeft besloten om een deal te sluiten met een dochteronderneming van de Venezolaanse PDVSA. Om die raffinaderij nog een beetje schoon te houden moet er een dure pijplijn komen, maar heeft de minister wel scherp voor ogen dat de PDVSA via een dubieuze constructie zijn financiële problemen op de dochtermaatschappij wil verhalen? 

De heer Bosman (VVD):

Het is misschien handig als de heer Pechtold even duidelijkheid geeft. Er moet kennelijk iets gaan gebeuren en het kabinet moet dat kennelijk doen, maar ik hoor graag van D66 wat zij zou willen. De heer Pechtold zegt dat hij bang is voor twee vieze raffinaderijen. Moet het kabinet nu ingrijpen op Aruba en zeggen: die raffinaderij gaat niet open? Moet het kabinet nu ingrijpen op Curaçao en zeggen dat de raffinaderij dicht moet? Zijn dat de zaken die gedaan moeten worden? 

De heer Pechtold (D66):

VVD'ers zijn altijd een beetje zwart-wit, maar het belangrijkste is dat je ervoor zorgt dat je resultaat boekt. Met betrekking tot Curaçao vraag ik bijna terug aan de VVD: accepteert u dat kinderen ziek de school uit moeten omdat er zo'n ontzettende vervuiling is? Als we daar samen nee op zeggen, vind ik dat we met onze expertise, onze mogelijkheden en onze kennis ervoor moeten zorgen dat er na al die jaren eindelijk het begin van een oplossing komt. Het enige wat ik vaststel, is dat dat steeds niet gebeurt. 

Wat Aruba betreft: we hebben nu een brief van de minister gekregen, maar men is hier geweest. Men heeft hier op drie niveaus met het kabinet gesproken: met de minister van Binnenlandse Zaken, de minister van Buitenlandse Zaken en de premier. Mij valt op dat in dat hele proces niet een keer is gezegd: natuurlijk snappen we dat jullie geen mono-economie van alleen toerisme willen hebben, maar is het nou verstandig om terug in de tijd te gaan en daar zo'n vervuilende raffinaderij naar te zetten en kunnen we samen niet bedenken hoe dat anders kan? Ik stel vast dat dat niet is gebeurd. 

De heer Bosman (VVD):

Ik constateer dat dit een beetje arrogant Haags bestuur is. Er zijn net verkiezingen geweest op Curaçao. De mensen hebben zich hierover dus kunnen uitspreken. Er zijn partijen gekozen. Dat is heel democratisch; misschien denkt D66 daar anders over, maar de mensen hebben allemaal hun keuzes kunnen maken. Natuurlijk maken D66 en ook de VVD zich zorgen over de uitstoot van de Isla-raffinaderij, maar je kunt ook vragen hoe het met de werkgelegenheid zit. Is er wel genoeg werkgelegenheid op Curaçao? Moeten we daar ook iets mee doen of is het vrij selectief van D66? Welke keus maakt D66 concreet? Wat moet er daadwerkelijk gebeuren? 

De heer Pechtold (D66):

Iedere keus is beter dan de minister die door u wordt gesteund en die nu al vier jaar op zijn handen zit. 

De heer Bosman (VVD):

Niks dus. 

De voorzitter:

Dat laatste was niet te verstaan, want u drukte het knopje van de microfoon niet in. 

De heer Pechtold (D66):

De heer Bosman steunde mij, want hij zei "niks". Dat klopt dus. 

De voorzitter:

Nu maken we het debat even af. 

De heer Bosman (VVD):

Mijn vraag was aan de heer Pechtold. De heer Pechtold geeft dus niks aan. Hij wil helemaal niks. Hij zegt dat dit naar het kabinet gaat. D66 weet het niet, maakt geen keus en heeft geen idee wat het wil, maar roept wel van alles naar het kabinet. De heer Pechtold zegt dat het kabinet op zijn handen zit, maar als D66 gevraagd wordt wat er dan wel moet gebeuren, blijkt dat dit selectieve keuzes van D66 zijn. Kennelijk wil D66 wel iets roepen over de uitstoot van de raffinaderij, maar niet over werkgelegenheid of over andere zaken die misgaan, dus over criminaliteit of alle andere zorgen die er zijn. Moeten we dat dan maar overnemen? D66 maakt geen keuze; niet dus. 

De heer Pechtold (D66):

Ik ben net begonnen. Ik heb nog zes kantjes voor mij liggen. Wij hebben een motie van uw eigen coalitiegenoot, de PvdA, gesteund om te zeggen dat er iets moet gebeuren. Vraagt u samen met uw coalitiegenoot eens — want u "bent" het kabinet — wat er na dat jaar is gebeurd. Als het aan mij ligt, pakken we die raffinaderij aan. Dat betekent dat je ervoor zorgt dat zij schoner wordt. Daar zijn technieken voor. Je gaat zeker niet een tweede starten als je niet zeker weet dat dat financieel en geopolitiek deugt. Dat is onze taak. Buitenlands bestuur is een Koninkrijksaangelegenheid. Het kabinet kruipt daar elke keer onderuit, maar dat is een Koninkrijksaangelegenheid. Dat heb ik ook gezegd in het algemeen overleg over Venezuela. Als een land als Venezuela, een buurland op zichtafstand van deze eilanden, probeert om de verhoudingen binnen de eilanden op scherp te zetten en daar constructies bij maakt waar ik mijn twijfels bij heb en als het parlement van Aruba een week de tijd heeft om zijn oordeel hierover te vormen, vraag ik mij af wat de minister, toen die delegatie er was, heeft gedaan om ervoor te zorgen dat dit, als het al doorging, op een fatsoenlijke manier doorging. 

De heer Bosman (VVD):

Uiteindelijk moet je tot een keuze komen: wat willen we met die eilanden? D66 pakt er iedere keer heel kleine blokjes uit en maakt daar een heel groot punt van, maar uiteindelijk komt daar geen keuze uit. Iedereen wordt beschuldigd — "jullie moeten iets gaan doen" — maar wat wil D66 met die eilanden? Kennelijk is het heel selectief. Als Venezuela involved is, gaat het om Koninkrijksrelaties, maar soms gaat het volgens D66 om lokale aangelegenheden, zoals criminaliteit en werkgelegenheden. Daar hoeven we ons volgens D66 niet mee te bemoeien. Hoe selectief is D66 in de daadwerkelijke uitvoering van datgene wat het wil? Is het nu algemeen of is het maar selectief? 

De heer Pechtold (D66):

Ik heb een hele waslijst van wat ik nog meer wil, maar wie is hier nou Haags? Dat is de VVD: "Wat wil D66 met de eilanden?" Alsof het een soort volkstuintje is waar je naar eigen willekeur over kan beslissen. Er zijn zaken die we in het Statuut hebben geregeld op Koninkrijksniveau, bijvoorbeeld buitenlandse zaken. Daarom is er daar geen defensie en hebben wij dat soort taken. Dat doen we gezamenlijk; daarvoor hebben we een Rijksministerraad, die hier op een steenworp afstand zit. Daar zou de invloed van Venezuela wat mij betreft veel scherper besproken moeten worden. Als het gaat via raffinaderijen, als het gaat om een land dat op omvallen staat, Venezuela dus, als het een raffinaderij betreft die geldproblemen heeft en als onduidelijk is — ik kom daar dadelijk nog op — hoe de deal in elkaar zit, dan ligt er niet alleen een taak voor alleen ons parlement maar voor ons als Koninkrijk. 

De heer Van Raak (SP):

Er is een kwestie die de kern raakt van de knellende banden van ons Koninkrijk. Nederland is verantwoordelijk voor goed bestuur en gezonde financiën op de eilanden, maar heeft weinig middelen om dat waar te maken. We hebben het met de Isla-raffinaderij gezien. Dat is een drama. Zo'n raffinaderij hoort in ons Koninkrijk niet te bestaan. De SP is er al sinds ongeveer het jaar 2000 mee bezig om dat ding schoon en opgeruimd te krijgen, maar het lukt niet omdat het bestuur van Curaçao het niet wil. Nu ontstaat er een vergelijkbare situatie op Aruba, waar weer voor weinig geld een raffinaderij aan de overheid wordt gegeven, met alle vervuiling van dien. En er komt een financiële constructie die, zoals we allemaal weten, ondeugdelijk is. Het zal leiden tot veel vervuiling, ouwe troep en veel schulden. Wat moeten we nu doen volgens D66? Moeten we ingrijpen of moeten we niet ingrijpen? Met andere woorden: moeten we die deal ongedaan maken? Zo ja, hoe zouden we dat dan binnen het Koninkrijk kunnen doen? 

De heer Pechtold (D66):

Ik proef dat ik ook de heer Bosman nog een verder antwoord schuldig ben. Er zijn twee raffinaderijen. Eén daarvan is een ramp uit het verleden. Die gaat in 2019 over in Chinese handen. Het gaat naar Guangdong Zhenrong Energy en dan nog iets ingewikkelds. Daarover moet onderhandeld worden. Laten we ervoor zorgen dat we daar … Kijk, het is een beetje verhoudingen creëren. Dat bedoel ik met: óf de olifant door de porseleinkast, óf op je handen gaan zitten. Het kabinet dat er nu op Curaçao dreigt te komen, bestaat uit een paar partijen die zodanig op Nederland zijn georiënteerd dat je er zaken mee kunt doen. Als dat er komt, dan ga je het toch nu voorbereiden? Dan heb je tot 2019, dus ruim de tijd, om ervoor te zorgen dat er in ieder geval een stap in de richting van een schoner proces wordt gezet. 

Wat betreft Aruba, waar ik straks in mijn tekst ook nog op kom, vind ik dat we een kans hebben laten liggen. Ik vind dat een eiland dat een groen imago heeft, zich moet afvragen of het dit wil. Maar ik snap het probleem. Als je een mono-economie hebt van alleen toerisme en je 2.000 of 3.000 banen kunt creëren met iets wat er al staat, dan kun je er oud schroot van maken of zeggen dat je er wat mee kunt. Het is ook nog eens een ding dat is gespecialiseerd in Venezolaanse olie. Dat is speciale olie; die kun je niet overal ter wereld verwerken. Ik snap het dus allemaal wel. Maar zorg er dan voor dat het in één keer goed gebeurt. En zorg ervoor dat het democratische proces goed verloopt. Dat zeggen we als toezichthouder ook met zijn allen. Ik beschuldig Eman en de zijnen nergens van, maar ik vraag wel: wat is er in de tussentijd gebeurd, toen we kennelijk nog wél de kans hadden om er wat te doen? Wist u dat ze op het Torentje zaten? Wist u dat ze op de ministeries zaten? Hebben wij ooit gehoord wat daar gebeurd is? Nee. Moeten we daar nu naar vragen en staan we achteraf hier in de olie te kijken? Ja, helaas. 

De heer Van Raak (SP):

Ik ben het daar van harte mee eens. We zullen moeten bekijken hoe we de Isla-raffinaderij schoon of gesloten kunnen krijgen. 

De voorzitter:

Een moment. We hebben ook een publieke tribune en allerlei mensen die ons elders volgen. U hebt het nu over de raffinaderij op Curaçao, hè? 

De heer Van Raak (SP):

Precies, ja. 

We hebben ook een verantwoordelijkheid. Dit laat precies het probleem zien. We hebben een verantwoordelijkheid binnen het Koninkrijk, maar het enige wat we kunnen doen, is proberen om in goed overleg te treden met regeringen. Die regeringen hebben echter tot nu toe niet thuis gegeven. De situatie op Aruba is precies hetzelfde. Wat kunnen we nou doen? Dat is het grote probleem. We hebben een verantwoordelijk. Financieel gaat het volledig uit de klauwen lopen. We weten dat die vervuilde grond de bevolking zal bedreigen en niet zal worden opgeruimd. Die raffinaderij zal nog een paar jaar dienst doen. En dan? Dan hebben we een groot financieel probleem, een grote vervuiling … 

De heer Pechtold (D66):

Oké, oké. 

De heer Van Raak (SP):

… en geen werkgelegenheid. En wat kunnen we dan … 

De voorzitter:

Eén tegelijk! 

De heer Van Raak (SP):

… in het Koninkrijk doen? 

De voorzitter:

Eén tegelijk. Eerst de heer Van Raak. 

De heer Van Raak (SP):

Wat kunnen we doen? 

De heer Pechtold (D66):

Ja, dat had hij al drie keer gezegd. Dus ik dacht: volgens mij is de vraag wat we kunnen doen. 

De voorzitter:

Doet u uw eigen bijdrage, dan doe ik het voorzitten. 

De heer Pechtold (D66):

M'n handen jeuken. 

Ik zou het liefst hebben dat we vanuit goede verhoudingen meedenken en dat we niet hoeven te dreigen, dat we niets hoeven te doen. Maar als men hier van links tot rechts vraagt wat we kunnen doen — eigenlijk hoor ik de heer Van Raak die vraag ook hardop aan zichzelf stellen — dan kun je natuurlijk ook eens langzamerhand de escalatieladder, die er wel degelijk is, in kaart gaan brengen. Je kunt ook met regeringen gaan bespreken: jongens, jullie accepteren dat kinderen misselijk de school uitkomen, maar wij vinden dat geen standaard; jullie vragen aan ons om de standaard in het Koninkrijk hoog te houden, en wij vragen dat aan jullie. Ik kom in dit verband dadelijk nog op de BES-eilanden. Het heeft absoluut mijn voorkeur om het op de goede manier te doen, maar we weten ook dat er een escalatieladder kan zijn. Laten we gezamenlijk aan de minister vragen hoe hij daartegen aankijkt. 

De heer Van Laar (PvdA):

Wat betreft de Isla-raffinaderij op Curaçao staan D66 en de Partij van de Arbeid aan dezelfde kant. Ik vraag me echter af of de heer Pechtold zichzelf niet tekortdoet als hij zegt dat er niks gebeurt. Sinds de motie is ingediend — dat was overigens pas zeven maanden geleden — zijn we namelijk ongeveer het proces aan het doorlopen dat de heer Pechtold wil. Samen met Curaçao is er een aanbesteding gedaan. Er is een bureau ingehuurd, dat de hele raffinaderij, de energiecentrale en Aqualectra aan het doorlichten is. Daar komt een rapport uit en dan zou er echt iets moeten gebeuren. Dat duurt even, en ik ben het met de heer Pechtold eens dat elke dag een dag te veel is, maar ik kan wel zeggen dat er in ieder geval niemand meer op zijn handen zit. Op dat punt kunnen we elkaar toch aankijken? 

De heer Pechtold (D66):

Natuurlijk. We staan samen onder de motie. De verschillen tussen de heer Van Laar en mij zijn op dit punt stukken kleiner dan met de heer Bosman. Ik had liever gehad dat de coalitiepartner van de heer Van Laar zich daar ook zorgen over maakte. Ik ben het eens met de heer Van Laar, maar zijn rol — dat snappen de mensen thuis ook — is om de minister te verdedigen en mijn rol is om de minister een beetje op te jagen. Als ik dan in zo'n bericht lees dat er een school gesloten wordt omdat de rook de kinderen en de docenten om de oren vliegt, dan denk ik: als het in Pernis was gebeurd, dan was de wereld te klein geweest. En wij staan hier met zes, zeven specialisten ons er weer over op te winden, maar niemand doet er iets aan. De heer Van Laar en ik kijken daar hetzelfde naar. Hij zegt: de minister doet al heel wat. Ik zeg: de minister kan nog ietsje meer doen. 

De heer Van Laar (PvdA):

We zijn het eens. 

De voorzitter:

Uw zes volgende vellen, mijnheer Pechtold. 

De heer Pechtold (D66):

Ik denk dat we het punt van de PDVSA wel gehad hebben. Ik wil wel graag iets meer van de minister horen over hoe hij tegen die escalatieladder aankijkt. 

Deze weken waren er verkiezingen op Sint-Maarten en op Curaçao. Over Curaçao werden we opgeschrikt door een artikel in De Telegraaf, waarin stond dat er beïnvloeding zou zijn geweest bij de vorige verkiezingen. Een democratie kan niet zonder vrije, onafhankelijke verkiezingen. Alleen deze suggestie al is schadelijk. Laten we met de eilanden nou eens afspraken maken over politieke waarnemers uit het buitenland. Voor mijn part komen ze uit Monaco, want dat wil de VVD graag; dan zijn we het daar snel over eens. 

Om beter samen te kunnen werken is het ook van belang dat we onze conflicten beter kunnen oplossen. Daarvoor hebben we een geschillenregeling nodig. Wanneer ligt die in de Kamer? 

Ik kom op Caribisch Nederland. De eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba vallen onder verschillende ministers. Daarmee vallen ze vaak tussen wal en schip. Het is vlees noch vis. De evaluatie van 10-10-10 liet zien dat er geen sprake is geweest van een gezamenlijke visie en een gezamenlijke aanpak. De eilanden waren afhankelijk van een enkele ambtenaar, die ook nog even aan hen denkt. Dat zorgt voor tegenstrijd en willekeur. De minister keek ernaar en stond erbij, of andersom natuurlijk. Heeft hij wel een sterke regierol opgepakt? Hoe zien structurele afspraken tussen hem en de vakministeries er eigenlijk uit? 

Alleenstaande moeders met twee baantjes, ouderen die niet van hun pensioen kunnen rondkomen en kinderen die zonder eten naar school gaan: het is in Caribisch Nederland nog steeds aan de orde van de dag. Het lijkt wel alsof Asscher en Klijnsma de afgelopen tijd hebben liggen slapen, want dat ministerie heeft alles bij het oude gelaten. En het gevolg? De armoede en de werkloosheid overheersen. Voor die paar duizend mensen moeten we toch een beschaafde uitkering kunnen regelen? Toch hebben we nog steeds geen sociaal minimum … Voorzitter, ik had een aantekening gemaakt: "de VVD springt op". 

De voorzitter:

Ik zag de heer Bosman heel rustig komen aanlopen. 

De heer Bosman (VVD):

Ik vind het jammer dat D66 niet opspringt omdat we geen baan voor die mensen kunnen regelen, omdat er geen werkgelegenheid is en omdat we niet inzetten op economische ontwikkeling. Volgens mij is de beste vorm om een inkomen te verkrijgen namelijk niet een uitkering maar een baan. Hoe ziet de heer Pechtold dat? 

De heer Pechtold (D66):

Ik had het over gepensioneerden, ik had het over bijstandsmoeders met twee kinderen en ik had het over kinderen die naar school gaan. Daar regelen we geen baan voor. Verder ben ik het helemaal met de VVD eens dat de economie op die eilanden omhoog moet. Dat moeten we ook regelen, maar een sociaal minimum, waar we keer op keer over praten, vind ik een vorm van beschaving in ons Koninkrijk. 

De heer Bosman (VVD):

De problematiek van dat sociaal minimum gaat over de vraag: wat hebben mensen te besteden en hoe ontstaat dat besteedbaar inkomen? We zijn er verschillende keren geweest — de heer Pechtold waarschijnlijk ook — en we zien daar dat mensen aan het importeren slaan en dat er heel weinig ontwikkeling is van landbouw en visserij. Daar zijn allemaal mogelijkheden. Het biedt werkgelegenheid en goedkoop voedsel. Volgens mij zijn dat oplossingen voor het eiland, en daar hoor ik vrij weinig over. Of ben ik te vroeg geweest voor de heer Pechtold? 

De heer Pechtold (D66):

Nee, en laten we de tegenstellingen niet groter maken dan nodig. Natuurlijk, dat zou ik hartstikke fantastisch vinden. Ik ben er twintig keer geweest; ik zie dat er ontwikkeling is en dat men dingen probeert. Maar het moet gelijk en gelijkwaardig zijn. Er zijn zulke kansen. TNO ging naar Aruba. Mooi, leuk. Wat kunnen we met de Universiteit Wageningen? Ik woon er zelf. Wat kunnen we daar nou eens regelen op het gebied van landbouw? En zullen we de staatssecretaris die erover gaat eens vragen om ze daar eens een beetje te gaan helpen? We zetten onze landbouwtechnieken over de hele wereld in, maar hier, waar we verdorie het verschil kunnen maken voor mensen in ons eigen Koninkrijk, blijven we achter. Ik ben het met de heer Bosman eens dat de bestuurders daar ook een rol hebben, maar verdorie, hoe groot is het dagelijks bestuur van zo'n eiland? Drie man? En een raad van vijf man, als je het over Saba hebt? Of neem Bonaire, met acht politici voor een heel eiland. En wij zitten er hier met 150 en nog een heel kabinet vol, en met duizenden ambtenaren. Ik heb het over die kleine dingen. We kunnen nog tien jaar naar elkaar blijven staren of we kunnen een keer een stap doen. 

De heer Bosman (VVD):

Het mooie is dat de heer Pechtold Saba noemt. Daar gaat het redelijk goed. 

De heer Pechtold (D66):

Ja. 

De heer Bosman (VVD):

Daar zijn de ontwikkelingen redelijk goed, en er is een klein bestuur. 

De heer Pechtold (D66):

Ja. 

De heer Bosman (VVD):

Maar het gaat erom dat wij die bestuurders in hun kracht zetten. Het gaat dus niet om grote projecten. Het gaat er niet om dat de Universiteit Wageningen daar ingrijpt. 

De heer Pechtold (D66):

Nee. 

De heer Bosman (VVD):

Het gaat erom dat de bestuurders daar lokaal de spa in de grond steken. Daar gaat het om. We verliezen ons — daarover ben ik het waarschijnlijk met de heer Pechtold eens — in heel veel bestuurlijk overleg en bestuurlijke onderzoeken en allerlei rapporten en dat soort zaken. 

De heer Pechtold (D66):

Kijk! 

De heer Bosman (VVD):

Het wordt tijd voor een spa in de grond, maar dat moet wel dáár gebeuren. Dat moeten de bestuurders daar doen. Zij moeten zeggen: die ambitie hebben wij. Daar moet het gebeuren. We moeten dus oppassen dat we niet vanuit onze kant wat bevoogdend of bemoederend allerlei dingen gaan neerleggen waar de bestuurders daar net even anders over denken. 

De heer Pechtold (D66):

En dat zijn we weer eens. Maar we praten hier als politici over een raffinaderij en dat doen we al 10 jaar. Wat zeg ik? Dat ding is nu al 50 jaar bezig. De bevolking mag niet het slachtoffer worden van politici die onderling niet tot daden komen, of het nou daar of hier is. Dat geldt hier ook. Ik ga maar gelijk door met mijn betoog. De prijsstijgingen door import en marktmacht helpen ook niet mee. Groente in een supermarkt op Bonaire is bijna even duur als in Nederland. Ik snap het bezwaar van de rompslomp van een aparte mededingingsautoriteit, maar kan de ACM in Nederland wel een afdeling krijgen voor deze eilanden? En kan de minister zeggen wanneer hij meer weer over onze verzoeken om een rechtswinkel voor laagdrempelig recht en om de financiering van een ombudsman? 

In de gezondheidszorg zijn wel vorderingen gemaakt. Maar het verbaasde mij wel dat er in Caribisch Nederland nog steeds een Krankzinnigenwet van kracht is. Die stigmatiserende term voor mensen met een psychische aandoening mogen we nu toch wel eens achter ons laten? Het gaat wat mij betreft niet alleen om de naamgeving. Ik maak mij ook echt zorgen over de rechten van de mensen die daar worden opgesloten. Ik heb alle begrip voor de legislatieve terughoudendheid, maar kan de minister dit eens bekijken met zijn collega-departement van Volksgezondheid? 

Het onderwijs gaat gelukkig ook vooruit. Maar veel scholen presteren nog steeds zwaar onvoldoende. Ik las in het UNICEF-rapport over kinderrechten dat kinderen op school en thuis nog steeds lijfstraffen mogen krijgen. Dat staat lijnrecht tegenover onze aandacht voor de rechten van kinderen. Hoe wordt dit meegenomen in het actieplan kinderrechten? 

De eilanden zijn rijk aan zon, wind en water. Duurzame energie heeft hier de toekomst. Ik noem een voorbeeld. Bluerise wil op Saba energie opwekken uit het verschil tussen koud en warm oceaanwater. Een mooie bijkomstigheid is dat het ook meteen drinkwater oplevert, iets waar op Saba regelmatig een tekort aan is. Is de minister bereid om zulke projecten verder te helpen? En kan hij er ook met zijn collega van Economische Zaken voor zorgen dat Caribisch Nederland toegang krijgt tot Nederlandse regelingen voor duurzame energie? We willen klimaatverandering voorkomen, maar we moeten onszelf ook op de consequenties voorbereiden. In Europees Nederland betekent dat de dijken verhogen, maar in Caribisch Nederland betekent dat orkaanbestendig zijn. De eilanden zijn al gewend aan stormen. Orkaan Matthew is langs hen heen geraasd, maar warmer zeewater en een hogere zeespiegel kunnen de orkanen verhevigen. Is de minister bereid om met de eilanden te bekijken wat er nodig is voor klimaatbestendigheid? 

Tot slot. Na bijna vier jaar kabinet-Rutte II zie ik te weinig verschil. De symboliek is er nog steeds een van stereotypen en verdeling. De Isla-raffinaderij vervuilt nog steeds even hard en in Caribisch Nederland blijft de armoede overheersend. We moeten elkaar meer steunen en we moeten van elkaar de voordelen zien. De premier ging nu op handelsmissie naar Zuid-Korea, maar ik stel voor dat hij de volgende keer op handelsmissie gaat naar de eilanden om ze in de handel te ondersteunen. 

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Ik meende dat ik vijf minuten spreektijd had aangevraagd, maar dat laat ik nu maar even. 

Laat ik beginnen met collega Amhaouch van harte te feliciteren. Vanaf deze plaats: van harte! Ik zie aan zijn ogen dat hij zich enigszins verrast afvraagt of hij vandaag misschien jarig is, maar dat is bij mijn weten niet het geval. Het CDA is wel jarig. Vandaag is het CDA 36 jaar geworden. 

Zo ver is het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de nieuwe staatkundige structuur van het Koninkrijk, nog niet. Die nieuwe structuur bestaat nu zes jaar; het is al gememoreerd. Jaar in, jaar uit kijk je uit naar vooruitgang in de ontwikkeling van de relaties binnen het Koninkrijk. Hoe staan die ervoor? Kort samengevat komt het erop neer dat er vooral sprake is van teleurstelling op de Cariben. Dat gevoel van teleurstelling heeft ook mij in de afgelopen jaren voortdurend bekropen. Er zit zo weinig vooruitgang in de relatie met Nederland en in de ontwikkeling van de Caribische gebieden. Er is op de Cariben ook onbegrip voor de verhouding met Nederland. De levensstandaard daar is gedaald in plaats van verbeterd, zoals men gehoopt had. Kortom: de situatie is niet rooskleurig. 

Moeten we dan maar meteen weer aan een nieuwe structuur denken? Nee, dat is niet wat de SGP beoogt. Gezamenlijk moeten wij proberen om de situatie te verbeteren. Dat zal zo concreet mogelijk plaats moeten hebben. Dat vraagt echter wel voluit de inzet van de andere landen van het Koninkrijk en de andere gebiedsdelen van Nederland. Eerder vroegen wij de minister als coördinerend bewindspersoon al om een deltaplan voor het Caribisch deel van het Koninkrijk. Een integraal plan voor zowel de bestrijding van armoede en criminaliteit als de versterking van het justitiële gebeuren en de economische ontwikkeling specifiek voor ieder van de eilanden. Wat is op dit punt de stand van zaken? Er gebeurt hier en daar het nodige; de eilanden zijn soms zelf druk bezig en soms gaat het daar fout. Ik mis echter de integraliteit in de aanpak. Een soort marshallplan, zoals wij dat na de Tweede Wereldoorlog in Europa en andere gebieden in de wereld gehad hebben. Een dergelijke positie zou Nederland kunnen vervullen wat mij betreft. Graag hoor ik de reflectie van de minister op die integrale benadering. 

In januari sprak de Kamer uitvoerig over de veiligheidssituatie op Sint-Maarten. Het is duidelijk is dat daar nog veel te winnen is. Is er intussen voortgang gekomen in het overleg met Sint-Maarten? Is het noodzakelijke urgentiegevoel er intussen wel? 

Georganiseerde criminaliteit moet zichtbaar en herkenbaar aangepakt worden. Daarbij zijn goede politie en gevangenissen onontbeerlijk. Volgens zijn brief van 23 mei jongstleden is de minister tevreden over de conferentie die hierover is gehouden. Dat is in ieder geval iets, maar de vraag is of er nu ook concrete resultaten zichtbaar zijn. Is er een klein jaar later daadwerkelijk verbetering gekomen in de situatie? 

Goede justitie is ook noodzakelijk als wij kijken naar de regio. Concreet denk ik dan aan de onrust in Venezuela en de effecten die hiervan mogelijk uitgaan in de vorm van migratiestromen in de richting van de Koninkrijksdelen. Graag horen wij van de minister wat dit betekent voor onder meer de begroting van de Kustwacht. Zijn er voldoende mensen en middelen om deze problemen effectief tegemoet te treden? Wat gebeurt er concreet om migratiebeleid en asielwetgeving op orde te hebben? Wat betekent het concreet voor Nederland als er inderdaad sprake zou zijn van een grote toestroom van mensen uit Venezuela of andere landen? Ook al gaat het om autonome bevoegdheden van Aruba en Curaçao, onvoldoende grensbewaking kan ook voor Nederland problemen opleveren. 

Vervolgens nog enkele opmerkingen over de financiën. Daarover is al veel gezegd. Er is sprake van een verbeterd beheer van de openbare financiën. Onder meer is dat zichtbaar op Saba. Er is echter ook sprake van blijvende problemen op Sint-Eustatius en Bonaire. 

Meer in het algemeen blijft er sprake van een zwakke financiële situatie. Zo langzamerhand zijn er in dit opzicht grote zorgen over de positie van Aruba. Ook de laatste halfjaarrapportage laat weer zien dat het financiële beheer slecht is; laten wij het zo maar gewoon noemen. Van tijdig en adequaat aanleveren van stukken is geen sprake. Kan het College Aruba financieel toezicht het werk eigenlijk wel goed doen? Ik vraag de minister of deze financiële structuur wel afdoende is. Wat ziet de minister op dit terrein concreet als zijn taak als coördinerend bewindspersoon? 

Tot slot. De nieuwe verhoudingen binnen het Koninkrijk mogen dan in zekere zin nog pril zijn, je verwacht wel enige groei richting een verantwoorde zelfstandigheid. Ik moet zeggen dat in dat opzicht de zorgen eerder af- dan toenemen. Ik vrees dat de minister in dat gevoelen deelt — dan kunnen we dat in ieder geval samen dragen — maar ik hoor dat graag van hem zelf. 

De voorzitter:

Ik neem aan dat u bedoelt dat de zorgen eerder toenemen dan afnemen. U zei het andersom. 

De heer Bisschop (SGP):

U hebt dat weer treffend verwoord, voorzitter. Dank u wel. 

De algemene beraadslaging wordt geschorst. 

De voorzitter:

De minister zal donderdag in de loop van de middag antwoorden en dan zal het debat worden afgerond. 

De vergadering wordt van 17.06 uur tot 18.33 uur geschorst. 

Voorzitter: Wolbert

Naar boven