2 Vragenuur: Vragen Voordewind

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde. 

Vragen van het lid Voordewind aan de minister van Buitenlandse Zaken over zestien doodgeschoten Syrische vluchtelingen door Turkse grenswachten, het gedwongen terugsturen van duizenden Syrische vluchtelingen door Turkije en de gevolgen voor de EU-Turkijedeal. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. De eerste 200 vluchtelingen zijn gisteren teruggestuurd naar Turkije, onder wie 2 Syriërs, terwijl er verschillende overduidelijke signalen waren dat Turkije op dit moment de rechten en de veiligheid van vluchtelingen nog niet kan garanderen. Zo waren er berichten over het gedwongen terugsturen van circa 30 Afghaanse vluchtelingen en was er het bericht van het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten dat 16 Syrische vluchtelingen, inclusief 3 kinderen, door de Turkse grenswacht zijn doodgeschoten. Daarbij kwam nog een keer het rapport van Amnesty International over de gedwongen uitzetting van enkele duizenden Syrische vluchtelingen. 

Je zou denken dat deze berichten voldoende aanleiding geven om het terugsturen van vluchtelingen op te schorten. Het tegendeel is waar. Het kabinet gelooft president Erdogan op zijn bruine ogen. Het terugsturen is gisteren begonnen. Daarom heb ik de volgende vragen. Waarom heeft het kabinet niet voorgesteld om het terugsturen van vluchtelingen naar Turkije gegeven deze omstandigheden op te schorten? Wat gaat er concreet gebeuren opdat de Europese Commissie een onderzoek instelt naar deze berichten, waaronder het rapport van Amnesty International? Is het kabinet alsnog bereid de opschorting van het gedwongen terugsturen naar Turkije voor te stellen zolang de Europese Commissie onderzoek doet naar deze berichtgevingen? 

Minister Koenders:

Voorzitter. Hartelijk dank voor de vragen. Ik heb een aantal van die vragen beantwoord in de brief die aan de Kamer gezonden is. Gisteren is de eerste groep migranten inderdaad vanuit Griekenland teruggebracht naar Turkije. De Europese Unie heeft op haar beurt de eerste groep Syrische vluchtelingen hervestigd vanuit Turkije. Er was voor ons geen reden om dit op te schorten. 

Uiteraard hebben wij de berichten zoals uit The Times en van Amnesty International dat mensen naar Syrië zouden zijn teruggekeerd en er op vluchtelingen geschoten zou zijn, uiterst serieus genomen. In de verklaring van de Europese Unie/Turkije-top van 18 maart is verankerd dat migranten in Turkije zullen worden beschermd in overeenstemming met de relevante internationale standaarden, waarbij het principe van non-refoulement wordt gerespecteerd. Turkije heeft zich hieraan gecommitteerd. 

Het kabinet beschikt niet over indicaties dat er op vluchtelingen zou zijn geschoten. Wij zijn uiteraard op de hoogte van berichten — ik neem die zeer serieus — van niet-gouvernementele organisaties dat er op incidentele basis personen naar Syrië zijn teruggestuurd. De Turkse autoriteiten ontkennen met klem dat dit vluchtelingen betreft en benadrukken dat dit in tegenspraak is met het Turkse beleid. Dat is inmiddels geconfirmeerd in een persbericht van hen. 

We gaan niet af op de blauwe ogen van wie dan ook, maar u moet zich voorstellen dat op dit moment juist alleen de twee Syriërs zijn teruggestuurd die op eigen verzoek terug wilden naar Turkije. De anderen kunnen allemaal een asielverzoek indienen. Uiteraard zal daarbij gekeken worden naar de rechten die mensen hebben in andere landen. In die zin is het dus ook niet nodig om dit te stoppen. 

Zoals ik zojuist aangaf, is daar door de Commissie, de hoeder van deze afspraak, naar gekeken. De Nederlandse regering heeft aan de heer Avramopoulos gevraagd om dit aan de orde te stellen. Dat heeft hij ook gedaan. Deze berichten zijn ontkend. Het is nog nooit gebeurd en er hoeft dus ook nog niets stilgezet te worden, maar mochten Syriërs asiel hebben aangevraagd in Griekenland en zij op basis daarvan terugkeren, dan is het van belang te stellen dat dit gebeurt onder monitoring van de UNHCR. In die zin wordt er dus nauwkeurig naar gekeken zodat we niet iets doen wat niet volgens de afspraken is. Kort gezegd: ten eerste neem ik de berichten zeer serieus. Ten tweede is het rapport van Amnesty International nog niet gepubliceerd — er is alleen een persbericht — maar zodra het gehele onderzoek er is, gaan we daar natuurlijk zeer kritisch naar kijken, want men moet zich aan de afspraken houden. Die afspraken zijn gemaakt en geconfirmeerd. De Europese Commissie heeft dit aan de orde gesteld. Ik zal zelf aan het eind van de week naar Griekenland en Turkije reizen, juist vanwege de zorgen die ook hier daarover bestaan. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De minister zegt dat hij de berichtgeving zeer serieus neemt en dat hij ook navraag heeft gedaan bij de Turkse overheid. Dat is een beetje alsof je aan de slager vraagt om zijn eigen vlees te keuren. Dat kan toch niet genoeg zijn? Er is geen reden om nu achterover te gaan zitten. Gelukkig heeft de minister ook aan de Europese Commissie gevraagd om een onderzoek in te stellen. Ik wacht met grote belangstelling af wat er uit dat onderzoek komt. Kan de minister aangeven wanneer hij uitsluitsel krijgt over de bevindingen van de Europese Commissie? 

Ik herinner de minister ook aan de aangenomen motie over de Turkijedeal, waarin uitgesproken is dat niet alleen op papier, maar ook in de praktijk de rechten van de vluchtelingen gegarandeerd moeten worden. Ik constateer dat er op dit moment voor nog niet eens de helft van de kinderen uit Syrië onderwijs beschikbaar is, laat staan dat er sprake is van voldoende huisvesting, gezondheidszorg en toegang tot werk. Erkent de minister ook dat Turkije op dit moment nog niet volledig voldoet aan de criteria die het Vluchtelingenverdrag stelt? 

Op de Griekse eilanden zitten nu 5.000 vluchtelingen in gesloten setting. Er zijn al vluchtelingen uitgebroken uit de kampen op Chios. Mensen hebben recht op een eerlijke asielprocedure. Wanneer gaat de Europese Unie daarvoor ook voldoende advocaten, rechters en asielambtenaren naar de eilanden sturen? 

Minister Koenders:

Er zitten een aantal elementen in de vraagstelling van de heer Voordewind; eigenlijk zijn het een heleboel vragen. Ten eerste merk ik het volgende op. We nemen de kritiek op Turkije zeer serieus, maar we stellen ook vast dat daar op het ogenblik 2,1 miljoen vluchtelingen gastvrij worden ontvangen, dat die vervolgens werkvergunningen kunnen krijgen, en dat er met Turkije juist vanwege deze overeenstemming geïnvesteerd wordt om de opvang te verbeteren. Ik wijs op de 3 miljard die hier eerder in de Kamer aan de orde is geweest. 

Ten tweede doen wij niets wat niet verantwoord is. Ik wees er net op dat er geen Syriërs worden teruggestuurd die niet de mogelijkheid hadden om asiel aan te vragen. Het is dus niet zo dat die mensen terugkeren en dat ze dan vervolgens zouden verdwijnen. 

Ten derde heb ik gezegd: ik ga niet achteroverleunen. Integendeel, Commissaris Avramopoulos, als hoeder van deze overeenkomst, zit daar nu achteraan. Het gaat ook niet om bruine ogen. Ik wijs er wel op dat het nagevraagd is en dat daar vervolgens van Turkse kant een persverklaring uit voortgekomen is. Niettemin is het van belang om juist dit soort elementen zeer precies te bekijken, omdat het ook voor de Nederlandse regering van belang is dat de afspraken die gemaakt zijn met Turkije gebaseerd zijn op internationale standaarden. 

De heer Voordewind wees terecht op de noodzaak van solidariteit met Griekenland. Ik denk dat dat belangrijk is. Onder leiding van de Europese Commissie is daar een gigantische operatie gaande. De vele mensen die betrokken zijn bij het op een juiste wijze laten verlopen van de asielaanvraag moeten daar niet alleen op tijd zijn, maar ze moeten ook hun werk goed kunnen doen. Dat betekent dus ook dat er bijvoorbeeld tolken moeten zijn die de taal goed machtig zijn. Als die er dus niet zijn, zullen we mensen niet laten terugkeren. De kern is juist dat er voor iedereen de mogelijkheid is om asiel aan te vragen en dat Turkije gehouden is aan de afspraak van non-refoulement. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik vraag de minister toch om in een brief te rapporteren over de uitkomsten van het onderzoek van de Europese Commissie naar de rechten van vluchtelingen in Turkije. Ik vraag hem ook op welke termijn hij denkt dat er voldoende advocaten, rechters en asielambtenaren naar Griekenland gaan, zodat die mensen daar niet weken in die gesloten setting blijven zitten. Op welke termijn gaat dat dus plaatsvinden? 

Ten slotte. Wat gebeurt er nu met de vluchtelingen die worden teruggestuurd naar Turkije? Waar worden ze opgevangen? Mogen ze alsnog asiel aanvragen? Kan de minister daar helderheid over geven, alsook over de 50.000 die nu in Griekenland zitten en herverdeeld moeten worden over Europa? Daar is nog steeds geen plan voor. We weten nog steeds niet welke landen daartoe bereid zijn. Kan de minister zeggen op welke termijn welke landen bereid zijn om tot een hervestiging te komen van die vluchtelingen die nu in Griekenland zijn? 

Minister Koenders:

Ik kan nu niet op alle vragen een antwoord geven, omdat sommige ervan ook het beleidsterrein van mijn collega van V en J behelzen, zeker als het gaat om de precieze verdeling en de procedures. In ieder geval is het zo dat ik niet gesproken heb over een onderzoek door de Commissie. De Commissie is de hoeder van deze overeenkomst. Uiteraard behoort die — en dat doet ze ook — de vinger nauw aan de pols te houden. Op het moment dat het van belang is in de verschillende geannoteerde agenda's zal ik u daarvan op de hoogte houden. Ik meen dat we deze week nog een algemeen overleg hebben over de Raad Algemene Zaken. 

Met betrekking tot de versterking van de infrastructuur in Griekenland zal de staatssecretaris van V en J u inlichten. Onder leiding van de heer Verwey van de Europese Commissie vindt op dit moment een enorme operatie plaats. Belangrijkste punt daar zijn op het ogenblik de tolken. Juist omdat we het zo precies willen doen volgens de internationale conventies, betekent het dat er ook geen mensen naar Turkije zullen worden teruggestuurd voordat deze zaken in orde zijn. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik zou graag van de minister willen horen hoe hij weet dat mensen vrijwillig terugkeren. Uit het rapport van Amnesty International blijkt namelijk heel erg duidelijk dat mensen gedwongen worden om verklaringen te tekenen. Zelfs kinderen worden gedwongen om een vingerafdruk te zetten zodat ze vrijwillig terug zouden keren. Dus hoe weet de minister het zo zeker dat ze vrijwillig terugkeren? 

Minister Koenders:

Er zijn twee elementen. Het eerste is het terugkeren vanuit Griekenland naar Turkije. Het andere betreft de berichten van Amnesty International over mensen die van Turkije naar Syrië gaan. Ten aanzien van het eerste element heb ik aangegeven dat, voor zover wij weten, die terugkeer vrijwillig is en dat de betreffende mensen ook geen asiel hebben aangevraagd. Wat betreft het tweede heb ik niets gezegd over wat ik precies wel en niet zeker weet. In ieder geval heb ik u laten weten wat ik daarvan als reactie heb gekregen van de Turken en hoe dat vervolgens nader wordt onderzocht. De vraag was of wij dan nu direct deze overeenkomst stop zouden moeten zetten vanwege het feit dat de mensen die teruggestuurd zouden worden vanuit Griekenland misschien ook naar Syrië teruggestuurd zouden worden. Daarvan heb ik u gezegd dat dit niet aan de orde kan zijn om redenen die ik genoemd heb en vanwege de procedures zoals die verlopen. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dan concludeer ik dus dat de minister zich voornamelijk baseert op wat hij heeft vernomen van de Turkse regering. Maar dat kan natuurlijk niet voldoende zijn als het hierbij gaat om het terugsturen van mensen naar oorlogsgebied. Dat staat nou juist haaks op allerlei belangrijke verdragen. Ook in aansluiting op de heer Voordewind vraag ik nogmaals aan de minister om totdat onomstotelijk vaststaat dat mensen niet tegen hun wil worden teruggestuurd, geen mensen terug te sturen. Dat is volgens mij wel het minste wat moet gebeuren in het licht van de verschillende verdragen die we hebben ondertekend op dit gebied. 

Minister Koenders:

Ik ben het geheel met u eens: het is niet geoorloofd op basis van het principe van non-refoulement om mensen vanuit Turkije naar Syrië terug te sturen. Er zijn nu berichten over. Die kan ik niet bevestigen. Die neem ik serieus. Een organisatie als Amnesty International neem ik serieus. Ik heb daar een reactie van gehad. De Europese Commissie is dat nu aan bekijken en onderzoeken. Vervolgens worden via verschillende activiteiten de Turken in het kader van de gemaakte afspraken erop gewezen dat dit inderdaad niet het beleid kan en mag zijn. Ik kan niet vooruitlopen op andere conclusies. In ieder geval is het wat betreft de Nederlandse regering zo dat men zich daaraan moet houden en dat dus ook geen Syriërs mogen worden teruggestuurd vanuit Griekenland naar Turkije voordat er absolute zekerheid over is. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Kennelijk worden de Turken dan toch grotendeels geloofd, want de deal gaat wel door, terwijl er zeer zorgwekkende signalen zijn. De minister zegt ook dat er geen mensen worden teruggestuurd naar Turkije zolang de processen niet op orde zijn in Griekenland. Wat vindt hij dan van de uitspraak van de directeur van UNHCR Europa dat op de eerste dag van de deal 13 van de 202 asielzoekers een asielprocedure hadden gestart maar dat die niet was beëindigd? Dat is dan toch in directe tegenspraak met de deal? Hoe reageert de minister daarop en wat betekent dat voor deze deal? 

Minister Koenders:

Ik word nu met deze uitspraak geconfronteerd want ik kende die eerlijk gezegd nog niet. Met de kennis die ik heb, is het nu zo dat heel weinig mensen worden teruggestuurd, juist omdat die asielprocedure zo belangrijk is. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Maar het gaat fout. 

Minister Koenders:

U zegt dat het fout gaat. Ik vind dat eerlijk gezegd voorbarig. Mijn indruk is dat de eerste dagen juist goed zijn verlopen, maar we moeten niet overhaast opereren, juist vanwege het feit dat de operatie moet verlopen volgens de internationale conventies en regels. 

Mevrouw Kuiken (PvdA):

De minister stelt terecht dat het voorlopig moet gebeuren volgens de internationale afspraken en de afspraken die de Europese Commissie met de Turken heeft gemaakt. Een van de zorgpunten van Knaus is dat, nu de druk op de rest van Europa wat lijkt af te nemen, heel veel landen in Europa achterover leunen en het hun probleem niet meer vinden, maar dat van Griekenland en Turkije. Wat gaat Nederland ook als voorzitter doen om alle landen te blijven betrekken bij de procedures in Griekenland en de hervestiging die straks nodig is? 

Minister Koenders:

Een buitengewoon belangrijke vraag. Ten eerste is het belangrijk om deze overeenkomst te laten slagen doordat direct actie is ondernomen door zowel Duitsland als Nederland en Finland. Mevrouw Kuiken heeft volstrekt gelijk dat het de verantwoordelijkheid van alle landen is en daarom heeft de Nederlandse regering via de permanente vertegenwoordiging de komende dagen maar ook vanmiddag al een vergadering uitgeschreven om druk te zetten op alle partijen om daaraan mee te doen. Mevrouw Kuiken heeft een volstrekt terecht punt. Het kan niet alleen gebaseerd zijn op de goodwill van een aantal landen. Er moet Europese solidariteit zijn. Daarnaast zijn er ook contacten met derde landen buiten Europa om ook mee te doen aan deze verdeling van vluchtelingen. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik geef het woord aan mevrouw Lucas namens de VVD-fractie. 

Naar boven