7 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, de volgende moties opnieuw aan te houden: 34300-VII, nr. 46 en 34300-VII, nr. 44. 

Ik stel voor, morgenmiddag ook te stemmen over de moties ingediend bij het VAO Passend onderwijs. 

Ik stel voor, de volgende wetsvoorstellen aan de agenda van de Kamer toe te voegen: 

  • -Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (gegevensverstrekking Belastingdienst) (34374); 

  • -Wijziging van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek in verband met de selectieve woningtoewijzing ter beperking van overlastgevend en crimineel gedrag (34314). 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van na het reces: 

  • -het VAO Reclassering, met als eerste spreker het lid Kooiman, namens de SP-fractie. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Merkies, namens de SP-fractie. 

De heer Merkies (SP):

Voorzitter. Ik heb op 26 november schriftelijke vragen gesteld aan de minister van Financiën en aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over duurzame investeringen in de bankensector. Ik wil daarover rappelleren. 

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Ook van mijn zijde een rappel. Ik heb op 21 december schriftelijke vragen gesteld aan de minister en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de dood van een Eritrese asielzoeker. Daarvoor is op 13 januari een uitstelbericht gekomen, maar omdat er inmiddels weer drie weken verstreken zijn, wil ik bij dezen verzoeken de vragen zo snel mogelijk te beantwoorden. 

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan de heer Sjoerdsma. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter, goed dat u weer terugbent. Ik heb een rappel over de onbeantwoorde schriftelijke vragen over een vermeend Oekraïens filmpje dat op internet is geplaatst, ingezonden op 21 januari, aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Veiligheid en Justitie. 

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Dan heb ik een tweede rappel. Dit betreft het verzoek om een spoedige beantwoording van de schriftelijke vragen die collega Omtzigt en ikzelf hebben gesteld aan de minister van Veiligheid en Justitie over de primaire radargegevens van de MH17. We hadden daar een korte deadline op gezet, omdat dit voortvloeide uit een eerder plenair debat. Die deadline is helaas niet gehaald. We zouden graag zien dat deze Kamervragen voor vrijdag 12.00 uur worden beantwoord. 

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Ik moest even nadenken, omdat de termijn nog niet is verstreken, maar dat is in verband met het debat. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Dat klopt; dat is inderdaad in verband met het debat en met een motie die collega Omtzigt heeft aangehouden, een motie die weer samenhangt met deze vragen. 

De voorzitter:

Dank u wel. U had nog een verzoek. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Helemaal tot slot een vooraankondiging van een VAO over de extra JBZ-raad. Ik zag al op het conceptschema dat u dat hebt ingepland, inclusief stemmingen. Mijn dank daarvoor. 

De voorzitter:

Gaan we doen. 

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren, namens de GroenLinksfractie. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Ook ik heb een rappel in verband met onbeantwoorde schriftelijke vragen over de berichtgeving van RTV Oost over het gevaar voor mens en natuur van afvalwaterinjectieputten van de NAM in Overijssel. Die vragen zijn op 28 december ingezonden. Na het krokusreces voeren we een debat over mijnbouwbeleid, waarbij de beantwoording van deze vragen essentieel is. Graag het verzoek of ze ruim voor het debat beantwoord kunnen zijn. 

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan de heer Verhoeven, namens de D66-fractie. Er stond eerst een verzoek van mevrouw Swinkels op de lijst, maar dat heeft zij ingetrokken. 

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Ik wil graag rappelleren op de onbeantwoorde schriftelijke vragen aan de minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat Rusland de Nederlandse politiek beïnvloedt. Die vragen zijn gesteld op 19 januari 2016. 

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Bergkamp, maar ik zie haar niet. 

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Ik zal namens mevrouw Bergkamp spreken. Ik heb een rappel op de onbeantwoorde schriftelijke vragen van mevrouw Bergkamp aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Buitenlandse Zaken over een voormalig coffeeshopeigenaar die is veroordeeld in Thailand. Die vragen zijn gesteld op 16 november 2015, dus dat is al enige maanden geleden. 

De voorzitter:

Dat klopt. Volgens mij heeft mevrouw Bergkamp er vaker naar gevraagd. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Mevrouw Bergkamp is waardig waargenomen door de heer Verhoeven. 

Het woord is aan de heer Wassenberg. 

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Ik wil graag een vooraankondiging doen van een VAO Gewasbeschermingsmiddelen. Dat VAO, inclusief de stemmingen, zal gelet op de procedures in Brussel in de eerste week na het reces moeten plaatsvinden. Dit in verband met stemmingen in de standing committee over de hertoelating van het bestrijdingsmiddel glyfosaat. Het is belangrijk dat de Kamer zich daar op tijd over kan uitspreken. 

De voorzitter:

Dank u wel. Wij zullen daar rekening mee houden. 

Het woord is aan mevrouw Van Veldhoven. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Ik heb alleen een vooraankondiging van een VSO Milieuraad vlak na het reces. 

De voorzitter:

Dat gaan wij doen. 

Het woord is aan de heer Bosman. 

De heer Bosman (VVD):

Voorzitter. Wij hebben een antwoord gekregen op de vragen over de Wet STROOM, de nieuwe wet voor het behalen van de energiedoelen. Het verzoek is om op korte termijn, nog deze week, hierover een debat of een wetgevingsoverleg te voeren. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Het is een heel belangrijk wetsvoorstel, dat wij snel moeten behandelen. De heer Bosman zet zijn collega's echter voor het blok als hij stelt dat de behandeling van het wetsvoorstel, inclusief de stemmingen, morgen, ruim een dag later, moet plaatsvinden. Dat lijkt mij ook niet nodig. Als wij op 1 maart aanstaande het debat voeren, heeft de Eerste Kamer nog een maand om het voorstel te behandelen. Ik onderschrijf dat wij op tijd moeten zijn, maar de bloedspoed waarmee de heer Bosman het debat binnen ruim een dag wil inplannen, maakt het heel moeilijk voor de andere partijen om zich goed voor te bereiden. Ook al is het een vervolg op een eerder wetsvoorstel, het is toch belangrijk dat wij deze wet zorgvuldig behandelen. Dat wil mijn fractie graag. Daarom geen steun voor het verzoek van de heer Bosman. 

De heer Smaling (SP):

Kortheidshalve sluit ik mij aan bij de woorden van mevrouw Van Veldhoven. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ook ik sluit mij aan bij de woorden van collega Van Veldhoven. Het is jammer dat het op deze manier moet. 

Mevrouw Klever (PVV):

Geen steun. Het gaat om wetgeving en die moeten wij op een normale, fatsoenlijke manier behandelen. Ik wil het wetsvoorstel graag nog even met mijn fractie bespreken tijdens de eerstkomende fractievergadering. Geen steun dus voor het verzoek om het met spoed te behandelen. Het debat kan prima na het reces plaatsvinden. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Wij steunen het verzoek wel. Wij hebben dit deel van de wetsbehandeling uitentreuren besproken. Er zijn geen nieuwe feiten of nieuwe argumenten, dus het wordt een herhaling van zetten. Ik zou het jammer vinden als sommige van mijn collega's dit aangrijpen om het realiseren van wind op zee verder te vertragen. Mijn fractie is veel gelegen aan dit punt. Ik ben ervoor om dit snel te doen als dat op enige fatsoenlijke manier in te plannen is. 

De voorzitter:

Nee, dat was uitlokking. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Een punt van orde. Ik neem hier echt afstand van. Zorgvuldigheid is echt belangrijk. Wij willen daarom het wetsvoorstel op een fatsoenlijke manier met onze fractie kunnen bespreken. Dat mevrouw Van Tongeren het op deze manier naar voren brengt, valt mij vies van haar tegen. 

De voorzitter:

Geen debat. Nee, geen discussie. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Alleen even voor de helderheid. Kan de heer Bosman mij de bevestiging geven dat het wetsvoorstel voor 1 april aanstaande door de Eerste Kamer moet zijn behandeld? Als dat zo is, dan geeft ons dat een perspectief op de tijd die wij ervoor hebben, want niemand wil vertraging met dit wetsvoorstel. Daar heeft mevrouw Van Tongeren niet het alleenrecht op. 

De heer Bosman (VVD):

Op basis van de tijdlijn die ik voor mij heb, moet het deze week behandeld worden. Anders gaan wij het niet redden. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dan meer details daarover. Heel concreet: is 1 april de uiterste datum voor de Eerste Kamer? Zo nee, wat is dan de uiterste datum? Als het 1 april is en wij op 1 maart dit wetsvoorstel behandelen, dan heeft de Eerste Kamer nog een maand. In dat geval klopt de stelling van de heer Bosman dus niet dat het wetsvoorstel nog deze week behandeld moet worden. 

De heer Bosman (VVD):

Volgens mij moet de wet 1 april in het Staatsblad staan. Dat betekent dat de hele behandeling daarvoor moet hebben plaatsgevonden. Ik ga dat risico niet nemen. Wij hebben al vertraging opgelopen. Zoals mevrouw Van Tongeren al zei, is dit geen voortzetting maar een herhaling. Het is identiek aan datgene dat wij al hebben gedaan. Echt, er is niets nieuws onder de zon. Ik vind het jammer dat wij nu net doen alsof het een voortzetting is of een ander debat. Het is exact hetzelfde debat, dus kan het met alle zorgvuldigheid gewoon worden gedaan. 

Mevrouw Maij (PvdA):

Steun voor het verzoek. 

De heer Bisschop (SGP):

Ik heb niet goed zicht op de termijnen, maar vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid zou het mijn voorkeur hebben om het in ieder geval niet al voor morgen te plannen maar zo snel mogelijk na het reces. 

De voorzitter:

U bent dus niet voor een behandeling van het wetsvoorstel deze week? 

De heer Bisschop (SGP):

Ik voel veel voor het voorstel van collega Van Veldhoven. 

De heer Smaling (SP):

Dit wordt wel regeren per decreet, hè. "Op 1 april is de deadline." Er is geen deadline, het is een nieuw wetsvoorstel en de Kamer heeft gewoon het recht om daar op de geëigende manier naar te kijken. Er wordt gezegd dat het identiek is aan een vorig wetsvoorstel, maar dat is niet zo. Ik wil de voorzitter dan ook in overweging geven om hierin een normaal traject af te leggen. Wij gaan niet liggen voor een snelle behandeling na het reces. Als SP zijn wij ook niet tegen wind op zee, zoals mevrouw Van Tongeren zegt. Laten wij het gewoon afhandelen zoals het bij alle wetgeving gaat: netjes en zorgvuldig. 

De voorzitter:

Ik kijk eerst naar de aanvrager om te zien of hij gevoelig is voor de argumenten die net zijn genoemd. 

De heer Bosman (VVD):

Zorgvuldigheid is ingebouwd. Iedereen heeft de tijd gehad om tijdens het wetgevingstraject STROOM alles uitentreuren te behandelen. De wet is in de Tweede Kamer aangenomen. Daar is uitentreuren over gesproken. Ik heb er geen moeite mee als collega's nog eens willen herhalen wat ze toen hebben gezegd. Dat kan morgen. Dat vind ik prima. Ik blijf dus bij mijn verzoek, voorzitter. 

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor een behandeling van het wetsvoorstel nog deze week. De eerste week na het reces hebben wij ook een volle agenda, maar wij zullen bekijken wat de mogelijkheden zijn. Behandeling van wetgeving kan ook op een andere manier, het hoeft niet altijd plenair. 

De heer Bosman (VVD):

Het mag een wetgevingsoverleg zijn, maar dan wel deze week. 

De voorzitter:

Ik kijk even rond. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Mag ik de heer Bosman om enige coulance vragen op één punt? Hij maakt zich zorgen over de snelheid van de behandeling van deze wet. Wij willen geen van allen dat wind op zee vertraging oploopt. Er is gewoon onduidelijkheid over de vraag of wat de heer Bosman nu zegt — het moet morgen behandeld worden, anders zijn wij te laat — wel klopt. Als dat echt klopt, heeft hij mijn steun. Als het niet klopt, moet er enige coulance zijn ten opzichte van de collega's. Kunnen wij het kabinet om een brief vragen, nog vanmiddag te ontvangen, over de vraag of 1 maart onmogelijk is? Als 1 maart ook mogelijk is, wil ik een dringend beroep doen op de heer Bosman om coulance te hebben tegenover de collega's. 

Mevrouw Klever (PVV):

Ik heb grote moeite met de manier waarop dit hier gebeurt. Het gaat om een wet die voor het kerstreces door de Eerste Kamer verworpen is. Vervolgens heeft de minister er twee maanden over gedaan om een nieuwe wet te maken en dan moet die binnen een week door deze Kamer. Dat kan gewoon niet! Het gaat om wetgeving en die moeten wij zorgvuldig behandelen. Ik wil de wet echt niet vertragen, maar als wij kiezen voor de eerste week na het reces, heeft iedereen de tijd om het netjes te behandelen. Dat lijkt mij op z'n minst een nette manier. 

De voorzitter:

Laatste rondje, mevrouw Van Tongeren, anders blijven wij bezig. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Wij hebben dit ook tijdens een procedurevergadering besproken, met precies dezelfde argumenten. Ook hebben wij besproken wanneer het precies waar moet liggen. Toen werd al gezegd: wij willen per se een schriftelijke ronde. De partijen die zeggen dat deze wet al eens is aangenomen, hebben daarop gezegd: oké, jullie willen het zorgvuldig, we geven jullie de ruimte voor een schriftelijke behandeling. Toen hebben wij ook gezegd dat wij de wet deze week zouden behandelen. Om dan nu weer te komen met "nee, toch maar weer twee weken uitstel", vind ik niet netjes ten opzichte van de procedure. Er staat niets in deze wet wat deze Kamer niet al eens heeft aangenomen. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Van Veldhoven. Laten wij die brief over de tijdlijn vandaag ontvangen. Ik vraag inderdaad coulance van de heer Bosman van de VVD. Zorgvuldigheid is ontzettend belangrijk voor ons. De ontvangen schriftelijke beantwoording willen wij op een goede manier verwerken in onze bijdrage. 

De voorzitter:

Mijnheer Bosman. 

De heer Bosman (VVD):

Zorgvuldigheid is er. Sterker nog, over de behandeling hadden wij met de collega's afgesproken dat het zelfs een hamerstuk zou kunnen worden als de antwoorden van de minister helder zouden zijn. Het zou zelfs een hamerstuk kunnen worden. Als de antwoorden goed zouden zijn, konden we er gewoon een hamerstuk van maken. Ik blijf dus bij mijn verzoek. 

De voorzitter:

Er is wel een meerderheid voor het houden van een wetgevingsoverleg. We gaan goed overleggen en we gaan bekijken of we hieruit kunnen komen. 

Daarmee zijn we gekomen aan het einde van de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven