2 Vragenuur: Vragen Voordewind

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Voordewind aan de minister-president, minister van Algemene Zaken, over de uitkomsten van de EU-Turkijetop. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Afgelopen zondag nam de premier namens Nederland deel aan de EU-Turkijetop om een deal te sluiten over de gemeenschappelijke aanpak van de vluchtelingencrisis. Dat is uiteraard een gedeeld humanitair probleem waarbij duidelijke onderlinge afspraken noodzakelijk zijn. Toch is de ChristenUnie verbaasd en verontwaardigd over het pakket dat is afgesproken. Van tevoren heeft de Kamer de premier duidelijk een boodschap gegeven richting Brussel: een gemeenschappelijke aanpak en toetreding tot de EU zijn twee gescheiden trajecten. Zoals iedereen weet, lapt Turkije vele mensenrechtenbepalingen aan zijn laars. Kritische journalisten worden monddood gemaakt. Nederlandse Turken krijgen ongewenst stemadvies. 1.300 vluchtelingen zijn inmiddels opgepakt en dreigen te worden uitgezet naar Syrië. Maar de Europese Unie gaat doodleuk met vernieuwde energie toewerken naar toetreding. Dat is de omgekeerde wereld.

Daarom heb ik de volgende vragen. De afschaffing van de visumplicht voor de Turken heeft werkelijk niets met de aanpak van de vluchtelingenproblematiek te maken, en toch heeft de premier dit weggegeven. Dat staat haaks op de aangenomen motie-Voordewind/Van der Staaij. Waarom marchandeert deze premier met de EU-criteria ondanks een heldere uitspraak van de Kamer? Ook moet iedere lidstaat nog apart instemmen met de afschaffing van de Turkse visumplicht. Gaat de premier hierover zijn veto uitspreken en daarmee de motie alsnog uitvoeren?

Minister Rutte:

Voorzitter. Dit is de dag van het afscheid van de fractievoorzitter van de ChristenUnie, Arie Slob. Aan met hem samenwerken, bewaar ik de beste herinneringen. Ik vind het bijzonder en stel het zeer op prijs om deze vragen van de ChristenUnie te beantwoorden.

Laat ik vooropstellen dat het kabinetsbeleid erop is gericht om de toestroom van vluchtelingen naar Europa in te dammen. Wij kunnen niet op dit hoge niveau doorgaan. Daar hebben wij twee instrumenten voor. Ten eerste willen we het cynische businessmodel van de mensensmokkelaars kapotmaken, die voor geld mensen grote risico's laten nemen bij de oversteek naar Europa. Ten tweede willen we bereiken dat het asielshoppen in Europa beëindigd wordt. De afspraken met de Turken zijn erop gericht om het eerste doel te bereiken, namelijk het businessmodel slopen en ervoor zorgen dat mensen de oversteek niet meer maken. Dat vinden we van groot belang.

Daarom is er een actieplan met verschillende elementen. Daar staat een financiële bijdrage tegenover. De Turken zijn veel geld kwijt aan de opvang van 2 miljoen Syrische vluchtelingen in Turkije, inmiddels al meer dan 8 miljard dollar. Europa is bereid om het geld niet aan Turkije te geven, maar dat te steken in de opvang, het onderwijs en de gezondheidszorg van de Syriërs in Turkije. Dat gebeurt tegen strikte voorwaarden en strak geconditioneerd, en het geld wordt in fases uitgekeerd.

Dan zal ik nu ingaan op de vraag van de heer Voordewind. De visumplicht wordt niet weggegeven of vrijgegeven. Turkije zal moeten voldoen aan alle voorwaarden voor een opheffing van de visumplicht die we eerder zijn overeengekomen. Dat traject loopt. Dat is overigens ook in het belang van Europa en van de aanpak van het vluchtelingenvraagstuk, want voor het terugsturen van mensen die naar Europa komen, hebben we belang bij verdere afspraken over de visumverhoudingen tussen Europa en Turkije. Er is dus geen sprake van dat wij marchanderen met criteria, zoals de heer Voordewind zei, of dat wij die visumplicht hebben weggegeven. We gaan bekijken wat er kan. Als ze voldoen aan alle criteria, dan zetten we de volgende stappen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het is dan toch verrassend dat de Turken zeggen dat de deal is gesloten om in ieder geval volgend jaar oktober tot een visumliberalisatie te komen. Dat betekent feitelijk eigenlijk dat de Syrische vluchtelingen in Turkije worden tegengehouden en de Turken vanaf volgend jaar oktober — natuurlijk zullen er nog een aantal gesprekken gevoerd worden — vrij kunnen reizen naar Europa. Dat is de omgekeerde wereld. Hoe verklaart de minister-president dan dat de Turken de overwinning claimen van de visumliberalisatie die eraan zit te komen? Zij spreken namelijk wel degelijk van een deal. Omdat zij bereid zijn om de vluchtelingen op te nemen, hebben wij daarvoor in de plaats gekregen een visumliberalisatie. Hoe reageert de minister-president daarop?

Minister Rutte:

Ik verwijs naar het vorige antwoord. De afspraken die gemaakt zijn, raken aan het voorkomen dat er irreguliere migratie plaatsvindt van grote stromen vanuit Turkije via Griekenland over de westelijke Balkanroute. Daar zijn de afspraken op gericht. Ten aanzien van de visumliberalisatie is afgesproken dat we ons houden aan alle criteria en dat het alleen kan als aan alle criteria zal worden voldaan.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dan blijft het opmerkelijk dat met vernieuwde energie versneld die toetredingsgesprekken gevoerd gaan worden. Dat duidt er toch op dat er wel degelijk gemarchandeerd zal worden met die criteria. Dat druist in tegen de aangenomen motie in deze Kamer. Laat ik dan in ieder geval vragen of de minister-president kan toezeggen dat de 3,5 miljard niet rechtstreeks worden overgemaakt aan de Turkse regering. Mijn tweede vraag daarbij is de volgende. Wil hij bevestigen dat het terugsturen van vluchtelingen richting Turkije alleen kan plaatsvinden als het Vluchtelingenverdrag in zijn geheel is ondertekend door Turkije oftewel dat de veiligheid en de rechten van vluchtelingen worden gegarandeerd, wat het geval is op het moment dat Turkije het Vluchtelingenverdrag daadwerkelijk ondertekent, voordat wij ook maar iemand terugsturen naar Turkije? Kan de minister-president daar bevestigend op antwoorden?

Minister Rutte:

Ik ben nu een heel klein beetje de draad kwijtgeraakt, want de heer Voordewind begint nu over de toetredingsonderhandelingen. Dat is een heel ander chapiter. Ook daarvoor geldt dat alleen als de Turken voldoen aan alle criteria, wij hoofdstuk voor hoofdstuk kijken naar die relatie. Dat gaat nog heel erg lang duren. Ook daarbij is geen sprake van een verzwakking van de criteria. Dus de Kamermoties worden op beide punten volledig uitgevoerd.

Op de vraag of dat geld niet wordt overgemaakt aan de Turkse regering kan ik bevestigend beantwoorden; dat doen wij niet. Dat geld wordt beschikbaar gesteld voor de opvang van Syrische vluchtelingen in Turkije van wie ongeveer een kwart miljoen zich in de kampen bevinden en zo'n 1,7 miljoen elders, in vooral het zuidelijke deel van de Turkse samenleving, dit om te zorgen dat ze daar beter onderwijs en betere gezondheidszorg krijgen zodat de condities verbeteren en daarmee ook de reden om eventueel uit die kampen naar Europa te gaan, wordt weggenomen. Het is de komende dagen vooral van belang dat zichtbaar wordt — dat is echt cruciaal om ook het vertrouwen te krijgen in het uitvoeren van deze deal — dat de Turken er in slagen om die stroom van irreguliere migratie naar Europese vergaand in te dammen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De minister-president trekt het geheel uit elkaar. Hij zegt dat we over het ondertekenen van het Vluchtelingenverdrag pas gaan spreken op het moment dat dat hoofdstuk aan de orde is. Ik constateer dat deze onderhandelingen hebben geresulteerd in het mogelijk terugsturen van vluchtelingen naar Turkije Dat schijnt in de deal besloten te zijn. Dan vraag ik de minister-president op z'n minst om te eisen van Turkije dat de rechten van vluchtelingen zoals we die in Europa en in Nederland gewend zijn, gegarandeerd worden door Turkije voordat er ook maar een vluchteling kan worden teruggestuurd.

Minister Rutte:

De afspraken zijn er juist op gericht om ervoor te zorgen dat de opvangmogelijkheden voor de vluchtelingen in Turkije verbeteren. De Europese Unie is bereid om daaraan financieel bij te dragen. Wat nu voor de komende dagen en weken cruciaal is, is dat daadwerkelijk dat deel van de afspraken dat ziet op het indammen van die stroom die overzee via Griekenland en vervolgens over land via de westelijke Balkan naar Europa komt, wordt nagekomen, dus dat de Turken erin slagen om die stroom in te dammen. Ik heb dat een-op-een ook besproken met de Turkse premier Ahmet Davutoglu en heb hem gezegd: daarvan zal afhangen of het vertrouwen groeit in Europa dat we deze deal daadwerkelijk kunnen uitvoeren; pas als dat vertrouwen gegroeid is, kan er sprake zijn van het getrancheerd beschikbaar stellen van geld voor de opvang van Syrische vluchtelingen. Daarnaast lopen bestaande trajecten over visumliberalisatie en toetreding en daarvoor gaan we de criteria niet afzwakken.

De heer Fritsma (PVV):

De premier maakt zich afhankelijk van de Turkse tiran Erdogan. Dat is verschrikkelijk, ook omdat hij Turkije visumvrijstelling en EU-toetreding in het vooruitzicht stelt. Dus naast de huidige asielinvasie dreigen we een Turkse invasie te krijgen. De PVV roept de premier op om dat nooit en te nimmer te laten gebeuren.

Minister Rutte:

Die invasie gaan we niet krijgen. Bovendien begrijp ik de PVV soms echt niet, want we leven niet op een eiland. We hebben te maken met een grote asielstroom vanuit Turkije via Griekenland en de westelijke Balkan naar Europa. Als je die wilt indammen, zul je afspraken moeten maken met landen aan de randen van Europa. Als je daar niet toe bereid bent, zal de asielstroom niet worden ingedamd. Je kunt niet allebei doen en dan het eerste wel bereiken en het tweede niet. Dat gaat niet.

De heer Fritsma (PVV):

Helaas maakt de premier zich afhankelijk van anderen, van de EU en van Turkije. Waarom is hij niet mans genoeg om het heft in eigen handen te nemen? Je kunt deze problemen oplossen door de Nederlandse grenzen te sluiten en geen enkele asielzoeker meer toe te laten. Dat moet er gebeuren. De premier heeft de asielcrisis al erg genoeg uit de hand laten lopen.

Minister Rutte:

Ik verwijs de heer Fritsma naar het interview met zijn eigen partijleider, die ook zegt dat dat onzin is.

De heer Omtzigt (CDA):

De CDA-fractie heeft grote bedenkingen bij de afspraken die zijn gemaakt, zoals het versneld gaan onderhandelen over de toetreding terwijl er het slechtste voortgangsrapport van Turkije ooit ligt. Ik heb het een achteruitgangsrapport genoemd. Journalisten worden opgepakt, mensenrechten worden met voeten getreden en wij gaan praten over toetreding, betalen en de visumdeal, in ruil voor een onzekere toezegging.

De voorzitter:

Uw vraag?

De heer Omtzigt (CDA):

Nu zitten we met het feit dat we zelfs nog geen verslag hebben van die Raad en het hier dan even zouden afdoen in het vragenuur. Kan de regering met spoed laten weten wat er nu precies is afgesproken, zodat we in de Kamer over de meest serieuze en vergaande afspraak die de minister-president deze maanden maakt, ook serieus een debat kunnen voeren in plaats van een vluggertje hier?

Minister Rutte:

Ik ga niet over de interne procedures van de Kamer. Dat laat ik tussen de heer Omtzigt, de Voorzitter en de rest van de Kamer. Ten aanzien van zijn andere vragen: natuurlijk, dat verslag komt, zoals het altijd komt. Daar wordt nu de laatste hand aan gelegd. Ik kan ook tegen de heer Omtzigt zeggen dat wij heel precies zullen meten of de Turken hun afspraken nakomen. Ik zeg er wel één ding bij. Wij kunnen in dit deel van Europa niet doorgaan met deze asielinstroom, met deze grote aantallen. Dat betekent dat je op alle fronten tegelijkertijd moet werken: met de Oost-Europeanen zorgen voor een gelijke verdeling van asielzoekers over Europa, zodat er inderdaad een einde komt aan dat asielshoppen, maar nog belangrijk is het indammen van de toestroom van vluchtelingen naar Europa. Dat gaat alleen als je afspraken maakt met de landen in de regio. Dat doen we nu met Turkije. Wat mij betreft gaan we het daarna ook doen met Libanon, met Jordanië en met andere landen. Ik hoop van harte dat deze afspraken slagen. Ik heb nog een laatste punt voor de heer Omtzigt, want ik weet dat hij dat ook wil: het indammen van de vluchtelingenstroom. Hij denkt daar precies zo over. Daarbij hoort ook dat we nergens, maar dan ook helemaal nergens verslappen op de criteria wat betreft toetreding en visumliberalisatie. Dat gaan we niet doen. Ik weet dat de heer Omtzigt mij daar scherp aan zal houden, en terecht. Het zal niet nodig zijn, want dat doen we zelf al.

De heer Bisschop (SGP):

In de aanloop naar deze top heb ik het gedrag van Turkije vergeleken met de houding van een oosterse marktkoopman die stevig onderhandelt over een goede prijs. Eigenlijk is mijn vraag aan de minister-president de volgende. Als de minister-president nu naar de resultaten kijkt en ziet welke reactie er van de Turkse regering komt, wordt hij dan ook bevestigd in dat beeld van een marktkoopman die goed heeft onderhandeld en, in tegenstelling tot wat de meeste koopmannen op die oosterse markten doen, vervolgens heel hard uitroept dat hij een fantastische deal heeft gesloten? Zet dat de minister-president aan het denken over de interpretatie van de afspraken die zijn gemaakt?

Minister Rutte:

Ik heb als VVD'er geen enkel bezwaar tegen kooplieden op de markt. Ik ben hun grootste fan. Ten aanzien van deze concrete deal met de Turken geldt echter maar één criterium bij de vraag of het lukt, namelijk of zij er de komende dagen, de komende weken in slagen om die grote asielinstroom naar Europa in te dammen. Als dat lukt, zijn we dus bezig om uitvoering te geven aan de afspraken. Als dat niet lukt, leveren zij niet en dan komen ook de andere dingen niet tot stand. Het is heel simpel en het is heel makkelijk te meten. We kunnen dat allemaal iedere dag in de gaten houden.

De voorzitter:

De tweede vraag voor mijnheer Bisschop?

De heer Bisschop (SGP):

Ja, ik investeer die ook in dit onderdeel.

De voorzitter:

In de minister-president!

De heer Bisschop (SGP):

Ik hoor de minister-president nu nadrukkelijk zelf de verbinding leggen tussen het nakomen van de afspraken door Turkije en de afspraken die zijn gemaakt ten aanzien van — dus ook — de gesprekken over een visum en gesprekken over toetreding tot de EU. Klopt dat?

Minister Rutte:

De gesprekken over visumliberalisatie hebben natuurlijk alles te maken met de vluchtelingenstroom. Er zijn bestaande afspraken over visumliberalisatie. Daarin moeten de Turken voldoen aan zeer precieze, zeer concrete, zware criteria. Alleen als ze daaraan voldoen, kan de volgende stap worden gezet. Hetzelfde geldt voor de afspraken over stap voor stap bekijken of de Turken in staat zijn om verder te komen op hun weg naar toetreding. Het is maar zeer de vraag of dat lukt. Wij staan voor onze handtekening. Wij zijn bereid om die gesprekken te voeren, maar wij zullen nergens verslappen op de criteria. Ik zeg er nog een keer bij, ook tegen de heer Bisschop, dat we hier niet zo veel te kiezen hebben dat we kunnen zeggen: we hebben geen zin om met de Turken te praten, laat die vluchtelingenstroom maar komen. Ook de SGP, het CDA en andere partijen in de Kamer hebben gezegd: op dit niveau kunnen wij niet doorgaan. Het kabinet is dus van opvatting dat we afspraken moeten maken met de landen in de regio. Dat doen we nu als eerste met de Turken. We gaan bekijken of dat werkt. Ik zeg nogmaals dat de heer Bisschop zich geen enkele zorg hoeft te maken. Wij houden strikt vast aan alle criteria op de punten waar hij bezorgd over is.

De heer Verhoeven (D66):

De minister-president zegt nu: we hebben niets te kiezen. Dat is altijd een gevaarlijke positie als je aan het onderhandelen bent, want dan kun je ook geen eisen stellen. Er wordt nu steeds gezegd dat er tempo en nieuwe energie in de onderhandelingen moet zitten. Dan zegt de Kamer dat we niet moeten marchanderen. Dan zegt de premier: we gaan niet marchanderen, we houden vast aan de criteria; daar hoeven jullie niet bang voor te zijn. Maar als je de onderhandelingen blijft versnellen, er nieuwe energie in blijft stoppen en je weet dat die muur dichter bij komt omdat de Turken niet dichter bij de criteria zijn gekomen, dan kunnen er toch maar twee dingen gebeuren: of we gaan alsnog marchanderen of er komt geen deal?

Minister Rutte:

Dat onderhandelingsproces duurt nog jaren en jaren. Heel weinig mensen hier in deze zaal — ik denk dat ik de enige uitzondering ben — zal die afronding meemaken in een actieve politieke functie. Dat was een grapje.

De heer Verhoeven (D66):

O.

Minister Rutte:

De heer Verhoeven zal waarschijnlijk de enige uitzondering zijn. Het gaat nog jaren en jaren duren. Het is wel een feit dat wij alleen de vluchtelingenstroom kunnen indammen als we afspraken maken met de landen in de regio. De belangrijkste afspraak die nu gemaakt wordt, en die vind ik ook volstrekt reëel, is dat wij bereid zijn mee te betalen aan de opvang van Syrische vluchtelingen in de Turkse samenleving. Dat is een logische afspraak. Je kunt niet verwachten dat zij de kraan dichtdraaien en vervolgens alle kosten voor de opvang van Syrische vluchtelingen voor hun rekening komen. Ik vind dat een zeer reële afspraak. En ten aanzien van die andere twee onderwerpen: daar liepen al afspraken; we houden strikt vast aan alle criteria.

De heer Van 't Wout (VVD):

Dat Turkije op allerlei fronten niet voldoet aan onze wensen ten aanzien van democratie en mensenrechten is natuurlijk volstrekt helder. Maar als je internationaal de migratiecrisis wil oplossen, dan kun je niet alleen maar met lieve landjes zakendoen. Wij steunen dan ook de deal die het kabinet heeft gesloten. Er zijn tot nu toe al 580.000 mensen ongecontroleerd Europa in gekomen. Dat kan niet zo doorgaan. Er zijn wel twee belangrijke voorwaarden. De eerste is: no cure, no pay, geen geld voordat de Turken leveren. De tweede is dat er geen twee migratiestromen naast elkaar mogen komen: een illegale stroom en een gereguleerde stroom. Hoe is dat precies geborgd in de afspraken?

Minister Rutte:

In de relatie met Turkije ben ik volkomen met de heer Van 't Wout eens. Dit staat ook in de kabinetsbrief. Als het Turkije zou lukken om de instroom naar Europa richting nul terug te dringen, dan zal je moeten kijken — we hebben dat vreselijke woord "overdrukventiel" gebruikt — of je bereid bent om af en toe groepen mensen, vluchtelingen uit Turkije, naar Europa te halen. Dat kan natuurlijk alleen als het niet bovenop de bestaande vluchtelingenstroom komt. De eerste voorwaarde is dat die eerst moet zijn teruggedrongen. De tweede voorwaarde van Nederland is dat wij alleen in zo'n situatie bereid zijn een fair share te nemen. Dat zal vele malen lager zijn dan bij die grote asielinstroom nu. Maar alleen ons fair share en alleen als die instroom naar Europa richting nul gaat.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik wil in de eerste plaats, en dat is hoogst uitzonderlijk, de minister-president complimenteren voor zijn constructieve houding ten aanzien van dit dossier. Dat was dan de afdeling complimenten. Dan stel ik nu mijn concrete vraag. De minister-president sprak over objectieve criteria waarnaar in de komende dagen gekeken wordt om te bekijken of de migratiestroom terug kan gaan tot nul. Vindt hij dat reëel en is hij bereid om de objectieve criteria met de Kamer te delen, zodat wij onze controlerende taak kunnen vervullen?

Minister Rutte:

Ja, dat vind ik reëel. Wij kunnen allemaal iedere dag zelf bekijken hoeveel het er zijn. Tegen de heer Omtzigt zeg ik nog iets over het vraagstuk van het Vluchtelingenverdrag, omdat ik zojuist een reactie daarop ambtelijk krijg aangereikt. In de gesprekken over de roadmap zit juist het wegnemen van de uitzonderingen ten aanzien van het Vluchtelingenverdrag. Op dat punt kan ik de heer Omtzigt, excuus, de heer Voordewind geruststellen.

De voorzitter:

U gaf daarnet een antwoord op een vraag van de heer Omtzigt, die vandaag al ruim bediend is met antwoorden.

Minister Rutte:

Daarvoor had ik de heer Kuzu al beantwoord.

De voorzitter:

De heer Kuzu vroeg of het inzichtelijk te maken is. Kunt u dat ook met de Kamer delen? Dat laatste …

Minister Rutte:

Ik heb dat net gedaan. Wij kunnen dat iedere dag allemaal met elkaar bekijken als wij zien hoeveel mensen oversteken naar Lesbos. Daarover wordt iedere dag in de kranten gerapporteerd.

De voorzitter:

Mijnheer Kuzu, uw tweede vraag.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik gebruik mijn tweede vraag hier graag voor. De minister-president geeft aan dat dit moet teruggaan tot nul, dan vind ik dat niet reëel. Verwacht hij dat hij voor zichzelf en voor de Europese Unie objectieve criteria kan vaststellen die verdergaan dan die irreële nul waar de minister-president het over heeft, en dat hij die met de Kamer kan delen? Wij kunnen de migratiestromen inderdaad dagelijks volgen, maar wanneer zijn volgens de minister-president de afspraak en de doelstelling voor de korte termijn, voor de komende dagen en weken, behaald? Ik zou graag zien dat hier wat serieuzer op wordt ingegaan.

Minister Rutte:

Ik heb dat net gedaan. Het moet richting nul gaan. Die wil ik heel zwaar in beeld hebben. Het is nu aan de Turken om te laten zien dat zij het ook doen, dat zij er daadwerkelijk alles aan doen om ervoor te zorgen dat mensen die oversteek niet meer wagen. Dat zullen wij de komende dagen en weken bezien. Het zal heel belangrijk zijn voor het opbouwen van het vertrouwen dat zij op deze afspraak leveren.

De heer Grashoff (GroenLinks):

In navolging van vorige vragenstellers vraag ik de premier of hij ons duidelijk kan maken — dat lezen wij in de berichtgeving namelijk niet terug — of afspraken over het legaal opnemen van vluchtelingen uit Turkije onderdeel uitmaken van de deal en het verdere uitwerkingsproces? Kan de minister-president mij bevestigen dat er een duidelijke stellingname van de Turkse regering is dat de grens met Syrië niet dicht is en niet dicht gaat, zodanig dat er geen vluchtelingen teruggestuurd worden de oorlog in?

Minister Rutte:

Op het eerste punt kan ik melden dat wij in de gemaakte afspraken hebben afgesproken dat wij in ieder geval het bestaande resettlementinstrument daarvoor zullen inzetten. Het principe zit dus verankerd in de afspraken. Dan gaat het in eerste instantie om het bestaande resettlementinstrument, dat op dit moment loopt.

Ik kom op de tweede vraag van de heer Grashoff. Het antwoord daarop heb ik hier zo gauw niet bij de hand, pardon, ik heb het antwoord wél. Ik word zo goed voorbereid op deze gesprekken. Het gaat dan om het terugsturen van Syrische vluchtelingen. De partij van de heer Grashoff refereerde daar ook aan in het debat ter voorbereiding op de top met de Turken. Ik heb zelf tijdens de top nog eens onderstreept dat onze samenwerking met Turkije mede is gebaseerd op vanzelfsprekend alle internationaalrechtelijke verplichtingen, waaronder het non-refoulementbeginsel. Ik wijs erop dat Turkije in een spagaat zit. Aan de ene kant moet het de grens dichthouden bijvoorbeeld om terroristen tegen te houden. Dat willen wij ook. Aan de andere kant moet het land openstaan voor vluchtelingen. Wij moeten daar ook reëel in zijn. Turkije vangt op dit moment twee miljoen vluchtelingen uit Syrië op. De UNHCR houdt dit ook in de gaten. Men zegt ook dat Turkije de deur zal openen in het geval er plotseling een grote stroom Syriërs voor de deur staat op de vlucht voor acuut geweld. Zo werd in juni nog een groep van 23.000 vluchtelingen toegelaten die vluchtte voor geweld in Tel Abyad.

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik dank de minister-president voor de bevestiging dat de criteria voor visumliberalisatie en toetreding gewoon staan. Het is goed om dat telkens te herhalen, ook in deze context. Als wij de toestroom willen beperken en de grenzen beter willen sluiten, moeten mensen in Turkije perspectief hebben. Mijn vraag ligt in het verlengde van de vraag van de heer Voordewind. De minister-president zei dat wij moeten voorkomen dat mensen uit de kampen vertrekken. Het merendeel van de mensen zit echter niet in kampen, maar gewoon in de steden. Die mensen hebben daar geen perspectief en ook geen rechten. In Turkije mogen zij geen vluchteling heten. Op welke manier zijn daar afspraken over gemaakt om te voorkomen dat mensen uit de steden uiteindelijk de bus pakken richting de grens om toch te proberen naar Europa te komen?

Minister Rutte:

Dat is een terechte vraag. De verhouding is ongeveer een kwart miljoen in de kampen en ruim 1,7 elders in de Turkse samenleving, vooral in het zuidelijk deel van Turkije. De afspraken over de 3 miljard raken beide groepen, zowel de mensen in de kampen als de mensen elders in de samenleving. Op beide fronten zullen de Turken zich inspannen om de situatie ten aanzien van onderwijs en gezondheidszorg te verbeteren. Natuurlijk willen wij daarna ook kijken naar perspectief op werk, maar in eerste instantie gaat het om onderwijs en gezondheidszorg. Via het Wereldvoedselprogramma wordt gewerkt aan voldoende voedsel, de primaire levensbehoefte. De inspanningen zijn erop gericht om niet alleen de omstandigheden in de kampen — precies zoals mevrouw Maij zegt — maar ook de omstandigheden van de mensen die zich onder de bevolking bevinden, te verbeteren. De afspraken zijn mede op die groep gericht.

De heer Van Bommel (SP):

De minister-president wekt nu echt de indruk dat er helemaal niets te melden is over de uitbreiding en de gesprekken daarover. Het is business as usual. Wij houden Turkije aan de criteria. Het gaat nog jaren duren als Turkije er ooit aan zal voldoen. Dat is natuurlijk de vraag. Waarom is men in Turkije dan zo verheugd over de uitkomsten van deze top? Waarom zegt men daar dat er wel iets bereikt is? Criteria worden aan het eind van een traject gehanteerd. De SP vindt dat Nederland de criteria ook bij het begin van het traject in het achterhoofd moet houden. Wat ons betreft betekent dat dat er ook geen nieuwe voortgang in de onderhandeling kan worden geboekt. Geen nieuwe hoofdstukken openen. Turkije moet niet op grond van het feit dat het verdiensten heeft bij het opvangen van vluchtelingen nu versneld het onderhandelingstraject kunnen afleggen. Deelt de minister-president die opvatting?

Minister Rutte:

Er lopen gesprekken met de Turken over een veelheid van zaken. Die gaan over mensenrechten, maar ook over de onderwerpen waar de heer Van Bommel aan refereert. Op die punten geldt dat wij ons houden aan de afspraken, de criteria en dat wij op dat punt nergens verslappen. Dat is het allerbelangrijkste. De Commissie bekijkt per hoofdstuk of het rijp is voor heropening. Dat zijn de normale processtappen die altijd worden gezet. Als er heropend wordt, vinden er gesprekken plaats. Er wordt pas afgesloten als aan alle voorwaarden is voldaan. Vervolgens is er aan het eind van de rit voor elk land de mogelijkheid om ja of nee te zeggen. Dat geldt ook voor Nederland. Wij behouden ons alle rechten voor. Wij gaan stap voor stap kijken wat er wel en niet kan. Dat zal jaren duren. Nogmaals, dat zullen velen van ons hier niet meer meemaken, althans niet in actieve politieke dienst.

De voorzitter:

Dank u wel voor uw komst naar de Kamer en voor de antwoorden die u hebt gegeven.

Naar boven