7 JBZ-Raad van 8 en 9 oktober

Aan de orde is het VAO JBZ-Raad van 8 en 9 oktober (deel asiel- en vreemdelingenbeleid) (AO d.d. 07/10).

De voorzitter:

Het algemeen overleg over de JBZ-Raad is zojuist afgerond. Ik heet alle aanwezigen in de zaal van harte welkom. In het bijzonder heet ik de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie welkom. Ik geef als eerste spreker het woord aan de heer Sjoerdsma van D66. De spreektijd is twee minuten inclusief het voorlezen van moties.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Wij spraken inderdaad met de staatssecretaris over de Europese agenda. Wij moeten constateren dat de staatssecretaris ten aanzien daarvan de juiste weg inslaat, maar dat de urgentie bij zijn collega's in de Europese Unie op dit moment echt lijkt te ontbreken.

Een belangrijk deel van het overleg ging echter ook over Nederland, over Oranje, en het belang van het nakomen van afspraken met bewoners, met gemeenten, om ervoor te zorgen dat het draagvlak voor opvang overeind blijft. De staatssecretaris heeft uitgelegd dat dit een noodmaatregel was en dat hij met de handen in het haar zat. Toch is het van belang dat de Kamer zich hierover uitspreekt.

Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de gebeurtenissen in Oranje hebben bevestigd dat het schenden van afspraken met gemeenten over opvang van asielzoekers funest is voor het draagvlak onder bewoners;

overwegende dat de overheid zich betrouwbaar en transparant moet opstellen jegens gemeenten die zich bereid tonen om asielopvang op zich te nemen;

verzoekt de regering, zo snel mogelijk terug te keren naar de oorspronkelijke afspraken die gemaakt zijn met Oranje;

verzoekt de regering voorts met klem om gemaakte afspraken met gemeenten over asielopvang niet te schenden en in overleg met het COA zo snel mogelijk leegstaand rijksvastgoed in te zetten als asielopvanglocaties,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma, Gesthuizen en Van der Staaij. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 340 (32317).

De heer Oskam (CDA):

Voorzitter. Vandaag is in het AO JBZ-Raad gesproken over de Europese herverdeling van asielzoekers en een lijst van veilige landen. De CDA-fractie kan daarmee instemmen onder de voorwaarden die wij hebben genoemd tijdens dit AO. Een van die voorwaarden is de tijdelijkheid van asielstatussen. Daarover ben ik aan het eind van het AO met de staatssecretaris in discussie geweest. Wij kwamen er niet helemaal uit. Wij zitten bij elkaar in de buurt, maar zijn er nog niet helemaal. Daarover gaat de tweede motie, die ik straks zal indienen. Wij willen namelijk echt dat de staatssecretaris dit serieus gaat aankaarten in Europees verband.

Als je een tweede motie hebt, moet er ook een eerste motie zijn. Deze motie gaat over de situatie in Oranje en de betrouwbaarheid van de overheid.

De motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de staatssecretaris tegen de afspraken het dorp Oranje heeft opgedragen om nogmaals 700 asielzoekers op te vangen;

overwegende dat de overheid zich hiermee een onbetrouwbare partner betoont;

van oordeel dat lokaal draagvlak nodig is voor de opvang van asielzoekers;

verzoekt de regering, de beslissing ten aanzien van Oranje terug te draaien;

verzoekt de regering tevens, vast te houden aan het uitgangspunt dat opvang van vluchtelingen altijd plaatsvindt met instemming van de betrokken gemeente,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Oskam. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 341 (32317).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat naar aanleiding van de Bosnië- en Kosovocrisis in de jaren negentig Richtlijn nr. 2001/55/EG tot stand is gekomen, wat Europa de mogelijkheid biedt om gedurende een bepaalde periode tijdelijke bescherming in te stellen voor bepaalde groepen;

overwegende dat deze richtlijn kan worden ingezet wanneer sprake is van een (dreigende) massale instroom van ontheemden, waardoor de nationale asielprocedures overbelast raken;

overwegende dat dit laatste momenteel het geval is in diverse Europese lidstaten, waaronder Nederland, als gevolg van de vluchtelingenstroom uit met name Syrië, Irak en Noord-Afrikaanse landen;

verzoekt de regering, in Europees verband afstemming te bereiken over het verlenen van asiel en bescherming aan genoemde groepen op grond van bovengenoemde humanitaire status,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Oskam. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 342 (32317).

De heer Van der Staaij (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Het debat dat wij zojuist hebben gehad, was inderdaad bedoeld om de JBZ-Raad voor te bereiden, maar de actualiteit rond Oranje is hierin ook meegenomen. Dat laat al zien hoe lastig het soms is om draagvlak voor een aanpak te krijgen in een klein land als Nederland, laat staan dat het makkelijk zou zijn om in de grote Europese Unie alle landen op één lijn te krijgen. Dat is echter wel belangrijk, want wij hebben te maken met een groot gebied waarin mensen zich vrij kunnen bewegen en waarin een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is voor opvang, maar ook voor het bewaken van de buitengrenzen. Omdat ik dat laatste element, dat tijdens het overleg ook wel aan de orde is geweest, in de discussie tot nu toe en in de Europese besprekingen onderbelicht vind, wil ik daarover de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat controle van de buitengrenzen van het Schengengebied van groot belang is om migratiestromen te kunnen beheersen en dat deze controle een gezamenlijke zorg is van Europese lidstaten;

verzoekt de regering, tijdens de Europese Raad nadrukkelijker aandacht te vragen voor gezamenlijke inzet om de grenzen van het Schengengebied op het vasteland te controleren en actiever ondersteuning van en afstemming met lidstaten als Hongarije te bepleiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Staaij en Oskam. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 343 (32317).

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. De staat van de Nederlandse democratie is gisteren duidelijk geworden in het Drentse dorp Oranje. Wat de bewoners ook zeggen, de komst van asielzoekers wordt doorgedrukt, zelfs tegen gemaakte afspraken in. Weg democratie, weg belang van de Nederlandse burger! Het is echt te treurig voor woorden. De kern van het probleem is natuurlijk dat het kabinet ongelimiteerd asielzoekers toelaat. Dat moet veranderen. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, in Luxemburg kenbaar te maken dat Nederland zich niet langer zal binden aan falende en gevaarlijke EU-maatregelen die de asielramp niet oplossen maar versterken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Fritsma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 344 (32317).

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Voorzitter. Wij hebben het inderdaad over Oranje gehad, maar ik kreeg net ook het bericht binnen dat er in Wezep wel ruimte en draagvlak is voor 300 asielzoekers. Dat gaat echter niet door, zo lees ik net in de krant. Ik krijg daarop graag een reactie van de staatssecretaris.

Tijdens het AO hebben wij het ook gehad over de manier waarop je Europese lidstaten kunt dwingen om op één lijn te komen. Ik vond het antwoord van de staatssecretaris te vrijblijvend en te weinig; vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Unie zich met urgentie inzet voor een gemeenschappelijk asielbeleid;

constaterende dat lidstaten zich soms aan hun verantwoordelijkheid onttrekken en afspraken niet nakomen;

constaterende dat alleen in de maand september al 40 inbreukprocedures tegen lidstaten op het terrein van een gemeenschappelijk asielbeleid liepen;

verzoekt de regering, er in Europees verband op aan te dringen lidstaten met sterke, niet-vrijblijvende sancties te dwingen om hun verantwoordelijkheid te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kuzu. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 345 (32317).

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Ik dien twee moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de gemoederen rond de opvang van vluchtelingen te hoog oplopen;

verzoekt de regering, het volgende zespuntenplan als leidraad te nemen bij de stappen die worden gezet om opvang en noodopvang te realiseren:

1. maak opvang waar nodig kleinschaliger, houd rekening met de grootte van een woonkern of een dorp;

2. geef bewonerscomités inspraak in hoe de opvang eruit komt te zien, zorg dat er bij problemen een officieel comité voor inspraak en overleg is;

3. verbeter voorzieningen die overbelast raken zoals openbaar vervoer, kwalitatief hoogwaardig (mobiel) internet et cetera;

4. laat asielzoekerscentra gebruikmaken van lokaal bedrijfsleven, zodat opvang iedereen ten goede komt;

5. zorg ervoor dat gemeenten allemaal evenredig bijdragen en waak ervoor dat niet de gemeenten met relatief arme inwoners steeds de meeste opvangplekken moeten aanbieden;

6. houd voor toekomstige situaties reservecapaciteit voor (tijdelijke) opvang achter de hand zodat in een crisis er gemakkelijk 2.000 tot 3.000 plaatsen verdeeld over verschillende locaties kunnen worden vrijgemaakt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gesthuizen en Kuzu. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 346 (32317).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het dorp Oranje de gemoederen te hoog zijn opgelopen en dat bewoners zich machteloos voelen door de aankondiging dat alsnog 1.400 vluchtelingen opgevangen zullen worden in hun dorp;

van mening dat draagvlak onder de lokale bevolking in deze tijden van verhoogde asielinstroom de belangrijkste voorwaarde is voor goede omstandigheden in het land en een veilige opvang van vluchtelingen;

verzoekt de regering om direct met de bewoners die zitting hebben in de regiegroep Oranje, en die daarin namens de inwoners van Oranje spreken rond de kwestie van de opvang van de vluchtelingen, in gesprek te gaan en consensus te bereiken over de aantallen op te vangen vluchtelingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gesthuizen en Sjoerdsma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 347 (32317).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie voor zijn reactie op de ingediende moties. Vooraf zeg ik dat de indieners één enkele vraag mogen stellen ter verduidelijking bij het antwoord, want de Kamer en de staatssecretaris hebben de hele middag al met elkaar gedebatteerd.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Voorzitter. Ik zal de moties op volgorde behandelen, dus de onderwerpen lopen een beetje door elkaar. Het is echter toch een overzichtelijke indeling.

In de motie op stuk nr. 340 wordt de regering verzocht om gemaakte afspraken met gemeenten niet te schenden en leegstaand rijksvastgoed in te zetten. Als ik die motie lees, denk ik op zich: ja, dat vind ik ook allemaal. Het moet echter wel duidelijk zijn dat leegstaand rijksvastgoed ook in gemeenten staat. Het is dus geen kortere route: val de gemeenten niet lastig, doe het in eigen lege panden. Ook dan moet de gemeente zeggen dat zij het goed vindt dat de opvang plaatsvindt in dat leegstaande pand dat nog rijksvastgoed is. Dat is een kanttekening die ik daarbij moet maken.

Wat betreft het schenden van het overleg komen wij ook een beetje in een definitiekwestie. Wat ik natuurlijk tot een minimum probeer te beperken, is zoiets als gisteren gebeurde: dat er een concrete afspraak over een locatie is, waar je dan noodopvang bij moet plaatsen. Ik kan natuurlijk niet beloven dat ik niet opnieuw aanklop voor nieuwe opvang en nieuwe zaken bij een gemeente waarmee ik nu een afspraak heb, die bijvoorbeeld vorig jaar of twee jaar geleden is gemaakt, terwijl die gemeente denkt: wij doen iets aan opvang en dat is wel genoeg. De optelsom van wat alle gemeenten doen, moet immers wel voldoende zijn om mensen op te kunnen vangen. Ik heb geen niemandsland waar ik het anders in kan fiksen. Of ik de motie moet ontraden of dat ik het oordeel aan de Kamer moet laten, ligt er een beetje aan hoe strikt ik haar moet zien.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik kan de staatssecretaris natuurlijk nooit ontzeggen om te proberen om afspraken te verbeteren en te verruimen. Het gaat hier over het eenzijdig verbreken van afspraken, zonder instemming van de gemeente. Even voor de duidelijkheid: de motie roept op tot twee dingen. Ik heb de staatssecretaris tot nu toe over één ding gehoord: het zo snel mogelijk terugkeren naar de oorspronkelijke afspraken met Oranje. Het tweede is om zo snel mogelijk het leegstaande rijksvastgoed te gebruiken. Natuurlijk is daar toestemming van de gemeente voor nodig. Er is echter ook een turbo-inzet van het Rijk nodig om dat rijksvastgoed klaar te maken, om te voorkomen dat dingen zoals in Oranje zijn gebeurd nog een keer gebeuren. Ik hoor op beide punten graag een appreciatie van de staatssecretaris.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Dan begrijpen wij elkaar goed en kan ik het oordeel over deze motie aan de Kamer laten. Ik heb zelf al gezegd dat ik zo snel mogelijk terug wil naar de oorspronkelijke afspraken. "Zo snel mogelijk" is natuurlijk geen vaststaand punt, maar wel een inspanningscommitment. Ik zei al eerder dat het geen doel is om die locatie op te vullen tot 1.400. Wij zijn bezig met leegstaand rijksvastgoed. De aansporing kan geen kwaad, ook naar de gemeenten. Die weten dan dat er rijksvastgoed leegstaat en dat de Kamer, mocht zij de motie aannemen, er een sterke voorkeur voor heeft dat zij ermee instemmen dat wij dat rijksvastgoed hiervoor geschikt maken.

De motie op stuk nr. 341 gaat een stuk verder en zal ik daarom ontraden. Ik kan nu niet ineens iets terugdraaien. Ik kan wel doen wat ik in reactie op de vorige motie heb gezegd. Deze gaat echter verder.

De motie op stuk nr. 342 gaat over de humanitaire status. Het is een beetje een probleem. Ik moet deze ontraden, omdat de Commissie nu de richtlijn inzake tijdelijke bescherming aan het evalueren is. Wij weten niet precies wat de toekomst is van dat traject. Je kunt geen andere status geven dan de statussen die in de kwalificatierichtlijnen naar voren komen. Deze motie is daarom niet uitvoerbaar.

De motie op stuk nr. 343 is ondersteuning van het beleid. Het verzoek in deze motie is om buitengrenzen van het Schengengebied beter te controleren, om beter toezicht te houden op wie daar zijn, om af te stemmen als een land besluit om nadere maatregelen te nemen ten aanzien van de binnengrenzen of aan de buitengrenzen, om dat in afstemming te doen en ook om daar ondersteuning bij te verlenen mocht dat nodig zijn.

De voorzitter:

Is dat oordeel Kamer?

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ja.

Over de motie op stuk nr. 344 zijn wij het gewoon totaal niet eens. Ik zei al over Hongarije dat een Hongaarse oplossing geen oplossing is. Zo is ook een puur Nederlandse oplossing geen oplossing. Wij vinden dat je die in Europees verband moet vinden. Wij hebben de Kamer breeduit geïnformeerd over wat wij vinden en denken dat de beste manier is waarop Europa zijn beleid kan veranderen. Ik ontraad de motie op stuk nr. 345, ingediend door de heer Kuzu, ook omdat ik het niet eens ben met de overweging dat de sancties niets voorstellen. Het escalatiepakket aan sancties dat de Commissie heeft, vind ik niet niks. Die sancties leiden er vaak toe dat zij niet eens opgelegd hoeven te worden, omdat een land zich alleen al bij het dreigen met die sancties conformeert.

Ook de motie op stuk nr. 346 wordt door mij ontraden. In een deel van de motie kan ik mij vinden, maar dat betreft bestaand beleid. Soms lukt het niet om tot overeenstemming te komen over opvang, niet omdat het beleid er niet op gericht is, maar omdat wij in een uitzonderlijke situatie zitten. Voor een aantal van de in de motie genoemde overwegingen geldt dat ik te veel beloof als ik die overneem. In dat geval zou ik dingen beloven die ik niet kan waarmaken. Ik heb niet de luxe om in het overleg met een gemeente over opvang te zeggen: u moet asielzoekers opvangen, want er zijn al zo veel minder draagkrachtige gemeenten. Daarbij komt dat in eerdere moties vaak is uitgesproken dat de gemeente het ermee eens moet zijn. Ook het lokale bestuur moet er dus voor gaan staan en beslissen of het dit wil doen. De motie wordt dus ontraden.

De voorzitter:

Ik merk op dat de handtekening van de heer Sjoerdsma onder de motie op stuk nr. 346 staat, maar die staat er niet langer onder. Dat was een omissie. De handtekening van de heer Sjoerdsma staat wel onder de motie op stuk nr. 347.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Het gestelde in de motie op stuk nr. 347 gaan wij doen. Gisteren heb ik met de burgemeester van Oranje besproken — hij wilde het niet, maar het is zo gebeurd — dat wij wel in overleg gaan over het hoe en het hoelang. Daar zullen wij de regiegroep bij betrekken. Die zaak loopt natuurlijk altijd via de gemeenten. Ik ga nu geen nieuw model presenteren. Het is in de eerste plaats een zaak van de gemeente om het contact met de omwonenden te hebben. Ik vind het logisch dat ook de regiegroep betrokken wordt in het overleg dat wij met de gemeenten hebben. Ik kan de motie echter niet helemaal oordeel Kamer geven, omdat het woord "consensus" te veel verwachtingen schept. Wij gaan in gesprek, maar wij kunnen de mensen niet van tevoren, als wij het gesprek nog moeten beginnen, klem zetten met de mededeling dat er consensus moet komen. Natuurlijk is het overleg wel gericht op het bereiken van consensus, maar ook gezien de beweging die ik gisteren heb moeten maken, is het bereiken van consensus niet het startpunt geweest. De consensus zal eruit bestaan dat wij na een tijdje weer terugkeren naar de afspraken waarover consensus bestond.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dat is jammer, want het was nu juist de bedoeling van de motie om de staatssecretaris met een stok achter de deur op pad te sturen. Ik ga het nog een tikje erger maken. De staatssecretaris legt de motie zo uit dat daarin wordt gevraagd om met de regiegroep in gesprek te gaan. Het punt is dat de inwoners van Oranje het vertrouwen in die regiegroep hebben verloren. Graag hoor ik van de staatssecretaris dat hij het gesprek aangaat met alleen de bewoners die zitting hebben in de regiegroep. Daar zit ook het COA aan tafel, maar ik heb zojuist gehoord dat de inwoners alle vertrouwen in het COA hebben verloren. Dus dat zal weinig zoden aan de dijk zetten.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ik kan niet zonder het COA over de noodopvang van het COA spreken. Natuurlijk praten wij met de bewoners, maar ik kan nog niet zeggen hoe dat precies vorm krijgt. Als de burgemeester zegt dat hij met de bewoners zal spreken, los van het COA, dan kan ik mij dat voorstellen, maar het zijn wel trajecten die ik graag in overleg met het lokaal bestuur volg. Ik laat de burgemeester daarin de lead hebben. Wij kunnen nu niet hier gaan bedenken hoe wij dat precies gaan vormgeven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 347 wordt dus ontraden.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Er is nog een vraag gesteld over het verse nieuws. Daarover zal ik de Kamer later informeren, maar ik zal er nu in algemene zin iets over zeggen. Er werd gesproken over een locatie waar wel iets mogelijk was, maar die wij niet zouden willen. Het ging in dit geval over Wezep. Vaak kunnen wij een locatie geschikt maken voor opvang, maar daar zitten kosten aan. Voor een bepaald aantal mensen is die locatie zeer geschikt. Als er wordt gezegd dat wij de locatie op dezelfde manier met dezelfde kosten geschikt mogen maken, maar alleen de helft van de mensen mogen plaatsen, wordt het een ander verhaal. Wij zullen dan opnieuw moeten overleggen of wij de locatie op een andere manier geschikt kunnen maken voor de opvang. Voor gemeenten die zelf zeggen dat het ook zonder het COA kan, hebben wij de zelfzorgarrangement-regeling, waardoor statushouders uitgeplaatst kunnen worden. Via die weg kan van kleinschalige voorzieningen heel goed gebruik worden gemaakt.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij hebben afgesproken dat wij vandaag nog zullen stemmen over de ingediende moties. Er is mij gevraagd om een kwartiertje te schorsen, zodat de stemmingslijsten op orde gemaakt kunnen worden.

De vergadering wordt van 17.11 uur tot 17.29 uur geschorst.

Naar boven