6 Afscheid van de leden Lucas en Jadnanansing

Aan de orde is het afscheid van het lid Lucas (VVD) en het lid Jadnanansing (PvdA). 

De voorzitter:

Binnengekomen is de volgende brief. 

"Voorzitter, 

Ik zal eraan moeten wennen om straks mijn speeches niet meer te beginnen met die aanhef: "Voorzitter." Want ik ga de Kamer verlaten. Volgende week treed ik toe tot het StartupDelta-team. Een kans die ik niet kon en wilde laten lopen. Want het verbeteren van het start-upklimaat in Nederland is iets waar je mij 's nachts wakker voor mag maken. En bovendien is er op dat punt nog werk te doen! Want om als Nederland concurrerend te blijven als vestigingsplaats voor start-ups moeten we alert blijven op kansen, onbedoelde barrières in wet- en regelgeving en de concurrentie van landen om ons heen. 

Kijk, voorzitter, ik doe het weer. Onmiddellijk de inhoud in. Wat dat betreft is me pas in dit huis duidelijk geworden dat ik toch wel een "echte ingenieur" ben. Het liefst met de inhoud bezig. Alles eromheen, het debat, zorgen dat je opgemerkt wordt door de pers, het vertegenwoordigen van je eigen regio; ik vond het allemaal behoorlijk afleiden van hetgeen ik hier kwam doen: Nederland slimmer en mooier maken! Door innovatie slimme oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen zien te vinden. Het liefst door ondernemers verder te helpen die niet alleen de wereld willen veroveren met hun bedrijf, maar die wereld ook willen verbeteren met hun bedrijf. 

En voorzitter, ik heb de afgelopen jaren door mijn Kamerwerk kennis mogen maken met tal van mensen die die droom met mij delen én hem aan het realiseren zijn. Ik heb wetenschappers ontmoet die zonnecellen zo dun en flexibel kunnen maken, dat we straks via onze kleding onze telefoon opladen. Ik heb jonge ondernemers ontmoet die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een werkplek en opleiding bieden en zo weer aan het werk krijgen. Ik heb docenten ontmoet die nieuwe technologieën het klaslokaal inhalen om hun leerlingen de kans te geven hun talent te ontdekken. 

Overal zijn pioniers bezig om Nederland opnieuw uit te vinden. Nog mooier en beter te maken. En tussen die pioniers voel ik mij thuis. 

Het contrast tussen "buiten" en "binnen" was soms groot. Ik was blij dat ik op maandag en vrijdag al die gave dingen mocht bezoeken en vervolgens op dinsdag, woensdag en donderdag via het Kamerwerk de barrières kon helpen slechten die deze pioniers in de weg staan om nog meer te bereiken. Maar eerlijk is eerlijk: de maandag en vrijdag gaven soms maar nauwelijks genoeg energie om de dinsdag, woensdag en donderdag vol te kunnen houden. 

Toch kijk ik tevreden terug op wat ik heb bereikt de afgelopen jaren. Het techniekonderwijs staat op de kaart. Het Nederlandse start-up ecosysteem staat hoog genoteerd in de internationale ranglijsten. Mijn ideeën over een toekomstbestendig mbo-bestel heb ik teruggezien in de plannen van de minister. En ik hoop dat ook na mijn vertrek mijn voorstellen uit de robot-agenda hun weg vinden naar kabinetsbeleid. 

Voorzitter, ik kan mijn kinderen uitleggen waarom ik er de afgelopen zes jaar niet altijd was. Maar ik ben ook blij dat ik ze straks vaker ga zien. Ik weet alleen niet of mijn pubers er net zo over denken ... 

De plenaire zaal zal ik niet missen. Wel de mensen in deze zaal. Met Tanja Jadnanansing vormde ik een gouden duo. Eerst als oppositie- en coalitieduo in alle studentensozen over de langstudeerregeling. Later als coalitiepartners en voorvechters voor techniek in het onderwijs en de herwaardering van het mbo als opleiders van vakmensen. Samen lieten we zien dat je soms ideologisch ver van elkaar af kunt liggen, maar elkaar wel kunt vinden in pragmatische oplossingen. En ook samen verlaten we vandaag de Kamer. 

Ik zal je missen Tanoes. 

Net zoals ik heel veel mensen uit mijn eigen fractie zal gaan missen. Door de lange avonden die we hier samen doorbrachten leek het soms meer een grote familie dan collega's. Dank daarvoor lieve VVD'ers! 

Rest mij nog al het personeel in de Kamer te bedanken. Jullie vormden voor mij, zonder dat jullie het wisten, de schakel tussen de Haagse werkelijkheid en de normale wereld. 

Het ga jullie en dit huis, in de breedste zin van het woord, goed. 

Anne-Wil Lucas" 

(Geroffel op de bankjes) 

De voorzitter:

Geachte mevrouw Lucas, beste Anne-Wil. Je eerste woorden in de plenaire zaal van de Tweede Kamer waren als volgt: "Ik heb besloten mijn maidenspeech op dezelfde wijze in te vullen als ik voornemens ben om mijn Kamerlidmaatschap in te vullen: sterk op de inhoud, met als doel Nederland bij iedere beslissing die hier wordt genomen een beetje mooier, beter en eerlijker te maken. Daarom schakel ik nu over op de inhoud." Daarna ging je verder met je inbreng over het Drinkwaterbesluit. Je afsluitende woorden zijn min of meer hetzelfde: "onmiddellijk de inhoud in". Het grote verschil tussen toen en nu is je uitgangspositie, de plek van waaruit je Nederland mooier, beter en eerlijker wilt maken: niet langer vanuit de politiek, maar vanuit de praktijk. Daar gaat jouw hart écht sneller van kloppen. 

Dat past bij je nuchtere Friese instelling. Al kom je oorspronkelijk uit de Achterhoek, die "doe maar gewoon"-mentaliteit zit er van huis uit in. In een interview gaf je aan dat je ouders weinig ophebben met het Binnenhof. Je man is trots op je, maar roept ook vaak "doe maar gewoon". En in Bakkeveen vragen ze niet naar de politieke situatie, maar vragen ze waarom je geen klaar-over bent. Jouw motto, zoals je dat verwoordde toen je Kamerlid werd: "Er zijn genoeg mooie plannen, maar ze moeten wel worden uitgevoerd." Voor jou geen abstracte vergezichten, maar tastbare oplossingen dicht bij de mensen. 

In het Kamerwerk lag jouw focus dan ook op de praktische uitwerking van wetten en regels, en minder op het politieke spel. In de commissie voor Sociale Zaken hield je je onder meer bezig met technologische ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. In dat kader zat je in een begeleidingsgroep van een onderzoek van het Rathenau Instituut over robotisering op de arbeidsmarkt. In de commissie voor Onderwijs maakte je je sterk voor het beroepsonderwijs en het volwassenenonderwijs. Ook het dossier "een leven lang leren" kon op je belangstelling rekenen. Je leidde een delegatie naar de Europese kampioenschappen Vakmanschap in Lille, de zogenoemde EuroSkills. Samen met Tanja Jadnanansing was je onder de indruk van de deelnemers, van hun concentratie en bevlogenheid. 

Beste Anne-Wil, mannen zeggen soms tegen je dat je net een vent bent. Dat is niet mijn citaat. Dat is jouw citaat. Je vindt jezelf soms te zakelijk en oplossingsgericht. Ik ben ervan overtuigd dat je juist die kwaliteiten nodig hebt in jouw nieuwe rol als programmamanager bij StartupDelta. Ik wens je daarbij heel, heel veel succes. 

(Geroffel op de bankjes) 

De voorzitter:

Dan kom ik bij de brief van Tanja Jadnanansingh. Hebben jullie afgesproken om samen, tegelijkertijd, te vertrekken? 

"Geachte voorzitter, beste Khadija. Ik wil dat elke jongere de beste editie van zichzelf kan worden". Dat zei ik in 2010 toen mij werd gevraagd naar mijn drijfveer om de Kamer in te gaan. Zo waar als het toen was, zo zeer is dat ook vandaag nog mijn motivatie. Jongeren hebben al jaren mijn aandacht, al voor ik de politiek in ging. Met veel plezier ben ik al ruim twintig jaar mentor van een heleboel jongeren, vaak uit de grote stad. Ik voel elke dag de drang om me in te zetten voor alle jonge mensen die niet de kansen hebben gehad die ik wél kreeg in mijn leven. Dankzij mijn ouders — mijn vader notaris, mijn moeder docent Spaans — heb ik vaardigheden meegekregen om mij waar dan ook ter wereld staande te houden. Hoe anders is dat voor veel jongeren die niet de beste rolmodellen in de buurt hebben, die niet van huis uit meekrijgen hoe je je staande kunt houden in een complexe samenleving? Ik heb ouders die mij verhalen hebben voorgelezen, die mij hebben geleerd om zelfvertrouwen te hebben, ook als het moeilijk wordt, die mij hebben gestimuleerd om mijn eigen verhaal te vertellen, dat je zelf mag beslissen hoe je de beste editie van jezelf wilt maken, met vallen en opstaan. Voor al die jongeren die zich onzeker voelen, die nog niet het juiste schrift hebben gevonden of, meer van nu, die nog niet de juiste technische middelen hebben om hun verhaal te vertellen, knok ik elke dag, zodat zij dat wel kunnen. Natuurlijk moeten zij dat verhaal zelf schrijven, maar ik geloof oprecht dat zij dat niet alleen hoeven te doen. Ook wij hier in de Tweede Kamer hebben de morele plicht om hen daarbij te helpen. 

Ik ben dankbaar dat ik dankzij mijn woordvoerderschap hier heb ontdekt dat vooral de jongeren in het beroepsonderwijs, of de denkende doeners, zoals ik ze graag noem, mij boeien en dat ik graag nog directer wil bijdragen aan hun toekomst. Dat zij worden opgeleid voor de banen van morgen en niet voor die van gisteren. Dat zij leren ondernemend te zijn. Ja, voorzitter, de samenwerking met Anne-Wil Lucas van de VVD heeft wat opgeleverd! Ik wil dat onze jongeren trotse vakmensen worden, waardevol en zelfverzekerd. Ik twijfel er geen seconde aan dat dit mogelijk is. Maar naast die stoere jongeren hebben wij met zijn allen ook lef nodig, luisteren, empathie en feedback, niet alleen in de les, maar ook hier in de Kamer. Hoe kunnen wij van de buitenwereld verwachten dat men elkaar met respect behandelt als wij dat zelf niet altijd voor elkaar hebben? Ik zou mijn collega's, nu ik de kans heb, willen meegeven om genoeg naar elkaar te luisteren. Dit wordt geen preek, integendeel! Ik geloof namelijk dat alle Kamerleden hier zitten vanuit een verlangen om deze samenleving te dienen. En als ik nog iets mag meegeven, dan is het wel de zelfreflectie. 

Deze brief mag niet te lang zijn en ik kan dus niet uitgebreid ingaan op al mijn collega's en de grote bewondering die ik voel voor de inzet van iedereen die dit mooie Huis van de Democratie bewoont; van de Kamerleden tot alle medewerkers die ervoor zorgen dat wij ons werk hier goed kunnen doen. 

Ik ben intens dankbaar dat ik een deel van mijn levensverhaal hier heb mogen schrijven en ik vervolg nu met trots mijn weg om al die jongeren die hun eigen verhaal nog moeten vertellen een handje te helpen. 

(Geroffel op de bankjes) 

De voorzitter:

Geachte mevrouw Jadnanansing, beste Tanja, ook jij sluit het Kamerwerk af met ongeveer dezelfde woorden als waar je mee begon. In je maidenspeech vertelde je het verhaal van je opa en je vader. In het gezin was weinig geld maar veel ambitie, en dankzij het toegankelijke onderwijssysteem in Nederland kon je vader gaan studeren. Het heeft gemaakt, zo zei jij in je maidenspeech, dat jij een mooie start kon maken, en dat gun je iedereen. Je roerde de Voorzitter toen tot tranen, maar belangrijker nog: je gaf inzicht in wat jou beweegt, zowel in de politiek als daarbuiten. 

Je kwam in 2010 in de Kamer, als relatieve outsider. Journalisten moesten wennen aan je naam. Ik geloof dat er, na Melanie Henriëtte Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, de meeste fouten mee worden gemaakt. Dat geldt ook voor mijn naam en zo zijn er nog meer. Twee jaar later was je de hoogste stijger op de kandidatenlijst voor de verkiezingen van 2012. Van 2012 tot 2015 was je voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie. In die rol heb je niet alleen veel commissievergaderingen voorgezeten, maar ook werkbezoeken gebracht aan bijvoorbeeld Bulgarije, Griekenland en Noorwegen. In een vluchtelingenkamp in Bulgarije werd je zo geraakt door het feit dat er niets was, dat je samen met Agnes Wolbert een boekeninzamelingsactie startte. Een paar weken later werden er dozen vol boeken in Bulgarije afgeleverd. Als voorzitter was je charmant en vrolijk, en je liet je collega's de ruimte om het debat te voeren. 

In 2015 legde je je taak als commissievoorzitter neer, omdat je meer aandacht wilde besteden aan je echte passie: het onderwijs. In de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hield je je vooral bezig met het beroepsonderwijs en het voortgezet onderwijs. Een van de onderwerpen waarover je het woord voerde, was de rekentoets. Dat leidde tot stevige discussies in de commissie. Je bracht een initiatiefnota uit over de borging van stagebegeleiding en stagegarantie in het mbo. Daarnaast diende je, samen met Michel Rog, een initiatiefwetsvoorstel in voor een verlengde kwalificatieplicht in het onderwijs. Hoe diep jouw liefde voor het onderwijs gaat, bleek tijdens de begrotingsbehandeling. Je had toen een stevige griep, maar hield een vlammend betoog over vakmanschap. 

Net als Anne-Wil Lucas hield je voeling met de praktijk. Twee jaar lang nodigde je iedere week een nieuwe groep studenten uit om samen te eten. In ruil voor pizza vertelden zij jou dan waar ze bij hun studie tegen aanlopen. Het klinkt bijna als chantage. 

Je inzet voor het onderwijs stopt gelukkig niet nu je de Kamer verlaat. In een interview zei je ooit dat jouw geloof je heeft geleerd dat je ervoor moet gaan. Vanaf nu doe je dat niet langer in de Kamer, maar bij het Albeda College in Rotterdam. Daar wil je ervoor zorgen dat jongeren een mooie start kunnen maken. Beste Tanja, ga ervoor! Het ga je goed. 

(Geroffel op de bankjes) 

De voorzitter:

Dan gaan we nu over naar de regeling van werkzaamheden. Jullie mogen er allemaal bij blijven zitten. Dat hoeft niet, maar het mag wel. 

Naar boven