5 Vragenuur: Vragen Van Weyenberg

Vragen van het lid Van Weyenberg aan de staatssecretaris van Financiën over het bericht "Toetsing zzp-contracten door Belastingdienst is een bloedbad". 

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. In Het Financieele Dagblad konden wij lezen dat er een bloedbad dreigt onder zzp'ers. De nieuwe wet die ervoor zorgt dat de Belastingdienst contracten van zzp'ers toetst, maakt zijn eerste slachtoffers. In de senaat stemden alleen D66, GroenLinks, ChristenUnie en de Partij voor de Dieren tegen deze wet. Uit de cijfers in Het Financieele Dagblad blijkt dat van de 4.481 ingediende modelcontracten er slechts 370 zijn goedgekeurd door de Belastingdienst. Meer dan 1.000 modelcontracten zijn afgekeurd. Drie op de vier ingediende contracten krijgt geen goedkeuring van de Belastingdienst. En dan heb ik het nog niet eens over alle ingediende contracten die worden ingetrokken. 2.000 contracten zijn nog niet eens behandeld. De behandeling duurt elf weken. Je zult als zelfstandige maar moeten uitleggen aan je opdrachtgever dat het elf weken duurt totdat je duidelijkheid krijgt. 

Eerst wilden de VVD en de PvdA de belastingen voor zzp'ers verhogen met ruim €500 per persoon. Dat hebben we gelukkig kunnen voorkomen. Toch lijkt de Partij van de Arbeidagenda om zzp'ers het werken onmogelijk te maken het nu via deze wet te winnen van deze VVD-staatssecretaris. Ik heb het afgelopen jaar vaak vragen gesteld en iedere keer bagatelliseert de staatssecretaris het probleem: er is niets aan de hand; rustig doorlopen, want de regels zijn helemaal niet aangescherpt. Laat de staatssecretaris dat maar eens uitleggen aan al die zelfstandige professionals en zzp'ers die nu gewoon geen opdracht meer krijgen. Laat de staatssecretaris mij eens uitleggen hoe het kan dat zo veel contracten worden afgewezen. 

Ten slotte doe ik een oproep, want beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. D66 vindt het de hoogste tijd om deze wet gewoon in te trekken. Is de staatssecretaris daartoe bereid? 

Staatssecretaris Wiebes:

Voorzitter. Stelselveranderingen zorgen inherent altijd voor onzekerheid, ook de stelselverandering van de afschaffing van de VAR. En onzekerheid is nooit goed, zeker niet als het gaat om werk, inkomen en de manier waarop je werkt. Onzekerheid vraagt wennen. Daarom heeft het vanaf het begin prioriteit gehad om duidelijkheid te geven. Het kabinet wil echte ondernemers op geen enkele manier in hun werk belemmeren. We zijn met de implementatie nu zo'n beetje op de helft. Ik spreek hier regelmatig over met de Belastingdienst en met de mensen die dit aan het implementeren zijn. Ik loop met hen dan alle sectoren langs. 

Daaruit blijkt dat verreweg de meeste zzp'ers inderdaad buiten dienstverband kunnen werken en zzp'er kunnen blijven. Dat kan niet altijd op dezelfde manier als daarvoor, want sommige dingen werden door de VAR afgedekt, maar waren niet helemaal netjes volgens de wet. Op allerlei manieren kunnen verreweg de meeste zzp'ers gewoon blijven werken. De meesten hebben helemaal geen modelovereenkomst nodig omdat heel duidelijk is dat zij ondernemer zijn. Sommige situaties vragen daar wel om. Daarvoor hebben we in de afgelopen maanden gebouwd aan een inmiddels vrijwel dekkend stelsel van sectorovereenkomsten. Er zijn 10 algemene en 50 tot 60 sectorale overeenkomsten. Er wordt voor een veelheid aan beroepen, en in de belangrijkste sectoren ook nog voor verschillende functies daarbinnen, zekerheid vooraf gegeven. In veel sectoren is de rust daardoor inmiddels weergekeerd en wordt er gewerkt met die modelcontracten. Soms wordt er ook zonder modelcontract gewerkt omdat het niet nodig bleek. Er komen er ook nog een paar aan. Er zitten er nog een paar in de pijnlijn. Het is de bedoeling om tot een dekkend stelsel te komen. 

Ook blijkt dat niet alles kan. Sommige dingen kunnen gewoon niet. Dat leidt soms tot verdriet. Het gaat in mijn waarneming om een beperkt aantal gevallen. Het zijn dan vaak dingen die wij, ook iedereen in deze zaal, zouden herkennen als dingen die heel erg lijken op een dienstverband. 

Naast de sectorale modelovereenkomst die van de site kan worden gehaald, zijn er ook veel ondernemers die prijs stellen op zekerheid vooraf voor zichzelf en voor hun eigen manier van werken, die soms afwijkt van wat op de site staat. Van de 800.000 zzp'ers en ongeveer evenveel mogelijke opdrachtgevers zijn ongeveer 4.000 verzoeken binnengekomen. Die betreffen allemaal gevallen die niet op de site zijn terug te vinden, maar vaak — dat is de waarneming — dichter tegen een dienstverband aan zitten. Mensen die op een reguliere manier aan het werk zijn, kunnen dat vaak op de site vinden of hebben helemaal niets nodig. Voor de genoemde gevallen is de behandeltijd gemiddeld tien en een halve week. Ik heb dat geheel en al zelf veroorzaakt, want ik heb namelijk aan de Belastingdienst gevraagd om hierbij in de meewerkstand te gaan. Het is heel gemakkelijk om bij zaken die niet direct in de eerste versie aan de wet voldoen, nee te zeggen. Dan daalt de behandeltijd naar minder dan een week, maar daarmee is echt niemand gediend. Ik vind dat de Belastingdienst een belangrijke rol moet nemen in uitleggen wat kan en wat niet kan en met ondernemers moet werken aan iets wat aan de wet voldoet. De Belastingdienst is op alle manieren onafhankelijk en op geen enkele manier belastingadviseur, maar dient in deze fase wel uit te leggen hoe de wet in elkaar zit en wat kan en wat niet kan. Dat leidt heel vaak tot vruchtbaar overleg. Dat leidt er heel vaak toe dat zaken die in de eerst ingediende versie niet kloppen, later wel blijken te kloppen. Dat leidt er weer toe dat mensen als echte ondernemer aan het werk kunnen. 

Al met al is er nog heel veel te doen in de voorlichting. Er doen nog altijd spookverhalen de ronde. Wij bestrijden die stevig. Wij gaan door met het dekkend maken van het stelsel. Er zijn allerlei ondernemers die puur voor zichzelf een zekerheid vooraf willen hebben in iets wat afwijkt van wat op de site staat. Alles is er echter op gericht om zekerheid vooraf te krijgen in de periode tot 1 mei volgend jaar, want dat is de implementatieperiode. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik krijg een klein beetje de indruk dat de staatssecretaris vooral heel erg goed kijkt naar de regels in het wetboek. D66 kijkt liever hoe die regels uitwerken op de werkvloer. Daar gebeurt iets heel anders dan wat de staatssecretaris zegt. Wij spreken heel veel opdrachtgevers, ook heel grote, die niet meer met zelfstandigen durven te werken. De staatssecretaris kan wel zeggen dat je prima zonder een dergelijk contract aan de bak kunt, maar de ervaring is dat zelfstandigen dan gewoon niet worden aangenomen. Ik roep de staatssecretaris op om uit zijn ivoren toren te komen en naar de werkvloer te gaan. Op de werkvloer werkt het heel anders. Er zijn heel veel bedrijven die geen zelfstandigen meer inhuren. Er zijn heel veel zelfstandigen die mij laten zien hoe hun werkvoorraad opdroogt omdat niemand ze meer in dienst wil nemen. Gaat de staatssecretaris gewoon door en blijft hij zeggen dat het allemaal wel meevalt, of gaat hij ingrijpen? Voorlichting is natuurlijk goed en daar moet de staatssecretaris mee doorgaan, maar nog beter is het om deze wet in te trekken. Gaat de staatssecretaris dat doen? Klopt het trouwens, wat ik heb gehoord, dat de Belastingdienst in de praktijk vaak zegt dat men bepalingen uit andere modelovereenkomsten moet overnemen en dat de aanvraag wordt ingetrokken als men dat niet letterlijk doet? Dan zou het aantal afgewezen aanvragen niet 75 maar wel 90% zijn. Klopt dit? Is de staatssecretaris bereid om de wet in te trekken? Als dat niet zo is, is hij bereid om ons elke maand een overzicht te sturen van de stand van zaken? Ik blijf het namelijk erg raar vinden dat alle cijfers die ik vandaag heb genoemd, niet in een brief aan de Kamer zijn gemeld maar pas boven water kwamen toen een organisatie ging wobben. 

Staatssecretaris Wiebes:

De Belastingdienst is hiermee met vele mensen bezig in de praktijk, met alle brancheverenigingen, met alle koepels, met alle individuele zzp'ers en bedrijven. Dit is een en al werkvloer. De stellige indruk van de mensen die ermee bezig zijn, is dat de overgrote meerderheid van de zzp'ers opnieuw als zzp'er aan de slag is en kan en dat dit voor een heleboel zzp'ers niet leidt tot de boodschap dat het niet meer kan. Nog steeds melden zich iedere maand zo'n 8.000 nieuwe zzp'ers. Wij gaan dus werken aan een situatie die conform de wet is. Wij doen inderdaad geen concessies aan de wet, maar de Belastingdienst neemt een uitleggende en voorlichtende rol hierin. Wij zitten conform de wet met echte ondernemers die voor Nederland belangrijk zijn, die aan het werk kunnen en die zekerheid vooraf vinden op de site. 

Voor het reces heb ik een brief toegezegd, een zogenaamde tussenrapportage. We zijn nu bijna op de helft van de implementatie. Ik wil de tussenrapportage volgende week naar de Kamer sturen. Daarin valt te lezen wat er tot nu toe is gebeurd aan voorlichting en aan beoordeling van overeenkomsten, wat de stand van zaken is en ook wat het beeld is in de verschillende sectoren. Het beeld kan in verschillende sectoren namelijk anders zijn. Het is belangrijk om de Kamer daarover compleet voor te lichten. Volgende week wil ik daarover de brief sturen die ik voor het reces heb toegezegd. 

De heer Van Weyenberg (D66):

D66 heeft deze wet in de senaat uit overtuiging niet gesteund, omdat zij er geen vertrouwen in had dat de wet toch niet ertoe zou leiden dat zelfstandig ondernemers dingen in de weg werden gelegd. Dat blijkt nu toch de praktijk. Ik zie op heel veel plekken dat mensen gewoon niet meer aan de bak komen. Ik spreek heel veel ondernemers die gewoon geen zelfstandigen meer inhuren. Ik vind het jammer dat de staatssecretaris de hele tijd maar blijft zeggen: rustig doorlopen, niks aan de hand. Zo wordt via de achterdeur, door deze staatssecretaris van de VVD, toch gewoon het anti-zzp-beleid van de Partij van de Arbeid in werking gezet. 

Voorzitter, ik zal zo een debat hierover aanvragen bij de regeling van werkzaamheden. Ik vind dat de Kamer hierover moet debatteren. Wat D66 betreft gaat deze wet gewoon van tafel. 

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Ik stel vast dat D66 in de Tweede Kamer deze wet van harte heeft gesteund. Ook hebben we volmondig een amendement aangenomen waarmee een evaluatiebepaling, waarop we allemaal zaten te wachten, wordt ingevoerd. Ik stel ook vast dat D66 net zoals de PvdA vindt dat iedereen zekerheid verdient en dat je in onzekerheid niet kunt werken. 

Ik heb een vraag aan de staatssecretaris over de uitvoering van deze wet, want ik maak me ook zorgen. We hebben nu tien algemene modelovereenkomsten waarmee kan worden gewerkt. Heeft het de staatssecretaris niet verbaasd dat bijna 5.000 ondernemers alsnog een eigen variant willen voorleggen? Dat is toch niet de bedoeling geweest? Is het niet veel beter om mensen te vertellen hoe ze met de tien standaardovereenkomsten kunnen werken? Als we 5.000 modelovereenkomsten moeten handhaven, zijn we even ver als ten tijde van de VAR. Dat is niet handhaafbaar. 

Staatssecretaris Wiebes:

Handhaafbaar is het wel, maar ik ben het met mevrouw Vos eens dat het eigenlijk niet nodig is. Er staan tien algemene overeenkomsten op de site die al dekkend zijn voor de zzp-economie. Voor specifieke sectoren zijn er nog specifieke modelovereenkomsten onder gelegd. Dat worden er straks 60 of nog meer. Het oordeel van de experts die ermee bezig zijn, is inderdaad dat heel veel van deze eigen varianten eigenlijk niet nodig zijn. Tegelijkertijd geldt het volgende, want zo dienstverlenend is de Belastingdienst wel. Als je om nadere zekerheid vooraf vraagt, als je alsnog twijfelt, word je wel door de Belastingdienst bediend. De brancheverenigingen hebben daarin ook een rol. Zij raden veel van hun leden aan om niet te lang door te gaan met het steeds maar gedetailleerder maken van modelovereenkomsten. Dat is echt niet nodig. Er kan worden gewerkt met wat er straks op de site staat, maar nogmaals: als bedrijven het willen, worden ze netjes bediend door de Belastingdienst. 

De heer Ziengs (VVD):

Zelfstandig professionals: zo noemen we ze maar, want in de ogen van de VVD zijn dit mensen die zelf verantwoordelijkheid nemen voor het eigen inkomen en daarbij vervolgens keuzes maken om zelf te zorgen voor hun arbeidsongeschiktheidsverzekering en hun pensioen. Ik constateer dat de afgelopen maanden — de afgelopen week verscheen het nog in de media — het aantal inschrijvingen bij de Kamer van Koophandel afnam en dat zelfstandig professionals zich op dit moment zelfs laten uitschrijven. Verder hoor ik signalen van payrollbedrijven dat ze voornemens zijn om de staatssecretaris een gouden medaille toe te kennen omdat ze van mening zijn dat ze veel extra werk krijgen. Dat komt met name door de onrust die op dit moment bij de opdrachtgevers aanwezig is. De opdrachtgevers zeggen over het algemeen tegen de zzp'er: ga nu maar gewoon naar een payrollconstructie. Daarmee ontstaat er een extra schijf, waardoor het verdienmodel van de zzp'er wordt aangetast. Mijn vraag aan de staatssecretaris is dan ook of hij deze bewegingen herkent. Is hij ook bereid om snel duidelijkheid te verschaffen aan de opdrachtgevers, zodat de onrust afneemt? Daarnaast kennen de payrollbedrijven op dit moment een toename vanwege dit soort constructies. Herkent de staatssecretaris dat? 

Staatssecretaris Wiebes:

Ik herken het verhaal wel. Dat verhaal stoort mij zelfs enigszins. Het zit namelijk als volgt. Als je als zzp'er via een intermediair aan de slag kunt, kun je ook rechtstreeks als zzp'er aan de slag, want het is dezelfde wet. Als die werkrelatie onherroepelijk een dienstverband is, kun je dat dienstverband evenzeer via een payroller hebben als rechtstreeks. Al met al hebben die intermediairs niets te maken met de Wet DBA. Er kunnen allerlei redenen zijn om een payroller in te schakelen. Ik zeg daar niets over, want het Rijk moet zich daar totaal niet mee bemoeien. Deze wet heeft echter niets met payrolling te maken en geeft dus ook geen extra prikkel om met payrollers te werken. Ik zeg daarom tegen iedere ondernemer: als je direct met zzp'ers wilt werken, dan kan dat. Ook als je dat wilt doen via een dienstverband, hoeft het niet via een payroller. Dat is een eigen keuze en die heeft met deze wet echt niets te maken. Het is goed dat ik hier even de gelegenheid krijg om dat helder te vertellen. 

De voorzitter:

Kort, graag. 

Staatssecretaris Wiebes:

Er is geen payrolldwang. 

De voorzitter:

Dat is heel kort. Dank u wel. Ik geef de VVD geen gelegenheid om nog een vraag te stellen, want zij is al eerder aan de beurt geweest. We zijn hiermee aan het einde gekomen van het mondelinge vragenuur. Ik dank de staatssecretaris voor zijn antwoorden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven