10 JBZ-raad op 7 en 8 juli 2016 (immigratie & asieldeel)

Aan de orde is het VAO JBZ-raad op 7 en 8 juli 2016 (immigratie & asieldeel) (AO d.d. 06/07). 

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van harte welkom. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dien twee moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat in de mededeling van de Europese Commissie van 7 juni het voornemen wordt uitgesproken, deals te sluiten met derde landen met als doel het beperken van het aantal vluchtelingen dat de EU bereikt; 

verzoekt de regering, niet akkoord te gaan met afspraken tussen de Europese Unie en derde landen waarbij ontwikkelingshulp van de EU conditioneel wordt gemaakt aan grensbewaking met het oog op het tegenhouden van vluchtelingen, en als alternatief te bepleiten dat de ontwikkelingshulp wordt ingezet voor het bestrijden van de oorzaken van migratie en het verbeteren van opvang in de regio, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voortman, Sjoerdsma, Voordewind en Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 430 (32317). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat in de mededeling van de Europese Commissie van 7 juni het voornemen wordt uitgesproken, deals te sluiten met derde landen met als doel het beperken van het aantal vluchtelingen dat de EU bereikt; 

overwegende dat de Kamer vooraf kennis moet kunnen nemen van deals die tussen de Europese Unie en derde landen worden gesloten; 

verzoekt de regering, onverwijld aan de Kamer te rapporteren indien er sprake is van een concreet voornemen tot het sluiten van een overeenkomst tussen de EU en een derde land in het kader van het Migration compact, en daarbij de exacte inhoud en juridische status van de overeenkomst te vermelden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voortman, Sjoerdsma, Voordewind en Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 431 (32317). 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Tijdens het debat heb ik geprobeerd een heel groot aantal vragen aan de orde te stellen, die niet aan de orde konden komen anders dan bij deze JBZ-Raad. Ze stonden niet op de agenda. De staatssecretaris heeft een aantal vragen beantwoord, maar een heleboel ook niet. Ik wil aangaande hetgeen ik zelf aan de orde heb gesteld, toch één motie indienen, dit ook omdat ik daartoe geen andere mogelijkheid meer heb voor het reces. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het COA een Reglement Onthouding Verstrekkingen (ROV) kent op basis waarvan maatregelen kunnen worden opgelegd aan bewoners van COA-locaties om de veiligheid, beheersbaarheid en leefbaarheid te borgen, en dat een van die maatregelen is dat opvangvoorzieningen, al dan niet tijdelijk, kunnen worden ontzegd; 

constaterende dat het COA in 2015 243 maal de opvang heeft ontzegd en dat deze mensen niet altijd een alternatieve slaapplek hebben kunnen vinden, waardoor zij de nacht op straat moesten doorbrengen; 

overwegende dat het recht op onderdak een van de fundamentele rechten van de mens is en dat dit aan niemand als ordemaatregel zonder tussenkomst van een rechter zou mogen worden opgelegd; 

overwegende dat op straat slapende COA-bewoners onwenselijk zijn voor het desbetreffende individu, de buurt van de betreffende COA-locatie en de samenleving als geheel, en dat zij daarmee ook ondermijnend zijn voor het draagvlak voor de opvang van vluchtelingen; 

verzoekt de regering, het ontzeggen van de opvangvoorziening als mogelijke maatregel uit het ROV te schrappen en te garanderen dat bewoners van COA-locaties niet tegen hun wil op straat komen te staan; 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 432 (32317). 

De voorzitter:

Ik zie dat de staatssecretaris direct kan antwoorden. De laatste motie wordt zo rondgedeeld. Het woord is aan de staatssecretaris. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Voorzitter. De motie-Voortman c.s. op stuk nr. 430 over conditionaliteit wil ik ontraden. Het kabinet wil wel de effectiviteit vooropstellen, maar daarom dit niet uitsluiten. Wij zetten in op bredere partnerschappen en kijken positief naar afspraken, over en weer, over terugname en bijdragen aan betere migratiestromen. In eerste instantie zullen wij ons richten, zoals ook is geadviseerd door de ACVZ, op maatregelen binnen het migratiedomein zelf, maar ik wil niet bij voorbaat uitsluiten dat het breder getrokken kan worden en dat er ook een relatie wordt gelegd in de bredere betrekking tussen de EU en het derde land. Vandaar dat ik die motie ontraad. 

De motie-Voortman c.s. op stuk nr. 431, acht ik — los van het technische feit dat zo'n compact waarschijnlijk niet een overeenkomst is in juridische zin of in de zin van deze motie — overbodig, omdat wij van zins zijn, de Kamer periodiek op de hoogte te houden voor JBZ-Raden of, waarschijnlijker, RBZ-Raden waar dit aan bod zal komen. Zoals we gewend zijn, zullen we die informatiestroom goed blijven delen en bespreken. Een semantische discussie of er sprake is van een overeenkomst, juridisch of materieel, zou verwarring kunnen veroorzaken. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De staatssecretaris geeft aan dat de motie overbodig is, omdat hij van plan is om ons sowieso te informeren. Is hij van plan om dat te doen op het moment dat er een concreet voornemen is tot het sluiten van een overeenkomst? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Nu wordt alweer gesproken over een overeenkomst die gesloten moet worden. Dat impliceert dat er ergens een juridisch bindend document is, terwijl het ook kan gaan om een set van afspraken tussen landen. Meestal zie je die dan aankomen. Het betekent dus niet dat er van tevoren een concepttekst is. Kijk naar de gang van zaken rond de Europese Unie en Turkije. We hebben daarover gesproken en de Kamer heeft van tevoren kunnen aangeven waar voor haar de grenzen liggen, maar de minister-president hoefde niet op "pauze" te drukken om met allerlei teksten terug te komen. We bekijken het vanuit die samenwerking en zullen de Kamer daarover informeren. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dan moet ik de motie helaas toch in stemming laten brengen. 

De voorzitter:

Dat is uw goed recht. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ook de motie-Gesthuizen op stuk nr. 432 ontraad ik. Het COA ontzegt iemand niet licht opvang. Dan moet je het er behoorlijk naar gemaakt hebben. Ik voorzie dat we straks beter in staat zijn om gerichter maatregelen in te bouwen. We zijn bezig met een azc speciaal voor mensen die ergens anders overlast hebben veroorzaakt, waardoor deze maatregel minder nodig zal zijn. Ik wil die echter niet uitsluiten als laatste redmiddel voor mensen die onmogelijk te handhaven zijn op die voorziening en voor wie niet stante pede een alternatief kan worden geregeld. Er zijn dan de nodige waarschuwingen en andere maatregelen aan voorafgegaan, maar ik wil het niet uitsluiten. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

We zijn aan het eind gekomen van dit VAO. Over de ingediende moties zullen we rond 15.15 uur stemmen. 

De vergadering wordt van 14.55 uur tot 15.18 uur geschorst. 

Naar boven