5 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Oskam tot lid in plaats van het lid Van Toorenburg.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen:

34000-A-38; 33979-45; 33979-46; 34000-VI-26; 34000-VI-27.

Tevens deel ik mee dat de volgende aangehouden moties zijn vervallen:

30597-472; 33979-38; 34000-J-18; 29628-479; 33400-A-86; 34000-X-18; 31765-101; 34000-XVI-59; 34000-XVI-73; 19637-1919; 19637-1922; 34000-XVII-33.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO), naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 25 februari 2015, met als eerste spreker de heer Jasper Van Dijk van de fractie van de SP;

  • -het VAO Energieraad (formeel) op 5 maart 2015, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 25 februari 2015, met als eerste spreker mevrouw Van Veldhoven van de fractie van D66.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Nederland is een van de grootste afnemers van genetisch gemanipuleerde soja uit Argentinië. ZEMBLA heeft gisteravond de schijnwerpers gezet op wat daar gebeurt en wat wij eigenlijk allang weten. Mensen worden letterlijk ziek van die gentech, van de bestrijdingsmiddelen die daarbij worden gebruikt. Wij voeren in de Kamer regelmatig debatten over de import van dit soort producten, maar nooit met de twee bewindspersonen tegelijk die over dit probleem gaan. De Partij voor de Dieren stelt voor om een debat te voeren met de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister voor Buitenlandse Handel over de invloed van Monsanto, het gebruik van gentech en gifstoffen in Argentinië voor de soja die wij importeren en de verantwoordelijkheid die Nederland daarvoor draagt.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de gentechlobby met zowel de staatssecretaris van Economische Zaken als de minister voor Buitenlandse Handel.

De heer Smaling (SP):

Normaal zoeken we naar een AO waarbij dit zou passen, maar dat hebben we niet gevonden. Het onderwerp is toch dusdanig zowel interessant als urgent dat we het verzoek graag steunen.

De heer Schouw (D66):

Ik sluit mij van harte daarbij aan.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook de ChristenUnie steunt het debat.

De heer De Liefde (VVD):

Geen steun voor het debat. Het AO waarnaar de heer Smaling op zoek is, wordt als het goed is volgende week tijdens de procedurevergadering ingepland. Dat is namelijk het AO Biotechnologie, bij uitstek het platform waarop we dit onderwerp kunnen bespreken.

De heer Klaver (GroenLinks):

Van harte steun voor het verzoek.

De heer Geurts (CDA):

Ook geen steun voor het plenaire debat. De heer De Liefde van de VVD-fractie heeft net een goede motivatie gegeven. Ik sluit mij daarbij aan.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, u hebt geen steun van de meerderheid voor het houden van een plenair debat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Nee, dat merk ik. Ik heb alleen de PvdA-fractie nog niet gehoord. Ik kan in de tussentijd nog wel even opmerken dat het niet gebruikelijk is om de minister voor Buitenlandse Handel uit te nodigen bij onze AO's over biotechnologie, waar wij de staatssecretarissen van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu al hebben. Ik zou graag horen of de PvdA behoefte heeft aan een debat over de import van soja, want ik weet dat ook die fractie zich daarover regelmatig zorgen heeft gemaakt. Daar komt de heer Leenders al.

De heer Leenders (PvdA):

Geen steun voor het debat, met dezelfde motivatie als de heer De Liefde heeft gegeven.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, u hebt nog steeds geen steun van de meerderheid voor het houden van een plenair debat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dan zou ik het graag omzetten in een dertigledendebat.

De voorzitter:

Dat kan. Ik zal het toevoegen aan de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie.

Het woord is aan de heer Jasper van Dijk van de SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Voor de tweede keer in korte tijd is een gebouw van de Universiteit van Amsterdam bezet. Er bestaat grote onvrede bij studenten over het rendementsdenken en het gebrek aan democratie. Dat is ook een zaak van de landelijke politiek. Er is deze week al een brief gevraagd en er zijn Kamervragen gesteld. Laten de brief en de antwoorden zo snel mogelijk naar ons toekomen, zodat wij vervolgens het debat kunnen voeren over de zorgen van deze studenten.

De voorzitter:

Ik noem het voor het gemak een debat over de bezetting van het Maagdenhuis.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ga uw gang, voorzitter.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ook mijn fractie vindt het belangrijk dat wij in de Kamer spreken over de zorgen die de studenten de afgelopen tijd hebben geuit. Daarom steunen wij van harte het verzoek.

De heer Beertema (PVV):

Net als vorige keer zeg ik dat er echt geen sprake van kan zijn dat een illegale bezetting wordt beloond met een debat.

De heer Van Meenen (D66):

Ik heb dinsdag naar aanleiding van de bezetting van het Bungehuis een debat aangevraagd. Nu vraagt de heer Van Dijk een debat naar aanleiding van de bezetting van het Maagdenhuis. Prima. Als wordt besloten dat de debatten worden gevoerd, stel ik voor om ze samen te voegen. De urgentie om een brief van de minister te krijgen, inclusief antwoorden op de vragen van de heer Van Dijk, deel ik volledig. Steun voor het verzoek.

De heer Bisschop (SGP):

Ik heb begrepen dat er inmiddels gesprekken gaande zijn. Wij willen hierover graag per brief worden geïnformeerd. Naar aanleiding van die brief bepalen wij of er wat ons betreft een debat of overleg nodig is.

De voorzitter:

Op dit moment dus nog geen steun.

De heer Bisschop (SGP):

Geen steun.

De heer Klaver (GroenLinks):

Wat mij betreft zijn de bezetting van het Bungehuis en die van het Maagdenhuis dezelfde kwestie en moeten we het hebben over het doorgeslagen rendementsdenken in het onderwijs. Daarover is al eerder een debat aangevraagd evenals een brief. Ik wil die brief, eventueel met antwoorden op aanvullende vragen, graag ontvangen zodat we daarna met elkaar een debat kunnen voeren.

De voorzitter:

Geen steun voor dit aparte verzoek dus.

De heer Klaver (GroenLinks):

Steun voor het verzoek, maar het lijkt mij praktischer om het samen te voegen en de heer Van Meenen was eerder met zijn aanvraag.

De voorzitter:

Ik vraag de heer Van Dijk of hij ermee kan leven als zijn verzoek wordt samengevoegd met de andere aanvraag.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Als dat debat de titel krijgt "De bezetting van de Universiteit van Amsterdam" ga ik akkoord.

De voorzitter:

Mijnheer Van Meenen vindt dat geen probleem, zie ik.

De heer Slob (ChristenUnie):

Mijn fractie wil niet over de bezetting spreken, maar wel over de achterliggende problematiek, namelijk het rendementsdenken in het hoger onderwijs. Kleine studies lijken het loodje te leggen als er keuzes gemaakt moeten worden. Daarover heeft de heer Van Meenen dinsdag een debat aangevraagd en dat hebben wij gesteund. Laten we het bij elkaar voegen en zo snel mogelijk erover spreken.

De heer Rog (CDA):

Het CDA heeft zorgen over het verdwijnen van kleine studies. Wij hebben daarover eerder schriftelijke vragen gesteld. Het met geweld binnendringen van universiteitsgebouwen is voor ons geen aanleiding om een apart debat te voeren.

De heer Mohandis (PvdA):

Afgelopen dinsdag lag er een verzoek van collega Van Meenen voor een debat. We hebben allemaal gezegd dat er eerst een brief moest komen, zodat we op basis van feiten kunnen besluiten of een debat nodig is. Dat kan plenair of via een AO. Ik wil eerst de brief afwachten.

De voorzitter:

Geen steun voor een debat op dit moment dus.

De heer Duisenberg (VVD):

Het is interessant om te zien dat een van de illegale bezetters, die ik herken van de televisie, nu hier voor ons staat. Geen steun voor het debat, wel steun voor de lijn van Mohandis.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik sluit mij aan bij de lijn van de heer Slob.

De voorzitter:

Ondertussen hebben wij even bekeken wat er dinsdag is besloten. Ik stel vast dat de heer Van Meenen geen debat heeft aangevraagd. Hij heeft eerst een brief aangevraagd. Dat is niet geformaliseerd. Het originele verzoek van de heer Van Dijk blijft dus staan, maar daarvoor heeft hij niet de steun van de meerderheid van de Kamer.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Maar wel ...?

De voorzitter:

U hebt wel voldoende steun voor een dertigledendebat.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dat lijkt mij uitstekend. Ik hoorde dat er ook heel veel ruimte is gekomen ...

De voorzitter:

Nog niet!

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dat terzijde. Ik vraag graag op korte termijn een dertigledendebat aan over de zorgen van deze studenten

De voorzitter:

Ik zal het toevoegen aan de lijst met drie minuten spreektijd per fractie.

Dan geef ik het woord aan de heer Madlener van de PVV.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter. De belastingen van de provincies, de opcenten, stijgen en stijgen maar. Wat blijkt? Dat gebeurt vooral waar de PvdA in het bestuur zit. Daar stijgen ze het hardst. Gelukkig staat de PvdA er heel slecht voor in de peilingen, maar we moeten de mensen wel beschermen tegen deze belastingen. De PVV wil die opcenten afschaffen. Daarom wil ik een debat aanvragen, geen dertigledendebat maar een gewoon debat.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor een debat over de stijging van de provinciale belastingen.

De heer Van Raak (SP):

Lijkt me een hartstikke goed idee. Daarom steun. Maar we kunnen het misschien ook omzetten in een AO, want dan kunnen we het sneller doen.

De voorzitter:

Maar steun voor een plenair debat op dit moment.

De heer Bisschop (SGP):

Geen steun voor dat debat. Wij hebben volgens mij juist dit soort discussies belegd bij andere overheden, bijvoorbeeld provincies en gemeenten. Die lokale en regionale democratie is uitstekend in staat om ongewenste maatregelen ook op dit terrein af te serveren. Wij wachten rustig de verkiezingen af. Maar geen debat hier.

De heer Klein (Klein):

Wat mij betreft moeten de provincies gewoon afgeschaft worden, want die zijn volstrekt overbodig. Dan begin je met het afschaffen van de belastingen. Dus steun aan het voorstel.

De heer Hoogland (PvdA):

Geen steun voor een debat. Laat ik er verder maar geen woorden aan vuil maken.

Mevrouw Visser (VVD):

Wel steun voor een brief als reactie van het kabinet hierop. Geen steun voor een debat. We hebben schriftelijke vragen klaarliggen, waarop we graag de nadere reactie van het kabinet horen.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Geen steun voor een debat. Daar gaan de provincies over.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook van de ChristenUnie geen steun. Dit is voor de provincies.

De voorzitter:

U hebt geen steun van de Kamer voor het houden van een meerderheidsdebat, en ook niet voor een dertigledendebat.

De heer Madlener (PVV):

Nee. Maar over het veranderen van de Provinciewet gaan wij wel zelf. Dus als wij de opcenten willen afschaffen, moet het toch echt in dit huis gebeuren. De provincies zouden de opcenten kunnen verlagen naar nul, maar zoals gezegd wil de PvdA ze alleen verder verhogen. Dat zal wel een verklaring zijn voor de reactie van die kant.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. De afgelopen twee weken hebben we vragen gesteld over visa die verleend zijn aan predikers met zeer radicale denkbeelden. Het ging over een bijeenkomst in Rijswijk en een in Utrecht. Eerst kreeg iedereen die visa, daarna schijnen drie visa te zijn ingetrokken. Een van die bijeenkomsten, die in Utrecht, staat aanstaande zaterdag nog gepland en de ander is virtueel. Nu heeft de regering wel in de media gezegd dat de visa zijn ingetrokken, maar we hebben geen enkele Kamerbrief ontvangen. We hebben zelfs Kamerbreed gevraagd om voor dinsdag te vernemen wat er is gebeurd, maar dat is niet gebeurd. Ik verzoek u om de twee setjes vragen van de CDA-fractie daarover, één samen met de ChristenUnie en één van mij samen met de heer Oskam, voor morgen 16.00 uur beantwoord te krijgen en ook de vragen die de commissie gesteld heeft voor morgen 16.00 uur beantwoord te krijgen, zodat we weten wie verantwoordelijk is voor het verschaffen van visa aan radicale predikers en waarom ze eerst waren afgegeven en daarna ingetrokken zijn. Ik hoop en verwacht dat de collega's Van Klaveren, Azmani, Schouw, Van der Staaij en Bontes ook hun vragen beantwoord willen hebben, want die gaan over precies hetzelfde onderwerp.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik kan bevestigen dat ook ik de vragen graag beantwoord wil hebben voor het tijdstip, genoemd door de heer Omtzigt.

De voorzitter:

Ik ga er voor het gemak van uit dat dat voor iedereen geldt. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Gisteren was er weer een flinke aardbeving, dit keer bij Appingedam. Daarom probeert GroenLinks, samen met de ChristenUnie, nog steeds steun te krijgen om zo spoedig mogelijk in deze Kamer een debat te houden over het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid. Ik heb uit de media begrepen dat daar inmiddels steun voor is van de VVD en de PvdA. Ik zou heel graag de minister-president bij dat debat aanwezig hebben. Gezien de zwaarte van het onderwerp dat we gaan bespreken, zou ik de spreektijd willen uitbreiden naar vijf minuten.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het zou mooi zijn als de VVD en de PvdA hier inderdaad hun steun uitspreken. Ik kan dan zo direct ook de stemmingen die ik heb aangemeld intrekken.

De voorzitter:

Misschien is het handig als ik eerst even het woord geef aan de heer Vos.

De heer Jan Vos (PvdA):

De fractie van de Partij van de Arbeid had heel graag het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid, waaraan een jaar is gewerkt, met deze Kamer willen bespreken, met daarbij een zorgvuldige afweging van het kabinet. Zoals aangekondigd, zou minister Kamp die over zes weken naar de Kamer sturen. In de afgelopen dagen hebben we kunnen zien dat de voltallige trukendoos van de oppositie al open is gegaan. Dat leidde tot Haagse spelletjes. Je kunt dan twee dingen doen. Je kunt zeggen: ik speel die spelletjes mee. Je kunt ook zeggen: we gaan met elkaar het debat aan in deze Kamer, en dan maar zonder die kabinetsappreciatie en zonder die zorgvuldigheid die wij zo graag hadden gezien. We zullen dan ook instemmen met het verzoek en het debat hier aangaan. Ik verzoek de voorzitter om dat in te plannen op een zo spoedig mogelijke termijn.

De heer Bosman (VVD):

Ook de VVD vindt dit een belangrijk onderwerp. We hadden graag de kabinetsappreciatie erbij gehad. Dat gaat niet gebeuren. De oppositie vindt dat we de ruimte moeten hebben om dit debat te voeren. Steun dus voor het debat op een zo kort mogelijke termijn, maar geen steun van de VVD om daar de minister-president bij te halen, want dit is een hoofdlijnendebat.

De voorzitter:

Voor alle duidelijkheid: we hebben het hier over het dertigledendebat. Er staan immers twee debatten op de lijst. Dit gaat over het dertigledendebat, waarvan een meerderheid nu zegt dat het ingepland mag worden.

De heer Slob (ChristenUnie):

Het is zeer verstandig van de Partij van de Arbeid en de VVD om ruimte te bieden voor dit debat. Wat ons betreft kan het debat over het rapport een debat op hoofdlijnen zijn. Op dat rapport heeft het kabinet in de afgelopen weken zelf ook al commentaar gegeven. Dat kunnen we met elkaar bespreken. We kunnen op een later moment nog wel op de verdere details inzoomen. Wat mij betreft hoeft het nu dus geen dertigledendebat meer te zijn, maar kan het een volwaardig debat zijn. Het wordt nu gewoon gesteund door de Kamer. Gezien de problematiek en het feit dat dit een nationale kwestie is, die het Noorden raakt, heeft onze fractie er wel behoefte aan dat de minister-president bij dat debat is. We weten dat het kabinet zelf over de afvaardiging gaat, maar we willen hem dringend verzoeken om hierbij aanwezig te zijn.

De voorzitter:

Eigenlijk zegt u, mijnheer Slob, dat u het hoofdlijnendebat dat een dertigledendebat was, omzet in een meerderheidsdebat. Dat lijkt een logische conclusie als de meerderheid het inmiddels ook steunt.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Steun, maar dan ook graag een gewoon debat.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dank aan de beide coalitiepartijen dat zij de urgentie die door de oppositie zo gevoeld werd nu ook ondersteunen. Wat D66 betreft komt er een meerderheidsdebat met bijbehorende spreektijden, die iets ruimer zijn dan bij een dertigledendebat.

De heer Roemer (SP):

Dank aan beide partijen dat ze het debat nu steunen. Gisteren was ik hier erg kritisch over. Nu spreek ik mijn dank uit. Het is goed dat dit een volwaardig debat wordt. Ik steun het verzoek om de premier erbij te hebben.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Natuurlijk steun voor het debat. Jammer dat het zo moest en dat we niet direct een meerderheidsdebat konden inplannen. Je bepaalt namelijk met elkaar de zorgvuldigheid. Uit de media hadden we al een duidelijke reactie van de minister vernomen. Hij kan ook best nog eens heel duidelijk in de Kamer komen vertellen hoe hij hierover denkt.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook wat betreft de SGP steun voor het omzetten van het dertigledendebat in een meerderheidsdebat, een snel te houden debat op hoofdlijnen. De opbrengst van het debat kan juist ook goed betrokken worden bij de verdere uitwerking van de regeringsreactie.

De heer Graus (PVV):

Steun voor een volwaardig plenair debat, met ruime spreektijden.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, de meerderheid van de Kamer wil graag op zo kort mogelijke termijn een debat op hoofdlijnen over Groningen naar aanleiding van het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid. Ik zal het voor volgende week in de agenda inplannen, met vijf minuten spreektijd per fractie.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik zou graag ook van u nog even de conclusie horen dat de meerderheid ook heeft verzocht om de aanwezigheid van de minister-president bij dat debat. Ik hoorde de Partij van de Arbeid het verzoek van mevrouw Van Tongeren steunen waar dat in zat. Nu we het zo afspreken dat het debat wordt ingepland, kan ik in elk geval de door mij aangemelde stemming voor zo meteen intrekken.

De voorzitter:

Ik vraag de Partij van de Arbeid of het inderdaad de portee was van haar opmerking dat ook de minister-president bij dat debat van volgende week aanwezig moet zijn.

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik denk dat de reactie op het verzoek van mevrouw Van Tongeren aan het kabinet zelf is. Van het hoofdlijnendebat zoals dat nu wordt ingepland, denk ik dat minister Kamp, hem kennende, dat prima alleen af kan. Als de minister-president echter besluit om aanwezig te zijn, is hij natuurlijk altijd van harte welkom.

De voorzitter:

Maar het is geen noodzaak voor u?

De heer Jan Vos (PvdA):

Nee. Ik had daar in mijn eerste inbreng vandaag ook verder niets over gezegd.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, waarin de Kamer verzoekt om de aanwezigheid van de minister-president, doorgeleiden naar het kabinet.

Daarmee is er een eind gekomen aan de regeling van werkzaamheden.

Naar boven