7 Btw bij samenwerken gemeenten

Aan de orde is het VAO Btw bij samenwerken gemeenten (AO d.d. 09/10). 

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. We hebben een belangrijk AO gehad over de btw-problematiek bij gemeenten. We hebben de staatssecretaris daarin gevraagd om een aantal finesses verder toe te lichten in een brief. Ik dank hem zeer voor de uitgebreide brief. Onze zorgen over de btw-problematiek zijn daarmee echter niet weggenomen. Vorige week nog is er ook in de Eerste Kamer uitvoerig over gesproken, bij de behandeling van de Wet langdurige zorg. Staatssecretaris Van Rijn heeft toen een brief toegezegd om de btw-problematiek in de zorg op te lossen. Kan de staatssecretaris van Financiën toezeggen dat die brief ook aan de Tweede Kamer wordt gestuurd? Zij wil namelijk graag de vinger aan de pols houden. 

De voorzitter:

Ik verzoek de leden die achterin de zaal staan te praten om buiten de zaal en niet in de zaal met elkaar te spreken. Gaat u verder, mijnheer Schouw. 

De heer Schouw (D66):

Ik dien een motie in om het belang van de problematiek en het zoeken naar een oplossing vast te leggen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat gemeenten, waterschappen en provincies door het Rijk worden gestimuleerd om samen te werken; 

overwegende dat die publieke samenwerking voor extra lasten zorgt als gevolg van verschuldigde btw; 

constaterende dat nog niet alle knelpunten zijn te compenseren door het compensatiefonds; 

constaterende dat gemeenten aan een samenwerkingsverband btw voor personeelskosten voor vrijgestelde prestaties moeten betalen, terwijl een gemeente die de taak zelf uitvoert over de eigen personeelskosten geen btw verschuldigd is; 

van mening dat de keuze om een samenwerkingsverband te vormen niet afhankelijk moet zijn van de vraag of er sprake is van financiële gevolgen vanwege compensatie van de verschuldigde btw; 

verzoekt de regering, zich samen met de betrokken koepelorganisaties zoals de VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen in te spannen om knelpunten en onduidelijkheden, waar mogelijk met gebruikmaking van het BTW-compensatiefonds, zo veel als mogelijk op te lossen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Schouw en Bisschop. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 31 (34000-VII). 

Ik heet de minister van Binnenlandse Zaken opnieuw welkom. Ook heet ik de staatssecretaris van Financiën welkom. Wij wachten even tot de motie is rondgedeeld. 

Staatssecretaris Wiebes:

Voorzitter. De heer Schouw vraagt allereerst of een brief over de btw-problematiek die aan de Eerste Kamer wordt gestuurd ook aan de Tweede Kamer gestuurd kan worden. Voor zover het een brief van staatssecretaris Van Rijn betreft, zal ik daar bij hem op aandringen. Voor zover het een brief betreft die ook namens mij wordt gestuurd, zeg ik dat alvast toe. Welke van deze twee mogelijkheden het geval is, zoek ik nog even uit. Dat is mijn duale toezegging aan de heer Schouw. 

In de motie komt de heer Schouw op voor gemeenten, waterschappen en provincies. Dat is sympathiek, want op een aantal van deze problemen zitten wij natuurlijk helemaal niet te wachten. Dat ben ik volledig met de heer Schouw eens. Hij komt ook op voor samenwerking. Dat verdient al helemaal een pluim. Ook bij dat pleidooi sluit ik mij graag aan. Tegelijkertijd denk ik dat de heer Schouw er ook van doordrongen is dat Nederland zich als goed Europeaan moet gedragen en aan de btw-richtlijn moet voldoen. Ik denk dat het overbodig is om te proberen de heer Schouw daarvan te overtuigen. Ik denk dat wij elkaar daar wel vinden. In de motie wordt de regering ertoe opgeroepen om knelpunten en onduidelijkheden op te lossen. Dat beschouw ik regelrecht als een ondersteuning van het beleid. Voor de provincies en zeker voor de gemeentes zijn wij daar al een heel eind mee. Wij hebben daar zeer veel overleg aan besteed. Ik kan zeggen dat dat ten aanzien van de waterschappen nog loopt. Er is een uitnodiging in de richting van de Unie van Waterschappen gegaan om naar concrete gevallen te kijken. 

Er is nog wel een knelpunt in de motie. Het lijkt in de motie alsof niet alleen de gemeenten en de provincies op het BTW-compensatiefonds zijn aangewezen, maar ook de Unie van Waterschappen. De Unie van Waterschappen heeft echter uitdrukkelijk geen toegang tot het BTW-compensatiefonds. Ik vraag me af of de motie zo gelezen moet worden dat het BTW-compensatiefonds ineens beschikbaar moet komen voor de waterschappen. Ik zie dat de heer Schouw met zijn hoofd schudt. Dat moet dan ook een hard "nee" zijn. 

Overigens beschouw ik de motie als een ondersteuning van beleid. Ik ben nu even in verwarring. In Amsterdam betekende dit dat een motie ontraden werd. Ik weet niet of Den Haag vriendelijker is dan Amsterdam. Mijn collega Plasterk, die naast me zit, kan mij ongetwijfeld wel even duidelijk maken welk officieel predicaat er uiteindelijk aan "ondersteuning van beleid" wordt gegeven. Ik hoor van hem dat het "oordeel Kamer" is. Ik stel vast dat de mildheid in Den Haag groter is dan in Amsterdam. Ik laat het oordeel over de motie dus aan de Kamer. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven