5 Vragenuur: Vragen Tellegen

Vragen van het lid Tellegen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over orgaandonatie bij euthanasie. 

Mevrouw Tellegen (VVD):

Voorzitter. Afgelopen zaterdagochtend had NPO Radio 1 een boeiende uitzending over het complexe onderwerp "orgaandonatie na euthanasie". In de uitzending kwam een transplantatiecoördinator aan het woord, die aangaf dat het Erasmus MC en het Maastricht UMC+ een protocol hebben opgesteld over het omgaan met orgaandonatie na euthanasie. In Nederland hebben tot nu toe slechts zes personen na euthanasie hun organen gedoneerd. De initiatiefnemers hopen dat orgaandonatie na euthanasie in de toekomst vaker zal kunnen plaatsvinden door het opstellen van een duidelijk protocol, en daarmee zal bijdragen aan het aantal beschikbare organen. 

De VVD is onder de indruk van dit mooie initiatief uit het veld. We willen immers allemaal dat de wachtlijst voor mensen die een orgaan nodig hebben, korter wordt. Dit initiatief kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Ik heb dan ook de volgende vragen aan de minister. Wat vindt de minister van het initiatief om meer te gaan inzetten op orgaandonatie na euthanasie? Erkent zij dat er met orgaandonatie na euthanasie een toename van het aantal beschikbare organen mogelijk is? In hoeverre zijn ziekenhuizen maar ook huisartsen bereid en toegerust om meer werk te maken van orgaandonatie na euthanasie? En heeft de minister zicht op de planning rond de inwerkingtreding van dit protocol? 

Minister Schippers:

Voorzitter. De handreiking die momenteel wordt opgesteld, heeft als doel de wens tot euthanasie en de wens tot het doneren van organen zo goed mogelijk te combineren. Zij is nadrukkelijk niet bedoeld om het donorpotentieel te vergroten. Ik vind het belangrijk om daarmee te beginnen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er geen extra organen ter beschikking komen als dit gebeurt, en dat is positief. De insteek is echter om, als mensen beide wensen hebben en die willen combineren, dit combineren beter te laten verlopen. Zoals mevrouw Tellegen al zei, ging het in het verleden om een aantal mensen. Ook zijn er momenteel twee verzoeken die nog "hangen". 

Ik vind het van groot belang dat beide procedures strikt gescheiden van elkaar verlopen. Eerst moet aan alle zorgvuldigheidscriteria van de euthanasiewet worden voldaan voordat een eventuele orgaandonatie kan worden uitgewerkt. Daar mag niets aan worden afgedaan. De combinatie betekent wel iets. Die betekent dat de patiënt in het ziekenhuis moet overlijden en niet thuis, omdat de organen kort na overlijden uitgenomen moeten worden. Patiënt en familie moeten vooraf goed geïnformeerd worden over de procedures, en de familie ook achteraf. De arts die de euthanasie uitvoert, vaak de huisarts van de patiënt, moet dat doen in het ziekenhuis. Dan moet er duidelijkheid bestaan over de rol- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen huisarts en ziekenhuis. Dat is ook de reden waarom we niet willen dat het wiel iedere keer apart wordt uitgevonden, en er nu een handreiking wordt opgesteld. Men is daar nu mee bezig. 

Mevrouw Tellegen (VVD):

Ik dank de minister voor deze antwoorden. Zij zegt dat het doel niet is om meer organen vrij te krijgen, om het oneerbiedig te zeggen, maar dat lijkt mij nu net wél het doel van het beter afstemmen. Ieder donororgaan kan namelijk een mensenleven redden. Als slechts enkele tientallen van de 4.800 mensen die jaarlijks euthanasie krijgen, hun organen afstaan, is dat in de ogen van de VVD al winst. De VVD vindt dat dit initiatief daarom waar mogelijk moet worden ondersteund. 

De minister heeft vorige week tijdens de begrotingsbehandeling in de Kamer aangegeven dat zij binnenkort de evaluatie naar de Tweede Kamer stuurt van de pilots die in het kader van het Masterplan Orgaandonatie zijn ingesteld. Ook komen de resultaten van de effectmeting van de voorlichtingscampagne rondom de Donorweek naar de Tweede Kamer. Orgaandonatie na euthanasie maakt vooralsnog geen onderdeel uit van dit masterplan. De VVD vindt de verdere ontwikkeling van de mogelijkheid van orgaandonatie na euthanasie van belang. Daarom verzoek ik de minister om in haar beleidsreactie op de evaluatie, die nog naar de Kamer moet komen, deze ontwikkeling mee te nemen. 

Minister Schippers:

Ik ben mevrouw Tellegen nog een antwoord schuldig over de tijdsplanning van deze handreiking. De handreiking ligt nu ter consultatie bij de betrokken beroepsgroepen. Ik verwacht dat zij over een paar weken gereed is. Voor de planning en het beleid is het heel moeilijk dat het gaat over zes patiënten, want daar hebben we het over, en twee zaken die nog lopen. Dan heb je het over acht patiënten en dan kun je niet evalueren. Professionals zijn zelf tot de conclusie gekomen dat dit heel ingewikkeld en precair is, want het zijn twee zware procedures die ze echt uit elkaar willen houden. Om te voorkomen dat ieder ziekenhuis het wiel gaat uitvinden, gaan zij een handreiking maken. Ik vind dat positief. Natuurlijk is die handreiking erop gericht dat mensen die het echt willen, ook de gelegenheid hebben en op die manier bijdragen aan het aantal organen dat je kunt gebruiken en transplanteren; organen waarmee je mensen weer een nieuw leven kunt schenken. Het enige wat ik kan doen, is dit nog eens op schrift zetten en misschien nog iets meer uitwerken, en dat meesturen met de evaluatie. Ik kan echter niet iets evalueren wat zo sporadisch is voorgekomen, want de ervaringen ermee zijn dan te beperkt. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

De minister verwacht dat de beroepsgroep er over enkele weken mee komt. Heeft zij nog ideeën hoe zij de beroepsgroep kan ondersteunen in het ontwikkelen van die richtlijnen? Is zij ook van plan om daarna te monitoren hoe die uitpakken? 

Minister Schippers:

Het is een handreiking op verzoek van professionals zelf. Dat is dus wat anders dan een richtlijn. Het is een handreiking omdat er allerlei dingen bij elkaar komen. Euthanasie vindt vaak thuis plaats met de huisarts, terwijl een orgaandonatie juist in het ziekenhuis gebeurt met behulp van andere professionals. Laten we dus eerst eens afwachten wat er in de handreiking staat. Misschien staat er helemaal niets in wat ik kan ondersteunen. Over het algemeen zijn het namelijk gewoon praktische uitwerkingen van wetten die we al hebben gemaakt. Ik zie mijn rol vooralsnog niet, maar er kan natuurlijk iets uitkomen waardoor ik ineens wel een rol zou moeten hebben. 

De voorzitter:

Mevrouw Dijkstra, wilt u gebruikmaken van de tweede interruptiemogelijkheid van uw fractie? 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ja. In de radio-uitzending waarover mevrouw Tellegen het had, was ook de voorzitter van de intensivisten te horen. Hij verwacht dat het ondanks zo'n handreiking toch een zeldzaamheid zal blijven dat euthanasie en orgaandonatie samengaan. Ik heb de minister ook horen zeggen dat dit niet het doel is. Mevrouw Tellegen is vrij optimistisch over het resultaat hiervan, maar hoe kijkt de minister hiertegen aan? 

Minister Schippers:

Ik vind dat moeilijk te beantwoorden. Mensen die om euthanasie vragen, hebben vaak heel veel aan hun hoofd rond hun eigen leven. Het orgaandonatievraagstuk is nog weer een heel zwaar vraagstuk daarnaast. Ik vind het heel positief dat professionals constateren dat deze zware procedures, die ze allemaal heel goed en zorgvuldig willen doen, soms stroef verlopen en dat zij die dat met een handreiking voor ziekenhuizen beter willen laten verlopen. Ik vind dat heel erg goed. Als dat nieuwe organen oplevert, vind ik dat ook heel erg goed. Wij willen immers dat er niets verloren gaat als mensen zelf die wens hebben. Ik kan echter niet inschatten hoeveel mensen met de wens tot euthanasie ook daadwerkelijk willen participeren in orgaandonatie. Om misverstanden te voorkomen: ik vind het heel goed dat die handreiking er komt. Het is wel belangrijk om beide trajecten zorgvuldig te laten verlopen. Het moet geen jacht op organen worden; dat is het wat mij betreft ook echt niet. Het zijn twee zorgvuldige trajecten die we aan elkaar willen verbinden op verzoek van de patiënt. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik heb een punt van orde. Het gaat hier om twee zware procedures, zoals de minister al heeft gezegd. 

De voorzitter:

Een punt van orde gaat over de orde van de vergadering. Dat kunt u niet aan de minister voorleggen. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dat ga ik ook niet aan de minister voorleggen. De minister schetste zojuist dat zij met een brief wil komen. Mijn fractie heeft er behoefte aan dat die brief komt nadat de handreiking door de artsen beschikbaar is gesteld. We zouden het dus heel fijn vinden als het gebaar van de minister om een brief te schrijven op die manier in werking wordt gezet. 

Minister Schippers:

Er is mij gevraagd of ik bij de evaluatie aandacht wil schenken aan wat ik in de toekomst wil. Ik zal bekijken wanneer die evaluatie af is. Zolang de handreiking niet af is, is het ook logisch dat ik daar niets over kan zeggen. Dan zal ik later met een brief komen. Als het echter bij de evaluatie kan, dan zal dat weliswaar geen onderdeel van de evaluatie zijn, maar wel een stukje visie op de handreiking en op de verdere dilemma's die meespelen. 

De voorzitter:

Dank voor deze toelichting op dit punt van orde. U mag nog even blijven, want ook de volgende vraag wordt aan u gesteld. 

Naar boven