3 Vragenuur: Vragen Madlener

Vragen van het lid Madlener aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat ouderen opnieuw met koopkrachtdalingen te maken krijgen in 2015. 

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter. De Kamer heeft zojuist een petitie in ontvangst mogen nemen die is ondertekend door ruim 40.000 ouderen. In die petitie wordt de noodklok geluid over de omstandigheden waarin ouderen zich bevinden. Ouderen zijn namelijk al jaren het slechtste af in de koopkrachtplaatjes. Niet alleen de koopkracht van ouderen gaat achteruit, maar ook worden de verzorgingshuizen gesloten terwijl er 40% wordt geschrapt in de thuishulp. Mensen moeten dus langer thuis blijven wonen, maar vervolgens schrapt het kabinet de thuishulp voor een deel. Pensioenen worden niet geïndexeerd; ze worden zelfs gekort, ondanks 1.200 miljard aan pensioenreserves. Allemaal de schuld van het kabinet, dat de regels onlangs nog verder heeft verscherpt, waardoor indexatie de komende jaren achterwege zal blijven. Ik noem ook de veel te snelle verhoging van de AOW-leeftijd, waardoor mensen met een probleem zijn opgezadeld omdat zij nooit rekening hebben kunnen houden met die nieuwe regels. Daardoor is extra werkloosheid ontstaan onder ouderen, maar ook onder jongeren, want ouderen blijven langer in de banen hangen, waardoor jongeren weer niet aan de bak komen. Dus het is eigenlijk voor iedereen slecht. 

De belastingverhogingen van dit kabinet, de btw-verhogingen, de enorme verhoging van de benzineaccijnzen raken de koopkracht van ouderen en van alle Nederlanders. Ik noem de mensonterende toestanden in de verpleeghuizen. Die kunnen we niet meer als incidenten afdoen. Het zijn toestanden die we regelrecht toe kunnen schrijven aan kabinetsbezuinigingen op de verpleeghuizen. De Agemagelden zijn door dit kabinet geschrapt. Waar de PVV zo trots op was, heeft het kabinet weer weggehaald en het heeft ook nog een half miljard extra bezuinigd op de verzorgingshuizen. Is de minister bereid om dit afbraakbeleid te stoppen? 

Minister Asscher:

Voorzitter. Het gevoel is op dit moment dat de ouderen van alle kanten worden geraakt door de gevolgen van de crisis en dat zij daarbij ook nog eens onevenredig worden geraakt door de maatregelen van dit kabinet. Nu is het zeker waar dat ouderen geraakt worden door de crisis, maar dat geldt eigenlijk voor alle Nederlanders. Werknemers zijn hun baan kwijtgeraakt, zzp'ers hebben minder opdrachten gekregen, jongeren komen moeilijker aan de slag en ouderen hebben vooral door de niet-indexatie van de pensioenen de crisis aan den lijve gevoeld. 

Het kabinet heeft in deze moeilijke jaren, waarbij het huishoudboekje op orde moest worden gebracht, aan iedereen die het zich kon veroorloven een bijdrage gevraagd. Dat betekent dat we ook de oudere Nederlanders daarom hebben gevraagd. De conclusies van het IBO-onderzoek naar de inkomens- en vermogenspositie van ouderen uit 2013 gaven aan dat onze ouderen ten opzichte van twee decennia geleden een hoger inkomen hebben en een hogere welvaart kennen. Hun vermogenspositie is verbeterd, maar dat doet niets af aan het feit dat veel ouderen de reële pijn hebben gevoeld van de achterblijvende pensioenindexatie en van de veranderingen in de zorg. Veel ouderen zullen zich dus niet herkennen in een beeld van rijker wordende ouderen, maar zij zullen ook begrijpen dat vooral de ouderen die meer te besteden hebben een bijdrage moeten leveren aan het op orde brengen van het huishoudboekje. 

Ten slotte gaven de koopkrachtcijfers uit 2011 en 2012 een stijging te zien voor ouderen. 2013 was een slecht jaar. 2014 liet een kleine stijging zien en in 2015 bleef het op nul. Daarnaast tracht het kabinet telkens mensen met een klein pensioen of alleen AOW te ontzien. De grote groep ouderen is allang niet meer één homogene groep. Daartussen vind je sterke en kwetsbare, rijke en arme mensen. Daar houdt het kabinet ook rekening mee. 

De heer Madlener (PVV):

Ik hoor dat de minister het eigenlijk met mij eens is dat het er heel slecht voor staat met de ouderen. Niet met alle ouderen; er zijn ook enkele rijke ouderen, maar de meeste ouderen zijn helemaal niet rijk en die hebben het de laatste jaren heel slecht gekregen. Dan vraag ik de minister: wat voor land zijn wij geworden? Dit kabinet heeft er wel 643 miljard voor over om Brussel te betalen boven op de 8 miljard die Nederland al betaalt aan de falende EU. De verspilling in Brussel is natuurlijk berucht en Nederland staat weer voorop om die cheque te betalen. Nederlanders mogen een naheffing betalen. 

De voorzitter:

Mijnheer Madlener, u hebt aangekondigd dat u een vraag wilde stellen over de koopkracht van ouderen in 2015. Ik verzoek u om u te beperken tot die vraag en alle andere zaken bij andere debatten te bespreken die ook nog komen. 

De heer Madlener (PVV):

Maar koopkracht hangt samen met belastingmaatregelen als belastingheffing. Ik kan er niet omheen dat dit kabinet belastingmaatregelen heeft genomen die Nederlanders en ouderen keihard raken en tegelijkertijd heeft het de geldkraan naar Brussel wagenwijd openzet. Daar kunnen we niet omheen. U kunt mij niet vragen om dat niet te benoemen, want dat is de kern van waar dit kabinet de fout in gaat, namelijk bezuinigen op het eigen Nederland en het geld weggeven aan asielzoekers en Brussel. Ik wil toch ook noemen dat de grenzen wagenwijd openstaan en dat alleen al dit jaar 30.000 asielzoekers zijn binnengekomen. Hoeveel kost dat wel niet? De ontwikkelingshulp in Afrika heeft kennelijk wel prioriteit bij dit kabinet. 

De voorzitter:

Mijnheer Madlener, we hebben met elkaar besloten dat het mondelinge vragenuur zo in elkaar steekt dat de vragen gaan over een specifiek onderwerp. Daar hebben we een heel korte tijd voor. Het specifieke onderwerp waarover u met de minister van Sociale Zaken wilt spreken, is de koopkracht van ouderen. Ik verzoek u opnieuw om uw vraag daartoe te beperken, conform de afspraken die wij in de Kamer over het mondelinge vragenuur hebben gemaakt. 

De heer Madlener (PVV):

Ik heb hier de noodklok geluid voor de ouderen, maar de minister heeft hierop geantwoord dat niet alleen de ouderen maar alle Nederlanders lijden onder die bezuinigingen. Dat ben ik met hem eens. Ik probeer daar ook oplossingen voor aan te dragen. Ik vraag het kabinet om maatregelen te nemen waardoor de koopkracht wel zal stijgen. Daarvoor moeten we een dekking vinden. Ik heb allerlei suggesties gedaan. We moeten natuurlijk stoppen met ontwikkelingshulp, omdat deze niet werkt en in corrupte zakken terechtkomt. De kern van mijn betoog is of het kabinet zich niet schaamt dat in Brussel asielzoekers en buitenlanders altijd maar vooropstaan, terwijl de eigen Nederlanders toch een beetje creperen in die verzorgingshuizen. Daar gaat het kabinet op bezuinigen en het geld stroomt naar het buitenland. Dat is de kern van het verhaal. Dat is ook de reden waarom Nederland in de crisis blijft en het slechter doet dan andere landen. Daar wil ik graag een reactie op. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik geef het woord aan de minister van Sociale Zaken voor een reactie. 

Minister Asscher:

Voorzitter. Tijdens de heel zware economische crisis was er veel minder geld te besteden voor bedrijven en voor de overheid. Het kabinet heeft een aantal moeilijke maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen dat het land niet failliet ging en het huishoudboekje op orde was. Vervolgens zie je dat Nederland uit de crisis komt en het beter doet en meer groeit dan andere landen in Europa. Het is nog steeds geen vetpot, want veel te veel mensen staan aan de kant en zijn op zoek naar een baan. 

In die tijd van crisis hebben we aan iedereen een bijdrage moeten vragen. We konden niet met goedkope verhaaltjes komen dat er genoeg geld aan de boom groeit om alle problemen op te lossen, maar we moesten zelf de problemen oplossen. Daarbij kun je die enorme groep ouderen niet helemaal ontzien, maar we hebben telkens rekening gehouden met de inkomens- en vermogenspositie van ouderen. Mensen met alleen AOW zijn ontzien bij de kabinetsmaatregelen en die zullen we de komende jaren ook blijven ontzien. 

Het is het goed recht van de heer Madlener om allerlei verhalen op te hangen. Ik zal daar geïnteresseerd naar luisteren, maar de kern van de zaak is dat Nederland de begroting op orde brengt, dat de economie langzaam maar zeker weer aan het groeien is en dat we in al die moeilijke jaren rekening hebben gehouden met de inkomenspositie van mensen. We hebben een evenwichtig inkomensbeleid gevoerd, waarbij we kijken naar wat mensen kunnen besteden. Er zijn kwetsbare ouderen en die moeten we ontzien, zeker de ouderen in verzorgingshuizen. Daar moeten we goed naar omzien, maar je kunt niet alle ouderen in Nederland wegzetten als arme en kwetsbare mensen. Er zijn ook sterke, geëmancipeerde en voor een deel gelukkig ook welvarende ouderen, die een grote bijdrage leveren en die ook heel goed begrijpen dat een land dat uit zo'n crisis komt, niet aan hen voorbij kan gaan. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Er zit een fundamentele onrechtvaardigheid in het beleid van dit kabinet. Enerzijds wordt er meer dan 50 miljard weggehaald bij de gewone Nederlanders, waardoor ouderen vijf jaar opeenvolgend aan koopkracht, dus aan centjes, hebben moeten inleveren. Anderzijds worden diezelfde miljarden linea recta doorgesluisd naar Europa en via Europa naar het grootkapitaal, de banken. Dat is de fundamentele onrechtvaardigheid. De minister kan wel zeggen dat het huishoudboekje op orde wordt gebracht, maar het huis van heel veel Nederlanders wordt afgebroken. Mijn vraag aan de minister is om alstublieft het geld te halen waar het zit: bij de rijken. Is hij voornemens om dat te doen? 

Minister Asscher:

Ik heb dit weekend een interview gelezen met de geachte afgevaardigde Karabulut, waarin zij zegt dat zij niet zo van angstbeelden houdt. Ik zou haar dat willen voorhouden, want om te beweren dat de verzorgingshuizen worden afgebroken om miljarden via Europa aan de banken te overhandigen … 

Mevrouw Karabulut (SP):

Correctie: dat heb ik niet beweerd. 

Minister Asscher:

O, mevrouw Karabulut is wel voor angstbeelden. In dat geval was haar vraag terecht. 

De voorzitter:

Een moment, minister. Mevrouw Karabulut zet iets recht. Dat is haar goed recht. Ik moet even opmerken voor de Handelingen dat zij dit als persoonlijk feit heeft laten noteren. Ik vraag de minister om antwoord te geven op de vraag. 

Minister Asscher:

Mijn excuses. Blijkbaar dacht ik ten onrechte dat zij geen gebruik wilde maken van angstbeelden. Misschien wil zij dat wel. Hier was sprake van zo'n angstbeeld. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter, dan moet ik weer een persoonlijk feit maken, want ook dat was niet de bedoeling. 

De voorzitter:

Minister, misschien kunt u gewoon antwoord geven op de vraag zonder deze in een bredere context te plaatsen. 

Minister Asscher:

Zonder de bredere context? Wat hier gesuggereerd wordt, is niet juist. Daarom is het antwoord op de vraag: nee. Het kabinet voert een evenwichtig inkomensbeleid. Er wordt een grotere bijdrage gevraagd aan mensen met een hoger inkomen. We komen echter uit een heel moeilijke tijd. De geschetste context is niet juist. 

De heer Krol (50PLUS/Baay-Timmerman):

Dit kabinet zegt dat het streeft naar een gelijkmatige en rechtvaardige koopkrachtontwikkeling voor alle bevolkingsgroepen. De cijfers tonen inmiddels aan dat ouderen toch echt onevenredig zwaar getroffen worden. Er is een afspraak gemaakt over de pensioenen, waardoor indexatie in de komende jaren niet mogelijk is. Collega Madlener had het al over het komende jaar, maar een jaar verder wordt ook de ouderenkorting geschrapt en is er sprake van een verhoogde vrijstelling in box 4. Er zijn vandaag nieuwe cijfers binnengekomen over de verhoogde premies van ziektekostenverzekeringen. Dan kun je toch niet meer volhouden dat dit kabinet werkelijk streeft naar een rechtvaardige en gelijkmatige koopkrachtontwikkeling? 

Minister Asscher:

Of pensioenfondsen kunnen indexeren, hangt af van de vraag hoe ze ervoor staan. Dat heeft te maken met de ontwikkelingen op de beurs in de aandelen van de pensioenfondsen en met de ontwikkeling van de rente. Noch ik, noch de heer Krol kan voorspellen wat de rente het komende jaar zal doen. Er wordt met grote stelligheid beweerd dat het komende jaar niet geïndexeerd kan worden en dat dit komt door het kabinet. Ik begrijp die stelligheid niet. Dat hangt namelijk af van wat er gebeurt met de waarde van de beleggingen van onze pensioenfondsen. Het is echter zeker zo dat alle Nederlanders het afgelopen jaar een bijdrage hebben geleverd. Denk aan werkenden met een gezin, mensen met een hoog inkomen en zeker ook ouderen. Hierbij is telkens gekeken naar de positie van de ouderen. Van mensen met een hoger pensioen werd een grotere bijdrage gevraagd. Mensen met alleen AOW werden ontzien. We hebben allen de gevolgen van de crisis gevoeld. We, Nederland, komen daar nu uit. Het is zaak om ook in de toekomst ervoor te zorgen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Het is niet waar dat er sprake is van een onevenredigheid. We proberen juist rekening te houden met de draagkracht van alle groepen. 

De heer Krol (50PLUS/Baay-Timmerman):

De pensioenfondsen zijn in deze crisis alleen maar rijker geworden, maar dat punt laat ik even rusten. Wat mij vooral interesseert is het volgende. Klopt het dat u meer wilt kijken naar de verschillen in inkomens dan naar leeftijd? 

Minister Asscher:

Er wórdt meer gekeken naar de verschillen in inkomen dan naar leeftijd. 

De voorzitter:

De vraag was of u er nog meer naar gaat kijken dan u nu al doet. 

Minister Asscher:

Dat is de kern van het kabinetsbeleid. We willen de begroting op orde hebben. We willen economische groei en vooruitgang mogelijk maken, evenals een evenwichtig inkomensbeleid voor alle Nederlanders. Dat geldt dus voor mensen van welke leeftijd dan ook. Er wordt bekeken wat mensen kunnen dragen en van wie je een bijdrage mag vragen. Zo komen we met elkaar uit de crisis. 

De heer De Graaf (PVV):

Ik kom nog even terug op de antwoorden van de minister op de vragen van mijn collega Madlener. Een en ander werd weggezet als verhalen. Er werd gezegd dat wij allen een evenwichtige bijdrage aan de crisis moeten leveren. De prioriteitenvolgorde staat echter nog steeds op zijn kop. Moeten wij in Nederland solidair zijn met een luie Griekse ambtenaar die op zijn 54ste met pensioen gaat? Moeten wij solidair zijn met frauderende bankiers of politici in Sevilla, Spanje? Waarom moeten wij die boel redden? Waarom moeten wij cursussen seksuele voorlichting geven in donker Afrika? Dat gebeurt namelijk met geld voor ontwikkelingshulp. Onder aan de prioriteitenlijst van dit kabinet staan de ouderen. Zij worden het verzorgingshuis uitgejaagd, terwijl de asielzoekers erin komen. Kan de minister nog één keer verklaren waarom de prioriteitenlijst op zijn kop is gezet en waarom de ouderen in Nederland bij dit kabinet onderaan zijn komen te staan? 

Minister Asscher:

Wij geven in Nederland ongeveer een derde van ons totale begroting uit aan de zorg. Dat levert ons een zorgstelsel op waar we trots op kunnen zijn, met een kwalitatief goede zorg, die voor iedereen toegankelijk is. Om dat zo te houden moet de zorg wel veranderen. Dat is ingewikkeld en dat vergt moed. Dat vergt eerlijke debatten, om ervoor te zorgen dat ouderen en iedereen die zorg nodig heeft ook in de toekomst fatsoenlijke zorg krijgen. Ik had het over verhaaltjes, omdat de heer Madlener net stelde dat er 642 miljard naar Brussel gaat. Dat is natuurlijk niet waar. Er is een naheffing van 642 miljoen. Dat is al vervelend genoeg, maar door dat bedrag nog eens met een factor 1.000 te vermenigvuldigen, maak je mensen bang. U weet net zo goed als ik dat de begroting voor ontwikkelingssamenwerking vele malen kleiner is dan die voor de zorg. Zelfs al je het PVV-programma uitvoert, kom je dus vroeg of laat voor de vraag te staan hoe je de zorg zo inricht dat hij voor iedereen kwalitatief goed en toegankelijk blijft. Voor die vragen kun je niet weglopen. Ik heb geprobeerd om dat aan te geven in mijn antwoord op de vraag van uw collega. 

De voorzitter:

Dank voor uw antwoorden, minister. U mag nog even blijven, want er komt straks nog een vraag voor u. Eerst mag de heer Bosman zijn vraag stellen. 

Naar boven