25 Belastingplan 2015

Aan de orde is de behandeling van: 

  • - het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2015) ( 34002 ),

en van: 

  • -de motie-Omtzigt over informeren van alle belastingplichtigen over een mogelijke naheffing (34002, nr. 18). 

(Zie wetgevingsoverleg van 3 november 2014.) 

De voorzitter:

Bij dit plenaire debat hanteren wij dezelfde volgorde van sprekers als bij de begrotingsbehandelingen en de Algemene Beschouwingen. Het woord is nu dus aan de woordvoerder van de grootste oppositiepartij, de heer Bashir. We proberen de interrupties in tweeën te doen met korte vragen en snelle antwoorden, want hierna volgt nog een debat. 

De algemene beraadslaging wordt geopend. 

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Vandaag ligt het Belastingplan 2015 voor. Hierin staan niet alleen maatregelen die per 1 januari 2015 ingaan, maar ook maatregelen die per 1 januari 2016 ingaan. In de Kamer, de samenleving en bij debatten op televisie wordt al een tijdlang gesproken over de ingrijpende herziening van het belastingstelsel. De fractie van de SP heeft aangegeven dat zij hier graag over meedenkt, want net als een groot deel van de samenleving en het parlement vindt zij dat het belastingstelsel aan groot onderhoud toe is. Het moet eenvoudiger, robuuster, fraudebestendiger en bovenal socialer en eerlijker worden. 

Kijk bijvoorbeeld naar de wijze waarop vermogen nu belast wordt: er wordt uitgegaan van een fictief rendement van 4% en daarover betaal je vervolgens 30% belasting. Voor de één is dat te laag, bijvoorbeeld voor mensen die veel rendement behalen over hun vermogen. Dat zijn vooral vermogenden die aan de bovenkant zitten. Voor de ander is dat te hoog, bijvoorbeeld voor de spaarder die nu vaak meer belasting betaalt dan hetgeen hij aan rente ontvangt. In Duitsland wordt nu zelfs al gesproken over negatieve rentes. Het zal waarschijnlijk niet lang duren voordat wij die ook in Nederland krijgen. Inmiddels hebben duizenden mensen in Nederland dan ook bezwaar gemaakt tegen de huidige box 3. Ik heb daar de afgelopen week ook Kamervragen over gesteld. De antwoorden daarop zijn vandaag binnengekomen. 

Tegelijkertijd zien we de vermogensongelijkheid toenemen. Na Polen kent Nederland de grootste vermogensongelijkheid. Volgens de SP-fractie is het daarom tijd voor een vermogenswinstbelasting, waarbij het daadwerkelijke rendement dat wordt behaald met winst over het vermogen, wordt belast. Is de staatssecretaris het er met de SP over eens dat er een rechtvaardigere vermogensbelastingheffing moet komen? Kan hij toezeggen dat het resultaat van de eerder toegezegde onderzoeken zal zijn dat er nieuwe wetgeving komt op grond waarvan daadwerkelijk genoten rendement over vermogen wordt belast? 

Om de vermogensbox, box 3, toch een beetje rechtvaardiger te maken, is de SP gekomen met het voorstel voor een miljonairsbelasting binnen het huidige systeem. Er moeten nog wetsvoorstellen komen om rendement over vermogen echt te belasten, maar die laten nog even op zich wachten. Binnen het huidige stelsel stellen wij voor om miljonairs daadwerkelijk meer belasting te laten betalen. Wij stellen concreet voor om 0,7% meer belasting te heffen op vermogens boven 1 miljoen euro. Met dat geld kunnen we de vrijstelling aan de onderkant verhogen voor kleine spaarders, gepensioneerden, maar ook zelfstandigen die een klein spaarpotje hebben. Volgens mij moet deze verschuiving van de lasten van de spaarder met een kleine spaarrekening naar de miljonairs de beide coalitiepartijen ook aanspreken. Ik ga er dan ook vanuit dat de staatssecretaris positief staat tegenover het voorstel van de SP voor een miljonairsbelasting. 

Iedereen zegt lagere lasten op arbeid te willen, maar tot op heden gebeurt er weinig. De eerste tariefschijf is sinds 2001 gestegen van 32% naar 36,5%. Het komende jaar wordt de arbeidskorting een beetje verhoogd voor een groep mensen, maar de eerste tariefschijf wordt alsnog verhoogd. De regering heeft 500 miljoen uitgetrokken voor de verhoging van de arbeidskorting, maar we zien dat de verhoging van het tarief in de eerste schijf ook 500 miljoen oplevert, dus uiteindelijk wordt er niets gedaan aan de verzwaring van de lasten op arbeid. 

Mijn vraag aan de staatssecretaris is of het klopt dat de lasten op arbeid eigenlijk niet verlaagd worden, zoals we hier vaak hebben besproken. Vooralsnog lijkt het erop alsof iedereen roept, maar niemand iets doet, terwijl er volop mogelijkheden zijn om iets te doen. De lasten op arbeid kunnen omlaag door kapitaal wat zwaarder te belasten, door hogere milieubelastingen, maar ook door de eigen woning rechtvaardiger te belasten. Laten we niet de makkelijke weg kiezen en voor een verhoging van de btw gaan, maar nog een extra stapje zetten bij het rechtvaardiger belasten van de eigen woning. 

Ons voorstel is om de rente over de schuld voor de eigen woning tot maximaal €700.000 aftrekbaar te maken en met de opbrengst daarvan de lasten op arbeid te verlagen. Je kunt 700 miljoen euro binnenhalen door de aftrekbaarheid van de rente over de eigenwoningschuld af te toppen op €700.000. Die 700 miljoen kun je gebruiken om de lasten op arbeid te verlagen. Ik hoop dan ook dat ik bijval krijg voor dit voorstel. De SP krijgt altijd het verwijt de lasten te willen verhogen voor hardwerkend Nederland. Het kan toch niet zo zijn dat deze partij als enige met een concreet voorstel komt om de lasten op arbeid fors te verlagen? 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik hoor de heer Bashir constant spreken over belastingverlaging, maar wat de SP doet, is een belastingverschuiving. Of je nu door de kat of de hond gebeten wordt, hij verschuift alleen belastingen. De heer Bashir kent geen belastingverlaging door te snijden in de overheidsuitgaven. Is hij het met mij eens dat dit ook een route is om te komen tot belastingverlaging? 

De heer Bashir (SP):

Uiteindelijk moet je keuzes maken.Wij maken niet de keuze om de uitkeringen te verlagen, te snijden in de zorg of het openbaar vervoer duurder te maken. Wij kiezen ervoor om de lasten op een eerlijke manier te verdelen. Je ziet dat miljonairs op lange termijn 8% rendement halen en maar 1,2% belasting betalen, terwijl de spaarders veel meer belasting betalen dan zij aan rente op hun spaarrekening krijgen. Wij vinden dat die lasten eerlijker verdeeld kunnen worden. Hetzelfde geldt voor de eigenwoningschuld. Bij mensen die een huis hebben dat meer waard is dan €700.000, kunnen de lasten iets omhoog. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dat is lasten verschuiven en het liefst nivelleren, maar de overheid geeft 250 miljard uit. Dat doet zij al jaren. Dat blijft maar doorstijgen en doorstijgen en dat daalt van geen kanten. Er is aan de kant van de overheidsuitgaven meer om in te snijden dan alleen maar weer de zorg of door de prijs van de buskaartjes te verhogen. We zouden het miljard dat we gebruiken voor de opvang van asielzoekers, ook kunnen gebruiken voor lastenverlichting, of die 6 miljard aan subsidies die we over het hele land uitstrooien, of ontwikkelingshulp, of Europa. Er zijn heel veel posten die de economie niet raken en die de lasten niet raken, waarin we kunnen snijden om de lasten op arbeid te verlagen. Daarover hoor ik de heer Bashir niet. 

De heer Bashir (SP):

Als het gaat om de subsidies waarover de heer Van Dijck zich druk maakt, heb ik een concreet voorstel liggen, te weten over de villasubsidie. Als we die aanpakken, kunnen we elders de lasten verlagen, bijvoorbeeld de lasten op arbeid. Iedereen is het erover eens dat de lasten op arbeid omlaag kunnen en omlaag moeten. Dat is goed voor de werkgelegenheid, goed voor de economie en goed voor de mensen, maar we doen het niet. Wij stellen nu concreet voor om de villasubsidie aan te pakken. Daarmee halen we 700 miljoen binnen, die we kunnen gebruiken om de lasten op arbeid te verlagen. Ik hoop dat ik hiervoor steun zal vinden bij de fractie van de PVV. 

Voorzitter. Naast de verlaging van de inkomstenbelasting stelt de SP voor om de arbeidskorting voor de lagere inkomens te verhogen. Het probleem van de zogenaamde armoedeval wordt hiermee tegengegaan. Dat is, neem ik aan, ook wat de regering wil. Wij verhogen de arbeidskorting voor de lagere inkomens, zodat de mensen er echt financieel op vooruitgaan als ze gaan werken. Ik krijg hierop graag een reactie van de staatssecretaris. 

Mobiliteit is heel belangrijk in Nederland. Daarom moeten we de automobilist en de fietser niet in de kou laten staan, maar juist de accijnzen op diesel omlaag brengen en de fiets van de zaak in stand houden. Dat is ook nog eens goed voor de werkgelegenheid, vooral in de grensregio's, maar ook voor de fietsbranche. De SP denkt dat wanneer de accijnzen worden verlaagd, de inkomsten voor de Staat juist toenemen in plaats van afnemen. We hebben het debat hierover gevoerd bij het wetgevingsoverleg. Om collega's tegemoet te komen, geven we een deugdelijke dekking voor dit voorstel. Wij stellen voor om de grootverbruikers van energie €0,01 tot €0,02 extra energiebelasting te laten betalen. Daarmee kunnen we ervoor zorgen dat de accijnzen worden verlaagd, maar ook dat de fiets van de zaak behouden wordt. Je ziet dat de grootverbruikers nu amper belasting betalen. Ze betalen €0,0005 aan energiebelasting. Ons voorstel is om dit te verhogen met €0,01 à €0,02. Daarmee haal je genoeg geld binnen om de accijnzen te verlagen tot het niveau van voor 1 januari 2014. Ons voorstel is niet alleen milieuvriendelijker, maar ook nog eens eenvoudiger en tevens rechtvaardiger, gezien de lage winstbelasting die grote bedrijven en multinationals betalen. Zij vallen nu onder de lage energiebelasting. 

Als we het over multinationals hebben, ben ik sowieso benieuwd wat de staatssecretaris gaat doen aan de lage winstbelasting voor multinationals. Nederland is een land waar de belasting voor multinationals heel laag is. Als je daar een beetje meer lasten kunt neerleggen, zou je bijvoorbeeld de lasten voor de ondernemers, zoals de bakker om de hoek, kunnen verlagen. Ik hoop niet dat de staatssecretaris in dit kader opeens komt met het argument van het vestigingsklimaat. In Duitsland bijvoorbeeld is de energiebelasting voor grootgebruikers ook relatief hoger. Het is dus tijd dat wij rekening houden met onze buren en onze energiebelasting ook wat verhogen, zodat er een gelijk speelveld is en wij er bijvoorbeeld voor kunnen zorgen dat onze grenseconomie weer op peil kan worden gebracht. De accijnzen die zijn verhoogd per 1 januari 2014, zorgen voor een forse reductie van banen in de grensstreek. 

Zoals ik zei, is de SP een groot voorstander van de fiets van de zaak. Wat ons betreft blijft deze mooie regeling dan ook gewoon bestaan. Het is fijn als werknemers op de fiets naar het werk gaan. Het is gezond, goed voor het milieu, goed voor de luchtkwaliteit en goed tegen de files. Precies om die redenen sloot staatssecretaris Mansveld dan ook de green deal. Ze wil meer woon-werkverkeer per fiets. Dat is natuurlijk een mooi streven. Helaas haalt deze staatssecretaris zomaar een streep door de fietsregeling. Ook voor dit voorstel hebben we uiteraard een dekking gevonden. Ook de heer Klaver heeft daartoe een voorstel gedaan. Dat waardeer ik uiteraard, maar de SP denkt dat het verlagen van de vrije ruimte niet de beste dekking is. Wij stellen in dit kader voor om het te dekken vanuit de energiebelasting. 

In het Belastingplan wordt de ouderentoeslag per 2016 afgeschaft. De ouderen met een zeer laag inkomen worden hierdoor maar liefst drie keer gepakt. Zij moeten meer belasting betalen in box 3, maar verliezen ook nog eens zorg- en huurtoeslag. Hebben deze ouderen niet genoeg ingeleverd? Waarom gaan de lasten voor miljonairs niet omhoog, maar gaan bijvoorbeeld de lasten van ouderen met weinig inkomen en een beetje geld op de bank wel omhoog? De SP stelt voor om de ouderen met een laag inkomen en een beetje geld op de bank te ontzien. Het geld voor dit voorstel vinden wij dan ook in de verbrandingsbelasting. Met onze voorstellen voor de verbrandingsbelasting stimuleren we pas echt hergebruik en recycling. Om de Belastingdienst tijd te geven voor de veranderingen, gaat ons voorstel per 1 januari 2016 in. Zo wordt de Belastingdienst niet overspoeld met allemaal voorstellen die per 1 januari moeten worden ingevoerd. 

Ik kom op het "stiekempje" met betrekking tot het nettopensioen en de nettolijfrentes. Mensen die een inkomen van meer dan €100.000 hebben, kunnen straks belastingvrij sparen voor extra pensioen. Wij ontdekten dat in het Belastingplan staat dat deze spaarrekeningetjes straks ook nog eens vrijgesteld zijn van erfbelasting. Het bijzondere is dat dit niet werd toegelicht in de memorie van toelichting bij het Belastingplan, maar dat dit alleen in het wetsvoorstel is opgenomen. Kan de staatssecretaris beloven dat hij voortaan alle relevante niet-technische zaken gewoon in het Belastingplan vermeldt? 

Hopelijk waardeert de staatssecretaris de hulp van de SP, want wij hebben hier een amendement om een en ander uit de vrijstelling voor de erfbelasting te halen. Als je meer dan €100.000 aan inkomen hebt en dus belastingvrij mag sparen, zien wij niet de nut en noodzaak om ook nog eens die rekeningen vrij te stellen van erfbelasting. Er zijn al heel hoge vrijstellingen voor de erfbelasting. Bijvoorbeeld voor partners geldt een vrijstelling van €600.000, maar ook kinderen en kleinkinderen hebben vrijstellingen. Het lijkt ons niet logisch om voor deze specifieke groep nog een extra vrijstelling te hebben. 

De SP dient samen met de Partij van de Arbeid een amendement in waardoor het senior management bij banken, zoals bij ABN AMRO en bij SNS REAAL, en bij verzekeraars, zoals bij a.s.r., ook onder het bonusverbod komt te vallen. Het amendement bevat enkele technische verbeteringen en een verheldering van de afbakening van het senior management in het bij de behandeling van de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen aangenomen amendement over hetzelfde onderwerp. We zorgen ervoor dat de omissie die daarbij was opgetreden, dan ook meteen wordt rechtgezet. 

Bij de regeling van werkzaamheden van afgelopen donderdag heb ik een brief gevraagd over de fiscale regeling waarbij mogelijk een strop van 500 miljoen euro dreigt voor de fiscus. Het ging om de stimuleringsmaatregel tussen 2009 en 2013 waardoor mensen meer konden aftrekken van de belasting dan ze eigenlijk investeerden in scheeps-cv's. We hebben een brief daarover gekregen, maar het wordt ons niet helder of het klopt dat er een strop van 500 miljoen dreigt voor de fiscus. Als dat niet het geval is, wat dreigt er dan wel? Wat is er aan de hand? Waar is de fiscus op dit moment mee bezig als het gaat om de scheeps-cv's? Kan de staatssecretaris ons het echte verhaal vertellen? Nu krijgen we een heel vage brief waarin niet wordt ontkend maar ook niet wordt bevestigd wat er nou echt aan de hand is bij deze regeling. Graag wil ik uitleg van de staatssecretaris. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Het Belastingplan. We zijn er al ruim twee weken mee bezig. Het is een traditie geworden. Het gaat om de inkomsten van de overheid, een heel belangrijk iets. Gelukkig zit er nog een aantal mensen op de publieke tribune. Ik heb het dus over de inkomstenkant van de overheid. Wat betreft belastingen streeft de VVD altijd naar eenvoud, niet al te ingewikkeld. Wij als politiek moeten echter ook naar onszelf kijken, want we komen altijd iets tegen waarvan we denken: kan dat niet ook nog even worden geregeld? Dat is een heel lastige, maar het moet wel overeind blijven. Bij de discussie over de stelselherziening komt dat ook aan de orde, maar die kwestie van de toeslagen, het rondpompen van geld, moet echt anders. Ik zit echter ook met een principieel punt. Wij willen de lasten verlichten. Je hoort heel vaak over het schuiven met lasten. Dan wordt de ene belasting wat verlaagd, terwijl de andere omhooggaat. In het kader van de stelselherziening, en dat staat ook in de brief, is er lastenverlichting nodig, want anders is de een boos en de ander blij. Dan schiet je ook niet echt op. 

Kijkend naar het Belastingplan kom ik eerst te spreken over de werkkosten maar ik zie dat de heer Klaver zijn rondleiding blijkbaar heeft beëindigd. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter, ik heb mevrouw Neppérus nog even geïntroduceerd bij de groep die hier zojuist rondliep. 

Mevrouw Neppérus was heel helder over de ambitie van de VVD, ook als het gaat om de stelselherziening: niet weer een hele kerstboom. Er moet ook lastenverlichting komen. Is dat een pleidooi voor echte lastenverlichting en niet alleen voor lastenverschuiving? Is dit een pleidooi voor verdere bezuinigingen om die lastenverlichting tot stand te kunnen brengen? Hoe denkt mevrouw Neppérus die lastenverlichting te gaan financieren? 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voor de VVD hoort er ook altijd bij dat je kijkt naar bezuinigingen en wat er op dat punt mogelijk is, al weet ik dat de coalitiepartner daar iets anders in zit. Wellicht gaat het economisch ook beter maar misschien kan het hier en daar een onsje minder. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Dat is wederom een helder antwoord. De VVD wil ook graag kijken naar bezuinigingen. Ik heb nog wel een vraag. De ambitie van mevrouw Neppérus is dat mensen minder gaan betalen. Stel je voor dat we gaan bezuinigen op de zorg. Dan gaan de eigen betalingen wellicht omhoog. Je hoeft dan misschien minder belasting te betalen maar je geeft het geld dan uit aan de zorg. Dan schieten mensen er toch niet zo heel veel mee op? 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Er zijn meer uitgaven dan alleen die voor de zorg. Daar heeft een grote hervorming plaatsgevonden, net als bij sociale zaken. Ook daar heeft het kabinet gezorgd voor een grote hervorming, maar je moet naar het geheel kijken. Economisch zullen we een iets betere tijd moeten krijgen. Dat hoort er wel bij. 

Ik kom dan eerst bij de werkkosten als onderdeel van het Belastingplan. Ik ben dit weekend de historie hiervan eens nagegaan. Ik kwam de discussie in 2009 tegen. In de stukken staat dat het doel destijds was: het simpeler maken van de belastingen, vooral voor bedrijven. Er zou voortaan niet meer per werknemer worden gekeken. Er zou niet meer worden gekeken of de vergoedingen klopten en of het al of niet loon betrof. Er zou naar het betrokken bedrijf worden gekeken. Dan heb je niet met individuele problemen te maken, maar met het bedrijf als totaliteit. De regeling toen, de oude regeling, die deels nog geldt, gaf altijd veel discussie. Kijk naar wat er de afgelopen jaren is gediscussieerd over mobiele telefoons en de iPad. Ook dat was bepaald niet ideaal, maar de discussie erachter was: hoe kun je een en ander vereenvoudigen, kijkend naar de gehele onderneming? Er was sprake van een stevige discussie. Die heeft uiteindelijk geleid tot twee regelingen naast elkaar, deels de nieuwe werkkostenregeling en deels de bestaande regeling. Er volgde al snel een evaluatie onder de bedrijven die de werkkostenregeling gingen toepassen. Je kon kiezen: of het een of het ander. 

Bij de bedrijven die de nieuwe regeling zijn gaan toepassen, ben ik weinig klachten tegengekomen. Dat is bijna vragen om e-mails, maar toch, ik hoor daar weinig discussie. De Belastingdienst moet kunnen werken. De mensen daar moeten hun tijd efficiënt kunnen gebruiken. Zorg er dan voor dat je gewoon één regeling hebt. De werkkostenregeling maakt het voor bedrijven in zijn totaliteit overzichtelijker. Het scheelt ook administratieve lasten. Daar kan ik mij dus veel bij voorstellen. Als je eenmaal in debat gaat, bijvoorbeeld hier in de Kamer, zie je wel dat het best discussie geeft. Dat blijkt ook uit de brieven en mails die wij allemaal uit het land krijgen. Zouden bepaalde dingen niet hoe dan ook apart kunnen worden vrijgesteld? Ik heb zelf deze wens geuit: als je het ene jaar in zijn totaliteit iets overhoudt en niet aan 1,2% van de loonsom komt, maar bijvoorbeeld aan 0,8% of 0,9%, zou je dat dan wellicht kunnen doorwentelen naar een volgend jaar? Daar bleek echter een prijskaartje aan te hangen van naar ik meen 40 miljoen. Dat is dus best lastig, want elke post die je apart gaat benoemen, maakt de gewone vrije ruimte kleiner. Ik vind dat er dan echt een probleem bij komt en dan kun je beter maar gaan kiezen. Je moet het ook goed gaan uitleggen. Ik hoor nu regelmatig dat iedereen individueel een naheffing zou krijgen, terwijl het gaat om de totaliteit van het bedrijf. Gaat het allemaal niet de loonsom te boven? 

In principe heb ik er veel vertrouwen in, maar ik wil wel dat we gaan bezien hoe het nu gaat werken. Ik zou dus binnen enkele jaren een evaluatie willen uitvoeren, in de trant van: hoe werkt het nu? Het gaat dan om al die discussies rond wat de loonruimte en wat een werkplek is. Laten wij na een bepaalde tijd eens bezien hoe het werkt. Mijn fractie heeft daar behoefte aan. Ook moet er aan de informatievoorziening worden gewerkt. Wij vinden het af en toe al lastig, laat staan de mensen die geen belastingwoordvoerder zijn van een fractie. 

Dan kom ik nu op de directeur-grootaandeelhouder. Die noemen wij de dga. Dat is vaktaal — aardig voor juristen — maar je kunt natuurlijk ook zeggen dat het gewoon een kleine ondernemer is die zijn bedrijf voert in de vorm van een bv. Daarover is wetgeving in aantocht; die zit ook in het Belastingplan. In de schriftelijke vragen in de eerste ronde heb ik dit ook genoemd. Hoe zit het nu met de bewijslastverdeling als een ondernemer wil aantonen dat zijn loon lager ligt dan het gebruikelijke, het meest vergelijkbare? Uit de stukken en de antwoorden krijg ik nog steeds de indruk dat het de belanghebbende is die moet bewijzen dat voor hem een lager loon gerechtvaardigd is. Ook na de eerdere rondes blijf ik zitten met de vraag hoe het nu zit met de bewijslast. Moet iemand het bijna onmogelijke gaan bewijzen? Dat moeten wij toch gewoon niet willen? Daarom ben ik bezig om de mogelijkheid van een amendement te bezien. Ik wil dat morgenochtend tijdig rondsturen naar collega's en uiteraard naar de staatssecretaris. Het gaat mij om de vraag of je daar iets aan kunt doen. Ik vind dit gewoon onhandig. 

Dan kom ik nu op de sport. Ik heb een sportverleden, dus ik moet het toch even noemen, al zijn er geen roeiriemen in het gebouw. Maar dat kan nog altijd komen, zeg ik tegen de voorzitter. Er is een arrest van het Europese Hof waarin staat dat je de vrijstelling voor sport heel ruim moet gaan uitleggen. Nu is er met de btw iets geks aan de hand. Een vrijstelling van btw betekent dat je niet kunt aftrekken. Het is een heel merkwaardige belasting. Mensen die zich bezighouden met de aanleg van sportvelden en dergelijke zouden opeens in de problemen kunnen komen. De discussie gaat natuurlijk over de vraag hoe je het arrest moet uitleggen. Dat heb je altijd met rechtspraak. Er zal best overleg zijn met VWS, maar als je het heel strikt uitlegt — eerder werd er in antwoorden op Kamervragen gesproken over mogelijke wetgeving — zou de Staat dus geld binnenkrijgen. Dat is natuurlijk op zichzelf genomen heel mooi, roep ik als oud-belastinginspecteur, maar de Staat zou ook geld kunnen binnenkrijgen dat deze niet heeft beoogd. Wil de staatsecretaris daarnaar kijken, samen met de minister van VWS? 

Ik kom te spreken over afval. Daar is al veel over gezegd, vooral op het punt van de export. Ik heb net als de collega's die eveneens met amendementen bezig zijn, gevraagd hoe het zit in de omringende landen. Ik kwam er toen achter dat er in Duitsland geen afvalheffing bestaat. Dat is de keuze van Duitsland, maar dan wordt het toch wel gemakkelijk om je afval van Nederland naar Duitsland te brengen. Ik zou graag willen dat de export van afval erbij betrokken wordt. De antwoorden van de staatssecretaris waren tot nu toe ietwat afhoudend. Zijn antwoorden hierop horen wij morgen. Er zullen zeker meer collega's over spreken en ik hoop dat er uit die antwoorden iets meer beweging zal blijken. Dan speelt ook nog het feit dat een aantal bedrijven afvalvoorraden hebben opgeslagen met het oog op een eventuele overgangsregeling. De heer Groot zal daar straks over spreken. Ook daarop hoor ik graag een reactie, want die zorg kan ik mij wel voorstellen. 

Over de gevoelige sectoren heb ik het de afgelopen weken al gehad. Voor die sectoren kan de energiebelasting enorm heftig uitpakken. Ik noem de keramische industrie, maar je ziet het ook bij bedrijven uit de recreatieve sector. Als je de wettekst op papier ziet, is die helder, en toch vraag ik: treden daarvan zo dadelijk niet extreme gevolgen op? De staatssecretaris zei vorige week maandag dat men dan contact zou kunnen hebben met de minister van Economische Zaken. Ik zou wellicht toch wat onderzoek willen, en ik wil graag iets concreter horen wat de plannen zijn en hoe de staatssecretaris een en ander gaat volgen. Ik zit niet te wachten op allerlei aparte sectoren. Als iets heel extreem uitpakt en een bepaalde industrie echt in de problemen kan brengen, dan wil ik daar toch iets voor verzonnen hebben. 

De heer Omtzigt had het vorige week uitgebreid over de opvangtehuizen en de toeslagen. Ik zeg altijd: je moet wetten niet overdreven moeilijk maken. Zodra wij ons namelijk afvragen of iets wel helemaal klopt zoals het er staat, gaan we de wet weer aanpassen. Bij het probleem dat gesignaleerd is, kan ik mij wel iets voorstellen. Kan er een vorm van overleg komen? Is de staatssecretaris bereid om te bezien of daar iets aan te doen valt? Wellicht kan dat in een uitvoeringsregeling of praktischer, maar ik wil hier toch graag een reactie op horen. 

Dan ga ik de term toch noemen: de auto. 

(Gejoel) 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Goed, de auto. De derde nota van wijziging ligt er nu, en zoals die er nu uitziet, vinden wij het voldoende voor 2016. Ik zeg daar wel iets bij: zodra we het gaan hebben over de stelselwijziging, moeten we het ook hebben over de autobelastingen voor 2017 en de volgende jaren. Zo hebben we het ook afgesproken, want daarover moet echt een discussie gaan plaatsvinden. Er zal zeker ook gesproken moeten worden over de vraag wat te doen met auto's die semi-elektrisch zijn en die dus voor een deel elektrisch rijden, prima, maar ons voor een deel ook inhalen op de snelweg, omdat ze gewoon op benzine rijden. Ik vind dat toch iets geks, aangezien je het elektrisch rijden stimuleert. De discussie over de laatst in de kranten gerezen vraag in hoeverre het elektrisch rijden de CO2-uitstoot beïnvloedt, moeten we maar een andere keer voeren. Vol elektrisch rijden wordt gesteund, maar dan heb je semi-elektrische auto's die gewoon op benzine rijden. Dat blijf ik merkwaardig vinden. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Even voor de feiten: er zijn elektrische auto's die je ook op elektriciteit razendsnel voorbij kunnen rijden, zo heb ik gemerkt. De Tesla bijvoorbeeld gaat heel hard, maar er zijn er meer die verre boven de maximumsnelheid komen. Soms rijden ze inderdaad op benzine. Ik ken auto's die volgens de catalogus 1 op 20 rijden, terwijl het in werkelijkheid 1 op 8 is. Ik hoor collega Neppérus niet echt een voorstel doen. Ik hoor haar zeggen dat het een beetje raar is, maar wat is haar voorstel dan? 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voor 2016 laten we het zoals het in de nota van wijziging is en zoals het in de toelichting op die nota staat aangegeven. Als we het echter gaan hebben over de manier waarop we auto's in de toekomst gaan belasten, hoort dit vraagstuk daar zeker ook bij. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik snap dat er een akkoord ligt en dat mevrouw Neppérus blij is dat dit achter de rug is. Volgens mij kunnen we echter meer meters maken door voor iets anders te kiezen dan voor het veranderen van percentages. Er speelt hierbij namelijk nog een ander probleem. Er wordt voorgespiegeld dat deze auto's 1 op 20 rijden, maar in werkelijkheid rijden ze soms 1 op 8. Zouden we niet afspraken met de sector kunnen maken over het tegengaan van dit soort gedrag? Misschien kunnen we dat niet via wetgeving doen, maar wel door daarover bijvoorbeeld zaken op te nemen in afspraken tussen leasebedrijven en werkgevers. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik vind dat best iets om eens verder over na te denken. Ik wil nu niet daarvoor de wet aanpassen of daarvoor voorstellen doen. Het lijkt mij echter een heel goede gedachte om daarover te gaan praten met het bedrijfsleven. 

De heer Koolmees (D66):

Ik wil het ook nog even hebben over die klucht van de afgelopen twee weken met die autootjes. Twee weken geleden kwam er een voorstel van de staatssecretaris. Dat was volgens mevrouw Neppérus van de VVD veel te groen. Volgens haar werden de groene automobilisten in de watten gelegd. Ook was er volgens haar in die plannen sprake van een veel te grote lastenverzwaring. Twee weken later ligt er een compromis. Daarin wordt eigenlijk nog meer vergroend, terwijl de lasten even hoog zijn. Sterker nog, de aanschafbelasting voor grotere auto's wordt verhoogd. Kan mevrouw Neppérus zeggen wat er in de afgelopen twee weken is gebeurd waardoor de VVD zo is gedraaid? 

Mevrouw Neppérus (VVD):

We hebben het over het voorstel van de sector en de milieuorganisaties dat, met steun van de VVD, is overgenomen door het kabinet. Het lijkt mij goed om eerst te zeggen dat daarin ook staat dat een groep veel minder snel van 20% naar een hoger percentage gaat. Men blijft ook langer in de 20%. Dat was voor mijn fractie een belangrijk punt. Het ging ons om een combinatie van lastenverzwaring en vergroening. De vergroening zit ook in dit nieuwe voorstel. Ik geef de heer Koolmees toe dat die vergroening zelfs ietsje is aangescherpt. In dit voorstel is echter ook opgenomen dat de semicategorie zal worden bestudeerd. Wat doe je met degene die rijdt en degene die niet rijdt? Het alternatief was om niets te doen. Ik heb echter begrepen dat daarmee de Belastingdienst in grote problemen zou komen. 

De heer Koolmees (D66):

Het is helder dat er eigenlijk geen alternatief was. Ik constateer echter nu wel dat de groene auto's meer worden gestimuleerd en dat, om het plaatje rond te krijgen, de aanschafbelasting voor andere auto's wordt verhoogd. Ik begrijp daarom niet dat de VVD hierover twee weken geleden een heel grote broek aantrok, terwijl zij nu dit voorstel overneemt. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

De echt heel groene auto's komen er in dit nieuwe voorstel beter af. De semi-elektrische auto's worden wat harder aangepakt. Ik hoop dat de heer Koolmees dat ook in de stukken heeft teruggevonden. Voor de leaserijders stijgen de lasten minder snel. Dat was voor mijn fractie het belangrijke punt. In 2017 en daarna gaan wij er echter vol tegenaan. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik heb ook nog een vraag over die auto's. Ik begrijp het namelijk ook niet. Het plan van de heer Wiebes van twee weken geleden was beter dan het plan dat nu voorligt. Ik snap daarom niet waarom de VVD hiermee instemt. Oké, de elektrische auto's blijven op 4% staan, maar de hybride auto's gaan van 7% niet naar 14% maar naar 15%. De middenklassers gaan niet van 14% naar 20% maar naar 21%. Al deze categorieën zijn dus slechter af in het huidige plan dan in het oorspronkelijke plan van de staatssecretaris. Ik snap dus niet waarom mevrouw Neppérus hiermee wél tevreden is. Was haar verzet tegen het oude plan nu echt alleen maar voor de bühne? Als dat zo is, laat ze dat dan eerlijk zeggen. Of laat ze mij zeggen waarom het nieuwe plan beter is dan het oorspronkelijke plan van de staatssecretaris. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik zal daarover herhalen wat ik zojuist zei. Een grote groep leaserijders is in het nieuwe plan beter af. Men blijft langer in de groep van 20% en men gaat minder snel naar de groep van 25%. Dat is gewoon een wezenlijk verschil en dat is voor mijn fractie van groot belang. Bovendien wordt bekeken hoe we in de toekomst dat semi-elektrisch rijden anders kunnen aanpakken. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik begrijp dit echt niet. De grootste groep, namelijk de auto's die 51 gram tot 79 gram CO2 per kilometer uitstoten, gaat van 14% naar 21%. Dat zijn die zuinige middenklassers die de vertegenwoordiger rijdt om naar zijn werk te gaan. De iets dikkere auto's, die 80 gram tot 106 gram CO2 per kilometer uitstoten, gaan nog steeds van 20% naar 21%. Oké, zij gaan niet naar 25%. Is dat nu de overwinning? Is het grote verschil dat deze laatste groep niet naar 25% gaat maar naar 21%? Eigenaren van zulke auto's zijn nog steeds slechter af bij de VVD. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Niet naar 25% gaan maar op 21% blijven scheelt de eigenaar van zo'n auto honderden euro's per jaar. Dat gun ik de leaserijder en daar gaat het ons om. Dat is dus geen acteren maar gewoon de werkelijkheid. 

De voorzitter:

Gaat u verder met uw betoog. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik kom op de naheffing. Het feit dat mensen daarmee zullen worden geconfronteerd, is natuurlijk heel vervelend. Dan komt de naheffing hard aan. Ik kan mij dat levendig voorstellen. Het is een afspraak uit 2012, over de eerste inkomensafhankelijk premie. Toen is dat ervoor in de plaats gekomen. Daar is het stuk een uitwerking van. Het hoort bij de afspraken en we hebben het gedaan, samen met de Partij van de Arbeid. De afspraken zijn gewoon gemaakt, maar er zitten dingen bij die niet leuk zijn. Dat zeg ik erbij. Ze zitten erbij om het land weer beter te maken. Dit onderdeel hoort bij het laatste stuk van dat rijtje. 

Het is een theoretisch iets, maar het blijft natuurlijk gewoon vervelend. Ik vraag mij af of er mensen zouden kunnen zijn die hierdoor in onnodige financiële problemen zouden geraken? Dat wil ik van de staatssecretaris weten. En als er sprake is van echt knellende situaties, is de staatssecretaris dan bereid daarin een tegemoetkomende houding en een stukje souplesse te tonen? 

De voorzitter:

Er zijn nog een paar vragen, mevrouw Neppérus. Mijnheer Klaver, ga uw gang. Of mogen dames voor? Mevrouw Schouten mag eerst, begrijp ik. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

De heren zijn galant vanavond! 

Ik had nog een vraag over het laatste punt. Tijdens het wetgevingsoverleg hebben we ook al over die naheffing gesproken. Ik heb toen aan de staatssecretaris gevraagd of het niet fair zou zijn om te bekijken of we kunnen voorkomen dat de invorderingsrente over de naheffing moet worden betaald. Ik weet nog niet precies hoe of wat. Ik zag mevrouw Neppérus echter destijds met mij mee knikken. Is zij nog steeds van mening dat we moeten bekijken of we dat niet met wat coulance kunnen regelen, zodat in ieder geval de rente daarover niet betaald hoeft te worden? 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Het woord coulance wil ik herhalen. Ik heb toen zeker geknikt. Ik zit inmiddels wel na te denken over wat dat voor de uitvoerbaarheid betekent. Hoe kun je zicht krijgen op de echt schrijnende situaties die kunnen ontstaan? En wat kun je daaraan doen? Als je immers bij een paar miljoen mensen iets moet gaan doen, moeten we ook de Belastingdienst weer uitbreiden. Ik zou hier graag een beschouwing over hebben van de staatssecretaris. Ik vind het heel vervelend als mensen hierdoor in onnodige problemen komen. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Dank voor het antwoord. Het lijkt mij echter tamelijk onuitvoerbaar worden als de Belastingdienst eerst moet gaan bepalen of iemand in de problemen gaat komen. Dat is van veel meer factoren afhankelijk. Nogmaals, ik zie ook nog niet helemaal hoe we dit moeten gaan doen. Ik vind echter wel dat we een soort inspanningsverplichting moeten vragen van de staatssecretaris om te bekijken hoe hij kan voorkomen dat hij onnodig veel rente gaat doorrekenen. Ik begrijp van mevrouw Neppérus dat zij dat uitgangspunt deelt. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik kan mij daar iets bij voorstellen. Ik wil daar ook graag een reactie op van de staatssecretaris. Ik wil dan wel het punt van de uitvoerbaarheid daarbij, hoe hard dat ook klinkt. De Belastingdienst moet wel kunnen werken. Het is echter zeker een punt om verder over na te denken. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Dank voor het heldere antwoord, ook op de vragen over de auto. In het antwoord van mevrouw Neppérus viel mij iets op. Zij zei namelijk, als ik haar goed heb begrepen: in 2017 gaan we er vol tegenaan wat betreft de belastingstelselherziening, om tot een ander systeem te komen van het belasten van de auto. Is het voor de VVD ook bespreekbaar om te bekijken of we naar een variant van het rekeningrijden toegaan? 

(Rumoer) 

Mevrouw Neppérus (VVD):

U hoort de reactie al bijna uit de zaal. Wij hebben al een belasting op gebruik, namelijk de accijns. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik zal de collega's voortaan waarschuwen als ik zoiets naar voren wil brengen! 

De voorzitter:

Stelt u nu vooral uw vraag aan mevrouw Neppérus. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Het antwoord is: nee! 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik hoop dat ik de collega's niet al te erg heb laten schrikken! 

De vraag is echter of het bespreekbaar is. Net zoals er bijvoorbeeld geen taboes lagen op bezuinigen, vraag ik of er ook geen taboe ligt op het rekeningrijden. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

We hebben al een methode van rekeningrijden, namelijk de accijnzen. Tot uitbreiding hiervan hebben we geen behoefte. In het energieakkoord staat wel dat erop gestudeerd gaat worden. De VVD vindt dat we dit al hebben, maar er wordt op gestudeerd. Het antwoord is dus: nee. Ik weet echter dat erop gestudeerd wordt. Daar wachten we de studie van af. 

De heer Bashir (SP):

Mevrouw Neppérus begon haar inbreng met de stelling dat de lasten naar beneden moeten. Bij lasten denk ik ook aan de traditionele achterban van de VVD: de automobilist. Vroeger wilde de VVD de lasten voor de automobilist verlagen. Maar hoe is het nu? Wil de VVD nu nog de lasten voor de automobilist verlagen, bijvoorbeeld de accijnzen? Grensstreken hebben veel last van de hoge accijnzen. Wij hebben een concreet voorstel gedaan om de lasten voor de automobilist naar beneden te halen. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

De voorstellen van de heer Bashir kwamen in de loop van gisteren en vandaag binnen. Ik kwam in al zijn voorstellen vooral schuiven tegen, van de ene heffing naar de andere. Dan moet je extra na gaan denken, dus daar heb ik geen behoefte aan. We blijven echter streven, ook richting 2017, naar een verbetering van die autobelastingen. Dat zal nog best lastig zijn. Ze mogen in ieder geval niet omhoog. 

De heer Bashir (SP):

Dat is een duidelijk antwoord. Het antwoord is dus nee. De automobilist kan dus niet meer op de VVD rekenen. Dan kom ik bij de werkenden. Er wordt voorgesteld om de inkomstenbelasting voor 2016 te verlagen. We hebben ook een amendement ingediend om de lasten op arbeid met 700 miljoen te verlagen. Kan de VVD dat voorstel steunen? 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik wil eerst wat rechtzetten. Ik heb net gezegd dat ik wil dat de lasten voor de automobilist niet omhoog gaan. Ik steun ook de voorstellen van de heer Bashir niet waarin van alles en nog wat omhoog gaat: de energiebelasting omhoog, de hypotheekrenteaftrek beperken. Zo kan ik het ook. Wellicht wil de heer Bashir in dat land wonen, maar ik als VVD'er niet. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik vind dat u wel erg makkelijk wegkomt met die naheffing. Nu wordt er besproken of dat niet zonder rente kan. Dat doet me een beetje denken aan die Europese discussie. Er ligt een naheffing; zes miljoen mensen worden aangeslagen, die te goeder trouw waren. Daar bent u verantwoordelijk voor. Ik heb het deze staatssecretaris ook al gevraagd: is een mea culpa niet op zijn plaats? U zegt dat het heel vervelend is, maar dit beleid is er vorig jaar in het najaar doorheen gefietst. De Belastingdienst kon dat niet aan. Mensen zijn te goeder trouw, hebben hun voorlopige aanslag betaald, hebben hun belasting en loonbelasting betaald en krijgen nu een naheffing tot wel boven de €300! Dat gebeurt door een blunder van dit kabinet. Vindt u het niet op zijn plaats om tegen al die mensen thuis te zeggen: inderdaad, dat was een blunder, ik had het zelf niet verzonnen. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik heb gezegd dat ik het ontzettend vervelend vind dat het gebeurd is. Daar baal ik van. Het was echter wel gewoon een regeling die wettelijk was afgesproken. Het is ontzettend vervelend. Mensen hebben iets meer gehad dan had gemoeten. Ik vind dat echt reuze vervelend voor de groepen die het betreft, maar ik kan dat niet veranderen en ik ga ook geen gat in de begroting schieten, hoe vervelend ik het ook vind. Ik wil wel een stukje souplesse waar dat echt nodig is. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Zo ga je toch niet met de belastingmoraal en de belastingbetaler om! Er zijn mensen die rekening houden met het feit dat ze in september alles betaald hebben. Dat hebben ze over het algemeen ook, misschien op een paar tientjes na. Die mensen krijgen nu een naheffing. Een half miljoen mensen moet nu aangifte gaan doen terwijl ze dat nog nooit van hun leven gedaan hebben. Dat zijn de feiten. Dat is een pure blunder door op een te laat tijdstip die algemene heffingskorting inkomensafhankelijk te maken. Dat hadden het kabinet en de coalitiepartijen nooit moeten doen. Ik had ook verwacht dat u in oktober vorig jaar had gezegd: misschien een goed plan, maar de Belastingdienst — daar staat u voor! — kan dit nooit uitvoeren; stel het maar een jaar uit. Dat had u moeten doen. Nu legt u de rekening en de ellende neer bij zes miljoen belastingbetalers. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik vind het reuze vervelend dat dit is gebeurd, maar de VVD neemt wel verantwoordelijkheid voor het land en loopt niet weg. Ik vind het heel vervelend en waar het echt knelt, moeten we wat doen. Dat was ook mijn vraag aan de staatssecretaris. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Wij kregen een mooie brief van het kabinet. Er zouden 100.000 nieuwe banen komen door een beter belastingstelsel. Hoe gaat het echter op dit moment, als je bijvoorbeeld €50.000 verdient, wat overwerk doet en je werkgever €100 extra loon betaalt? Dan is de belasting omhoog gegaan van 42% naar 48,3%, zeg maar de nivelleringsheffing of de feestheffing van de heer Spekman. 

Daarnaast verliest hij nog wat extra kinderopvangtoeslag. Deze man, die werkt en €100 extra krijgt, houdt maar €45 over. De werkgever betaalt geen €100, maar ook nog €20 pensioenpremie, €7 bijdrage aan de zorgkosten, en €7 WW en WIA-premie. Van de €135 die betaald wordt, krijgt deze werknemer net iets meer dan €40. Dat is het huidige Nederlandse belastingstelsel, waarmee banen bevorderd worden. Het is dít kabinet dat de marginale druk met dit belastingstelsel verhoogd heeft van 42% naar 48,3% Dat is weer drie tiende procent erbij gesmokkeld. En het stijgt maar door. 

Dit Belastingplan bevat wel minder maatregelen dan vorig jaar. Er zitten nog veel maatregelen in die pijn doen, nog veel lastenverzwaringen die mensen en bedrijven in de portemonnee gaan voelen. De eerste schijf gaat omhoog. De heffingskortingen gaan voor de middeninkomens sneller omlaag. Bedrijven gaan meer energiebelasting betalen. Gemeentes en huishoudens betalen meer afvalstoffenbelasting. Ondernemers moeten in de nasleep van de crisis hun loon verhogen, anders staat volgend jaar de Belastingdienst op de stoep. Ouderen met weinig inkomen maar wel een beetje spaargeld, krijgen vanaf 2016 een forse netto-achteruitgang voor hun kiezen. 

Dat terwijl veel mensen en bedrijven nog buikpijn hebben van alle lastenverzwaringen van vorig jaar. De accijnsverhoging doet de pomphouders aan de grens, als ze nog niet failliet zijn, nog elke dag pijn. De verhuurdersheffing zorgt nog steeds voor grote problemen op de woningmarkt. Steeds meer middeninkomens en gezinnen met kinderen hebben na de enorme belastingverhoging van vorig jaar problemen om rond te komen. 

Eén ding geef ik deze staatssecretaris toe: de maatregelen zijn dit jaar over het algemeen beter uitvoerbaar dan die van vorig jaar. Zeker nu er een amendement ligt van collega Dijkgraaf op de exportheffing voor de afvalstoffenbelasting, zijn er nog maar twee problemen in de uitvoering over. Dat zijn natuurlijk de nettolijfrente en het netto pensioen. Maar het zou zomaar kunnen dat de regels zo gecompliceerd zijn, en de kosten zo hoog, dat ze nauwelijks gebruikt zullen worden. We komen zo nog even op de werkkostenregeling terug. 

Wat vorig jaar betreft is het fijn om te zien dat de belasting op leidingwater dermate complex was dat hij niet doorging. Ook was het fijn dat de twee regeringspartijen dit jaar prompt voorstelden om de verhuurdersheffing niet voor nieuwe woningen te laten gelden, omdat hij zo hoog was dat er anders geen woningen gebouwd zouden worden. 

Hoewel onze minister-president nog steeds denkt dat de naheffing geen fout was, en minister Asscher beweerd heeft dat de naheffing, die tot €700 kan oplopen, geen koopkrachteffecten heeft, weet deze coalitie gelukkig beter. Mevrouw Neppérus heeft net om een uitzondering gevraagd. Dat betekent dat zij in principe wel beseft dat het koopkrachteffecten heeft als je iemand vraagt om iets over te maken. Maar het maakt de uitvoeringsproblemen van het vorige Belastingplan pijnlijk duidelijk. Vijf tot zes miljoen mensen krijgen de naheffing, en alleen maar omdat VVD en PvdA niet durfden toe te geven dat ze de belastingen voor middeninkomens tot 48% verhoogd hadden. Wij waarschuwden vorig jaar voor deze verstopte belastingverhoging en de problemen. De ambtsvoorganger van de heer Wiebes zei dat het allemaal goed zou komen. Het zou om een kleine groep mensen en om kleine bedragen gaan. 

Inmiddels is het een nachtmerrie. Half Nederland krijgt een naheffing en het gaat niet om kleine bedragen. De groep die de allerhoogste heffing krijgt, is de groep werknemers die het hardst werkt: mensen die overuren maken, die zich keihard inzetten voor het bedrijf, mensen in de zorg die nachtdiensten draaien, of mensen in ploegendiensten die extra uren maken. Zij zitten in de tabel bijzondere beloningen en zij krijgen die naheffing. 

Eerlijk is eerlijk: de staatssecretaris heeft de Kamer eerlijk geïnformeerd over dit probleem en de omvang ervan, terwijl de naheffing al een voldongen feit was toen hij aantrad. Het is een pijnlijke erfenis op zijn bordje. De nieuwe tabel bijzondere beloningen is echter wel zo twee keer zo groot als de oude. Hij bevat maar liefst acht stapjes en wat complexiteitsreductie betreft, scoort hij niet hoog. Ahum. Hij gaat een stukje omhoog, dan weer een stukje omlaag, soms voor maar €1.000. En ja, lonen kunnen toch iets meer dan €1.000 per jaar variëren. Daarmee hef je zomaar weer in het verkeerde schijfje. Kan de staatssecretaris beloven dat er over 2015 echt geen sprake meer zal zijn van massale naheffingen? 

Het kost erg veel moeite om de autobelastingen voor slechts één jaar vast te leggen; we hebben daar net al het een en ander over gehoord. Kan de staatssecretaris hard vastleggen wanneer de autobrief voor een wat langjariger periode komt, zodat we ordentelijk kunnen spreken over de autobelastingen? 

Het CDA is blij dat de staatssecretaris de fiscale overstimulering van semi-elektrische auto's, zoals de Prius en de Ampera, fors versobert. Dat is terecht, maar het feit blijft dat een semi-elektrische auto die 100% op elektriciteit rijdt, evenveel voordelen krijgt als een semi-elektrische auto die 100% op benzine rijdt. En van die laatste zijn er wat meer. Er is tot nu toe meer dan 6 miljard uitgegeven aan belastingsubsidies voor zuinige auto's, niet alles aan deze categorieën overigens. Dan is het toch wel zot dat er nog steeds talloze belastingvoordelen gaan naar auto's die feitelijk voor 100% op benzine rijden en dan helemaal niet zo zuinig zijn als de twee voorgaande sprekers stelden. Is de staatssecretaris bereid om binnen drie dagen bindende afspraken te maken met de leasesector om dat recht te zetten? Denk na over een plan waarbij leaserijders die nooit gebruikmaken van elektriciteit gewoon het normale bijtellingstarief van 25% betalen, dat bij deze auto hoort als je hem nu eenmaal op benzine laat rijden. Denk aan een regel waardoor voor semi-elektrische auto's waarvoor meer dan 3 liter per 100 km vergoed wordt via de tankpas, gewoon weer 25% bijtelling betaald gaat worden. Misschien is er een eenvoudigere oplossing — ik sta overal voor open — maar na zo veel subsidies is het tijd om ze alleen te geven als er ook echt elektrisch gereden wordt. Alleen dan zou er misschien enige milieuwinst kunnen zijn. 

Als we het toch over milieuwinst hebben, heb ik nogmaals een vraag voor een nota van wijziging. Kunnen we alstublieft die Hummers en vergelijkbare auto's voor 1 januari 2015 in de hogere belastingschijven krijgen? Dat is ook meteen mijn laatste vraag om hogere belastingen. 

Het is jammer dat de staatssecretaris zegt geen cijfers te kunnen geven over de oldtimermaatregelen. Het feit dat december de eerste maand is dat de oldtimers niet mogen rijden op de weg is wat mij betreft niet meer dan een smoes om geen cijfers te geven, want de oldtimerbezitter moest zich al meer dan een halfjaar geleden aangemeld hebben voor de regeling, want anders betaalt hij de normale belasting. Er zijn cijfers, maar de regering weigert ze te geven. Daarvan nemen we akte. We zien reikhalzend uit naar februari, wanneer ze wel komen. 

Precies hetzelfde spel kennen we al een jaar lang met de accijnzen. Eerst weigeren de regering en de meerderheid van de Kamer om de grenseffecten te berekenen. Daarnaar vroegen we hier een jaar en paar dagen geleden. Die wilden we echter niet weten. We gingen gewoon uit van nul grenseffecten. Jawel, de PvdA, de VVD en de gedogers waren tegen de motie om de grenseffecten in kaart te brengen. Inmiddels is er meer dan 300 miljoen aan accijnsinkomsten afgeschreven. We kunnen de hele horizontaal-verticaaldiscussie overdoen, maar die zijn gewoon afgeschreven. De regering moet een eenmalige meevaller van 50 miljoen meerekenen die ze eerder niet zou meerekenen om de cijfers enigszins te flatteren. We zullen januari afwachten voor de eindbalans, maar het heeft nu meer dan 700 directe banen gekost. Dit was een onnodig verlies. 

Ik ga in op de ouderentoeslag. Misschien wel de raarste kronkel in dit Belastingplan is dat ouderen met een zeer laag inkomen en een beetje spaargeld vanaf 2016 meer vermogensbelasting moeten gaan betalen en dat grootverdieners met een inkomen van meer dan €100.000 een vrijstelling krijgen voor hun pensioengeld. Ik begrijp vooral helemaal niet hoe de Partij van de Arbeid deze maatregel de komende tijd aan haar achterban gaat uitleggen. Daarom vraag ik niet alleen aan de staatssecretaris, maar zo meteen ook aan de heer Groot, hoe zij reageren op de vrouw van 88 die ons schreef. Zij heeft €25.000 gespaard voor de kosten van haar begrafenis en raakt vanaf 2016 €2.700 huurtoeslag per jaar kwijt. Het gaat om een groep ouderen die vaak heel precies begroten hoe zij met hun inkomen moeten rondkomen. Deze ouderen vinden het zeer vervelend omdat ze nog niets van de Belastingdienst gehoord hebben over deze belastingverhoging en het verlies aan toeslagen. Wanneer gaat de Belastingdienst deze ouderen hierover informeren? 

Ik kom bij de energiebelasting. De allergrootste lastenverzwaring van volgend jaar in het Belastingplan is de verhoging van de energiebelasting. 

De voorzitter:

Eén momentje. De heer Groot heeft een vraag op het vorige punt, neem ik aan. 

De heer Groot (PvdA):

Het is meer een antwoord, want er werd mij een vraag gesteld over een mevrouw van 88 jaar. 

De voorzitter:

Ja, maar achter de interruptiemicrofoon stélt u de vragen, en als u hier staat, mag u ze beantwoorden. 

De heer Groot (PvdA):

Oké, dan wacht ik nog even af. 

De voorzitter:

Dat is goed. Dan is het woord weer aan de heer Omtzigt. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voor bedrijven gaat de energiebelasting in de tweede en de derde schijf doorlopen. Het gaat voor een aantal bedrijven om een belastingverhoging van meer dan €100.000. Vooral voor bedrijven in de mineralogische en metallurgische industrie is de grens bereikt. Alle ons omringende landen kennen een vrijstelling, want de Europese richtlijn biedt die mogelijkheid. Door de enorm hoge Nederlandse energiebelasting valt tegen de buitenlandse vrijstelling niet op te concurreren. Bedrijven vallen om. De sector geeft aan dat er een enorme overdekking zit in de verhoging van de energiebelasting. Als je de CBS-cijfers voor het energieverbruik vermenigvuldigt met de verhoging van de schijven, komt daaruit dat die verhoging van de schijven 168 miljoen oplevert en geen 120 miljoen, zoals in de begroting staat. 

Hetzelfde geldt voor de mineralogische processen. Het CBS kwam bij het uitsplitsen van deze processen op 13,5 miljoen euro uit, en de staatssecretaris spreekt over 22 miljoen. Kan de staatssecretaris uiteenzetten waardoor dit verschil veroorzaakt wordt en of het wellicht mogelijk is om deze overdekking te gebruiken om hetzij de tijdelijke verhoging een stukje terug te draaien, hetzij deze industrie tegemoet te komen? 

Ik ga nu in op het gebruikelijk loon. Mijn collega Neppérus sprak daar ook over. Deze maatregel zal tot veel uitvoeringsproblemen leiden. Alle contracten met dga's zouden worden opgezegd, en de Belastingdienst moest met al deze ondernemers opnieuw gaan onderhandelen over het juiste salaris. Dat is niet zo makkelijk vast te stellen, want het is geen exacte wetenschap. Bovendien weet de directeur niet wat zijn concurrenten verdienen en of ze precies dezelfde werkzaamheden doen. Maar de staatssecretaris kreeg gelukkig op tijd door dat deze maatregel in de eerste vorm waarin hij hem voorstelde, onuitvoerbaar was voor de Belastingdienst. Daarom is er een nieuwe regel bedacht. Bij alle directeuren wordt het inkomen gewoon met 7% verhoogd. Tenminste, voor de belasting. Of je het verdient, is nog maar de vraag. Dan komt de belastinginspecteur niet langs om over het inkomen te onderhandelen. Dit lijkt een soort chantage geworden. Hiermee is de maatregel een stuk beter uitvoerbaar geworden, maar fraai is het niet, want we weten inmiddels dat veel ondernemers geen gebruik hebben gemaakt van de maximale 30%-marge. Onduidelijk is echter welke directeur op welke marge zit. Sterker nog, het salaris van de ene directeur kan boven de 100% liggen. Bij samenwerkingsverbanden tussen directeuren met vrije beroepen komt dit nog weleens voor. Kan de staatssecretaris aangeven of er dan sprake is van een transactie die teruggebracht moet worden tot arm's-length? 

Het CDA verwacht dat de meeste ondernemers zullen stellen dat hun salaris niet verhoogd hoeft te worden. Dan moeten bijna alle salarisdiscussies met de Belastingdienst opnieuw gevoerd worden. Voor ondernemers is dat heel vervelend. Daar komt nog bij dat een deel van de bewijslast wordt verschoven van de Belastingdienst, die over alle inkomensgegevens van werknemers beschikt, naar de directeur, die geen enkele weet heeft van de inkomens van werknemers in een soortgelijke dienstbetrekking. Het lijkt een soort neveneffect te zijn van de wens om alle gebruikelijk loon van orthodontisten beter te kunnen vaststellen. Alle andere ondernemers moeten dit dan ook doen en zijn de dupe. Daarom bereid ik een amendement voor, dat ik bijvoorbeeld samen met mevrouw Neppérus hoop te kunnen indienen. 

Ik heb nog twee losse puntjes, te beginnen met het ATP-arrest. Denkt de staatssecretaris echt dat je, wanneer je in een pensioenfonds meedoet, niet meeademt met de beleggingen als de pensioenen gekort worden, en dat daardoor het ATP-arrest niet van toepassing is? Wij denken dat dit leidt tot verlies van een Europese rechtszaak en tot terugbetaling van een heleboel geld. Wij krijgen graag de garantie dat juridisch heel goed is uitgezocht dat dit niet zal gebeuren. 

Met het punt van de btw op kranten neem ik waarschijnlijk het onderwerp van mijn collega van de Partij van de Arbeid weg. Kan de Belgische oplossing, waartegen geen infractieprocedure geldt en waarbij de pdf gewoon een-op-een hetzelfde is als wat je in de krant ziet, niet onder het lage tarief gebracht worden? Dat kan bijvoorbeeld gedekt worden uit de Hummers. 

Ik heb nog twee puntjes, voorzitter. Een pijnlijk puntje is de werkkostenregeling. Ik dank de staatssecretaris voor de schriftelijke antwoorden. Deze regeling roept echter meteen weer nieuwe vragen op en het zou de praktijk zeer helpen als de staatssecretaris deze vragen zou willen beantwoorden en wellicht een paar wijzigingen zou willen voorstellen. Het personeelsfeest op de eigen locatie is onbelast, maar klopt het dat dit niet geldt voor een feest voor werknemers van een verbonden vennootschap? Zou het niet logischer zijn dat een personeelsfeest voor het gehele personeel onder de nihilwaardering valt? 

Nu kunnen werkgevers belastingvrije parkeervoorzieningen aan het personeel ter beschikking stellen, ook als die buiten de poort van het terrein van de werkgever liggen. Is het rechtvaardig dat vanaf volgend jaar loonbelasting verschuldigd is over de parkeerplekken buiten de poort van het bedrijf? Gaan we dan niet een heel rare discussie krijgen? Een werkgever heeft een aantal parkeerplekken binnen de poort. Daar moeten alle mensen met een eigen auto parkeren, want dan kost het niets. De leaseauto's moeten dan op de gehuurde parkeerplekken gaan staan, want dat is dan wel weer gratis. En dan moet er dagelijks worden bijgehouden wie waar geparkeerd staat om er onderuit te komen. Ik heb dit niet allemaal zelf bedacht, hoor. Ik heb een aantal mensen gesproken. Bij de iPad maakt de staatssecretaris een uitzondering. Daar is tenminste nog sprake van enig persoonlijk nut. Dat je moet parkeren bij je werk als je op een industrieterrein werkt, lijkt mij volstrekt evident. 

Waarom worden alle werknemers van de kosten voor de thuiswerkplek vrijgesteld, maar de dga niet? 

In de grootse krant van Nederland hebben we kunnen lezen dat de inspecteur geen onderscheid maakt tussen het noodzakelijke en niet-noodzakelijke deel van de zakelijke telefoon. Klopt dat? Hoe zit het met de reikwijdte van het noodzakelijkheidscriterium in dit verband? Als je in de cafetariaregeling een iets groter schermpje krijgt en een externe batterij of meer functionaliteiten, wordt dan dat kleine stukje extra belast of wordt meteen de hele telefoon of iPad belast? 

Wat betreft de opvanghuizen sluit ik me aan bij mevrouw Neppérus. Ik betreur het dat in de Kamer geen meerderheid was om per direct een oplossing te vinden. De reden dat dit vanaf 2015 een extra groot probleem is, is dat alleenstaande ouders vanaf volgend jaar een alleenstaandeouderkop ontvangen. Zit je in een opvanghuis, krijg je een wildvreemde partner en ben je net van je eigen partner weg, raak je de alleenstaandeouderkop kwijt. Kan de staatssecretaris aangeven hoe het willekeurig toewijzen van een partner in een opvanghuis zich verhoudt tot de regel dat drie of meer volwassenen op één adres niet elkaars toeslagpartner kunnen zijn? Heeft de staatssecretaris, zoals hij afgelopen week heeft toegezegd, onderzocht hoe dit probleem opgelost kan worden? Is hij bereid om te bekijken of hij een oplossing voor dit probleem kan vinden, niet binnen het Belastingplan, maar wel binnen een redelijke termijn? Kan de staatssecretaris een uitzondering maken, net als bij onderhuur, voor cliënten van opvanginstellingen die op het adres staan ingeschreven van opvangstellingen en daarvoor de door de gemeente op basis van de Wmo vastgestelde eigen bijdrage betalen? 

Tot slot een positief punt. Na vragen van mevrouw Neppérus en mij zijn we de staatssecretaris zeer erkentelijk dat hij de aftrekpost voor ouders die hun ernstig gehandicapte kind in het weekend en de vakanties thuis opvangen, niet meer laat vervallen als het kind een klein beetje spaargeld heeft. Voor de zekerheid vraag ik toch of deze lezing klopt. Er zijn namelijk ook ouders die denken dat de regeling beperkt wordt in plaats van uitgebreid. Klopt het dat door het vervallen van het vereiste van de dringende morele verplichting ook ouders van een gehandicapt kind met een klein beetje spaargeld boven de vrijstellingsgrens, recht krijgen op de aftrekpost? Blijft het inkomen en vermogen van het gehandicapte kind geheel buiten beschouwing of wordt het, wat wij niet hopen, op een andere wijze meegewogen? 

De heer Groot (PvdA):

Voorzitter. Voor het eerst sinds jaren ligt er een dun en overzichtelijk Belastingplan. Dat is een goede zaak, want dat betekent dat het voor het eerst sinds jaren niet nodig is om extra maatregelen te nemen om de overheidsfinanciën op orde te brengen. Het is zelfs mogelijk gebleken om tot 349 miljoen aan lastenverlichting te geven ten opzichte van de voornemens in het regeerakkoord. Mede door die lastenverlichting stijgt de koopkracht voor het tweede jaar op rij licht. Daaraan zien we dat het kabinetsbeleid werkt. Het overheidstekort is weer uit de acutegevarenzone. Het vertrouwen neemt toe, de economie groeit weer, de huizenmarkt herstelt en, het belangrijkst van allemaal, de werkloosheid daalt nu voor de vijfde maand op rij. Dat neemt niet weg dat de werkloosheid nog veel te hoog is. Minder lasten op arbeid, en langs die weg meer banen mogelijk maken, is de inzet van de Partij van de Arbeid bij de komende belastingherziening. Minder lasten op werk en tegelijkertijd het hele systeem vereenvoudigen en rechtvaardiger maken: het kan als we dat echt willen. We moeten het ook willen, want de staatssecretaris heeft zelf al terecht opgemerkt dat niemand de vermogensrendementheffing in box 3 nog als een rechtvaardig systeem ervaart. Niets is zo slecht voor de belastingmoraal als een heffing die niet valt uit te leggen. Ik ben dan ook blij met de toezegging van de staatssecretaris om voortvarend te gaan werken aan een nieuwe box 3-heffing die beter aansluit bij werkelijk behaalde rendementen. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Daar ben ik ook heel blij mee. Ik ben ook blij dat de fractievoorzitter van de PvdA op de dag dat Piketty in de Kamer was, zei dat de verschillen tussen arm en rijk kleiner moesten worden. Hij onderschreef het pleidooi van de heer Piketty. Ik vraag mij af of daar ook een progressief tarief in box 3 bij hoort. 

De heer Groot (PvdA):

Ik ben het er helemaal mee eens dat de verschillen tussen arm en rijk kleiner moeten worden. Daar getuigt het regeerakkoord ook van, in die zin dat wij eerlijk willen delen. Over de toekomst van de vermogensrendementsheffing gaan we nog een hele discussie voeren in het kader van de belastingherziening. De aanvliegroute daarbij zal zijn dat wij vermogenswinsten die werkelijk worden gemaakt, gaan belasten en afstappen van het fictieve systeem, althans dat we daarin de werkelijk behaalde vermogenswinsten beter gaan benaderen. Als de theorie van Piketty klopt, zal blijken dat mensen met veel vermogen over het algemeen meer rendement behalen. Die zullen dan ook meer belasting gaan betalen. 

De heer Klaver (GroenLinks):

In de vermogensbelasting is nu sprake van een flat tax. De heer Groot was ook bij de hoorzitting met Piketty. Een van zijn allerbelangrijkste pleidooien was, ervoor te zorgen dat je vermogen ook progressief belast. Mijn vraag is dus heel simpel. In de gesprekken met het kabinet zal mijn fractie zich ervoor inspannen om te komen tot een progressieve belasting van vermogen. Gaat de PvdA ons pleidooi steunen? 

De heer Groot (PvdA):

Wij hebben procesafspraken gemaakt om de belastingherziening met spoed ter hand te nemen. Tegen die tijd komt dit soort discussies terug. We moeten bekijken welke opbrengstverdeling er dan is. De discussie hierover zullen we dan voluit voeren. 

De heer Bashir (SP):

Het is terecht dat de heer Groot dit punt opmerkt. Die discussie gaan we zeker voeren. Wij kunnen echter ook binnen het huidige stelsel zorgen voor een progressieve vorm van belastingheffing. Bij de inkomstenbelasting betaal je meer belasting, veel belasting, als je een hoger inkomen hebt. Als je echter heel veel vermogen hebt, betaal je evenveel belasting als iemand met een spaarrekening die 1,2% rente ontvangt. Mijn vraag aan de heer Groot is daarom: kunnen we nu ook iets regelen voor de korte termijn? 

De heer Groot (PvdA):

We hebben procesafspraken gemaakt met onze coalitiepartner om te komen tot een nieuw systeem dat eerlijker gaat uitpakken. Het geeft dan geen pas om vooruitlopend daarop wijzigingen in het oude systeem voor te stellen. Zo gaan we niet met elkaar om. 

De heer Bashir (SP):

De heer Groot is daar duidelijk over. Ik vind dat jammer, want we kunnen vanaf 1 januari binnen het huidige stelsel al wel iets regelen, waardoor miljonairs iets meer belasting gaan betalen en mensen met een kleine spaarrekening iets minder. Binnen een systeem waarin rendementen belast worden, kan progressie er natuurlijk ook voor zorgen dat mensen met veel vermogen die hoge rendementen behalen, zwaarder belast worden dan mensen met een kleine spaarrekening, zodat Nederland niet uit de pas loopt in Europa. Is de PvdA daar ook voor of wil zij zich daar niet over uitlaten? 

De heer Groot (PvdA):

Zodra we de nieuwe belastingherziening en de nieuwe vermogensrendementsheffing vorm gaan geven, zullen we vanzelf tot een rechtvaardigere verdeling van die lasten komen. Maar we gaan niet nu even met een pennenstreek die discussie belasten door in het bestaande systeem drastische veranderingen aan te brengen. 

Voorzitter. Vereenvoudiging van het belastingsysteem kan, als we bereid zijn om de rommelzolder van aftrekposten op te ruimen. We hebben intussen alweer 120 belastingfaciliteiten, die samen zo'n 90 miljard kosten. We kunnen meer doen tegen belastingontwijking, zowel internationaal, via het fiscaleverdragsbeleid, als nationaal in box 2. Ondernemers in box 2 hebben nu te veel mogelijkheden om belastingheffing tot sint-juttemis uit te stellen en van uitstel komt vaak afstel. Dat blijkt ook uit het feit dat slechts 65.000 van de 450.000 personen met een aanmerkelijk belang — dat is slechts een op de zeven — belasting betalen in box 2. Box 2 levert 1% op van de inkomensheffingen in box 1. Dat is een bedroevend laag percentage. 

Dan kom ik op de autobelastingen. 

De voorzitter:

Mijnheer Bashir, als het over hetzelfde punt gaat als waarover u net al een interruptie hebt gedaan … 

De heer Bashir (SP):

Nee, dit gaat over box 2, het oppotten van geld in zogenaamde zakgeld-bv's, om andere boxen te ontwijken. We kunnen wel tot sint-juttemis wachten tot er een herziening komt, maar we weten niet hoelang dat gaat duren. We weten niet hoe die onderhandelingen lopen, wat de inzet is van de verschillende partijen en wat de uitkomst is. Waarom kunnen we niet nu al voorstellen van de PvdA over box 2 verwachten? 

De heer Groot (PvdA):

Voor de verandering van de systematiek in box 2 moeten we toch echt wachten tot de belastingherziening, maar de fraudebestrijding is een doorlopend proces. Daarvoor hoeven we zeker niet te wachten tot die belastingherziening. Ik kom dan ook morgen met een motie die gericht is op box 2. 

De heer Bashir (SP):

De heer Groot heeft het over fraude, maar ik had het over ontwijking door zakgeld-bv's, door legale constructies die goedgekeurd worden door de inspecteur. Die kunt u niet met een motie wijzigen. Die motie moet dan nog uitgevoerd worden door het kabinet. Waarom kunnen we die zakgeld-bv's niet per 1 januari 2015 onmogelijk maken, bijvoorbeeld door iets te doen aan de dga-lonen? Als mensen met een zakgeld-bv ook een dga-loon moeten uitkeren, zorg je ervoor dat al die ontwijkingsconstructies per 1 januari meteen aangepakt worden. 

De heer Groot (PvdA):

Als de heer Bashir een motie of een amendement met die strekking heeft, zal ik daar met alle bereidwilligheid naar kijken. Ik kom zelf met een motie die niet alleen ziet op fraude, maar vooral op ontwijkende constructies in box 2. Ik denk dat wij elkaar hierin kunnen vinden. 

Dan kom ik op de autobelastingen. De Partij van de Arbeid is tevreden over het voorstel van het kabinet voor het tussenjaar 2016. Daarover is heel veel te doen geweest, zowel in dagbladen als op de televisie. Het leek soms alsof de automobilist dodelijk in het hart werd getroffen. Dat heeft mij verbaasd, omdat het gaat om een budgetneutraal voorstel, terwijl de autobelastingen sinds 2008 al met 6,4 miljard zijn ingezakt. Het verbaasde me ook omdat de vele honderdduizenden mensen die al een leaseauto hebben, niet worden geraakt door die maatregelen. Het gaat alleen om mensen die in 2016 een nieuwe auto kopen via hun baas. Zij kunnen dan altijd kiezen voor een model met minder bijtelling. Ik vraag me af of dat wel voldoende duidelijk is gemaakt in de communicatie door het kabinet. 

Hoe dan ook, de Partij van de Arbeid heeft steeds gezegd open te staan voor alternatieven, op twee voorwaarden, namelijk dat de opbrengsten van de autobelastingen overeind blijven en dat de kabinetsdoelstellingen voor elektrisch rijden gehaald worden. In het compromis dat uiteindelijk is bereikt, krijgt elektrisch rijden een extra impuls terwijl dure, vervuilende auto's extra worden belast. Aan onze voorwaarden is dus ruim voldaan, waarvoor dank aan het kabinet. Het heeft even geduurd, maar dan heb je ook wat. Dan heb je een voorstel dat zowel door de autobranche als door de milieuorganisaties wordt gedragen. 

In het wetgevingsoverleg is al veel gesproken over de naheffing. Het gaat om een naheffing van gemiddeld €150, waarmee 5 tot 6 miljoen mensen volgend jaar te maken krijgen. Ik dank de staatssecretaris voor de uitgebreide antwoorden die hij heeft gegeven in het schriftelijk overleg. Mensen die minder dan €20.000 verdienen, krijgen geld terug. Daarboven loopt de rekening op tot €372 voor mensen met een inkomen van rond de €60.000. Daarmee is duidelijkheid gegeven, maar wel veel te laat. Dat er al eerder een aankondiging was in de stukken op Prinsjesdag, is niet voldoende gebleken. Het is wat de Partij van de Arbeid-fractie betreft ook een te zuinige uitleg geweest van een motie die ikzelf vorig jaar heb ingediend, die als strekking had dat de communicatie over de toekomstige loonstrookjes systematisch moest worden verbeterd. Mijn vraag aan de staatssecretaris is of hij achteraf nog steeds gelukkig is met de strategie om de belastingbetaler alleen te benaderen op de zogenoemde deurmatmomenten. Was een brief aan alle belastingbetalers of desnoods een uitgebreid persbericht van het ministerie van Financiën niet toch beter geweest? Ik vraag de staatssecretaris om een reflectie hierop, want ik heb de indruk dat zijn aanvankelijke intuïtie toch de juiste was. 

Anders dan de staatssecretaris vindt de Partij van de Arbeid-fractie het een goede zaak dat de afvalstoffenbelasting weer wordt ingevoerd. Hier gaan vergroening en meer belastinginkomsten hand in hand. Het is ook goed dat er een simpel laag tarief komt van €13 per ton. Ik blijf me er wel zorgen over maken dat ondanks dat lage tarief veel afval zal worden geëxporteerd. Daarom staat onze fractie sympathiek tegenover het amendement dat de heer Dijkgraaf heeft ingediend over de exportheffing op geëxporteerd afval. 

Een probleem dat nog steeds niet is opgelost, betreft de belastingheffing op bestaande voorraden bij afvalverwerkers. Hier is in feite sprake van belastingheffing met terugwerkende kracht, omdat de afvalverwerkers de belasting niet hebben kunnen doorberekenen aan de klant. Ik heb er begrip voor dat de staatssecretaris dit probleem niet een-twee-drie kan oplossen in dit belastingplan, maar ik vind nog steeds dat de afvalverwerkers recht hebben op een nette overgangsregeling. Los dit probleem op, zo heb ik tijdens het wetgevingsoverleg gezegd. Dat vraag ik nu opnieuw. Ik ben voornemens om dit verzoek in tweede termijn met een motie kracht bij te zetten. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Dat is mooi, wat mij betreft. We hebben natuurlijk al een gedachtewisseling gehad, die niet tot een oplossing heeft geleid. Hoe denkt de heer Groot dit te doen qua uitvoering? Dat was volgens mij de discussie met de staatssecretaris: lastig lastig allemaal. Het is niet een-twee-drie te doen, maar als je het een-twee-drie-vier doet, moet het volgens mij wel kunnen, misschien met wat meer tijd. Hoe kijkt de heer Groot daartegen aan? 

De heer Groot (PvdA):

Ik wacht even de antwoorden van de staatssecretaris op dit punt af. Het is me niet gelukt om in de gauwigheid een amendement op te stellen, maar ik ga ervan uit dat waar een wil is, een weg is. Het gaat om een beperkt aantal belastingplichtigen. Het zijn er een handvol. Ik daag de staatssecretaris uit om met een voorstel te komen. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik begrijp de heer Groot zo dat het punt linksom of rechtsom wordt opgelost, of dat nu via de antwoorden van de staatssecretaris, via een motie of via een amendement gebeurt. 

De heer Groot (PvdA):

Dat is mijn streven. Dat zal ook de strekking zijn van de motie: los dit probleem op. 

Voorzitter. Ik kom bij de btw op kranten. Het is de PvdA-fractie spijtig genoeg gebleken dat een amendement om digitale kranten/pdf-kranten in het lage tarief onder te brengen, niet mogelijk is vanwege Brusselse btw-richtlijnen. Daarover heeft de staatssecretaris al het nodige gezegd. Toch blijft het gek dat voor in wezen hetzelfde product, de krant, verschillende btw-tarieven gelden. Is het mogelijk om in navolging van België — de heer Omtzigt duidde daar ook al op — de bestaande btw-wetgeving anders uit te leggen? Dit zou kunnen door het begrip "krant" medianeutraal uit te leggen. Is de staatssecretaris bereid om deze route serieus te verkennen op het punt van haalbaarheid en om de Kamer daarover zo snel mogelijk, het liefst morgen, te informeren? 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Dit is een terecht punt. De heer Groot kwam daar zelf in het wetgevingsoverleg ook als eerste mee. Hij vraagt om een onderzoek naar de zogenaamde Belgiëroute. Maar onderzoeken is één ding. Ik denk dat we eerst overeenstemming moeten hebben over hoe we het uitleggen en dat we dat als boodschap aan de staatssecretaris meegeven, opdat hij het gaat toepassen. Is de heer Groot het met mij eens? 

De heer Groot (PvdA):

Mijn vraag is of het inderdaad mogelijk is om een andere uitleg te geven aan het begrip "digitale krant". We dienen daar immers dezelfde uitleg aan te geven. Kun je langs die weg ook een gelijk btw-tarief opleggen? Daar hoor ik graag morgen een antwoord op van de staatssecretaris. Is het inderdaad mogelijk? Zo ja, dan moeten we het op die manier aanpakken. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ook als de staatssecretaris denkt dat het niet mogelijk is — maar goed, dat zullen we morgen horen — kan de Kamer nog wel een uitspraak doen. Ik wil echter niet op de antwoorden vooruitlopen. Ik hoop dat ik de heer Groot goed heb verstaan en dat ook hij vindt dat het gewoon moet gebeuren. 

De heer Groot (PvdA):

Ik zeg het volgende onder voorbehoud van het antwoord van de staatssecretaris. Als het even kan, zouden we dit gewoon moeten regelen. 

De heer Koolmees (D66):

Ik heb een verduidelijkende vraag. Heeft het voorstel van de heer Groot alleen betrekking op kranten of op meer digitale media? 

De heer Groot (PvdA):

Ik heb het nu vooral over de pdf-kranten, die er dus hetzelfde uitzien als papieren kranten. Als je het hebt over digitale journalistieke uitingen in zijn algemeenheid, kom je op een breder terrein. Daar kunnen we ook nog een debat over voeren, maar ik beperk mij nu even tot de btw op pdf-kranten. 

De heer Koolmees (D66):

Ik vraag het omdat het risico bestaat dat er dan weer sprake is van concurrentievervalsing ten opzichte van andere mediabronnen die wel digitaal zijn. Maar als we het breder kunnen aanvatten, zou het ook de steun van mijn fractie hebben. 

De heer Groot (PvdA):

Dat is helder. 

Voorzitter. Ik kom op de werkkostenregeling. Het is goed dat er eindelijk een werkkostenregeling is die breed gedragen wordt door de sociale partners. Het levert ook een vereenvoudiging op waar we in Nederland met smart op zitten te wachten. Juist vanwege het feit dat die werkkostenregeling zo'n breed draagvlak heeft verworven, is de Partij van de Arbeid terughoudend om daar nu veel verschuivingen in aan te brengen. Het is in de eerste plaats een zaak tussen werkgevers en werknemers. Het lijkt mij nu zaak om hier eerst ervaring mee op te doen. We moeten wel met zijn allen constateren dat de vrije ruimte in de werkkostenregeling heel krap is bemeten. Ik hoop dat we de komende jaren middelen vinden om die ruimte wat te vergroten. Dat lijkt mij de beste manier om de knelpunten op te lossen die zich steeds weer blijken voor te doen. 

Wat in ieder geval niet mag gebeuren, is dat de werkkostenregeling wordt misbruikt door bestuurders om zichzelf belastingvrij of tegen een laag tarief bonussen toe te kennen. Ik begrijp uit de antwoorden van de staatssecretaris dat het lek nog steeds niet helemaal is gedicht, maar dat dit alsnog gaat gebeuren in de Fiscale verzamelwet 2015. De Partij van de Arbeid zal het kabinet daar strikt aan houden. 

Tot slot kom ik op het gebruikelijk loon. De Partij van de Arbeid is het met het kabinet eens dat het verschil tussen de belastingdruk op ondernemers en de belastingdruk op werknemers te groot is geworden ten nadele van werknemers. De Partij van de Arbeid steunt daarom de aanscherping van het gebruikelijk loon/fictief loon in box 2. Het is een goede eerste stap, maar wat ons betreft is het zeker niet de laatste stap. Wat de PvdA betreft is de grote uitdaging bij de komende belastingherziening om de lekken in box 2 te dichten. Dat dit niet eenvoudig is, heb ik gemerkt toen ik een amendement wilde maken om de fiscaal gedreven emigratie van bv's aan te pakken. Wie nu zijn bv volpompt met niet uitgekeerde winst en vertrekt naar het buitenland is na tien jaar van alle belastingclaims af. Daar wilde ik met een amendement iets tegen doen. De boodschap van de amendementenservice was dat dit mogelijk lijkt maar dat er meer tijd voor nodig is om zo'n maatregel uit te werken. Ik wil die tijd graag geven maar ik wil niet dat dit onderwerp van de agenda verdwijnt. Vandaar dat ik morgen op dit punt met een motie kom. 

Ten slotte sluit ik aan bij de vragen van mevrouw Neppérus en de heer Omtzigt over de fiscale toeslagpartners in opvanghuizen. Dat lijkt mij een groot knelpunt dat om een aanpak vraagt. Ik sluit ook aan bij de vraag van de heer Bashir over hoe het precies zit met de strop die de fiscus lijdt bij de financiering van schepen. Ik ben het met hem eens dat de antwoorden op zijn vragen uitblonken in vaagheid. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik neem aan dat de heer Groot aan het eind van zijn betoog is gekomen. Ik mis het blokje decentrale energie. De heer Groot heeft er tijdens het wetgevingsoverleg zelf redelijk wat warme woorden over gesproken. Hij heeft ook gewezen op de knelpunten, maar die zijn volgens mij nog niet opgelost. Wil de heer Groot de staatssecretaris nog vragen of hij daar iets aan gaat doen? 

De heer Groot (PvdA):

Ik zou eerder de heer Kamp vragen om hier iets aan te doen. De heer Kamp heeft de Kamer vandaag een brief gestuurd. 

De voorzitter:

U bedoelt de minister van Economische Zaken. 

De heer Groot (PvdA):

De minister van Economische Zaken inderdaad. 

Er is vandaag een brief gestuurd waarin alle knelpunten met betrekking tot de decentrale energieopwekking worden benoemd. Er wordt ook omstandig uitgelegd dat er momenteel met alle partijen in het veld wordt gesproken. De knelpunten worden in kaart gebracht en er wordt naar oplossingen gezocht. De staatssecretaris vervult hierbij eerder een faciliterende rol dan een voortrekkersrol. Het lijkt mij het beste om het overleg tussen de minister van Economische Zaken en het veld af te wachten. Er spreekt uit de brief een duidelijke bereidheid om de knelpunten aan te pakken. Ik doel ook op de verlenging van tien jaar naar vijftien jaar. Er moeten nog wel dingen worden uitgezocht. Dat zal landen in voorstellen. Ik neem aan dat een en ander, voor zover het fiscale aspecten betreft, vervolgens wordt vertaald in de Fiscale verzamelwet 2015. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Die knelpunten zijn niet nieuw. Ik kan mij herinneren dat wij vorig jaar ook hebben gediscussieerd, ook over de termijn van tien jaar, de postcoderoos, de btw en de ondernemers. Dat doen wij dit jaar opnieuw. Er staat nu in de brief dat er weer een overleg komt. Dan wordt het misschien weer de Fiscale verzamelwet 2015, maar zo sudderen wij door en door. Was het niet de PvdA zelf die enkele weken geleden in de media aangaf dat de problemen nu moeten worden aangepakt omdat het Energieakkoord anders nooit wordt gehaald? Die kans is er nu. Zijn de heer Groot en zijn fractie bereid om waar het kan nu de stappen te zetten die hijzelf al heeft aangegeven? 

De heer Groot (PvdA):

Collega Vos heeft de problemen aangekaart. Hij heeft geconstateerd dat er wat betreft de decentrale energieopwekking nog niet wordt gevlogen. Hij heeft ook gevraagd om de brief van de minister van Economische Zaken. De minister voert momenteel overleg om de knelpunten op te lossen. Wij hebben er het volste vertrouwen in dat de problemen worden opgelost en dat een en ander binnenkort gaat landen in voorstellen, die vervolgens weer terechtkomen in bijvoorbeeld de Fiscale verzamelwet 2015. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik weet niet of het amendement is ingediend. Ik heb op dit punt ook een amendement klaarliggen, samen met mevrouw Schouten en de heren Bashir en Koolmees, want wij willen dit probleem oplossen. Het is iets heel simpels. We moeten in de wet iets regelen met jaren, van tien naar vijftien jaar. Is de heer Groot bereid om daar serieus naar te kijken? 

De heer Groot (PvdA):

Ik ben altijd bereid om ergens serieus naar te kijken; zo kent u mij. Ik stel gelijk vast dat in de brief het probleem van de tien en vijftien jaar wordt benoemd. Er worden berekeningen op losgelaten. De minister van Economische Zaken heeft te kennen gegeven dat hij bereid is om, als zich toch een knelpunt voordoet met de termijn van tien jaar, die termijn te verlengen. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ook ik ben redelijk in staat om de brieven die ministers sturen te lezen. Ik heb gezien wat de minister van Economische Zaken heeft geschreven. Ik vroeg de heer Groot ook niet om een samenvatting. Het gaat erom of de PvdA bereid is om nu al te bezien of wij vandaag iets kunnen regelen voor deze groep. Het is een tamelijk eenvoudig probleem, dat ook eenvoudig kan worden opgelost. Mijn vraag is dus of de heer Groot niet wil verwijzen naar de brief, maar wil aangeven: natuurlijk, mijnheer Klaver, wij gaan kijken naar het amendement en bezien of wij vandaag in staat zijn om het probleem op te lossen. 

De heer Groot (PvdA):

Natuurlijk gaan wij serieus naar dat amendement kijken, maar ik geef wel mee dat het niet erg netjes is om, terwijl de minister nog met het veld — dat wil zeggen alle partijen die bij het energieakkoord zijn betrokken — over zaken onderhandelt, vooruitlopend daarop al dingen in de wet te gaan vastleggen. De uitkomst van die onderhandelingen staat nog helemaal niet vast. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Ik sta eerst stil bij het afgelopen jaar en bij wat er allemaal fout is gegaan bij de Belastingdienst. De ene fout na de andere werd op elkaar gestapeld. Buiten de naheffing, waarover ons vorige week berichten bereikten en waardoor 6 miljoen mensen worden geraakt, waren er ook veel andere fouten. Ik wil graag weten wat de staatssecretaris van die fouten heeft geleerd en of die fouten zijn opgelost en getackeld. 

In januari hebben tienduizenden mensen maandenlang op hun toeslag moeten wachten. Dat weet deze staatssecretaris misschien niet, want hij zat in Amsterdam. De eenrekeningsystematiek was toen een groot probleem en tienduizenden mensen moesten maandenlang op hun toeslag wachten. Is dat opgelost? 

805 Bulgaren hebben Nederland als pinautomaat gebruikt, zoals wij allemaal weten. Zij hebben 4 miljoen van ons gestolen. In februari bleek dat wij naar onze centen kunnen fluiten. Vrijwel niemand heeft ook maar één euro terugbetaald. Hoe is dat probleem opgelost? Kan het nog steeds gebeuren dat een Bulgaar hier een toeslag aanvraagt en na een halfjaar met zijn ING-pas in Bulgarije loopt te pinnen van onze toeslagen? 

In mei kregen 3.500 mensen geen zorgtoeslag, omdat zij werden aangemerkt als wanbetaler. Is dat opgelost? In augustus moest een op de drie mensen de kinderopvangtoeslag terugbetalen. Gemiddeld ging het om €2.500 per persoon. 433 miljoen werd teruggevorderd. Hoe kan dat en is het opgelost? 

De accijnsverhogingen maken meer kapot dan je lief is. Verder noem ik de fraude van 20 miljoen door een medewerker van de Belastingdienst in juni. Zit die man inmiddels achter de tralies of loopt hij ergens vrij rond? Ten slotte noem ik het mislukte ICT-project dat de Nederlandse belastingbetaler 203 miljoen euro heeft gekost. Allemaal erg vervelend. Leuker kunnen wij het niet maken, maar de vraag is: zijn deze problemen opgelost? Deze staatssecretaris komt natuurlijk wel in een grote puinhoop terecht. 

Dan kom ik nu op de soap rond de auto's. Wat begon met een dun, nietszeggend belastingplannetje werd uiteindelijk een soap. Twee weken geleden presenteerde deze staatssecretaris een leaseplan, dat de VVD dreigde te blokkeren. Een week lang werd er achter de schermen gewerkt aan een nieuw plan, maar uiteindelijk werd op de valreep een plan van de branche geadopteerd: het derde plan binnen een week. Zo gaat het vaak in deze coalitie. De neuzen staan namelijk in tegenovergestelde richting en dus krijgt Nederland vaak het slechtste uit twee werelden voorgeschoteld: een compromis. De PvdA kreeg, samen met Milieudefensie, de elektrische auto, alhoewel we vandaag hebben gelezen dat die even vervuilend is als een benzineauto; de BOVAG kreeg minder marktverstoring en de VVD ... Ja, wat kreeg de VVD eigenlijk? Ik vroeg het eerder bij interruptie, want de VVD heeft zich weer met een kluitje in het riet laten sturen. Volgens het laatste leaseplan gaan leaserijders er namelijk meer op achteruit dan in het oorspronkelijke voorstel. De plug-inhybride gaat van 7% naar 15%. In het oorspronkelijke voorstel was dat 14%, of wel een plug-inhybride gaat geen €1.600 maar €3.200 bijbetaling kosten. Iemand met een zuinige middenklasser, de hardwerkende Nederlander waar de VVD voor zegt op te komen, gaat maar liefst €1.000 meer betalen. Geen 14%, geen 20%, wat de staatssecretaris voorstelde, maar 21%. De VVD pakt dus de leaserijder keihard in de portemonnee en pronkt met een pyrrusoverwinning. De mensen zijn niet gek. De VVD is voor eens en voor altijd door het ijs gezakt. Van wat ooit een mooie autopartij was, is nu geen spaan meer over. Eerst de forensentaks, toen de accijnsverhogingen en nu de leaserijders. 

Het kabinet en de coalitie hebben de mond vol van lastenverlichting. 

De voorzitter:

Voordat u verdergaat, heeft mevrouw Neppérus een vraag. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik hoor de heer Van Dijck weer van alles opmerken. Hij heeft, zoals hij gelukkig ook altijd zegt, zelf de mond vol. Wat doet hij nou zelf aan dit land, behalve kritiek leveren op de VVD en op andere partijen? Wat doet hij zelf, behalve nee roepen? Wat zijn de alternatieven? 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Wij verhogen in ieder geval niet de lasten. Wij verlagen de lasten op arbeid. Dat kunt u allemaal teruglezen in ons verkiezingsprogramma. Wij maken andere keuzes. U verhoogt alle belastingen. U nivelleert dit land helemaal kapot, op commando van de PvdA, en vervolgens staat u daar met een pyrrusoverwinning een plan te verdedigen dat nog slechter is dan het plan waartegen u ooit ageerde! De VVD zakt door het ijs, niet de PVV! 

De PVV heeft oplossingen. Wij schrappen 3,5 miljard aan ontwikkelingshulp. Ja, dat is een keuze! Wij geven geen miljard uit aan asielzoekers. Wij willen af van 6 miljard subsidies. Wij willen al die innovatiesubsidies niet en we willen de subsidies voor milieu en windmolens niet. Daarmee spelen we 17,5 miljard vrij en dat kunnen we allemaal besteden aan lastenverlichting. Dat zou goed zijn voor de economie en voor de werkgelegenheid. U kunt niet én windmolens én elektrische auto's én nivellering én asielzoekers én ontwikkelingshulp hebben. Dan is er geen ruimte voor lastenverlichting. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik ben blij dat de VVD samen met de PvdA en ook andere partijen — ik noem D66, de ChristenUnie, de SGP en op een aantal dossiers ook GroenLinks — wel verantwoordelijkheid neemt in plaats van alleen maar van alles te roepen en een hekje te zetten om Nederland. Kennelijk is dat de stille droom van de heer Van Dijck. Wij werken aan een Nederland dat weer gezond wordt. Hopelijk gaat de heer Van Dijck daar ooit ook over nadenken. Is hij daartoe bereid? 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik heb precies gezegd hoe het is. U bent er trots op dat u Nederland naar de knoppen helpt. Daar werken wij niet aan mee. Wij hebben andere oplossingen, maar dat zijn andere keuzes. Wij kiezen voor Nederland. U kiest voor Europa. U maakt 9 miljard over naar Europa. Als we dat geld nu eens besteden aan de ouderen, de leaseauto's, de werklozen, dan zijn we goed bezig! Maar nee, u maakt miljarden over. U krijgt het niet eens voor elkaar om de uitkeringen naar het woonlandbeginsel te brengen in Marokko. Dat lukt niet eens! Dat zijn simpele oplossingen en die moet u gewoon doen. 

De voorzitter:

Gaat u verder met uw betoog. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Het kabinet heeft de mond vol van lastenverlichting op arbeid, maar deze maatregel is de zoveelste lastenverzwaring voor hardwerkend Nederland, dit keer met een leaseauto. Dit voorstel kent ook een groot Wiebeseffect, een woord dat binnenkort zal worden opgenomen in de Dikke Van Dale. Wat is het Wiebeseffect? De belastingen verhogen, meer inkomsten begroten, halsstarrig volhouden dat dit werkt, om uiteindelijk tot de conclusie te komen dat de verhoging meer geld heeft gekost dan die heeft opgeleverd. Het tegenovergestelde van de Laffercurve, zeg maar. We zagen het bij de accijnzen, en we gaan het nu ook zien bij de autoverkopen, want wat gaat er met dat plan in 2015 gebeuren? Er komt een run op plug-inhybriden, want die zijn nu nog 7% en straks 15%, dus die worden twee keer zo duur. Er komt een run op die 14%-bijtellers. Die horen nu namelijk bij de groep van 14% en straks bij de groep van 21%. Anderen blijven zo lang mogelijk in de auto rijden die ze hebben. Bovendien gaan steeds meer mensen helemaal niet meer bijtellen omdat ze minder dan 500 privékilometers maken. De ING verwacht dan ook dat de autoverkopen volgend jaar met 25% zullen toenemen, om daarna in 2016 weer helemaal in te klappen. Wanneer hebben we dat eerder zien gebeuren? Aan het begin van dit jaar was er sprake van krimp van de Nederlandse economie omdat iedereen in december naar de dealer was gerend om een hybride auto met 0% bijtelling te kopen. Dat is de consequentie en dat is het Wiebeseffect in optima forma. In 2016 zal hij voor de bijtellingen weer niets ophalen. 

Ik kom op de naheffing, hét brevet van onvermogen van het kabinet en de coalitie. De Belastingdienst treft geen blaam. Daarover ben ik het met de staatssecretaris eens. Maar hij wast zelf zijn handen in onschuld. Toch was hij het die eind vorig jaar deze vreselijke, onuitvoerbare nivelleringsregeling lanceerde. Noem het een haastklus, noem het vervelend; ik noem het een puinhoop. Ik wacht nog steeds op een mea culpa van de staatssecretaris. Voor het nivelleringsfeestje van de PvdA en de VVD krijgen 6 miljoen mensen nu de rekening gepresenteerd. Het is een feestje dat onuitvoerbaar bleek te zijn. Mensen die te goeder trouw waren, krijgen nu uit het niets een aanslag. Dat is niet te verdedigen. 

Tegelijk met deze naheffing krijgen we een naheffing uit Brussel. Die twee naheffingen zijn ongeveer even hoog. Is dit toeval? De rekening van Brussel wordt dus doorgeschoven en komt terecht op het bordje van 6 miljoen belastingbetalers. De PVV wil daarom dat beide naheffingen van tafel gaan. 

Ook in 2015 gaan de belastingen weer omhoog. De eerste schijf wordt verhoogd, de energiebelasting, de afvalstoffenbelasting, de waterbelasting en de accijnzen worden verhoogd, het eigenwoningforfait gaat omhoog: alles gaat weer omhoog. Het nivelleringsfeestje krijgt ook een vervolg. De algemene heffingskorting wordt, net als de zorgtoeslag, sneller afgebouwd totdat er niets meer van over is. 

De heer Klaver (GroenLinks):

De PVV-bingokaart is weer vol, want Europa is ook weer genoemd. De heer Van Dijck doet het voorkomen alsof de naheffing van de Belastingdienst — waarop wij allemaal kritiek hebben gehad — wordt gebruikt om de naheffing die vanuit Brussel is gekomen, te betalen. De heer Van Dijck is het toch wel met mij eens dat die voorstelling van zaken niet helemaal klopt? 

De heer Tony van Dijck (PVV):

De naheffing uit Brussel is 642 miljoen. Dat moet betaald worden. De naheffing die 6 miljoen mensen samen op hun bordje krijgen, is 800 miljoen. De naheffing uit Brussel kan hier dus mooi uit worden betaald. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ja, alles kan. De heer Van Dijck doet het echter voorkomen alsof er eerst een naheffing uit Brussel kwam, waarna de minister en de staatssecretaris op het ministerie van Financiën dachten: hoe gaan we dat betalen? Weet je wat, dachten zij, we doen een naheffing voor de burgers. Dat is wat de heer Van Dijck hier suggereert. Ik hoop dat ik dat verkeerd heb verstaan. Ik hoop dat de heer Van Dijck zal zeggen dat er echt geen enkel verband is tussen de naheffing uit Brussel en de naheffing die hier in Nederland wordt opgelegd. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Nee, dat suggereer ik niet. Ik zeg alleen dat het wel heel toevallig is dat die bedragen ongeveer gelijk zijn. Het komt de staatssecretaris en vooral de minister van Financiën goed uit. Als we die naheffing voor die 6 miljoen mensen nu schrappen, heb ik daarvoor gelijk een dekking. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik zat nog even te kauwen op het antwoord dat de heer Van Dijck zojuist aan mevrouw Neppérus gaf. Ik hoorde hem een bedrag van 17 miljard noemen voor de verlaging van de lasten op arbeid. In de doorrekening van het verkiezingsprogramma staat hiervoor 3,75 miljard uitgetrokken. Daarvan gaat 2 miljard naar het onbelaste reiskostenforfait. De werkelijke lastenverlaging op arbeid van de PVV is dus niet 17 miljard maar 1,25 miljard. Of er moet een geheim document zijn. Mevrouw Neppérus vroeg daar eigenlijk al naar. Zij vroeg: is er nu een nieuw tegenvoorstel? Wat is nu de werkelijkheid? Is het juist wat er in het verkiezingsprogramma van de PVV staat en klopt het niet wat de heer Van Dijck zei? Of is er een nieuw document? 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Nee, in ons verkiezingsprogramma staat heel duidelijk dat wij voor 15 miljard willen ombuigen. Verder verlichten wij de lasten met 7 miljard. Ik heb het niet gehad over 17 miljard. Het zou kunnen dat ik het heb gehad over 17 miljard terwijl ik 15 miljard bedoelde. In ieder geval is de totale opgave in het verkiezingsprogramma 15 miljard. Dat bedrag is ongeveer vergelijkbaar met het bedrag van het kabinet voor de huidige regeerperiode. Daarvan geven wij 7 miljard terug in de vorm van lastenverlichting. Dat doen we in de vorm van een lager btw-tarief, lagere vennootschapsbelastingen, een hogere arbeidskorting en noem het maar op. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

De lasten op vermogen en winst stijgen met 2 miljard. Dat klopt. Die dalen niet. Dat is een lastenverhoging voor bedrijven in het PVV-programma. Ik concludeer hier in ieder geval uit dat de lastenverlaging uiterst beperkt is. Die miljard is vergelijkbaar met wat in het herfstakkoord en het begrotingsakkoord is uitonderhandeld. Toen hadden we het immers ook al over een miljard. Dat zou allemaal maar peanuts zijn, maar dat staat hier ook. Dit is ook peanuts. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

We buigen 15 miljard om. We bezuinigen 15 miljard, onder andere op ontwikkelingshulp, subsidies, innovatie, milieu en al die dingen. Ook geven we 7 miljard terug aan de burger, in de vorm van btw-verlaging, eersteschijfverlaging en arbeidskortingverhoging. Dat staat in het verkiezingsprogramma. Lees het goed. 

De heer Groot (PvdA):

Ik haak nog even aan bij wat de heer Klaver zei. Ik had ook begrepen dat een oorzakelijk verband gesuggereerd werd tussen beide naheffingen. Maar wat bedoelt de heer Van Dijck dan? Welk verband ziet hij dan tussen die twee heffingen? Of is het toeval? 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Wat ons sowieso opvalt, is dat die hele naheffing, die kennelijk al sinds het najaar van 2013 bekend was, pas met Prinsjesdag naar boven kwam. Dat valt ons op. In eerste instantie is dat dus weggelaten voor de Europese en de gemeentelijke verkiezingen. Had dat toen gezegd! Dan hadden de mensen wellicht heel anders gestemd. Met andere woorden: het lijkt een beetje op een doofpottechniek. Het toeval wil ook dat het precies een dekking is om de naheffing van Europa door te scheuren. Dan kunnen we en passant ook de naheffing van die zes miljoen mensen doorscheuren. 

De heer Groot (PvdA):

Als de heer Van Dijck vervolgens vraagt of dit toeval is, constateer ik toch dat hij een oorzakelijk verband suggereert. Ik ben het met de heer Klaver eens dat dat er op geen enkele manier is. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Is dit toeval? De heer Groot zegt het al: daar staat een vraagteken achter. Is dit toeval? Vraagteken. 

De heer Bashir (SP):

Ik zat net heel geïnteresseerd te luisteren naar de discussie over verkiezingsprogramma's en over tegenbegrotingen. Dat was allemaal heel interessant, maar daar heeft op dit moment natuurlijk niemand in het land iets aan. Want hier ligt het Belastingplan dat ingaat per 1 januari 2015. Daarin staat of je dan meer moet betalen of minder moet betalen en of de lasten omhooggaan of naar beneden gaan. Nu heeft de heer Van Dijck heel veel kritiek. Maar waar zijn de voorstellen van de PVV-fractie? Ik heb geen enkel amendement en geen enkel wijzigingsvoorstel vanuit de PVV-fractie voorbij zien komen. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dat klopt. Wij kiezen namelijk voor lastenverlaging en de SP kiest voor nivelleren en lastenverschuiving. Wij gaan niet in de marge lopen verschuiven. De lasten moeten omlaag. Dat is onze doelstelling. Die halen we door te snijden in de overheidsuitgaven. En in welke overheidsuitgaven snijden we dan? In de overheidsuitgaven die we allemaal kunnen missen als kiespijn. Daar kiest de SP niet voor. Die wil het geld als een Robin Hood bij de rijken weghalen en het teruggeven aan de armen. Wij zeggen: de lasten moeten we verlagen, zoals de btw en de lasten op arbeid. Dat is goed voor de economie. Snijd dan maar in subsidies, in Europa en in ontwikkelingshulp en gooi niet de grenzen open voor 30.000 asielzoekers. 

De heer Bashir (SP):

Dit is geen antwoord op mijn vraag. Mijn vraag was: waar zijn de voorstellen? Die voorstellen die nu uitgesproken worden, staan wellicht ergens in een verkiezingsprogramma. Ze zijn echter niet concreet uitgewerkt. Er ligt nu een belastingplan voor. Dat gaat in per 1 januari. Waar zijn de voorstellen van de PVV? Al die dingen die de heer Van Dijck noemt, kun je uitwerken, opschrijven, door laten rekenen en hier vervolgens concreet voorstellen, zodat we erover kunnen stemmen. Maar de heer Van Dijck zit alles alleen maar af te kraken, zonder met concrete voorstellen te komen. Mijn vraag blijft dan ook: waar zijn die voorstellen? Waarom heeft de heer Van Dijck die niet uitgewerkt? Wat is de reden daarvoor? Kan de heer Van Dijck daarop ingaan? 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Onze voorstellen liggen vast in het verkiezingsprogramma. Op het moment dat je van de rekening in een jaar iets wilt veranderen en je aan ontwikkelingshulp wilt komen, ligt dat voor 95% vast. Dat ligt juridisch vast, zeggen ze dan. Wij hebben het voor vijf jaar doorgerekend. In een periode van vijf jaar kun je wel 3,5 miljard snijden op ontwikkelingshulp. Maar in een periode van een jaar krijg je nog geen half miljard. 

Ook in 2015 gaan de belastingen dus weer omhoog en gaat het nivelleren verder. Voor 2016 staan alweer de volgende lastenverzwaringen klaar: een bijtelling voor leaserijders, een verlaging van de ouderenkorting, en het verdwijnen van de ouderentoeslag. Met dit kabinet verdwijnen banen, verpieteren gepensioneerden, sluiten bedrijven hun deuren, staan huizen onder water, lekken de accijnzen weg, worden de pensioenen versoberd, en daalt de consumptie. Zie hier in één zin de puinhopen van dit kabinet, het slechtste uit twee werelden. En nu we iedereen gehad hebben — gepensioneerden, huizenbezitters, werkenden, dga's, leaserijders, gehandicapten — zou je denken dat we klaar zijn. Maar nee, we zijn een groep vergeten: de 800.000 zzp'ers. Daar is wel wat te halen, moet de PvdA denken. De roep om nu deze groep te pakken, klinkt steeds luider. Het kabinet heeft het gemunt op de VAR, de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek en de mkb-winstvrijstelling. Daar is nog veel te halen. Kan de staatssecretaris beloven dat hij de zzp'ers met rust laat? 

De heer Koolmees (D66):

Voorzitter. Na twee zeer uitgebreide wetgevingsoverleggen en heel veel schriftelijke sets met antwoorden is het einde nu in zicht. Ik ga vandaag in op een aantal punten van het Belastingplan. We gaan binnenkort praten over de bredere belastingherziening. Zoals u weet, is D66 een groot voorstander van een snelle belastingherziening. Daarbij zijn de uitgangspunten dat werken moet lonen, dat we verdergaan met vergroenen en dat het belastingstelsel eenvoudig moet. Maar die discussie komt nog. Ik heb zeven punten waar ik vandaag op wil ingaan. 

Ik begin met de fiscale bijtelling van de leaseauto's. Dan begin ik met het uitspreken van mijn verbazing, vooral richting de VVD-fractie. Twee weken geleden zei mevrouw Neppérus nog over het voorstel van haar eigen staatssecretaris dat deze enorme belastingverhoging van tafel moest. Ook wist ze al waar het vandaan moest komen; de eigenaren van groene auto's worden nu al in de watten gelegd. Ik constateer dat mevrouw Neppérus bakzeil heeft moeten halen, want in het nieuwe voorstel nemen de fiscale voordelen voor schone auto's juist toe, blijven de voorstellen van de staatssecretaris over de bijtelling grosso modo in stand, en wordt bovendien de aanschafbelasting voor grotere auto's verhoogd. Het ironische — oh, ironie! — is nu juist dat deze aanschafbelasting wordt verhoogd om een extra stimulans te geven aan groene auto's om zo de doelen uit het energieakkoord te behalen. Is hier sprake van een plotselinge strategiewijziging van de VVD? Is Groen Rechts weer terug? Mijn fractie zou dat verwelkomen. 

Ik heb ook nog een aantal vragen aan de staatssecretaris. We hebben nu een voorstel voor 2016. Er zijn 580.000 leaseauto's. De gemiddelde belastingverhoging is €14 per maand, dus €168 per jaar. Omgerekend zou dat structureel ongeveer 100 miljoen zijn. Aangezien het gaat over één jaar, namelijk alleen 2016, is de bijtelling dus 20 miljoen euro tot 25 miljoen euro. Wat is de veronderstelling in het basispad na 2016? Wordt die doorgetrokken? Er is nu maar één jaargang die wordt geconfronteerd met de hogere belastingen. Maar wat gebeurt er nou in het basispad 2017-2018? Kan de staatssecretaris daar inzicht in geven? 

Voor 2016 hebben we met het voorstel tijd gekocht, maar volgend jaar moet de Autobrief 2 er dan echt gaan komen. We hebben de afgelopen week vaak gesproken over het energieakkoord. Mijn fractie is groot voorstander van de ambitieuze doelstellingen ten aanzien van CO2-uitstoot en het verbeteren van de luchtkwaliteit. Die doelstellingen moeten we zo efficiënt mogelijk zien te behalen. We hebben ook gezien, bijvoorbeeld in het rapport van de Algemene Rekenkamer, dat de stimulering van schone auto's de afgelopen jaren heel veel geld heeft gekost, en niet efficiënt is geweest. In de context van de herziening van het totale belastingstelsel kan het Planbureau voor de Leefomgeving handvatten bieden om een effectieve en efficiënte inrichting van de autobelasting vorm te geven. Het lijkt mijn fractie verstandig om die handvatten ook mee te nemen bij het opstellen van Autobrief 2. Ik zie de heer Groot knikken en daar ben ik blij mee. 

Mijn tweede punt is de naheffing. Volgend jaar moeten tussen vijf miljoen en zes miljoen mensen een bedrag bijbetalen. Dat is een tegenvaller voor miljoenen mensen die nu boven de markt blijft hangen. Pas in maart, bij de vooringevulde aangifte, weten mensen waar ze aan toe zijn. Het kan niet worden teruggedraaid. Ik vraag me wel af waarom er niet eerder is gekozen voor een opslag in de loonheffing, in de witte tabellen in de loop van 2014. Dat heb ik vorige week ook gevraagd. Het is namelijk voor mensen een stuk makkelijker om geld van de Belastingdienst terug te vragen dan om te moeten bijbetalen. 

Dan heb ik een vraag over de uitvoering. Voor veel mensen kan de naheffing wellicht worden verrekend met openstaande bedragen, bijvoorbeeld voor de hypotheekrenteaftrek of de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Veel mensen zullen echter ook een beroep willen doen op de betalingsregeling. Zeker als het gaat om vijf miljoen mensen, is het risico op verstoringen bij de Belastingdienst heel groot. Daarom vraag ik de staatssecretaris of hij na kan denken over een coulanceregeling, een automatische regeling waardoor mensen als het ware automatisch een betalingsregeling wordt aangeboden. Dan hoeven zij niet allemaal apart een aanvraag in te dienen bij de Belastingdienst, wat onherroepelijk zal leiden tot een hoop verstoring en problemen in de communicatie. Kan de staatssecretaris hierop ingaan? 

Mijn derde punt gaat over de regeling voor het stimuleren van duurzame energie. Ik heb een aantal vragen gesteld over de uitvoering van deze regelingen. Daar heb ik ook schriftelijk antwoord op gekregen, waarvoor mijn dank. Een aantal vragen is echter niet weggenomen. Zo bestaat er in de markt onduidelijkheid over de wetswijziging in het Belastingplan die gaat over de implementatie van die afspraken uit het energieakkoord. Er is onduidelijkheid over de uitleg van verschillende begrippen. Wanneer kwalificeert iets als "levering" en wanneer is er sprake van "voor eigen rekening en risico"? Ik noemde eerder het voorbeeld van de laadpalen voor het opladen van elektrische auto's. Als de energiebelasting wordt berekend per aansluiting, zoals de staatssecretaris aangeeft, maakt het voor de tariefschijf dus uit of een laadpaal een eigen aansluiting krijgt of gebruikmaakt van een aansluiting bij een bedrijf. Ook het aantal auto's per aansluiting maakt dan uit voor de energiebelasting. Dit maakt het lastig om de energiebelasting op een juiste manier door te berekenen aan de verbruikers. De uiteindelijke accijns op benzine hangt ook niet af van waar je tankt, maar wordt gewoon gerekend áls je tankt. Daarnaast gaf de staatssecretaris in een eerdere beantwoording aan dat iemand die thuis een laadpaal heeft, afhankelijk van feiten en omstandigheden, een ondernemer kan zijn voor de omzetbelasting. Betekent dit, zoals we gezien hebben bij het Fuchs-arrest, dat de btw op de aanschaf van de laadpaal dan aftrekbaar is? Het zijn een beetje technische vragen, maar ik denk dat het belangrijk is om van tevoren duidelijkheid te geven aan de markt over wat hiermee kan gebeuren. 

Ik haak aan bij de opmerkingen van de heer Klaver over de brief van vanmorgen van minister Kamp van Economische Zaken. Daarin staat dat er een mogelijke oplossing is om de terugverdientijd van investeringen in duurzame energie te verlengen van tien naar vijftien jaar. Het wordt daar gepresenteerd als een mogelijkheid. Mijn fractie zou graag zien dat er echt ambitie wordt getoond op dit terrein — ik zie dat mijn woordvoerder energie nu ook in de zaal zit — en daarom vraag ik of we dit niet gewoon kunnen doen. Kunnen we die terugverdientijd niet verlengen, zodat private partijen eindelijk eens gaan investeren en het echt van de grond komt? 

Mijn vierde punt gaat over de werkkostenregeling. D66 is een groot voorstander van een vereenvoudiging van het fiscale stelsel. De werkkostenregeling kan hieraan een bijdrage leveren. Het biedt flexibiliteit, keuzevrijheid en — dat is althans de bedoeling — minder administratieve lasten. D66 steunt dan ook de richting die de staatssecretaris inslaat, maar ik heb nog een aantal vragen ter verduidelijking. Allereerst heb ik een vraag over de evaluatie van de regeling, waar mevrouw Neppérus net naar heeft gevraagd. Voor zover ik weet, staat de evaluatie in de wet, maar heeft die betrekking op de regelingen die nu uitgesloten zijn. Mijn fractie zou graag zien wat de effecten zijn van de werkkostenregeling, bijvoorbeeld als het gaat om de fiets van de zaak. Wat zijn de effecten daarvan in de praktijk? Kan de staatssecretaris toezeggen om die te melden? 

Ook ik sluit mij aan bij de vragen van de heer Omtzigt over het parkeren bij de zaak. Dat begint een beetje een klucht te worden. De staatssecretaris schudde net al nee en doet dat nu weer, dus misschien heb ik het verkeerd begrepen. Laat ik het hopen, want leidt de uitleg die we in de set schriftelijke antwoorden hebben gekregen niet tot ontzettend veel administratieve lasten? Je kunt dan wel parkeren op het parkeerterrein van je bedrijf, maar als je parkeert in een parkeergarage, moet je het bonnetje inleveren omdat het dan wel meetelt voor de werkkostenregeling. Is dat geen ontzettend grote administratieve last? Is dat niet eigenlijk onuitvoerbaar? Ik krijg graag een reactie op dit punt, maar de staatssecretaris schudt nee, dus ik denk dat het niet klopt. 

De voorzitter:

De staatssecretaris antwoordt pas morgen. Daar wachten we gewoon even op. 

De heer Koolmees (D66):

Ik constateer dat de staatssecretaris nee schudt. Ik dacht: ik deel het even met u. 

De voorzitter:

Misschien zat hij te knikkebollen. Dat zou ook kunnen. 

De heer Koolmees (D66):

Ja. Is mijn verhaal dan zo saai? 

De voorzitter:

Voor de Handelingen moet ik opmerken dat de staatssecretaris zeker niet zit te knikkebollen. Dat was meer een grapje tussen de heer Koolmees en mijzelf. Excuses daarvoor. 

De heer Koolmees (D66):

Voorzitter. Op de afvalstoffenbelastingen gaat de heer Dijkgraaf zo uitgebreid in. Ik denk dat hij vandaag nog een keer zijn proefschrift zal aanhalen. 

Ik sluit mij aan bij de opmerking van de heer Groot over de netto-overgangsregeling voor de drie bedrijven die afval hebben opgeslagen buiten de poort. Het kan toch niet heel ingewikkeld zijn in de uitvoering om voor deze drie gevallen even na te gaan wat er al gestort is en daarvoor een coulanceregeling af te spreken? 

De staatssecretaris heeft schriftelijke vragen beantwoord over de naheffing van de aanslagen van de afdrachtvermindering onderwijs. Ik dank hem daarvoor, maar de antwoorden zijn niet helemaal naar tevredenheid van mijn fractie. D66 vindt dat in het licht van het leven lang leren modulair onderwijs mogelijk moet zijn. Nog geen twee weken geleden heeft het kabinet in een brief geschreven dat het leven lang leren een speerpunt van het kabinetsbeleid is en dat er meer ruimte moet zijn voor modulair aanbod. Tegen dat licht is het merkwaardig dat de Belastingdienst scholen afstraft die vooruitlopen en die juist wel deeltijdopleidingen of deelopleidingen hebben aangeboden, scholen die modulair onderwijs in het kader van een leven lang leren al lange tijd mogelijk maken. Kan de staatssecretaris deze tegenstelling uitleggen of is hier sprake van een zwabberkoers? Kan hij ook uitleggen of in het verleden altijd helder is gecommuniceerd dat de afdrachtvermindering onderwijs alleen geldt bij een volledig onderwijsprogramma? Daarover zijn bij mijn fractie een aantal vragen binnengekomen. 

Mijn laatste punt betreft de opvanghuizen. Vorige week hebben de heer Omtzigt en mevrouw Schouten dat onderwerp opgebracht in het wetgevingsoverleg. Mijn fractie vindt dat een sympathiek punt. De staatssecretaris heeft toen aangegeven dat hij ging nadenken over een oplossing. Heeft dat al tot een oplossing geleid? 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris en de collega's voor de twee dagen die we al met elkaar hebben doorgebracht om dit Belastingplan door te nemen. Ik herinner mij nog dat iedereen bij het wetgevingsoverleg op de eerste dag zei dat het maar een dun belastingplan was en dat we er wel snel doorheen zouden gaan. Maar het is misschien wel een van de meer politieke belastingplannen geworden sinds een aantal jaren, vooral vanwege twee kwesties die speelden: de autobelastingen en de naheffing. 

Ik begin met die twee punten. Mijn fractie is blij met het breed gedragen akkoord over de bijtellingscategorieën voor de leaseauto's. Het proces was nogal rommelig, zeg ik wat eufemistisch, maar het is goed dat er nu een resultaat is dat op veel steun kan rekenen. Vooral het feit dat het gat tussen de bijtelling van volledig elektrische auto's en de andere auto's groter is geworden, zie ik als winst. Wel verneem ik graag van de staatssecretaris of hij de effecten van dit plan op de doelstellingen van het energieakkoord — 200.000 zeer zuinige auto's in 2020 — kan onderbouwen. Van groot belang is ook om goed zicht te krijgen op de wijze waarop de semi-elektrische auto's worden gebruikt. Volgens mij maakte mevrouw Neppérus daar ook opmerkingen over. We hebben namelijk het idee dat veel eigenaren van hybride auto's veel kilometers maken op conventionele brandstoffen. De staatssecretaris gaat dit in kaart brengen, maar hoe wil hij dat doen? Er waren inderdaad al wat voorstellen rond het kijken naar de tankpasjes. Zo kan er bekeken worden hoeveel conventionele brandstof er getankt wordt. Heeft de staatssecretaris ook mogelijkheden om er echt voor te zorgen dat die auto's elektrisch rijden? Daarop hebben wij immers de gunstige bijtelling gebaseerd. Belangrijker is nog dat we uiteindelijk de vermindering van CO2-uitstoot gaan realiseren. Ik hoop dat de staatssecretaris hierin wat meer inzicht kan geven. 

Over de naheffing hebben wij al behoorlijk wat gediscussieerd. Het is gewoon pijnlijk dat er straks bij zo'n 5 tot 6 miljoen gezinnen een brief op de deurmat valt waarin een naheffing wordt aangekondigd. Dit had niet zo gemogen. Het is wel zo gebeurd, maar we moeten er vooral voor zorgen dat het in de toekomst zo veel mogelijk voorkomen wordt. Wel lijkt het mijn fractie redelijk om te bekijken hoe er geen enorme hoeveelheid invorderingsrente teruggevraagd zal worden. Ik heb dat ook al gezegd in mijn interruptie op mevrouw Neppérus. Dit is iets wat de meeste mensen toch overkomt. Mensen hebben te goeder trouw hun gegevens opgegeven en kunnen straks toch geconfronteerd worden met rente. Welke mogelijkheden ziet de staatssecretaris om daar in ieder geval coulant mee om te gaan? Ik hoop dat hij daarvoor al een paar opties heeft. 

Ik kom op een aantal punten die al door collega's zijn aangedragen en op enkele punten waarnaar ik zelf specifiek heb gevraagd. Ik begin met de afvalstoffenbelasting. Mijn fractie steunt het amendement van de heer Dijkgraaf … 

De voorzitter:

De heer Groot heeft een vraag over het vorige punt. 

De heer Groot (PvdA):

Ja, over de invorderingsrente. Die naheffingsaanslag is natuurlijk heel vervelend. We hebben het toch over gemiddeld €150 en soms €300. Als je dan gaat werken met invorderingsrente, gaat het over rente over bijvoorbeeld €200. Over drie maanden is dat €2 of €3. Is het sop de kool wel waard als je heel ingewikkelde maatregelen gaat nemen waar je vele honderden belastingambtenaren voor nodig hebt? Zijn er geen andere wegen mogelijk om dit leed te verzachten dan specifieke maatregelen rond de invorderingsrente? 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

We voeren hier vaak dit soort middel-of-doeldiscussies. Het doel is dat we die mensen niet meer benadelen dan we mogelijk al hebben gedaan. De heer Groot noemt een bedrag van €200, maar er zijn natuurlijk ook gevallen waarin dat bedrag veel hoger zal uitvallen. Daarmee wordt de rente ook hoger. Ik heb niet zo veel inzicht in alle systemen van de Belastingdienst dat ik precies kan aangeven hoe dit zou moeten gebeuren. Ik vind wel dat er een bepaalde rechtvaardigheid gezocht moet worden in deze situatie. Hoe dat kan, hoor ik graag van de staatssecretaris, maar ik vind het een rechtvaardig principe dat we niet meer moeten gaan belasten of opleggen dan we nu al aan last veroorzaken voor deze mensen. Als het even kan, hoor ik graag hoe daaraan tegemoet gekomen kan worden. 

De heer Groot (PvdA):

Zou je dan niet eerder moeten denken aan een generieke coulanceregeling, zoals de heer Koolmees voorstelde, in plaats van heel ingewikkeld de rente over uiteindelijk beperkte bedragen te berekenen? We hebben het echt over een paar euro. Wordt dat niet heel ingewikkeld? 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Dat hoor ik eerst graag van de staatssecretaris. Ik ben geen expert in de systemen van de Belastingdienst. Ik ben ook niet voornemens om de Belastingdienst bovenmatig te belasten in al zijn werkzaamheden. Dat zijn er al genoeg. Ik hoop wel dat we met elkaar een goede regeling kunnen verzinnen waarin met dit soort aspecten rekening wordt gehouden. Ik laat de staatssecretaris echter de ruimte om met een mooi voorstel te komen. Dat zou eigenlijk wel fijn zijn. 

Ik ga in op de afvalstoffenbelasting. Wij steunen het amendement van de heren Dijkgraaf en Koolmees om de exportheffing op te nemen. De staatssecretaris heeft vorige week in het wetgevingsoverleg al aangegeven dat hij denkt dat het niet per 1 januari 2015 al te realiseren is. Als het echter een halfjaar later ingaat, kan er in de tussentijd natuurlijk nog een behoorlijk volume aan met name bedrijfsafval door Duitse bedrijven worden gecontracteerd. Zien we dan niet een grote hap van de opbrengst al verdampen? De meeste partijen hier in de Kamer ondersteunen volgens mij het uitgangspunt dat een dergelijke exportheffing gewenst is. Gaat de afvalverwerkingssector in Nederland alsnog de dupe worden? Ik hoop dat de staatssecretaris de export alsnog met terugwerkende kracht kan belasten of iets dergelijks. Hoe kunnen we voorkomen dat er een enorme weglek ontstaat, terwijl we dat idee in principe allemaal steunen? Ik hoor de staatssecretaris daar graag over. 

Mijn tweede punt inzake de afvalstoffenbelasting heb ik nog niet eerder opgebracht, want dat kwam van de week pas naar voren. We hebben het eerder gehad over het zuiveringsslib. De vrijstelling voor het zuiveringsslib zou alleen gelden als de verbranding ervan plaatsvindt op een plek waar alleen zuiveringsslib wordt verwerkt. Dat vonden we allemaal niet zo eerlijk. Nu is mij gebleken dat dit ook geldt voor biomassa. Een vrijstelling zou alleen gelden bij de verbranding van biomassa voor duurzame energieopwekking bij een bedrijf waar alleen biomassa wordt verbrand. Naar ik weet, is dit maar op één plaats in Nederland het geval. Deze inrichting ontvangt hierdoor een behoorlijk concurrentievoordeel ten opzichte van andere inrichtingen waar ook ander afval wordt verbrand. Dat lijkt mij onwenselijk, ook gezien de manier waarop we tegen het zuiveringsslib hebben aangekeken. Ik hoor graag eerst van de staatssecretaris wat zijn informatie hierover is. Is hij ook van mening dat we in dat geval gelijksoortige situaties ook gelijksoortig moeten behandelen? 

Dan kom ik op de stimuleringsregeling voor de lokale energieopwekking. Vorige week maandag gaf ik al aan dat het woord "postcoderoos" onlosmakelijk verbonden was aan de discussie over het Belastingplan van vorig jaar, zoals "deurmatmoment" het woord van dit jaar was. Ik heb ook geconstateerd dat de opwekking van lokale energie heel moeilijk van de grond komt. De minister van Economische Zaken heeft vandaag een brief gestuurd waarin allerlei knelpunten worden benoemd. Dit is niet nieuw; deze discussie voeren we al anderhalf jaar met elkaar. De knelpunten zijn bekend, maar het is toch lastig om die knelpunten aan te pakken. Dan heb ik het onder andere over het btw-tarief, de postcoderoos en de verlenging van de periode van tien naar vijftien jaar of iets dergelijks. Wij hebben vorig jaar een amendement ingediend over de postcoderoos. Wij zullen dat dit jaar wederom doen. De heer Groot heeft tijdens het wetgevingsoverleg onderkend dat hier een probleem zit. Ik hoop dan ook van harte dat hij nu onderkent dat we dit probleem kunnen oplossen als de politieke wil daarvoor bestaat in de Kamer. Ik zie dus uit naar hoe hij over dit amendement stemt. Over de regeling voor de terugverdientijd van tien jaar die wij wat langer zouden willen hebben, heb ik een amendement van de heer Klaver medeondertekend. Ik denk namelijk dat we daar nu ook een slag kunnen slaan. 

Ik kom op de kansspelbelasting. Wij hebben al aangegeven dat de budgettaire derving van het besluit om gerechtigden tot prijzen bij buitenlandse kansspelen niet langer te belasten, wat onze fractie betreft gedekt zou moeten worden binnen het kansspelendossier, dus binnen de kansspelbelasting. Ik heb inmiddels een amendement ingediend dat dit regelt. Hierdoor wordt de vrijstelling van de kansspelbelasting voor prijzen bij loterijen verlaagt van €454 naar €450; dat lijkt me een mooi rond getal. Hiermee kunnen we de derving van 3 miljoen meteen dekken. Ik hoor graag de appreciatie van de staatssecretaris van dit amendement. 

Meerdere partijen hebben al aandacht gevraagd voor het btw-tarief op digitale kranten. Ik denk dat het goed is als we conform de Belgiëroute of de Belgiëoplossing ervoor zorgen dat de pdf's, dus de papieren krant maar dan in pdf-formaat, onder het lage btw-tarief vallen. Bij de Belgiëroute is er naar ik heb gehoord een protocol gemaakt om de btw-toepassing op kranten te verduidelijken. Daarbij is heel specifiek aangeven aan welke criteria een digitale replica moet voldoen om als krant beschouwd te worden. Deze werkwijze zouden we ook in Nederland kunnen hanteren. Ik wil graag weten of de staatssecretaris daartoe bereid is. Het lijkt mij een werkbare oplossing. 

De heer Koolmees sprak al over de afdrachtvermindering onderwijs, specifiek over de naheffing voor de transportsector. Ik dank de staatssecretaris voor zijn antwoorden, maar ik vond ze eigenlijk wel teleurstellend. Hij geeft aan dat het om een volledige opleiding moet gaan en dat de afdrachtvermindering niet van toepassing is als er alleen met modules is gewerkt. Ik heb toch de indruk dat dit niet duidelijk is gecommuniceerd tussen de roc's en de betreffende transportbedrijven. De staatssecretaris kan dan zeggen dat dit het probleem van het transportbedrijf in kwestie is, maar ik denk dat wij daar allemaal verantwoordelijkheid voor dragen. De roc's hebben er immers ook van kunnen profiteren. Zij konden hun modules aanbieden en de transportsector kreeg vervolgens de rekening gepresenteerd. Dat is nogal een last voor een aantal bedrijven in een tijd waarin het toch al niet makkelijk is om je boterham in deze sector te verdienen. Ik denk dat wij samen naar een redelijke oplossing moeten zoeken. De afdrachtvermindering is inmiddels afgeschaft en kan dus niet meer op deze manier gebruikt worden. En inderdaad, het kabinet heeft twee weken geleden aangegeven dat modulair onderwijs gestimuleerd moet worden. Het geeft een dubbel signaal af als het eerst een naheffing oplegt en vervolgens zegt dat het een buitengewoon goed idee is om dat in de toekomst weer te gaan doen. Ik denk dat we hier op een redelijke manier moeten kunnen uitkomen. Is de staatssecretaris bereid om met de betreffende bedrijven te zoeken naar een redelijke oplossing? 

Ik heb samen met de heer Omtzigt aandacht gevraagd voor de positie van mensen met een oude restschuld. Zij kunnen de rente op deze schuld niet aftrekken. Het klopt dat een regeling voor deze mensen niet als prikkel voor doorstroming kan worden gezien, aangezien zij hun woning reeds verkocht hebben. Datzelfde geldt voor de mensen met een restschuld die tussen 29 oktober 2012 en 16 september 2014, de datum waarop dit Belastingplan is gepresenteerd, hun woning hebben verkocht. Voor hen wordt de aftrektermijn verruimd van tien naar vijftien jaar, maar hier gaat ook geen prikkel van uit. Naar mijn mening moeten we vanuit een soort rechtvaardigheidsgevoel bekijken wat we nog voor deze groep kunnen doen. Ik heb gezien dat de staatssecretaris een berekening heeft gemaakt van de kosten van de verruiming van de regeling. Dat zou 150 miljoen kosten en dat is wel heel veel geld. Is er nog een andere mogelijkheid om deze groep anderszins, al dan niet met een fiscale regeling, een steuntje in de rug te geven? Ik hoor graag welke ideeën de staatssecretaris hierover heeft. 

Ik kom op de problematiek met betrekking tot de toeslagpartners. De heer Omtzigt en ik hebben vorige week een motie hierover in stemming laten brengen. Die motie is helaas verworpen, maar daarmee is het probleem nog niet weg. Ik krijg steeds meer signalen dat de problematiek rond het aanwijzen van een toeslagpartner ook veel gevolgen kan hebben voor andere zaken, zoals de samenloop met de alleenstaandeouderkop, de WWB-uitkering of de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Een punt is ook de privacy. Kunnen cliënten elkaars gegevens inzien als zij toeslagpartner van elkaar zijn? Dit moet gewoon opgelost worden. Ik heb het vorige week al kafkaësk genoemd dat we dat niet voor elkaar hebben gekregen. Kunnen we bekijken wat dan wel mogelijk is? We kunnen geen ijzer met handen breken, dat zie ik ook wel, maar deze situatie kan zich op meerdere momenten voordoen. Naar ik meen is dat bij studenten ook het geval. Daar kunnen we het wel regelen, maar dat kan niet bij ouders die in een opvanghuis of in een Blijf-van-mijn-lijfhuis zitten. Ik zie niet helemaal hoe dit komt. Ik onderken meteen mijn beperkingen als het gaat om inzicht in de systemen van de Belastingdienst, maar ik hoop echt dat de staatssecretaris nog eens gaat bekijken hoe we dit kunnen oplossen. 

Ik kom, tot slot, op de werkkostenregeling. Eigenlijk doet het me pijn in het hart dat het erop lijkt dat we niet meer de discussies kunnen krijgen over de fiets, de elektrische fiets, de tablet of de telefoon. Dat waren elk jaar leuke terugkerende thema's. Het lijkt erop dat die discussie met deze oplossing in één keer beslecht is. Dat is even wennen, want dat waren altijd leuke puntjes om in te brengen. Ik denk dat het uiteindelijk voor iedereen goed is om duidelijkheid te scheppen over wat de vrije ruimte is en wat er kan gebeuren. 

Ik zat in dubio of we voor de fiets nog iets apart zouden moeten regelen, zoals ik in het wetgevingsoverleg ook heb gezegd. Ik kan melden dat de staatssecretaris mij heeft overtuigd. Het blijft mogelijk om in de vrije ruimte een fiets te krijgen. De staatssecretaris noemde de kilometervergoeding, ook voor de fiets. Ik denk dat we wel een stimulerend klimaat kunnen creëren, zodat mensen nog heel enthousiast blijven fietsen naar hun werk. Het amendement van de heer Klaver hierover vind ik sympathiek, maar dan zouden we in de werkkostenregeling eigenlijk al een keuze maken voor de fiets. Ik vind dat dit overgelaten moet worden aan de vrijheid van de individuele werknemers. Ik denk dat de discussie voor ons beslecht is. Het is jammer dat we het nooit meer over dit soort zaken gaan hebben. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Fijn dat ik weer het woord mag voeren bij het Belastingplan, the sequel. Ook dit jaar hebben we weer uitgebreid stilgestaan bij het Belastingplan, en terecht, want het gaat over de inkomsten van de overheid. Als er fouten worden gemaakt, heeft dat grote gevolgen voor mensen, bijvoorbeeld doordat er naheffingen komen, zoals we hebben gezien. We hebben al veel besproken, maar vanavond wil ik terugkomen op drie zaken die voor GroenLinks belangrijk zijn. Het is niet afgestemd, maar ik wil beginnen waar mevrouw Schouten stopte, namelijk met de fiets van de zaak. Daarna zal ik ingaan op de belastingkorting voor de energiecoöporaties en tot slot op de toekomst van ons fiscale stelsel. 

Ik begin met de fiets van de zaak. Ik heb een amendement ingediend dat een gerichte fiscale vrijstelling voor de fiets in stand houdt. Dit wordt gedekt door een minimale beperking van de werkkostenregeling. De staatssecretaris had een mooi, gloedvol, bijna on-VVD-achtig betoog over hoe mooi de fiets is om jezelf te verplaatsen door de stad. Hij heeft gelijk dat ook allerlei andere zaken heel belangrijk zijn om het gebruik van de fiets te stimuleren. Volgens mij moeten we dat ook doen. Onze wethouder in Utrecht, Lot van Hooijdonk, doet er alles aan om de stad aantrekkelijker te maken en te houden voor de fiets. Ik sprak over concurrentie met het kerstpakket. De staatssecretaris sprak als een echte liberaal over keuzevrijheid. Daarmee heeft hij als liberaal ook mevrouw Schouten voor zich weten te winnen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik hecht aan keuzevrijheid, maar niet per se als het gaat om deze regeling. Ik vind het namelijk heel belangrijk dat de fiets wordt gestimuleerd. Ik heb er echt over moeten nadenken, want ik vond het een goed betoog van de staatssecretaris, maar ik blijf bij mijn amendement, dat ik dus ook in stemming zal laten komen. We hebben de vrije ruimte iets ingeperkt om de fiets te bevoordelen. Helaas ziet het ernaar uit dat de staatssecretaris hiervoor geen steun zal uitspreken. Nu zelfs mevrouw Schouten mij op dit punt in de steek laat, wordt het wel heel lastig om nog een meerderheid te vinden in de Kamer. 

Het ziet er dan ook naar uit dat de staatssecretaris op het terrein van het zakelijk verkeer heel anders prioriteert. De enorm grote voordelen van leaseauto's lijken hem meer aan het hart te gaan. Het is wat wrang als je het tegen elkaar afzet: de enorme voordelen voor de auto van de zaak en de aandacht die het kabinet daaraan besteedt versus het gemak waarmee de fiets van de zaak eigenlijk wordt geschrapt. Dat is een verdrietig contrast; dit in een tijd waarin we meer dan ooit beseffen dat duurzaam vervoer de toekomst heeft, willen we onze steden gezond en leefbaar houden. 

Ik ga verder met de belastingvoordelen voor de energiecorporaties. Zoals ik twee weken geleden al aangaf, is het goed om te lezen dat de voorwaarden om in aanmerking te komen voor het verlaagde tarief bij lokaal duurzaam opgewekte energie zijn uitgebreid. Ik ben blij dat het nu geregeld is. Wel kan de dekking nog wat aan kracht winnen. De staatssecretaris heeft ervoor gekozen om de belastingvrije voet te verlagen. Dat vind ik onrechtvaardig. Op deze manier betaalt iedereen evenveel extra, terwijl energiebelasting wat GroenLinks betreft juist over het variabele tarief zou moeten gaan. Op die manier loont het om zuinig te zijn. Is de staatssecretaris dat met mij eens? Ik heb een amendement ingediend om dit te corrigeren. Ik hoor graag hoe de staatssecretaris ertegenover staat. 

Ik heb nog een belangrijk punt met betrekking tot de corporaties. De regeling in de huidige vorm werkt niet. Investeerders hebben zekerheid nodig. Dat concludeert ook minister Kamp in een brief die we hebben ontvangen. Precies om die reden heeft GroenLinks vorig jaar een amendement ingediend om een minimale investeringsgarantie van tien jaar te regelen. Ik zeg "minimaal", want jammer genoeg is er per abuis een fout in de wettekst geslopen, waardoor ineens wordt gesproken van een investeringsgarantie van maximaal tien jaar. Dat is uiteraard nooit de bedoeling geweest van GroenLinks en ik heb dan ook een amendement om dit te corrigeren. Dat is nodig. Er zijn veel mensen die popelen om zelf energie op te wekken, alleen is de verwachte terugverdientermijn vijftien jaar. Daar moet de regeling dan ook op worden aangepast, willen we de gestelde doelen uit het energieakkoord halen. Ik hoop dat de staatssecretaris het amendement op dit punt, dat ik trouwens indien samen met de collega's van de ChristenUnie, de SP en D66, kan steunen. 

Ik ga naar een afronding. Naast de maatregelen voor komend jaar hebben we ook veel met elkaar gesproken over de toekomst van ons belastingstelsel. Voor GroenLinks staat buiten kijf dat dit groen en solidair moet zijn. De eerste stap die we hierin kunnen zetten, is bij de Autobrief die in 2015 in de Kamer zal worden behandeld. Daar kijk ik dan ook naar uit. De staatssecretaris heeft aangegeven dat er niet meer geld mag worden opgehaald met het belasten van auto's. Dat is niet de keuze van GroenLinks, maar het ontmoedigt mij zeker niet. Binnen de begrenzing kunnen er nog steeds belangrijke keuzen worden gemaakt, bijvoorbeeld de keuze dat de vervuiler betaalt: niet het bezit belasten, maar het gebruik. Willen we tot een zorgvuldig en afgerond pakket komen in de Autobrief, dan is het belangrijk dat de Kamer inzicht krijgt in de verschillende varianten. Ik vraag de staatssecretaris dan ook of hij bereid is, deze variant in kaart te brengen en de Kamer daarover zo spoedig als mogelijk te informeren. Op dit punt overweeg ik een motie in te dienen. 

Een ander punt dat mij zorgen baart is de snelheid waarmee onze Belastingdienst aanpassingen in tarieven en schijflengtes kan toepassen of nieuwe belastingen kan invoeren. Tijdens het proces van de tegenbegroting — ik heb daar ook in mijn eerdere bijdragen over gesproken — heb ik mij meer dan eens verbaasd over de termijn die de Belastingdienst aangaf nodig te hebben voor dergelijke aanpassingen. Soms is dat wel meer dan 21 maanden. Mede in het licht van de herziening van het belastingstelsel is het belangrijk om hier goed zicht op te hebben. Daarom vraag ik de staatssecretaris om de Belastingdienst te verzoeken een overzicht op dit punt te publiceren. Ook hierover overweeg ik een motie in te dienen. 

Nu dan echt tot slot, voorzitter. Vorige week was Piketty op bezoek in de Kamer. We hadden een hoorzitting. Volgens mij was het erg interessant om ons te laten informeren door deze topeconoom. Hij heeft veel gezegd. Ik zal de staatssecretaris geen samenvatting ervan geven, maar één ding wil ik hem niet onthouden. Piketty zei dat het eigenlijk een kwestie van gezond boerenverstand was om de belastingen wat te verschuiven, om vermogen misschien iets meer te gaan belasten en arbeid iets minder. Hij had het in dat kader ook over het belang van een progressieve vermogensbelasting. Ik heb de staatssecretaris leren kennen als iemand met gezond boerenverstand. Ik hoop dan ook dat we bij de belastingstelselherziening elkaar op dit punt kunnen vinden. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Ik popel om met de collega's de discussie aan te gaan over het nieuwe belastingstelsel, maar ik onderdruk die gevoelens, want we hebben daar al een discussie over gehad, maar belangrijker nog is dat we daar nog een heel uitgebreide discussie over zullen voeren. Gezien het tijdstip en gelet op het feit dat er hierna nog een debat plaatsvindt, lijkt me dat niet zinvol. Wij willen in ieder geval lagere belastingen, eerlijkere belastingen en eenvoudigere belastingen. 

Ik heb een paar korte punten. Er is immers al veel gepasseerd en ik zal de woorden van collega's niet herhalen. Ik constateer dat veel collega's reclame maken voor de amendementen die ik met anderen heb ingediend. Het lijkt mij niet zo zinvol om dat allemaal te herhalen. Ik zal staccato ingaan op slechts een paar punten. 

Ik begin met het punt van de autobelasting. Wij waren eigenlijk niet zo blij met het akkoord dat er lag, want wij hadden liever een langetermijnoplossing gehad. We hadden liever gezegd: voor 2015 ligt er dit beleid en met het nieuwe belastingstelsel maken wij beleid voor 2016 tot en met 2019. Tegelijkertijd constateer ik dat er met veel partijen is gesproken, niet alleen in de Kamer maar ook in het land, en dat er een gedragen voorstel ligt, waar iedereen zich achter schaart. Ik vind dat we dan niet moeilijk moeten doen, dus wij respecteren dat akkoord. Dan gaan we in het voorjaar verder praten over de jaren daarna. 

Dan kom ik op het punt van de hybride auto's. Veel collega's zijn daarop ingegaan, onder anderen de heer Omtzigt. Ook mevrouw Schouten begon daarover in een debatje met mevrouw Neppérus. Ik kan het de collega's aanraden om de Verbruiksmonitor van AutoWeek te raadplegen. Dat is zeer interessant. Dan kun je per type zien wat auto's verbruiken. Dan kun je ook bekijken hoe het verbruik van jouw auto zich verhoudt tot het verbruik van andere auto's. In de Verbruiksmonitor staat bijvoorbeeld de Mitsubishi Outlander. De best presterende Outlander rijdt 1 op 50 en de slechtst presterende rijdt 1 op 12. Die 1 op 12 is nog een overschatting, want mensen die dit soort dingen invullen in de Verbruiksmonitor, zijn rationeel bezig zijn met hun verbruik. Ik ken voorbeelden van mensen die moeite hebben om met die auto 1 op 8 te halen. Dat sluit aan op de discussie die we al met verschillende collega's hebben gevoerd en die steeds breder wordt gedragen, namelijk de discussie over de vraag hoe we hiermee omgaan. De heer Omtzigt heeft al de tankpas genoemd, maar ik vraag de staatssecretaris of we niet kunnen aansluiten bij de plug-incoalitie. Zou het kabinet dat niet aan willen moedigen? Misschien is "plug-incoalitie" wel een mooie naam als alternatief voor de C5, zeg ik tegen de heer Koolmees. De C5 wordt hiermee echter niet bedoeld. Hier wordt de coalitie van leasemaatschappijen, Natuur & Milieu en RAI mee bedoeld. Daar zitten dus eigenlijk al die spelers bij. Zij zijn al heel lang bezig met het ontwikkelen van dit soort systemen. Zij halen al gegevens uit de tankpas, zo heb ik begrepen. Terwijl wij proberen hier het wiel uit te vinden, is het wiel al uitgevonden en draait het al, maar misschien moet het gefaciliteerd worden en moet het afgestemd worden met overheidsbeleid. Ik vraag de staatssecretaris om daarop in te gaan. 

Ik kom te spreken over een aantal amendementen. Wij willen de concernregeling ook openstellen voor stichtingen, zodat die niet alleen voor bedrijven geldt. Ik lees in de brief dat het kan en dat de technische optie die wij hebben voorgedragen, mogelijk moet zijn. Dat betekent dat stichtingen de verwevenheid laten blijken uit een beschikking fiscale eenheid, in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968. Dat is bekend bij de Belastingdienst. Wij horen dan ook graag een reactie van de staatssecretaris. Kan hij het amendement op stuk nr. 16 daarmee aan het oordeel van de Kamer overlaten? Dat is immers waar het uiteindelijk om gaat. Wij hebben dit nog niet gehoord van de staatssecretaris. 

Het zal u allen niet verrassen dat wij ook graag willen dat het oordeel over het amendement op stuk nr. 15 inzake de afvalstoffenheffing of de exportheffing aan de Kamer wordt overgelaten. Er is natuurlijk een afvalstoffenheffing, maar wij willen niet dat het afval goedkoop de grens over gaat. Wij willen niet wachten tot het misgaat. Wij hebben een uitvoerig debat met de staatssecretaris gehad over alle mogelijke achterliggende modellen en mechanismes, integrale kosten, marginale kosten en variabele kosten. Het is geweldig om te merken dat de staatssecretaris vanuit zijn verleden daar volop in zit. Dat belooft wat voor toekomstige discussies. Ik denk dat dit goed is. De simpele vraag is of je het risico al of niet wilt nemen. Ik hoor de Kamer gelukkig breed zeggen dat zij het slot erop wil zetten. Ik zou graag van de staatssecretaris horen hoe hij de praktische mogelijkheden qua invoering ziet, want dat was een punt voor hem. Kan het per 1 januari 2015? Kan het misschien later? Ik ga niet mee met het amendement van de heer Bashir, want hij wil rijke mensen ontlasten door ze een jaar lang niet te laten betalen maar rijke mensen hebben meer afval. De heer Bashir heeft een amendement ingediend over een belastingvrijstelling van een jaar. Dat lijkt mij niet verstandig. Ik hoor graag wat de staatssecretaris daarvan vindt en wat wel kan. 

De heer Bashir (SP):

Ik zal niet ingaan op het grapje over rijke mensen. We hebben net een discussie gehad over de naheffing. Heel veel mensen krijgen een naheffing omdat de Belastingdienst alles niet op tijd kon verwerken. Daarom hebben wij voorgesteld om deze maatregel een jaar later, dus per 2016, in te voeren. Vindt de heer Dijkgraaf het net als de fractie van de SP belangrijk dat de Belastingdienst genoeg tijd krijgt om zich hierop voor te bereiden? Anders krijgen wij weer naheffingen, gedoe over de uitvoering en weer een Kamerdebat. Waarom nemen we niet wat meer tijd om deze maatregel op een goede manier te implementeren? 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Dat is precies de discussie die we nog steeds voeren met de staatssecretaris. Daar zijn we in het wetgevingsoverleg mee begonnen. We zijn er nog steeds mee bezig. We hebben nog geen definitieve antwoorden van de staatssecretaris gehad. Het is het goed recht van de heer Bashir om er een amendement naast te leggen met een andere invoeringsdatum maar ik vind dat te laat. Dan heb je een vol jaar een gat. Dat is volgens mij niet nodig. Ik hoor graag van de staatssecretaris of het kan per 1 januari 2015 en zo niet, wat dan wel kan. Een jaar wachten vind ik echter jammer. 

De heer Bashir (SP):

Als ik het zo hoor, is de heer Dijkgraaf niet heel negatief over het amendement. Het lijkt mij logisch dat de ondernemers en de Belastingdienst een jaar de tijd krijgen om iets te implementeren. Als je kijkt naar een logisch moment, is 1 januari 2016 het eerst mogelijke logische moment. Dat is wat mij betreft beter dan 21 april of zo. Dan wordt het helemaal onuitvoerbaar. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

De heer Bashir stelt twee vragen. Hij vraagt wat ik inhoudelijk van zijn amendement vind en wat ik van de invoeringsdatum vind. Inhoudelijk vind ik het een briljant amendement want het is een kopie van mijn amendement. Het zou gek zijn als ik daar heel negatieve dingen over ga zeggen. Dat is niet mogelijk. Het verschil betreft de invoeringsdatum, bij mij 1 januari 2015 en bij hem 1 januari 2016. Daar zit van alles tussen, maar ik ben nog op zoek naar wat volgens de staatssecretaris qua uitvoering mogelijk is. Mevrouw Schouten zei dat het later misschien met terugwerkende kracht moet. Ik weet niet of dat kan. De datum van 1 juli is ook een heel logische datum in de belastingwetgeving. Vaak gebeuren dingen per 1 januari of 1 juli. Zo zijn er meer modaliteiten, maar ik ga het debat met de staatssecretaris en de heer Bashir graag aan. 

Er ligt een amendement over een vrijstelling voor zuiveringsslib. Er is al sprake van een vrijstelling als het slib wordt verwerkt in een installatie waar alleen zuiveringsslib wordt verwerkt maar niet als het slib naar een afvalverbrandingsinstallatie gaat. Omdat het slib van onze rioolwaterzuiveringsinstallaties afkomt en dat een publieke taak betreft, vinden wij het geen goede zaak om dit te belasten. Dat belast waterschappen en daarmee burgers. Dan zijn we eigenlijk geld aan het rondpompen. Dat moeten wij niet doen. Ik heb begrepen dat de uitvoering redelijk eenvoudig is, omdat deze stroom gemakkelijk te monitoren is. De staatssecretaris staat niet onsympathiek tegenover het amendement, maar ik hoor graag zijn oordeel. 

Dan de dga. Ik sluit mij aan bij de vragen van mevrouw Neppérus over de omkering van de bewijslast. Het bevreemdt mij wel een beetje, ondanks de vragen en de antwoorden, dat nog steeds niet duidelijk is hoe het zit. Dat is echt een cruciaal punt. Dit moet duidelijk worden in deze gedachtewisseling, desnoods in een Kameruitspraak, lijkt mij. Natuurlijk krijgt mevrouw Neppérus dan het voortouw maar ik het net zo lief antwoord van de regering. Ik weet dat mevrouw Neppérus er ook zo in staat. De staatssecretaris moet klip-en-klaar duidelijk maken hoe het hiermee zit. De omkering van de bewijslast lijkt mij een route die wij niet moeten opgaan. 

Over de dga heb ik ook nog een detailvraag. Wij willen graag dat een dga switcht van een milieuonvriendelijke auto naar een milieuvriendelijke auto. Daardoor gaat hij van een bijtelling van 25% naar een van 4%. Betekent dit dat het loon dat hij zichzelf toekent omhoog moet, omdat hij onder de grens van gebruikelijk loon komt? Die bijtelling komt boven op zijn inkomen, dus als die bijtelling naar beneden gaat, kan het zijn dat het loon dat hij moet uitkeren, omhooggaat. Ik hoop dat ik geen gelijk heb. Ik zie de heer Koolmees heel moeilijk kijken. Dat betekent meestal dat ik geen gelijk heb. Laten wij hopen dat het deze keer weer zo is. Ik heb uit de praktijk begrepen dat dit het risico zou zijn. Dan zouden wij het eigenlijk weer ontmoedigen. Ik hoor graag de staatssecretaris op dat punt. 

Tot slot kom ik op de kranten. Vele collega's hebben gepleit voor de Belgische route. Die zou toch moeten kunnen wat mij betreft. Het voordeel is dat wij, als wij het amendement over de afvalexport aannemen — wat volgens mij gaat gebeuren — een structurele dekking hebben voor dit dossier. Ik stel het geld graag daarvoor ter beschikking. Volgens mij is dit iets wat wij moeten oplossen. Wij moeten de pdf-versies van de kranten niet zwaarder belasten dan de gewone papieren versies. 

De heer Klein (50PLUS/Klein):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor de antwoorden die wij de afgelopen weken hebben gekregen, ook op onze schriftelijke inbreng. Die beantwoording was niet op alle punten duidelijk. In dit verband wil ik alleen ingaan op een aantal hoofdlijnen. Een aantal details zijn al door de collega's besproken of komen ongetwijfeld op een later moment terug. 

De doelen voor een nieuw belastingstelsel, waar wij volgend jaar aan gaan werken, zijn helder: minder complexiteit, meer banen. Was het maar zo simpel. De doelen zijn nog ver weg en ondertussen hebben wij te maken met het voorliggende Belastingplan 2015. In het kader van de vereenvoudiging is de onafhankelijke fractie 50PLUS/Klein enerzijds voor het afschaffen van allerlei toeters en bellen die het belastingstelsel extra complex maken, maar anderzijds dient het resultaat wel eerlijk en evenwichtig te zijn. 

De ouderentoeslag is een regeling die in het verleden is getroffen om nadelen van eerdere fiscale wijzigingen te compenseren. De grondslag op basis waarvan toen gekozen is om deze toeslag in te voeren, is niet gewijzigd. Toch is de staatssecretaris van mening dat de situatie van de werknemers en de gepensioneerden geharmoniseerd dient te worden. Is er destijds een verkeerde inschatting gemaakt, of is er sprake van voortschrijdend inzicht? Door eenzijdig de ouderentoeslag in 2016 af te schaffen, worden ouderen in hun koopkracht geraakt, zonder te worden gecompenseerd. In dit licht is daarom de opmerking van de staatssecretaris in een van de stukken dat met het afschaffen van de ouderentoeslag de ouderen in dezelfde positie worden gebracht als andere belastingplichtigen, onjuist. Kan de staatssecretaris toelichten wat de reden is waarom de regering bij de invoering van het huidige belastingstelsel in 2001 van mening was dat de ouderen gecompenseerd moesten worden voor de nadelen die het nieuwe stelsel met zich bracht, terwijl de staatssecretaris nu op dezelfde gronden van mening is dat de maatregelen geharmoniseerd moeten worden? De onafhankelijke fractie 50PLUS/Klein vraagt zich af of dit een voorbode is van de stappen die nog gezet gaan worden in het kader van de vereenvoudiging van het belastingstelsel. 

Betekent vereenvoudiging dat vooral veel voordelen die toeslagen, aftrekposten en heffingskortingen met zich brengen, worden afgeschaft? Als dit het geval is, zou dit gepaard moeten gaan met compenserende maatregelen, bijvoorbeeld een echte verlaging van de eerste schijf. Als je dat niet doet, is er alleen maar sprake van een inkomensdaling, en daardoor van minder besteedbaar inkomen. Toeslagen of heffingskortingen leiden niet een-op-een tot een lastenverlaging voor werkgevers en daarmee een betere concurrentiepositie. De arbeidskosten blijven hetzelfde, maar de werknemer krijgt na het schrappen van deze maatregelen minder in de portemonnee, linksom of rechtsom. 

Aangekondigd is nu dat de belastingdruk verschoven gaat worden van arbeid naar de producten, die nu een lagere btw kennen. Ook dit betekent natuurlijk een harde klap voor de koopkracht, met name bij de middeninkomens. Denk aan het treinkaartje, de kapper, het plakken van een lekke fietsband, de boeken en de tijdschriften. Al deze zaken kennen nu een tarief van 6% en dat wordt zo meteen 21%. Vooruitlopend op het nieuwe belastingstelsel zou het veel eerlijker zijn om juist het lage tarief te verlagen naar 4% en het hoge tarief in lijn te brengen met bijvoorbeeld de voorstellen van de commissie-Van Dijkhuizen, waarin het naar 23% ging. Hoe ziet de staatssecretaris de ontwikkeling van de btw-tarifering? 

In box 1 en in het Belastingplan wordt werken lonender gemaakt door slim te schuiven tussen de arbeidskorting en de algemene heffingskorting. Gepensioneerden, met name degenen uit de middengroepen die hard gewerkt hebben en spaarzaam zijn geweest, krijgen nu de rekening van de crisis volkomen onrechtvaardig gepresenteerd. Ze gaan er weer onrechtvaardig op achteruit ten opzichte van de andere groepen in de samenleving. De ouderenkorting wordt verlaagd, alsmede de algemene heffingskorting. Wil de staatssecretaris die mensen, de gepensioneerden dus, eigenlijk weer aan het werk krijgen? Gepensioneerden uit met name de middengroepen zijn wederom de dupe van het beleid van dit kabinet. Ze krijgen de zoveelste rekening voor hun kiezen. Toch houdt de staatssecretaris vast aan de onrealistische mediane berekeningen en de koopkrachtplaatjes van het Centraal Planbureau, op basis waarvan het allemaal wel mee lijkt te vallen ten opzichte van 2014. 

Laten we bekijken wat er de afgelopen jaren met name is gebeurd voor de gepensioneerden in de middengroep. We praten dan over de mensen met een inkomen van rond de €35.000, te weten een AOW en een aanvullend pensioen. Dat is een groep van zo'n 42% of wel 3,2 miljoen gepensioneerden. Sinds 2008 zijn de pensioenen niet meer geïndexeerd. Dat is een verlies van 13%. In 2013 en 2014 zijn de meeste pensioenen gekort met gemiddeld zo'n 3,7%. Er is geen compensatie voor de algemene belastingverhoging in 2012 geweest, terwijl die belastingverhoging voor werknemers wel is gerepareerd. De inkoop is afgeschaft met een beperkte compensatie in de nieuwe inkomensregeling AOW. En dan was er nog de sluiproute via de aanslag op de opgebouwde spaargelden. Vaak zit dat geld in de eigen woning. Het is een belachelijk idee dat gepensioneerden een soort Dagobert Duckjes zijn die wel extra belasting zouden kunnen betalen. 

De heer Klaver (GroenLinks):

De heer Klein heeft het over de kortingen die de pensioenfondsen hebben moeten doorvoeren en dat de gepensioneerden daar niet voor zijn gecompenseerd door de overheid. Waarom is het een verantwoordelijkheid van de overheid om dat te compenseren? 

De heer Klein (50PLUS/Klein):

Het gaat mij erom, het totale beeld te schetsen dat de pensioenen de afgelopen jaren niet geïndexeerd zijn, maar gekort. Dat is ook een gevolg van de wetgeving die wij hier met elkaar hebben afgesproken. Ik denk aan het vaste tarief van de rekenrente, ik denk aan het ftk dat toen bestond en dat sindsdien weer gewijzigd is. Kortom, de overheidsmaatregelen hadden tot gevolg dat pensioenfondsen hebben moeten indexeren. Dus indirect is het inderdaad het gevolg. Direct in de zin dat de indexering geen gevolg is van de wet van deze kant uit. Van de andere kant hebben wij te maken met een totaalplaatje van wat mensen in hun portemonnee voelen. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik ben blij dat de heer Klein aangeeft dat al dan niet indexeren van pensioenfondsen geen verantwoordelijkheid is van de overheid. Dan wacht ik echter nog op het betoog van de heer Klein dat er ook compensatie moet komen voor alle werkende mensen die er de afgelopen jaren eveneens op achteruit zijn gegaan. Of voor mensen die gelijk zijn gebleven, mensen wier inkomen ook niet omhoog is gegaan. Waarom maakt hij zo'n groot onderscheid tussen gepensioneerden en werkenden? 

De heer Klein (50PLUS/Klein):

Dat doe ik niet. Ik zeg ook niet dat er geen verantwoordelijkheid is voor de indexering. De feitelijke uitvoering van de indexering is natuurlijk aan de pensioenfondsen. De criteria om indexatie achterwege te laten dan wel te moeten afstempelen, zijn een gevolg van de regels die wij met elkaar hebben afgesproken op het gebied van bijvoorbeeld de rekenrente, terwijl er toch enorme tegoeden zijn opgebouwd. Ik wijs ook op de onrealistische dekkingsgraad die er de afgelopen jaren is geweest. Kortom, pensioenfondsen moesten dit gaan doen als gevolg van overheidsbeleid. Daarom is het verstandig om een korting gedeeltelijk of geheel ongedaan te maken via de fiscaliteit. Dat moet gebeuren op een manier die evenredig en redelijk is ten opzichte van andere groepen in de samenleving. 

In de komende jaren komen de gevolgen van een aantal maatregelen hier nog bij. Ik denk aan het lage belastingtarief voor gepensioneerden, dat in achttien jaar wordt opgetrokken via een jaarlijkse stijging van 1%. In 2016 komen daarbij nog de afschaffing van de ouderentoeslag en de verlaging zonder compensatie van de ouderenkorting. Eerder deze maand werd al ingestemd met het ftk, waarover we het zojuist hadden. Die maatregel is uit het parlement gekomen. Hierdoor zullen met name de 50-plussers met een middeninkomen het feitelijk niet meer kunnen meemaken dat hun opgelopen pensioenachterstand ingehaald of zelfs geïndexeerd zal worden. Bovendien moeten ze over die extra, niet geïndexeerde pensioenen belasting betalen. Wanneer houdt dit eigenlijk op, vraag ik de staatssecretaris. Dit is triest voor deze mensen. De staatssecretaris schrijft in zijn brief Keuzes voor een beter belastingstelsel dat koopkrachteffecten beperkt zullen zijn. Wat is volgens hem de definitie van "beperkt"? Kan de staatssecretaris toelichten dat ook dit voor de gepensioneerden met een middeninkomen slechts beperkte gevolgen zal hebben? 

Het kabinet heeft terecht de huizenmarkt weer op gang gebracht. Dat heeft het kabinet overigens gedaan met een goede én een wat minder goede maatregel. In het Belastingplan 2015 wordt voorgesteld om enkele regelingen te verlengen die hierop zijn gericht. 1,1 miljoen huishoudens die een huis bezitten waarvan de hypotheek onder water staat, behouden echter hun restschuld. Het is goed dat de succesvolle tijdelijke verruiming van de vrijstelling van schenkbelasting ook zal doorlopen in 2015. Die verruiming is door mij ook vorig jaar bepleit en geldt ook voor aangegane verplichtingen voor nieuwbouw. Op zich moet een regeling bij de aankondiging waarvan is gezegd dat zij op een bepaald tijdstip weer zal eindigen, ook daadwerkelijk eindigen. Anders wordt een impuls ongeloofwaardig en zal de regeling geen effect meer hebben. Ik kan het dus eens zijn met het niet verlengen van die maatregel. Een van de redenen die de staatssecretaris noemt om deze maatregel niet te verlengen, is echter dat er enige tekenen zijn van herstel van de woningmarkt. Dit broze herstel moeten wij koesteren. Het lijkt mij daarom goed om dat herstel te stimuleren. Veel ouders en grootouders hebben van de tijdelijke verruiming helaas geen gebruik kunnen maken omdat hun geld in de waarde van het huis zit. Daarom stel ik voor om de regeling te verplaatsten van de schenking naar de erfenis. Een amendement daartoe is waarschijnlijk al ingediend en zal worden verspreid. 

Ik sluit af met een klein onderwerp. Door de nieuwe werkkostenregeling hoeven we het niet meer te hebben over telefoontjes en andere zaken. Iets anders geks op het vlak van belastingen vraagt echter nog om reparatie. Ik doel op de zogenaamde bubbeltaks, dus belasting op wijnen met bubbels, op champagne, prosecco, cava en sekt. Omdat generaties geleden alleen de welgestelden dure champagnes konden nuttigen, werden deze luxe wijnen extra belast. Dit is echter in de huidige tijd volkomen achterhaald. Het kabinet-Rutte vond dat ook. Men vond het een goed idee om die belasting weg te halen en het verschil met de belasting op andere wijn op te heffen. Ik heb begrepen dat dit voornemen door een amendementje in het Kunduzakkoord om zeep is geholpen. Die belasting is dus gebleven, om daardoor nog iets te kunnen doen in de btw-overgangsperiode voor het onroerend goed. Het gevolg is nu dat, alles opgeteld, per 1 januari van dit jaar op een fles mousserende wijn van driekwart liter €1,91 accijns wordt geheven. Op een fles van dezelfde inhoud met gewone, zogenaamde "stille" wijn, dus wijn waar geen bubbeltjes in zitten, wordt €0,66 accijns geheven. Doordat bijvoorbeeld Duitsland en Frankrijk een minimumtarief hanteren, hebben de Nederlandse ondernemers nu onredelijk veel last van oneerlijke concurrentie. Het Nederlandse wijnaccijnsstelsel kan simpel vereenvoudigd worden door het verlagen van het disproportioneel hoge tarief op de mousserende wijn per 1 januari 2015 door dat gelijk te trekken met het tarief op stille wijn. Om dit gekke verschil, voortvloeiend uit het oude Kunduzakkoord bij het vorige kabinet, te repareren, heb ik een amendementje ingediend. 

De heer Groot (PvdA):

Dat is een interessant voorstel. Ik ben benieuwd naar de dekking. Wordt die verkregen door de accijns voor stille wijnen een beetje te verhogen? Hoe moet ik dat zien? 

De heer Klein (50PLUS/Klein):

Ja. 

De heer Groot (PvdA):

Dan kijken we daar heel serieus naar. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik luister al tien minuten naar alles wat niet goed zou zijn, allemaal vreselijke dingen. Ik kan me de emotie van de heer Klein daarbij ook best voorstellen. Er is kennelijk wel een dekking in dat amendement over de bubbeltaks, maar bij alle andere dingen vraag ik me echt af hoe dat gaat lopen. Er worden enorme verhalen gehouden. Als je bij de een wat meer wilt geven, zul je dat bij de ander moeten halen. Zie ik dat verkeerd? Hoe gaat de heer Klein dat doen? 

De heer Klein (50PLUS/Klein):

Wanneer we het hebben over daadwerkelijke voorstellen, het indienen van amendementen, zijn we niet zoals de PVV, die maar wat roept en geen dekking geeft. Die dekking moet je aangeven, dus dat zullen we in de amendementen netjes doen. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Tien minuten geleden waren er nog geen amendementen, dus ik ben heel benieuwd, vooral naar die dekking. Ik wil altijd alles bestuderen, maar dan moet er wel een dekking bij staan. Kan er al een beetje worden geschetst hoe die dekking er uitziet, los van die bubbeltaks? 

De heer Klein (50PLUS/Klein):

De dekkingsvoorstellen liggen in lijn met de bezuinigingen die aangekondigd werden in het rapport-Dijkhuizen, bijvoorbeeld waar het gaat over het afschaffen van de filatelie. 

De voorzitter:

Gaat u verder met uw betoog. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik hoop voor u dat uw telling uitkomt, maar … 

De voorzitter:

Nee, mevrouw Neppérus. 

De heer Klein (50PLUS/Klein):

Het is geen filatelie, maar filantropie, anders staat de staatssecretaris postzegeltjes te plakken en dat wil hij natuurlijk niet. 

De voorzitter:

U was aan het afronden. Gaat u verder met uw betoog. 

De heer Klein (50PLUS/Klein):

Afrondend, hoewel het Belastingplan 2015 leuk verpakt is met het mantra "we maken werken lonend", is het Belastingplan, als je er beter naar kijkt, een verkapte bezuiniging. "Werken is minder duur, stoppen met werken is zuur" zou een titel zijn die de lading beter dekt. 

De heer Groot (PvdA):

Ik ben nu toch wat in verwarring gebracht. Net zocht u de dekking in het budgetneutraal verhogen van de accijns op stille wijnen om daarmee de verlaging van de accijns op bubbelwijnen te financieren. Net hoorde ik u echter in reactie op mevrouw Neppérus een andere dekking suggereren. Wat is het nu? 

De voorzitter:

Dat gaat over een ander amendement. 

De heer Klein (50PLUS/Klein):

U hebt gelijk, de bubbeltaks wordt op die manier gedekt. Ik heb echter meerdere voorstellen en daar heb ik ook dekking voor. Dat is het verhaal over de erfbelastingvrijstelling voor het gebruik van woningbouw. 

De algemene beraadslaging wordt geschorst. 

De voorzitter:

Hiermee is een einde gekomen aan de eerste termijn van de behandeling van het Belastingplan 2015 in een plenair debat. De staatssecretaris zal morgenavond na de dinerpauze reageren op de inbreng van de Kamerleden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Voorzitter: Van Veldhoven

Naar boven