2 Vragenuur: Vragen Karabulut

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde. 

Vragen van het lid Karabulut aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat beveiligers op het vliegveld bezwijken onder hun zware taak. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. We staan er misschien niet altijd bij stil, maar duizenden trotse beveiligers zetten zich dag en nacht in voor de veiligheid van reizigers en personeel op onze vliegvelden. Zij doen fysiek en mentaal zwaar werk, moeten mensen en bagage screenen, tillen, checken, wel vier ogen in hun hoofd hebben om de situatie te overzien en ervoor zorgen dat mensen die onze nationale veiligheid in gevaar zouden willen brengen, geen enkele kans krijgen om dat te doen. Weet de minister dat juist deze beveiligers alarm slaan over de veiligheidscontroles? Terwijl het aantal passagiers is toegenomen, de taken zwaarder zijn geworden en er een reële terreurdreiging is, bezuinigen de vliegvelden en bazen van beveiligingsbedrijven op personeel. In De Telegraaf lazen we dat de vakbonden ook alarm slaan. Commercie gaat door alle kostenbesparingen steeds meer boven het uitsluiten van risico's bij passagiers en bagagechecks. Dat is levensgevaarlijk. 

Alsof dit niet erg genoeg is, steken opdrachtgevers en bazen hun kop in het zand. In gesprekken die ik heb gehad met beveiligers, is mij duidelijk geworden hoe verziekt de werksfeer kan zijn. Personeel dat kritisch is en zich hierover uitlaat, wordt geïntimideerd. Mensen vallen soms achter apparatuur in slaap vanwege overbelasting en zieke mensen worden gedwongen om door te werken. Eerder heb ik er samen met collega's van GroenLinks en de PvdA bij de minister op aangedrongen om af te dwingen dat de normen om gezond en veilig het werk te kunnen doen, worden geaccepteerd, gerespecteerd en nageleefd door vliegtuigbazen en beveiligingsbazen. 

Mijn vraag aan de minister is: vormen slechte arbeidsomstandigheden, een hoge werkdruk en een verziekte werksfeer bij beveiligingsbedrijven van Nederlandse luchthavens een serieus te nemen risico voor de veiligheid op onze Nederlandse vliegvelden? Wat de SP betreft niet. De maat is vol. Gaat de minister ingrijpen? 

Minister Asscher:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Karabulut voor deze vraag. Ik deel met haar de opvatting dat de berichtgeving in De Telegraaf ernstig is. De werkgever is verplicht om zorg te dragen voor de veiligheid en de gezondheid van werknemers; dat hebben we zo geregeld in de Arbowet. Dat betekent dat de werkgever ook moet proberen te voorkomen dat werknemers worden blootgesteld aan fysieke of mentale belasting zoals die werd beschreven, ook door mevrouw Karabulut. Op verschillende manieren zijn werkgevers en werknemers in de branche van beveiligers samen actief op het punt van arbeidsomstandigheden. Op dat punt is er een Arbocatalogus Particuliere Beveiliging en op 1 oktober jl. is een nieuwe cao afgesloten. Dat is belangrijk, want in dat onderhandelingsresultaat zijn afspraken gemaakt over de toepassing van TNO-normen en richtlijnen, onder andere voor de statijden, die specifiek zijn toegesneden op beveiligers. Dat moet zeker gaan bijdragen aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden voor de mensen die onze luchthavens beveiligen. 

In dit kader is ook van belang dat de cao-partijen hebben afgesproken onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de fysieke en mentale belasting op Schiphol, de nationale luchthaven. Dat betekent dat werkgevers en werknemers dat probleem serieus nemen. Vervolgens kan een vakbond, een ondernemingsraad of een personeelsvertegenwoordiging, indien die voldoet aan de eisen van artikel 24, lid 7, van de Arbowet, de inspectie verzoeken om onderzoek in te stellen naar arbeidsomstandigheden. Als dat verzoek komt, zullen we dat zeker doen. Dat was de tweede vraag. 

Wat de derde vraag betreft: vanuit de NCTV heb ik begrepen dat er op dit moment in verband met deze problematiek geen zorgen bestaan over het niveau van de beveiliging van de luchthavens. Die vraag kan ik dus in ieder geval beantwoorden. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Dat laatste is in ieder geval geruststellend, maar de minister zal het met mij eens zijn dat er geen enkel risico mag worden genomen met de veiligheid, de nationale veiligheid, van passagiers en personeel en dat op geen enkele wijze de arbeidsomstandigheden geschonden zouden mogen worden zoals zij nu geschonden worden. De minister gaat een beetje voorbij aan het feit dat TNO het rapport Veilige grenzen voor statijden heeft opgemaakt. Daarin staat bijvoorbeeld de norm dat personeel om de twee uur ander werk moet doen. Overschrijdingen van die norm zijn aan de orde van de dag met meer dan gemiddeld een uur per dag. Dat gaat ten koste van de werknemer, dat gaat ten koste van de concentratie en dat zorgt voor reële veiligheidsrisico's voor passagiers. Het screenen van koffers en reizigers is een essentiële veiligheidstaak. Helaas is dat vandaag de dag alleen maar belangrijker geworden. Ik wil de minister als medeaandeelhouder van Schiphol, maar ook van luchthaven Eindhoven oproepen om er niet langs te laveren, zoals hij in zijn beantwoording doet. Ik verzoek hem om in ieder geval zelf als aandeelhouder dat gesprek aan te gaan met de bazen van het vliegveld, met de beveiligingsbedrijven en uiteraard ook met de werknemers. Dit is een te serieus en te groot risico. 

Om de minister misschien te kunnen overtuigen heb ik nog een citaat van een beveiligingsbeambte: "Het gaat steeds slechter op de werkvloer. We krijgen steeds meer passagiers, maar het personeel groeit niet mee. Gevolg is dat de normen voor de zit- en statijden vaak worden overschreden. Er moet meer vast personeel in dienst komen. De huidige praktijk is voor veel mensen niet vol te houden. Sommige mensen moeten tot wel vier uur non-stop staan." Ik heb hier niets aan toe te voegen en wil graag een reactie van de minister. 

Minister Asscher:

De wet is er niet voor niks. De arbowetgeving is er juist voor drukke werktijden, om werknemers te beschermen als er veel passagiers zijn. Geen misverstand daarover. 

Ik ga nog iets preciezer in op het risico. De NCTV heeft geen signalen dat de veiligheid van de luchthaven als gevolg hiervan in het geding is of is geweest. Door de Koninklijke Marechaussee, maar ook door de exploitant van de luchthaven wordt nauwlettend toegezien op de beveiliging door de beveiligingsbedrijven. Vliegtuigen mogen uitsluitend vertrekken als de beveiliging volgens de hiervoor geldende regelgeving en procedures wordt uitgevoerd. Dat is een kant van het probleem dat mevrouw Karabulut schetst. 

De andere kant is de vraag of de wet wordt nageleefd en of op een goede manier met arbeidsomstandigheden wordt omgegaan, niet alleen wat betreft de fysieke arbeidsbelasting, maar ook wat betreft de mentale arbeidsbelasting. In dat kader is wel degelijk van belang dat er een onafhankelijk onderzoek door beide kanten is gelast naar de vraag wat aanvaardbare arbeidsomstandigheden zijn voor beveiligers op een luchthaven. We kunnen ons allemaal voorstellen dat het zwaar werk is met allemaal gestreste passagiers die de boel opjagen. Mocht uit dat onderzoek blijken dat er misstanden zijn, dan kan dat aanleiding geven tot een zelfstandig onderzoek van de inspectie. Anderszins kunnen de geledingen die ik net noemde, een verzoek doen om onderzoek van de inspectie. Daarbuiten houdt de minister van Financiën als aandeelhouder van Schiphol permanent contact over allerlei zaken, maar ik denk dat het het krachtigste is als via de daartoe geëigende wegen, dus een verzoek om inspectie als er wat mis is, wordt gereageerd op eventuele misstanden op de luchthaven. De inspectie kan dan ook sanctionerend optreden. 

De voorzitter:

Ik dank u voor uw antwoorden, minister. Ik dank u voor uw vraag, mevrouw Karabulut. 

De volgende vraag wordt gesteld door de heer Bosman van de VVD aan de staatssecretaris van Economische Zaken, mits zij in de zaal aanwezig is. Zullen we even wachten, mijnheer Bosman? Ik neem tenminste aan dat u uw vragen wilt stellen aan de staatssecretaris van Economische Zaken. 

De heer Bosman (VVD):

Het kabinet spreekt met één mond, maar ik kan mij voorstellen dat het antwoord dan wel beter wordt. 

De voorzitter:

Mijn voorstel is dat u nog even in spanning blijft, mijnheer Bosman, en dat u ons in spanning houdt over de vragen. We gaan eerst door met de volgende vraag, die wordt gesteld aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die toch al in de zaal aanwezig was. 

Naar boven