8 Verslag van de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven

Aan de orde is de aanbieding van het verslag van de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven over de toelating van de heer A. Zijlstra tot het Europees Parlement. 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Neppérus, tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven. 

Mevrouw Neppérus, voorzitter der commissie:

Voorzitter. De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op de heer A.J. Zijlstra te Ridderkerk. 

De commissie is eenstemmig tot de conclusie gekomen dat hij terecht benoemd is verklaard tot lid van het Europees Parlement. 

De commissie stelt vast, dat hij op grond van de nationale bepalingen tot lid van het Europees Parlement kan worden toegelaten. 

De commissie stelt voor, dit te berichten aan de voorzitter van het Europees Parlement en aan de benoemde. 

Tot slot stelt de commissie voor, het volledige rapport in de Handelingen op te nemen. 

De voorzitter:

Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor, dienovereenkomstig te besluiten. 

Daartoe wordt besloten. 

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.) 

Naar boven