4 Vragenuur: Vragen Veldman

Vragen van het lid Veldman aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht "Bouwvergunning kan alles kosten". 

De heer Veldman (VVD):

Voorzitter. In 38 gemeenten stijgen dit jaar de bouwleges met meer dan 10% en in elf gemeenten dalen deze leges juist met meer dan 10%. Voor een kleine verbouwing betaalt een inwoner van de gemeente Buren €900 en een inwoner van de gemeente Leiden slechts €38. Een grote verbouwing of nieuwbouw kost in de gemeente Eindhoven aan leges €7.740, terwijl dit in de gemeente Hoogeveen niet meer dan €1.826 kost. 

Het gisteren door de Vereniging Eigen Huis gepubliceerde onderzoek naar bouwleges laat opmerkelijke verschillen zien. Dat er verschillen zijn tussen gemeenten is op zichzelf genomen niet erg. Het is aan gemeenten zelf om hun prijzen vast te stellen. Wel erg is dat er geen peil op te trekken is. De hoogte van de legestarieven is onvoldoende inzichtelijk. Daarmee zijn er dus ook verschillen per gemeente die niet inzichtelijk zijn. Ook de verschillen tussen het ene jaar en het andere jaar in een en dezelfde gemeente roepen verbazing op. 

Dit geldt helaas niet alleen voor bouwleges, maar bijvoorbeeld ook voor leges drank en horeca. Een volledige vergunning kost €2.481 aan leges in de duurste gemeente en slechts €28 in de goedkoopste gemeente. Ook de verschillen in leges tussen vergunningen kinderopvang zijn groot; daarover hebben we eerder gesproken. Daarom wil ik de minister een aantal vragen stellen over de inzichtelijkheid van de legestarieven. 

Heeft de minister kennisgenomen van het onderzoek van de Vereniging Eigen Huis? Wat vindt hij van de conclusies van dit onderzoek? Wat vindt de minister van het feit dat de verschillen in leges niet alleen tussen gemeenten onderling, maar ook nog eens per jaar in een en dezelfde gemeente zo verschillen? Wat vindt de minister van het voorstel van de Vereniging Eigen Huis om te komen tot een uniforme kostenprijsberekening? Is hij het met de VVD-fractie eens dat transparantie, inzichtelijkheid en vergelijkbaarheid in tariefstelling noodzakelijk is, misschien wel juist om de verschillen te rechtvaardigen? Is de minister bereid om met de VNG in gesprek te gaan over het rapport van de Vereniging Eigen Huis over de bouwleges en andere leges, zoals de drank- en horecavergunningen en kinderopvangvergunningen? Is de minister bereid afspraken te maken met gemeenten om te komen tot een uniforme kostprijsberekening, zodat verschillen transparant en inzichtelijk worden? 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken voor het beantwoorden van deze vragen in twee minuten. Succes! 

Minister Plasterk:

Voorzitter. Het uitgangspunt, waarover we geloof ik niet van mening verschillen, is dat het in principe aan de gemeenten is om de hoogte van de leges vast te stellen. Dat is een onderdeel van de gemeentelijke autonomie. Die is echter beperkt doordat de opbrengst van de leges niet hoger mag zijn dan de kosten die worden gemaakt, maar dat geldt dan wel over het hele domein van bijvoorbeeld de Omgevingswetvergunning. Dat kan er inderdaad toe leiden dat bijvoorbeeld in de gemeente Leiden de leges voor het bouwen van een dakkapel €38 zijn. Dat is beslist veel lager dan de kostprijs, maar dat kan ofwel doordat men dat uit andere middelen subsidieert, ofwel doordat men bijvoorbeeld voor nieuwbouwprojecten aan de projectontwikkelaar hogere leges in rekening brengt, waardoor het voor de kleine huiseigenaar met lagere leges kan worden opgelost. Die keuze is uiteindelijk aan de gemeenteraad. 

Ik ben het er wel mee eens dat het van belang is dat de kostenopbouw inzichtelijk is. In de eerste plaats is het natuurlijk de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om dat aan het college van B en W te vragen. Maar ik zal bij de uitvoering van de uitkomsten van het traject Besluit begroting en verantwoording ook met voorstellen komen om de transparantie te verhogen. 

Dan nog een concreet antwoord op de gestelde vragen. Ik heb de brief gelezen. Ik ben het niet eens met de conclusie dat de kostenberekening uniform zou moeten zijn als dat zou betekenen dat de tarifering dan ook uniform zou moeten zijn. Ik vind dat dit aan de gemeente moet blijven, maar ik ben het er wel mee eens dat transparantie noodzakelijk is. Ik zeg toe dat ik dit onderwerp bij een volgend bestuurlijk overleg met de VNG zal aankaarten. 

De voorzitter:

Dank. De heer Veldman. 

De heer Veldman (VVD):

Ik dank de minister voor de toezegging dat hij in ieder geval met de VNG daarover in gesprek gaat, maar ik zou toch graag zien dat hij nog een stapje verder zet. We zijn het eens over het feit dat de tarifering per gemeente mag verschillen. Het is ook aan de gemeenteraad en het college van B en W om de tarieven vast te stellen, maar transparantie is noodzakelijk om te kunnen vergelijken of een gemeente dat op een goede manier doet. Dat geldt ook voor gemeenteraadsleden zelf. Er moet kunnen worden bekeken of men het op een goede manier doet. Volgens mij helpt het dan bij het komen tot een uniforme kostprijsberekening als iedereen dezelfde methode hanteert. Hoe je de kostprijs vervolgens vertaalt, of je die volledig doorrekent of voor 80% of 70%, omdat je een deel uit andere middelen financiert, bijvoorbeeld uit de algemene middelen, dat is aan de gemeenteraad. Elke inwoner moet echter kunnen zien hoe het tarief tot stand is gekomen. Ik neem aan dat de minister het met mij eens is dat de nu geconstateerde verschillen, bij bouwleges, drank- en horecavergunningen, kinderopvang en andere zaken, wel erg groot zijn. Voor de gemiddelde bewoner, de gemiddelde aanvrager, wordt het op die manier erg lastig om na te gaan of hij in zijn gemeente te veel betaalt. Gevoelsmatig zal iedereen dat snel hebben, maar om dat te onderbouwen, moet je een vergelijking kunnen maken. 

Minister Plasterk:

Ik stel voorop dat het budgetrecht bij de gemeenteraad ligt. Dat betekent dat de gemeenteraad moet weten welke begroting, heffingen en leges er worden vastgesteld. Dat zou over de hele breedte transparant moeten zijn. Als dat niet het geval is, moeten gemeenteraadsleden daarover kunnen doorvragen. Ik wil er van mijn kant de nadruk op leggen dat de gemeentebesturen sowieso naar grotere transparantie zouden moeten streven. Als het echter om uniformiteit gaat, moeten wij onder ogen zien dat het is toegestaan dat een gemeentebestuur voor bijvoorbeeld vergunningen in het kader van de Omgevingswet de kleine huiseigenaar minder leges in rekening brengt en dat compenseert door projectontwikkelaars hogere leges in rekening te brengen, zo lang het over de gehele breedte niet meer aan leges int dan er aan kosten worden gemaakt. Die vrijheid heeft men. Op dat punt zou ik het niet uniform willen maken. Als dat besloten ligt in het uniform maken van de kostprijsberekening, maak ik wat dat betreft een voorbehoud. 

De heer Veldman (VVD):

Ik ben het met de minister eens dat de gemeenteraad dat recht heeft. De gemeenteraad gaat over hoe het tarief wordt vastgesteld, maar de manier waarop tot dat tarief wordt gekomen, moet inzichtelijk en transparant zijn. Dan kan een gemeenteraad, al dan niet gevoed door de bewoners van de gemeente, discussiëren over de vraag of men het daar al of niet mee eens is. Dat kan alleen maar als je het transparant en inzichtelijk hebt gemaakt. 

Minister Plasterk:

Ik ben het eens met die conclusie. Zonder te willen treden in de autonomie van het gemeentebestuur wil ik van mijn kant alles doen om dat te bereiken. Ik zeg toe dit punt in een volgend overleg met de VNG expliciet aan de orde te stellen. 

De voorzitter:

Dank voor de antwoorden en voor uw komst naar de Kamer. 

Naar boven