Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 80, item 9 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 80, item 9 |
Aan de orde is het VSO over de strategie van de Nederlandse Spoorwegen inzake commerciële activiteiten op en rond stations.
De voorzitter:
Ik heet de staatssecretaris van I en M van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune en degenen die dit debat op een andere manier volgen, maar natuurlijk en vooral heet ik de deelnemers aan het debat welkom. Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. Er is iets raars aan de hand met de NS, zo lijkt het. De NS zegt op alle stations dezelfde service te willen. Dat klinkt prachtig, maar dat lijkt in een aantal gevallen, bijvoorbeeld op de stations waar de service te hoog is, te betekenen dat deze ambitie naar beneden wordt gebracht. Ik wil daarover een motie indienen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat NS zegt te streven naar een uniforme uitstraling en een gelijk serviceniveau op haar stations;
constaterende dat NS in dit streven het serviceniveau op verschillende stations naar beneden lijkt te willen brengen door bijvoorbeeld reparatiepunten te schrappen uit de stallingsvoorzieningen;
overwegende dat de reparatievoorzieningen in de huidige fietsenstallingen groot gemak bieden aan NS-reizigers die met de fiets naar het station komen en dat de klanten van deze stallingen bezwaar maken tegen de dreigende opheffing van de voor hen belangrijke reparatieservice;
van mening dat NS in zijn streven om het serviceniveau op zijn stations gelijk te trekken geen afbreuk zou moeten doen aan bestaande services die tot grote tevredenheid stemmen onder de reizigers;
verzoekt de regering, zich ervoor in te zetten dat het bestaande niveau van reparatieservices bij fietsenstallingen op NS-stations behouden zal blijven,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Wij hebben ook zorgen over het personeel van de stallingen en daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat NS voornemens is contracten met uitbaters van fietsenstallingen op te zeggen en commerciële activiteiten rond stations onder te brengen bij andere exploitanten;
overwegende dat het onduidelijk is wat er met de huidige werknemers van de fietsenstallingen gaat gebeuren;
van mening dat het personeel van de huidige exploitanten van fietsenstallingen niet zomaar aan de kant mag worden gezet;
verzoekt de regering, zich ervoor in te zetten dat het huidige personeel wordt overgenomen door eventuele nieuwe exploitanten van fietsenstallingen op NS-stations,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ik had al kennis kunnen nemen van het feit dat mevrouw Ouwehand deze motie zou indienen en ik heb daarom wat informatie opgezocht. Ik begreep dat in feite al een toezegging aan de Kamer is gedaan om aan de motie tegemoet te komen. Ik vraag me af of het voor mevrouw Ouwehand een optie zou zijn om de staatssecretaris om een update van die toezegging te vragen in plaats van deze motie in stemming te brengen. Dan kunnen we daarna beoordelen of we voor de motie moeten stemmen of niet.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Daar ben ik zeker toe bereid. Ik heb ook signalen gekregen dat NS deze ambitie wel heeft, maar ik heb ook signalen gekregen die op het tegenovergestelde duiden. Ik hoor heel graag de reactie van de staatssecretaris hierop. Ik wacht deze reactie af, maar ik ben zeker bereid om in zo'n geval de motie aan te houden.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Voorzitter. We hebben schriftelijk overleg gevoerd over de stations en ik was heel erg blij te kunnen lezen dat naar aanleiding van Kamervragen — die mij niet onbekend voorkomen — een breed onderzoek wordt gestart naar de financiële en andere consequenties van de aanpassingen in de strategie door de NS op alle stations in Nederland en dat daarin verschillende dingen aan de orde komen. Kan de staatssecretaris ervoor zorgen dat wij het onderzoek ontvangen, zodat we het samen kunnen behandelen met het onderzoek naar de kruissubsidiëring dat wij voor de zomer moeten ontvangen? Voor mijn fractie hangen deze dingen nauw met elkaar samen.
Daarnaast zijn wij van mening dat het voor eerlijke concurrentie op het spoor in Nederland van belang is dat de ACM voldoende bevoegdheden heeft om eventuele problemen vroegtijdig te signaleren en daarmee te voorkomen. Samen met het CDA hebben wij daar twee moties over. Ik zal vandaag verder geen moties namens mijn fractie indienen.
Ik moet dit VSO verlaten. Er wordt uiteraard meegeluisterd, maar ik maak alvast mijn excuses aan de staatssecretaris en mijn collega's.
De voorzitter:
Dank u voor uw bijdrage en voor uw deelname aan dit gedeelte van het VSO.
Mevrouw De Boer (VVD):
Voorzitter. Het is bekend dat de VVD het liefst de commerciële activiteiten op de stations meteen zou afsplitsen van de NS om te streven naar een level playing field voor alle vervoerders op het spoor. Daarnaast vindt momenteel een onderzoek plaats naar kruissubsidiëring. Voor de zomer verwachten wij de resultaten van dat onderzoek. Dan willen we deze problematiek in de volle breedte bespreken.
Er zijn nu twee moties ingediend. Zolang er geen level playing field is, vinden wij het niet verstandig dat de Kamer zich bemoeit met de interne bedrijfsvoering van de NS. Dit gaat eigenlijk heel ver. Wij begrijpen echter ook het punt dat mevrouw Ouwehand maakt in haar motie. Daarom vragen wij de staatssecretaris om een gesprek te voeren met de NS en te bespreken hoe de stallinghouders hun plekje op de stations kunnen behouden. Die vraag was al eens eerder gesteld, maar ik denk dat de staatssecretaris er goed aan doet om nog eens toe te lichten of zij al in gesprek is met de NS en hoe de gesprekken verlopen. Wij vinden het op z'n zachtst gezegd ongewenst dat de NS banden gaat plakken. De NS moet treinen laten rijden en ik denk dat de NS het zich mag aantrekken dat wij hier op deze wijze het debat voeren. Ik hoop dat de staatssecretaris verder komt met haar gesprekken. Dat wacht ik graag af.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Volgens mij stelt niemand voor dat de NS banden gaat plakken. Het gaat over het beleid dat de NS voert. Mijn eerste motie ging daarover. De NS wil op alle stations een zo gelijk mogelijk serviceniveau. Het zou jammer zijn als op de stations met een hoger serviceniveau, bijvoorbeeld dat je je fiets kunt laten repareren, een deel van de service verdwijnt door de koers die de NS kiest. De VVD is het toch met de Partij voor de Dieren eens dat dit jammer zou zijn en dat we moeten kijken wat we kunnen doen om die service te behouden?
Mevrouw De Boer (VVD):
Ik denk dat het goed is dat de Kamer zich onthoudt van zulke directe bemoeienis met de interne bedrijfsvoering van de NS. Wij zullen de motie om die reden niet steunen. Ik denk dat het wel goed is dat er van dit debat een signaal uitgaat. Natuurlijk is het goed dat er fietsenstallingen bij stations zijn. Ik ken steden waar de gemeente keurig voor een fietsenstalling heeft gezorgd. Ik beschouw het daarom niet als kerntaak van de NS. Dat mag bekend worden verondersteld, gezien het debat dat wij gevoerd hebben over de Lange Termijn Spooragenda. De NS moet treinen laten rijden en geen banden plakken.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Hoogland.
De heer Hoogland (PvdA):
Voorzitter. Alle vragen die ik wilde stellen, zijn al gesteld door de vorige sprekers. Daarom zie ik af van mijn termijn en wacht ik de beantwoording van de staatssecretaris af.
De voorzitter:
Dan geef ik als laatste het woord aan de heer De Rouwe.
De heer De Rouwe (CDA):
Mevrouw de voorzitter. We hebben een schriftelijk overleg gevoerd met de staatssecretaris over de stations. Het moet mij van het hart dat ik als reiziger en als criticaster altijd even kijk hoe reizigers oordelen over het beheer van de stations. Over het algemeen is dat best goed. Dat mag ook weleens gezegd worden, want meestal wordt er alleen gemopperd. De klantbeoordelingen zijn behoorlijk hoog en dat is iets waard. De spanning zit 'm erin dat de NS openbaar vervoer aanbiedt, maar dat er ook andere partijen zijn die dat doen. De NS beheert echter de stations, dus hoe ga je daarmee om, zodat je een gelijk speelveld kunt waarborgen? Daar ging vandaag het debat over. Ik wil niet zeggen dat er misbruik wordt gemaakt van de situatie, maar onder andere de ACM geeft aan dat er een aantal zwakke punten in zitten. Die punten willen we graag versterken. Daarom dien ik twee moties in. Mevrouw Van Veldhoven heeft al gezegd dat zij ze medeondertekend heeft.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat uit de marktscan personenvervoer van de ACM blijkt dat het huurprijsbeleid van de NS verschilt per stad, per station en per locatie op het station;
constaterende dat de ACM niet bevoegd is om deze tarieven en voorwaarden te reguleren en daarop vooraf in te grijpen;
verzoekt de regering, vertegenwoordigers van reizigers en van regionale vervoerders bij de opstelling van "stationsnetverklaringen" te betrekken;
verzoekt de regering voorts, de aangekondigde "stationsnetverklaring" zo in te richten dat de NS verplicht wordt om haar tarieven en voorwaarden voor het gebruik van de stations volledig transparant en openbaar te maken;
verzoekt de regering ten slotte, nog voor de zomer te komen met voorstellen voor regelgeving die de ACM in staat stellen om ex ante, vooraf dus, in te grijpen of bij te sturen op prijzen en verdere voorwaarden die de NS mag hanteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw De Boer (VVD):
Ik waardeer de constructieve houding van het CDA in dezen. In de motie staat namelijk precies omschreven wat het kabinetsbeleid is. Ik vraag de heer De Rouwe echter of deze motie, zacht uitgedrukt, niet overbodig is.
De heer De Rouwe (CDA):
Dat hangt helemaal af van de reactie van de staatssecretaris. In deze motie staan namelijk meer dingen dan zijn toegezegd. Er staat bijvoorbeeld in dat wij een rol voor de reizigers willen. Die heeft de staatssecretaris niet toegezegd. Ook staat er bijvoorbeeld een tijdpad in, en in welk tempo we dit willen. In de motie staat de keuze voor de ACM om al vooraf te controleren, terwijl die overweging nu nog in onderzoek is. Deze motie gaat dus op een aantal punten even een stapje verder. Als de staatssecretaris zegt dat zij dit allemaal overneemt, ook al gaat het een stapje verder, dan ben ik een gelukkig man. Ik dien nooit overbodige moties in.
De voorzitter:
Ik begrijp dat u de motie dan intrekt.
De voorzitter:
Dat snap ik. Hiermee is er een einde gekomen aan de termijn van de zijde van de Kamer. De staatssecretaris heeft gevraagd om een korte schorsing.
De heer De Rouwe (CDA):
Dat lijkt me heel logisch. We lopen echter met zijn allen vooruit op de beantwoording door de staatssecretaris. Ik vind het ook best prettig om haar hierover te horen.
De voorzitter:
Volgens mij is dat altijd de reden waarom u een motie indient.
Mevrouw De Boer (VVD):
Ik waag me aan een lichte voorspelling. Ik voel aankomen dat de staatssecretaris zal zeggen dat het enige punt dat nieuw is in deze motie, namelijk het betrekken van de reizigers, in feite al aan rondetafels gebeurt. Deze motie is gewoon een omschrijving van het kabinetsbeleid.
De heer De Rouwe (CDA):
Dat zou kunnen, maar daar gaat mevrouw De Boer niet over. Het is het kabinet zelf dat moties interpreteert en daarover een oordeel geeft. Ik wacht dat rustig af. De staatssecretaris heeft nog niet eens kunnen reageren.
Ik kom dan bij mijn tweede en laatste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de ACM in haar quickscan vaststelt dat de definitie van artikel 67 van de Spoorwegwet onduidelijk, ontoereikend en niet effectief is;
verzoekt de regering, binnen zes weken een voorstel voor een AMvB aan de Kamer te sturen waardoor de definitie en reikwijdte van artikel 67 van de Spoorwegwet verduidelijkt worden en waarbij in elk geval het meten van het gebruik, de opbrengstverdeling, de reizigerstarieven en de toegang tot ov-chipkaartsystemen onder het artikel geschaard worden;
verzoekt de regering tevens, de ACM actief te betrekken bij de formulering van deze AMvB,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer De Rouwe (CDA):
Ik wacht het antwoord van de staatssecretaris af, ook op deze motie.
De vergadering wordt van 16.51 uur tot 17.01 uur geschorst.
Staatssecretaris Mansveld:
Voorzitter. Bij mij knippert een lichtje bij "einde spreektijd". Ik vind het wel grappig.
De voorzitter:
Het was "begin spreektijd". Zo beter?
Staatssecretaris Mansveld:
Ja. Dank u wel, voorzitter. Dank ook voor de vragen die tijdens dit VAO zijn gesteld. Ik begin bij de motie op stuk nr. 477, van de fractie van de Partij voor de Dieren. Die betreft de reparatieservice. De NS is een nieuwe exploitatievorm aan het ontwikkelen. Daaraan refereerde mevrouw Ouwehand. De reparaties maken hier deel van uit. Ik zal haar verzoek dan ook aan de NS overbrengen. In die zin zie ik de motie als ondersteuning van beleid.
De voorzitter:
Dan laat u het oordeel aan de Kamer?
Staatssecretaris Mansveld:
Ja. De motie-Ouwehand/Van Tongeren op stuk nr. 478 betreft het personeel. De NS zet zich ervoor in dat de nieuwe exploitant het bestaande personeel overneemt. De NS heeft hierover met de FNV afspraken gemaakt. In Leiden gebeurt dit bijvoorbeeld wanneer het contract tijdens de zomer overgaat naar de nieuwe exploitant. Ik zeg dit dus toe. Ik voer deze motie al uit.
De voorzitter:
Laat u daarmee het oordeel aan de Kamer? Of noemt u de motie overbodig? Vandaar dat ik dit aan u vraag. Mevrouw Ouwehand heeft echter eerst een vraag.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Er zijn op dit vlak verschillende signalen. Ik kende de uitspraak over het streven, maar toch zijn er zorgen. Kan de staatssecretaris de Kamer informeren over de voortgang, terwijl ik de motie aanhoud?
Staatssecretaris Mansveld:
Zoals ik al zei: de NS heeft afspraken met de FNV. Het bedrijf zet zich in om het personeel door de nieuwe exploitant te laten overnemen. Ik vind dit een zaak van de ondernemer. Ik vind het al heel prettig dat de ondernemer hierover zo duidelijk communiceert. In Leiden is dit al een feit. Daarmee laat de NS zien dat hij dit gedrag vertoont en de daad bij het woord voegt. Om de Kamer daarover nog apart te gaan informeren … Ik informeer de Kamer nu met een heel goed bericht over hoe de NS zich opstelt. Het is geen signaal meer van de NS. De NS heeft afspraken met de FNV en heeft ook de daad bij het woord gevoegd. De signalen die mevrouw Ouwehand krijgt, zijn mij niet bekend.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik houd de motie even aan om te controleren of ik, en vooral de mensen die het treft, na de woorden van de staatssecretaris rustig kunnen slapen. Als het anders blijkt, kan ik daarop nog terugkomen. Ik houd de motie aan.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor, haar motie (29984, nr. 478) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Staatssecretaris Mansveld:
Het doet mij goed dat teksten van mij mensen goed doen slapen.
Ik kom bij de motie-De Rouwe/Van Veldhoven op stuk nr. 479. Het streven is om medio 2015 de herschikkingsrichtlijn en de onderliggende regelgeving voor diensten en voorzieningen gereed te hebben. Daarmee worden de NS en ProRail verplicht om een stationsnetverklaring op te stellen waarin de voorwaarden en tarieven voor toegang tot stations zijn opgenomen. In de aanloop daarvan publiceert de NS vrijwillig een stationsnetverklaring. Voor de zomer is het onderzoek door de ACM afgerond naar het vooraf toetsen van de tarieven en voorwaarden, waaronder de stationsnetverklaring. Dan zal ik de Kamer informeren of ik dit meeneem in de implementatie van de herschikkingsrichtlijn. Zoals mevrouw De Boer al aangaf in verband met de reiziger: wij hebben landelijke en regionale overlegtafels. Daar betrekt de NS de reiziger en regionale vervoerder bij. Ik wil graag het onderzoek van de ACM afwachten en verzoek daarom de motie aan te houden.
De heer De Rouwe (CDA):
Dit is helaas niet zo ruimhartig als is voorspeld door de VVD-vleugel. Dat vermoeden had ik zelf al, maar dat moeten wij hier helaas vaststellen. Hoe de reiziger betrokken wordt bij de regionale tafels is mij nog niet helemaal duidelijk. Doet de NS dat? Dat is wat anders dan dat de reiziger zelf aan tafel zit. Deze motie gaat een paar stappen verder. Deze motie verzoekt om de ACM in staat te stellen om ex ante in te grijpen. De staatssecretaris zegt dat zij dit nog wil overwegen. De motie gaat hierin echt een stap verder. Laten wij dit alstublieft gewoon doen, vraag ik de staatssecretaris. Dit is al geconstateerd.
Staatssecretaris Mansveld:
De heer De Rouwe kent mij als iemand die, als er een onderzoek loopt, niet vooruitlopend op dat onderzoek een besluit gaat nemen. Ik wacht dat onderzoek af. Dat komt voor de zomer, zoals de heer De Rouwe ook weet. Aan de landelijke overlegtafels wordt men niet door de NS uitgenodigd, maar door mij. Als het om de regionale overlegtafels gaat, dan nodigt de provincie of de decentrale overheid uit. Daarbij is afgesproken dat de consumentenorganisatie bij ieder overleg een van de partijen aan tafel is.
De heer De Rouwe (CDA):
Prima, dan zal ik dat verzoek uit de motie halen, want dat is dan klip-en-klaar. Er blijft politieke discussie over het volgende. Volgens de CDA-fractie is in onderzoek van ACM de noodzaak en behoefte aan ex ante, dus vooraf ingrijpen al aangetoond. Wat mij betreft brengen we die politieke uitspraak dan ook in stemming.
Staatssecretaris Mansveld:
Dan ontraad ik de motie.
In de motie-De Rouwe/Van Veldhoven op stuk nr. 480 wordt de regering gevraagd om de ACM actief te betrekken bij de formulering van een AMvB en binnen zes weken een voorstel te doen. Ik heb op deze vraag al antwoord gegeven op pag. 13 van de brief van 1 april, onder 11C. Ik geef prioriteit aan de Algemene Maatregel van Bestuur over de herschikkingsrichtlijn. Ik wil geen specifieke regelgeving voor één jaar creëren. Bovendien komt de NS vooruitlopend op de regelgeving vrijwillig met een stationsnetverklaring. Die komt ook dit jaar. Ik ontraad dan ook de motie.
Dan heb ik nog twee vragen. De eerste is van mevrouw Van Veldhoven. Zij vraagt iets wat ik al heb toegezegd. Het onderzoek over stations komt voor de zomer. De minister van Financiën doet momenteel een onderzoek naar de kruissubsidie. Hij heeft ook gezegd dat hij de resultaten daarvan voor de zomer bekend zal maken. Ik heb in een ander AO al gezegd dat ik mij kan voorstellen dat de Kamer die twee stukken gezamenlijk wil behandelen en dat we daarop koersen. In dat opzicht is het antwoord op die vraag ja.
Mevrouw De Boer heeft mij gevraagd om in gesprek te gaan. Ik denk dat het een goede zaak is om het op die manier aan te pakken. De huidige stallinghouder moet een plek kunnen houden op de stations. Daarbij is de verbeterslag natuurlijk altijd het doel. Mevrouw De Boer zegt altijd heel terecht dat de NS treinen laat rijden, maar geen banden plakt. Maar het is natuurlijk ontzettend handig om al die dingen zoals fietsenstallingen en banden plakken bij elkaar te brengen. Ik denk dat mevrouw De Boer dat ook bedoelt.
De NS is al bezig om samen met ProRail en de gemeenten een nieuwe vorm van exploitatie van fietsenstallingen te ontwikkelen. De NS zoekt de beste partij om de gewenste verbeterslag vorm te geven, die aansluit op de wensen van de reiziger, bijvoorbeeld door een meer uniforme, landelijke uitstraling en het doen van reparaties, waaraan mevrouw Ouwehand ook refereerde. De NS heeft aan mij bevestigd hierover in gesprek te zijn met bestaande stallinghouders, om te bekijken welke rol zij bij die vernieuwing kunnen spelen. Dat zal van geval tot geval verschillen.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
De stemmingen over de ingediende moties zullen hedenavond na de dinerpauze plaatsvinden.
De vergadering wordt van 17.07 uur tot 18.04 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20132014-80-9.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.